Samenstelling
Duphaston Abbott bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dienogest Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij dysmenorroe kan plaatselijke warmte de pijn verlichten; als geneesmiddel kan paracetamol of een NSAID (ibuprofen, naproxen, diclofenac) worden gebruikt. NSAID’s lijken effectiever door remming van de prostaglandineproductie en daarmee de uteruscontractie. Hormonale anticonceptie (sub-50 combinatiepil, hormoonspiraal) kan de pijn ook verlichten.
Dydrogesteron kan worden overwogen, maar deze toepassing berust meer op klinische ervaring dan op wetenschappelijk onderzoek. De effectiviteit is niet vastgesteld.
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met analgetica (paracetamol en/of NSAID’s) en/of gecombineerde hormonale anticonceptiva of progestagenen (oraal, IUD). In de tweedelijnszorg kunnen GnRH-agonisten gegeven worden. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van de mate van klachten en (kinder)wens van de vrouw. Zie hiervoor de ESHRE guideline on endometriosis op de webpagina uro-gynaecologie van de NVOG.
Kunstmatige voortplantingstechnieken (zoals IVF of ICSI) kunnen een uitkomst bieden voor ongewenst kinderloze personen en vinden plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Hormoonbehandeling is hier een essentieel onderdeel van. Voor meer informatie wordt verwezen naar de richtlijnen en kwaliteitsnormen van de NVOG en de NICE-richtlijn; zie ook Ondersteuning bij kunstmatige voortplantingstechnieken.
Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.
Dydrogesteron heeft als endometriumprotectie bij oestrogeensuppletie de voorkeur, vanwege het laagste risico op ernstige bijwerkingen. Het is ook beschikbaar als een oraal combinatiepreparaat met estradiol, wat de therapietrouw kan bevorderen. Bij intolerantie voor dydrogesteron: overweeg progesteron.
Bij abnormaal vaginaal bloedverlies wordt zo mogelijk de oorzaak behandeld. Bij hevig menstrueel bloedverlies door myomen of zonder (verdenking op) een specifieke oorzaak zijn er verschillende gelijkwaardige medicamenteuze opties, namelijk: een IUD met levonorgestrel, een combinatiepil (voorkeur 30 microg ethinylestradiol en 150 microg levonorgestrel), NSAID’s (naproxen of ibuprofen) en tranexaminezuur. De keuze wordt bepaald door specifieke kenmerken van de medicatie en de voorkeur van de patiënt. Bij acuut hevig vaginaal bloedverlies in de reproductieve levensperiode waarbij een direct effect gewenst is, gaat de voorkeur uit naar kortdurend gebruik van een oraal progestageen.
Advies
Behandel endometriose-gerelateerde pijn farmacologisch met analgetica (paracetamol en/of NSAID’s) en/of gecombineerde hormonale anticonceptiva of progestagenen (oraal, IUD). In de tweedelijnszorg kunnen GnRH-agonisten gegeven worden. Overweeg operatieve behandeling afhankelijk van de mate van klachten en (kinder)wens van de vrouw. Zie hiervoor de ESHRE guideline on endometriosis op de webpagina uro-gynaecologie van de NVOG.
Indicaties
- Regulering van de cyclus;
- Dysmenorroe;
- Endometriose;
- Infertiliteit door corpus luteuminsufficiëntie;
- Ondersteuning van de luteale fase als onderdeel van de behandeling bij kunstmatige voortplantingstechnieken;
- Dreigende abortus en herhaalde abortus ten gevolge van progesterontekort.
Als cyclische toevoeging aan oestrogeentherapie bij vrouwen met intacte uterus:
- bij climacterische klachten ter preventie van endometriumhyperplasie in de postmenopauze,
- bij disfunctionele uterusbloedingen,
- bij secundaire amenorroe.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Endometriose.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Regulering van de cyclus
Volwassenen
10 mg 1×/dag van cyclusdag 11 tot 25 bij een cyclusduur van 28 dagen.
Dysmenorroe
Volwassenen
10 mg 1–2×/dag van cyclusdag 5 tot 25.
Endometriose
Volwassenen
10 mg 1–3×/dag van cyclusdag 5 tot 25 of gedurende de gehele cyclus.
Corpus luteuminsufficiëntie
Volwassenen
10 mg 1×/dag van cyclusdag 14 tot 25, gedurende ten minste 6 opeenvolgende cycli. Gedurende de eerste maanden van een eventuele zwangerschap de dosering zoals bij herhaalde abortus geven.
Ondersteuning van de luteale fase bij kunstmatige voortplantingstechnieken
Volwassenen
10 mg 3×/dag, te beginnen na het oogsten van de eicellen, gedurende 10 weken tijdens de zwangerschap. De behandeling staken in geval van een abortus of miskraam.
Dreigende abortus
Volwassenen
begindosering 40 mg in 1 dosis, gevolgd door 10 mg iedere 8 uur; zo nodig de dosis elke 8 uur met 10 mg verhogen.
De effectieve dosis gedurende een week aanhouden, daarna geleidelijk verminderen. Bij terugkeer symptomen, de behandeling hervatten met de effectief gebleken dosis.
Herhaalde abortus
Volwassenen
de medicatie bij voorkeur vóór de conceptie starten: 10 mg 1×/dag tot de 20 e week van de zwangerschap, daarna de dosering geleidelijk verminderen. Bij dreigende abortus de dosering zoals onder die indicatie is beschreven aanhouden.
Ter preventie van endometriumhyperplasie in de postmenopauze
Volwassenen
per cyclus van 28 dagen oestrogeentherapie: de eerste 14 dagen alleen oestrogeen en gedurende de daarop volgende 14 dagen gecombineerd met dydrogesteron 10 mg 1–2×/dag. Een onttrekkingsbloeding treedt meestal op tijdens het gecombineerde gebruik.
Disfunctionele uterusbloedingen
Volwassenen
de bloeding tot staan brengen met 10 mg 2×/dag gedurende 5–7 dagen. Het bloedverlies neemt binnen enkele dagen sterk af. Enkele dagen na staken treedt een hevige onttrekkingsbloeding op. Volgende hevige bloedingen voorkómen met profylactische toediening van 10 mg 1×/dag gedurende cyclusdag 11 tot 25, eventueel gecombineerd met een oestrogeen gedurende 2–3 cycli. Daarna de behandeling stoppen om na te gaan of de vrouw weer een normale cyclus heeft.
Secundaire amenorroe
Volwassenen
10 mg 1–2×/dag van cyclusdag 11 tot 25, na voorbehandeling met een oestrogeen.
Doseringen
De behandeling beginnen op een willekeurige dag van de menstruele cyclus. Vóór aanvang van de behandeling elke vorm van hormonale anticonceptie staken.
Endometriose
Volwassenen
2 mg 1×/dag, zonder onderbreking.
Bij verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig.
Gemiste doses: Bij vergeten van een tablet, of braken en/of diarree binnen 3-4 uur na tabletinname, de tablet zo snel mogelijk alsnog of opnieuw innemen, en de dag erna het normale schema hervatten. Bij het vergeten van meerdere tabletten, slechts één vergeten tablet alsnog innemen.
Toediening: de tablet bij voorkeur elke dag op een vast tijdstip innemen, met of zonder voedsel.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): vaginale bloeding.
Vaak (1-10%): migraine of hoofdpijn. Misselijkheid, braken, buikpijn. Metrorragie, menorragie, oligo- of amenorroe, dysmenorroe, onregelmatige menstruatie, pijnlijke of gevoelige borsten.
Soms (0,1-1%): depressieve stemming. Duizeligheid. Gestoorde leverfunctie (met icterus, asthenie, malaise en buikpijn). Allergische huidreactie (zoals huiduitslag, jeuk, urticaria). Gewichtstoename.
Zelden (0,01-0,1%): groei van progestageenafhankelijk neoplasma (zoals meningeoom). Hemolytische anemie. Overgevoeligheid. Slaperigheid. Angio-oedeem. Zwelling van de borsten. Oedeem.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): gewichtstoename. Depressieve stemming, veranderde stemming, slaapstoornis, nervositeit, libidoverlies. Hoofdpijn, migraine. Misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, flatulentie. Acne, alopecia. Rugpijn. Gevoelige borsten, ovariumcyste, opvliegers, uteriene of vaginale bloeding (incl. 'spotting'). Asthenie, prikkelbaarheid.
Soms (0,1-1%): anemie. Gewichtsafname, toegenomen eetlust. Angst, depressie, stemmingswisselingen. Stoornis in autonome zenuwstelsel, aandachtsstoornis. Droge ogen, tinnitus. Palpitaties, hypotensie. Dyspneu. Gingivitis, maag-darmontsteking, buikklachten, diarree, obstipatie. Droge huid, hyperhidrose, jeuk, hirsutisme, onychoclase, hoofdroos, dermatitis, abnormale haargroei, lichtgevoeligheidsreactie, pigmentatiestoornis. Botpijn, spierspasmen, pijn of zwaar gevoel in ledematen. Urineweginfectie. Vaginale candidiase, vulvovaginale droogte, genitale afscheiding, pijn in kleine bekken, atrofische vulvovaginitis, borsttumor, fibrocysteuze borstziekte, borstverharding. Oedeem.
De meerderheid van de patiënten ervaart veranderingen in het menstruele bloedingspatroon, zoals onregelmatig bloedverlies of bloedverlies met gewijzigde frequentie. Voornamelijk gedurende de eerste 3 maanden kan verlengd bloedverlies optreden, en amenorroe voornamelijk na 3 maanden.
Bij adolescenten (12–18 j.) is na 12 maanden gebruik een afname van de botmineraaldichtheid in de lumbale wervelkolom aangetoond. Bij herhaalde meting 6 maanden na staken van de behandeling werd een trend naar herstel gezien.
Interacties
Enzyminducerende stoffen kunnen de spiegel van dydrogesteron verlagen, zoals fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine, primidon, rifampicine en sint-janskruid.
Veel combinaties van HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers, incl. combinaties met HCV-remmers kunnen de spiegels van progestagenen verlagen of verhogen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
Interacties
Dienogest wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4.
Tijdens en tot 4 weken na gebruik van leverenzyminducerende middelen zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, primidon, rifampicine, sint-janskruid en mogelijk ook felbamaat, griseofulvine, oxcarbazepine en topiramaat, kan de werking van dienogest afnemen.
Veel combinaties van HIV-proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptase remmers, incl. combinaties met HCV-remmers, kunnen de plasmaspiegel van progestagenen verhogen of verlagen; raadpleeg de voorschrijfinformatie van deze middelen.
De klinische relevantie van mogelijke interacties met enzymremmers is onbekend. Bij gelijktijdig gebruik met de sterke CYP3A4-remmer ketoconazol of met de matige CYP3A4-remmer erytromycine neemt de blootstelling aan dienogest toe.
Het gebruik kan de uitslag van bepaalde laboratoriumtesten (o.a. lever-, schildklier-, bijnier- en nierfunctie, lipiden, koolhydraatmetabolisme, bloedstolling) beïnvloeden; over het algemeen blijven de waarden binnen het normaalbereik.
Zwangerschap
Teratogenese: Op basis van ruime ervaring bij de mens zijn er geen aanwijzingen voor schadelijke effecten.
Advies: Kan worden gebruikt ter ondersteuning van de luteale fase, zoals bij ivf of bij herhaalde miskramen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden, omdat de behandeling van endometriose tijdens de zwangerschap niet noodzakelijk is.
Vruchtbaarheid: Dienogest remt bij de meerderheid van de patiënten de ovulatie, maar is geen anticonceptiemiddel. Als anticonceptie gewenst is, dan een niet-hormonale methode gebruiken. De menstruele cyclus normaliseert zich binnen 2 maanden na staken van de behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- ernstige leveraandoening (in de anamnese), zolang de leverfunctie niet is genormaliseerd;
- aanwezigheid of vermoeden van geslachtshormoonafhankelijke maligniteit;
- onverklaard vaginaal bloedverlies;
- acute porfyrie.
Bij ondersteuning van de luteale fase bij kunstmatige voortplantingstechnieken: het gebruik staken in geval van een abortus of miskraam.
Contra-indicaties
- actieve veneuze trombo-embolische aandoening;
- actuele of doorgemaakte arteriële of cardiovasculaire aandoening (bv. myocardinfarct, CVA, ischemische hartziekte);
- diabetes mellitus met vaatproblemen;
- actuele of doorgemaakte ernstige leverziekte voor zover de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
- actuele of doorgemaakte levertumor (goed- of kwaadaardig);
- (vermoeden van) geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoening;
- onverklaard vaginaal bloedverlies.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de toediening bij optreden van veneuze trombo-embolie, sterke bloeddrukstijging of bij hevige hoofdpijn, migraine of symptomen die op een cerebrale ischemie kunnen duiden.
Als doorbraakbloedingen of 'spotting' optreden na geruime tijd van therapie of aanhouden na het stoppen van de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.
De volgende zelden voorkomende aandoeningen kunnen ontstaan of verergeren tijdens gebruik van geslachtshormonen: cholestatische icterus, herpes gestationis, ernstige jeuk, otosclerose en porfyrie.
Patiënten met depressie in de anamnese zorgvuldig observeren; staak de behandeling indien de depressie in ernstige mate terugkeert.
Bij adolescenten van 12 tot 18 jaar is de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.
Bij gecombineerde oestrogeen/progestageentherapie bij postmenopauzale vrouwen ook de waarschuwingen en voorzorgen in acht nemen die gelden voor oestrogeentherapie. Zie bv. estradiol (oraal) of estradiol (transdermaal).
Waarschuwingen en voorzorgen
Ernstige uteriene bloedingen: Uteriene bloedingen, bv. bij vrouwen met adenomyosis uteri of uteriene leiomyomata, kunnen tijdens het gebruik verergeren. In geval van anemie (door hevig en continu bloedverlies) overwegen de behandeling te staken.
Circulatoire aandoeningen: Bij gebruik van preparaten met alleen een progestageen kan bij vrouwen met hypertensie het risico op een CVA enigszins zijn verhoogd. Sommige onderzoeken wijzen op een lichte toename van het risico op veneuze trombo-embolie bij gebruik van preparaten met alleen een progestageen, hoewel dit niet statistisch significant is. In geval van langdurige immobilisatie de behandeling onderbreken (bij een electieve ingreep minstens 4 weken van te voren) en niet eerder dan 2 weken na volledige mobilisatie hervatten.
Levertumoren: Bij gebruiksters van hormonale stoffen zoals een progestageen zijn in zeldzame gevallen levertumoren gemeld. Bij hevige pijn in de bovenbuik, leververgroting of symptomen van een abdominale bloeding de mogelijkheid van een levertumor in de diagnosestelling betrekken.
Staak het gebruik bij de eerste symptomen van trombo-embolie, aanhoudende hypertensie, cholestatische geelzucht en/of pruritis.
Osteoporose: Bij adolescenten (12–18 j.) is na 12 maanden gebruik een afname van de botmineraaldichtheid aangetoond (zie rubriek Bijwerkingen). Bij een verhoogd risico op osteoporose een zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen van de behandeling maken, omdat tijdens het gebruik de endogene oestrogeenspiegel enigszins daalt. Voor alle vrouwen is voldoende inname van calcium en vitamine D van belang.
Andere aandoeningen:
- Bij depressie in de voorgeschiedenis zorgvuldig controleren op symptomen hiervan en staak de behandeling indien de depressie in ernstige mate terugkeert.
- Bij diabetes, met name bij zwangerschapsdiabetes in de anamnese, zorgvuldig controleren, omdat dienogest een gering effect kan hebben op de perifere insulineresistentie en de glucosetolerantie.
- Bij predispositie voor melasma blootstelling aan zonlicht of UV-straling vermijden.
- Bij vrouwen met een extra-uteriene zwangerschap of een aandoening van de eileiders in de voorgeschiedenis, een zorgvuldige afweging van de risico's en voordelen van de behandeling maken, omdat er meer kans is op een ectopische zwangerschap.
Ovariumcysten: Tijdens het gebruik kunnen zich persisterende ovariële follikels (functionele ovariumcysten) voordoen. De meeste van deze follikels zijn asymptomatisch, hoewel dit soms bekkenpijn geeft.
Eigenschappen
Synthetisch progestageen zonder oestrogene, androgene, anabole of corticoïde activiteit. Brengt een endometrium, dat onder invloed van oestrogeen tot ontwikkeling is gebracht, in de secretiefase. Voorkomt het extra risico op endometriumhyperplasie en endometriumcarcinoom dat wordt veroorzaakt door oestrogeensuppletie in de postmenopauze. Onderdrukt de ovulatie niet.
Kinetische gegevens
T max | ¾ uur (dydrogesteron), 1¾ uur (DHD). |
F | ca. 28%. |
Eiwitbinding | > 90%. |
Metabolisering | de belangrijkste actieve metaboliet is 20α-dihydrodydrogesteron (DHD), voornamelijk gegenereerd door aldo-keto reductase 1C. DHD en in mindere mate dydrogesteron worden voornamelijk omgezet door CYP3A4. |
Eliminatie | ca. 63% met de urine. |
T 1/2el | ca. 15 uur (dydrogesteron en DHD). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Progestageen met anti-androgene activiteit (ca. ⅓ van cyproteronacetaat). Heeft geen mineralocorticoïde of glucocorticoïde activiteit. De werking bij endometriose berust op het reduceren van de endogene oestradiolproductie, waardoor de trofische effecten van oestradiol op (ectopisch) endometrium worden onderdrukt. Continue toediening leidt initieel tot decidualisatie van het endometriale weefsel (het in de secretiefase komen), gevolgd door atrofie van endometrioselaesies.
Kinetische gegevens
F | ca. 91%. |
T max | ca. 1,5 uur. |
V d | ca. 0,57 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 90% (aan albumine). |
Metabolisering | uitgebreid, voornamelijk via CYP3A4, tot grotendeels inactieve metabolieten. |
Eliminatie | via de urine en feces in een verhouding van ca. 3:1 als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 9–10 uur. |
Overig | Na 4 dagen behandeling worden steady-state condities bereikt. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
dydrogesteron hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dienogest (G03DB08) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Groepsinformatie
dienogest hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.
- dydrogesteron (G03DB01) Vergelijk
- lynestrenol (G03DC03) Vergelijk
- medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) (L02AB02) Vergelijk
- medroxyprogesteron (oraal) (G03DA02) Vergelijk
- megestrol (L02AB01) Vergelijk
- norethisteron (G03DC02) Vergelijk
- progesteron (oraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (parenteraal) (G03DA04) Vergelijk
- progesteron (vaginaal) (G03DA04) Vergelijk
- tibolon (G03CX01) Vergelijk
- ulipristal (bij uterusmyomen) (G03XB02) Vergelijk
Kosten
Kosten
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- Vaginaal bloedverlies
- climacterische klachten
- dysmenorroe
- endometriose
- ondersteuning bij kunstmatige voortplantingstechnieken