Samenstelling
Regitine (mesilaat) ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Bevat tevens natriummetabisulfiet.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cardura (als mesilaat) Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte 'XL'
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg
Doxazosine (als mesilaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Gezien het indicatiegebied de toepassing van fentolamine tot de kliniek beperken.
Advies
Hypertensie: Diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), ‘angiotensine converting enzyme’(ACE)-remmers en angiotensine receptor-blokkers (ARB’s) verlagen de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; tevens beperkt dit de dosisafhankelijke bijwerkingen. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Van doxazosine zijn gegevens op harde eindpunten niet beschikbaar, daarom komt dit middel alleen in aanmerking als de voorkeursmiddelen onvoldoende effect sorteren bij een patiënt.
Het effect van medicamenteuze behandeling bij mictieklachten bij mannen (LUTS, BPH) is beperkt. Indien tot een proefbehandeling wordt besloten, gaat bij matig ernstige klachten in de eerstelijnszorg de voorkeur uit naar een α1-blokker met gereguleerde afgifte. In de tweedelijnszorg kan, bij een groter prostaatvolume (EUA: > 40 ml), aan de α1-blokker een 5-α-reductaseremmer worden toegevoegd. De keuze tussen de α1-blokkers met gereguleerde afgifte (alfuzosine, doxazosine en tamsulosine) wordt gemaakt op basis van prijs.
Indicaties
-
Opheffen van paroxismale hypertensie bij feochromocytoom vóór en tijdens de operatieve behandeling.
-
Diagnostische Regitine-test ter vaststelling van feochromocytoom, indien andere specifiekere testen niet kunnen worden toegepast of onvoldoende uitsluitsel hebben gegeven.
-
Preventie van dermale necrose en ontstaan van korsten na extravasatie van noradrenaline.
Indicaties
- Essentiële hypertensie als monotherapie of in combinatie met een thiazide-diureticum, β-blokker, calciumantagonist of een ACE-remmer;
- Tijdelijke behandeling van functionele symptomen van benigne prostaathyperplasie (BPH) in afwachting van een prostaatoperatie.
Gerelateerde informatie
Dosering
Feochromocytoom:
Volwassenen:
Ter opheffing van hypertensieve crises bij een operatie of inductie van anesthesie, intubatie of operatieve verwijdering van een tumor: 2-5 mg i.v., zo nodig herhalen onder controle van bloeddruk.
Kinderen > 8 jaar:
Ten minste 1 mg i.v. per keer; dosering aanpassen op basis van het klinisch beeld.
Diagnostische toepassing:
Volwassenen:
I.v. of i.m.: 5 mg. Geen sedativa, analgetica of andere geneesmiddelen geven gedurende 24 uur en bij voorkeur 24-72 uur voor de test, met uitzondering van essentiële geneesmiddelen zoals insuline of digoxine. Na de test geen antihypertensiva geven tot de bloeddruk gedaald is tot de onbehandelde verhoogde bloeddrukwaarde.
Kinderen:
I.v. 1 mg of i.m. 3 mg. Geen sedativa, analgetica of andere geneesmiddelen geven gedurende 24 uur en bij voorkeur 24-72 uur voor de test, met uitzondering van essentiële geneesmiddelen zoals insuline of digoxine. Na de test geen antihypertensiva geven tot de bloeddruk gedaald is tot de onbehandelde verhoogde bloeddrukwaarde.
Preventie na extravasatie van noradrenaline :
S.c. 5-10 mg (in 10 ml fysiologisch zout) binnen 12 uur in het gebied waar extravasatie is opgetreden.
Dosering
Hypertensie:
Volwassenen:
4 mg 1×/dag, indien nodig verhogen tot max. 8 mg 1×/dag.
Benigne prostaathyperplasie:
Volwassenen:
4 mg 1×/dag, indien nodig verhogen tot max. 8 mg 1×/dag.
Ouderen (> 65 j.): er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Nierinsufficiëntie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Leverinsufficiëntie: gebruik wordt niet aanbevolen bij ernstig verminderde leverfunctie vanwege onvoldoende gegevens in combinatie met het feit dat doxazosine in hoge mate door de lever wordt gemetaboliseerd.
Toedieningsinformatie: de tablet heel (zonder breken, fijnmalen of kauwen) doorslikken met een glas water.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): orthostatische hypotensie, tachycardie.
Vaak (1 - 10%): acute of verlengde hypotensieve perioden, met als mogelijke gevolg een myocardinfarct, cerebrovasculaire spasme of afsluiting. Overmatig blozen. Duizeligheid. Asthenie. Congestie van het neusslijmvlies. Misselijkheid, braken, diarree.
Soms (0,1 - 1%): angina pectoris, cardiale aritmieën, pijn op de borst.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): palpitaties, tachycardie. (Orthostatische) hypotensie. Bronchitis, hoesten, dyspneu, rinitis. Duizeligheid (incl. vertigo), hoofdpijn, slaperigheid. Dyspepsie, pijn in de onderbuik, droge mond, misselijkheid. Jeuk. Rugpijn, spierpijn. Urineweginfectie (incl. blaasontsteking), urine–incontinentie. Asthenie. Pijn op de borst. (Perifeer) oedeem. Griepachtige verschijnselen.
Soms (0,1-1%): CVA, angina pectoris, myocardinfarct. Allergische reacties. Angst, depressie, slapeloosheid. Hypo–esthesie, syncope, tremor. Tinnitus. Neusbloeding. Obstipatie, diarree, flatulentie, braken, gastro–enteritis. Anorexie, meer eetlust, jicht. Huiduitslag. Artralgie. Dysurie, hematurie. Impotentie. Gezichtsoedeem. Gewichtstoename. Abnormale leverwaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): bradycardie, hartritmestoornissen. Blozen. Bronchospasme. Cholestase, hepatitis, geelzucht. Agitatie, zenuwachtigheid. Houdingsafhankelijke duizeligheid, paresthesie. Wazig zien. Alopecia, purpura, urticaria. Spierkrampen, spierzwakte. Mictiestoornissen, nycturie, toename diurese incl. polyurie. Gynaecomastie, priapisme. Vermoeidheid, malaise. Leukopenie, trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: Intra–operatief 'floppy iris'-syndroom (IFIS), retrograde ejaculatie, gastro-intestinale obstructie.
Interacties
Antipsychotica en antihypertensiva kunnen het hypotensief effect versterken.
Combinatie met niet-selectieve β–sympathicomimetica zoals adrenaline of isoprenaline kan het hypotensief effect versterken doordat adrenaline/isoprenaline alleen effect heeft op de β-receptoren als de α-receptoren geblokkeerd zijn door fentolamine.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van andere antihypertensiva kan eventuele bloeddrukverlaging versterken. Dit kan met name optreden bij comedicatie met vaatverwijders en nitraten. Combinatie met PDE-5-remmers zoals sildenafil, tadalafil, vardenafil kan leiden tot hypotensie; een PDE-5–remmer pas gebruiken als therapie met de α-blokker stabiel ingesteld is.
Wees voorzichtig met de combinatie met sterke CYP3A4-remmers zoals claritromycine, itraconazol, posaconazol, voriconazol, ritonavir, saquinavir, en grapefruit-/pompelmoessap; de blootstelling aan doxazosine kan toenemen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, zeer beperkte hoeveelheid gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Embryotoxisch bij muizen bij hoge orale doses.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. In dierproeven geen teratogene effecten, echter wel verminderde foetale overleving bij extreem hoge doses.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken; niet gebruiken in het 1e trimester.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (accumulatie bij dieren). Relatief weinig gegevens bij de mens laten een geringe overgang in de moedermelk zien met een relatieve dosis bij de zuigeling < 1%.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
-
hypotensie;
-
myocardinfarct (in de voorgeschiedenis), hartfalen, angina pectoris of een andere uiting van een coronaire vaataandoening.
Contra-indicaties
- (orthostatische) hypotensie (in de voorgeschiedenis);
- BPH-patiënten met een obstructie van de bovenste urinewegen, een chronische urineweginfectie of blaasstenen;
- gastro-intestinale obstructie of -vernauwing, oesofageale obstructie;
- als monotherapie bij een overactieve blaas, anurie of progressieve nierinsufficiëntie;
- overgevoeligheid voor quinazolinederivaten (terazosine).
Waarschuwingen en voorzorgen
Tijdens de behandeling de bloeddruk regelmatig controleren.
Met name bij bronchiaal astma kan het aanwezige sulfiet leiden tot overgevoeligheidsreacties zoals acute astma-aanval, shock of bewustzijnsvermindering.
Wees terughoudend bij gastritis en peptische ulcera vanwege de stimulerende werking op het maag-darmkanaal (incl. secretie van maagsap) en bij nierfunctiestoornissen, omdat geen kinetische studies zijn uitgevoerd bij deze groep.
De toepassing bij de diagnostiek van feochromocytoom is gevaarlijk en onbetrouwbaar en vrijwel geheel verdrongen door kwantitatieve bepaling van catecholaminen en door beeldvormende technieken. Een sterke bloeddrukdaling is een aanwijzing voor feochromocytoom. Het resultaat is kan vals-negatief zijn, vooral bij patiënten met paroxysmale hypertensie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bloeddruk: in het begin van de behandeling is er een meer kans op orthostatische klachten; hierdoor kan o.a. de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te besturen nadelig worden beïnvloed. In het begin van de behandeling regelmatig de bloeddruk controleren. Bij coronairlijden kan te snelle of te uitgesproken bloeddrukdaling de angineuze klachten verergeren.
Bij de volgende acute hartproblemen is eveneens voorzichtigheid geboden: pulmonaal oedeem door stenose van aorta- of mitralisklep, hartfalen met een hoog hartminuutvolume, linkszijdig hartfalen met lage vullingsdruk, rechtszijdig hartfalen door pulmonale embolie of pericardiale effusie.
Vanwege de kans op het intraoperatief 'floppy iris'-syndroom (IFIS) vóór een staaroperatie de oogarts op de hoogte brengen van het gebruik van α–blokkers (nu of in het verleden).
Verlengde erectie/priapisme: bij optreden van een erectie die langer dan 4 uur aanhoudt, onmiddellijk behandelen vanwege meldingen van priapisme (mogelijkheid tot beschadiging van penisweefsel en permanent potentieverlies).
Onderzoeksgegevens: wees voorzichtig bij verminderde leverfunctie, niet gebruiken bij ernstige leverinsufficiëntie vanwege onvoldoende klinische ervaring. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
In de ontlasting kan een lege tablethuls worden teruggevonden.
Overdosering
Symptomen
te sterke daling van de bloeddruk, reflextachycardie, aritmieën en mogelijk shock.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met fentolamine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
hypotensie.
Neem voor informatie over een vergiftiging met doxazosine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Niet-selectieve α-receptorblokkerende stof met vaatverwijdende werking en afname van de systemische vaatweerstand en de bloeddruk. De vasoconstrictieve reactie op (nor)adrenaline wordt tegengegaan. De presynaptische α-adrenerge blokkade zou samen met baroreceptor-activatie kunnen bijdragen aan het positief-inotrope en chronotrope effect van fentolamine. Werking: snel en relatief kortdurend.
Kinetische gegevens
T max | 30 min (bij i.v.-infusie van 10 mg/45 min). |
Metabolisering | in sterke mate, ca. 17% van de dosis wordt omgezet in carboxyfenylfentolamine. |
Eliminatie | 13% onveranderd en 57% als metabolieten met de urine, 3% met de feces. |
T 1/2el | 19 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve postsynaptische α1-blokker behorend tot de quinazolinederivaten. Het verlaagt de perifere weerstand door verwijding van arteriolen en in mindere mate van venulen. Bij benigne prostaathyperplasie kan door α-blokkade de tonus van het spierweefsel van de prostaat en urinewegen worden beïnvloed, waardoor de urinestroom verbetert. Antihypertensieve werking: max. na 2–6 uur. Antihypertensieve werkingsduur: 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
T max | 8–9 uur. |
V d | 2,3 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | uitgebreid tot inactieve metabolieten, vooral door CYP3A4 en in mindere mate door CYP2D6 en CYP2C9. |
Eliminatie | bifasisch, vnl. met de feces (63–65%) als metabolieten (< 5% onveranderd). Dialyse is niet effectief. |
T 1/2el | 16–30 uur, bij leverfunctiestoornissen ca. 23 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
fentolamine hoort bij de groep alfablokkers.
Groepsinformatie
doxazosine hoort bij de groep alfablokkers.