Samenstelling
Toplexil XGVS Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Stroop
- Sterkte
- 0,33 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 150 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cinnarizine XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Het gebruik van oxomemazine bij hoesten wordt niet aangeraden, vanwege onvoldoende effectiviteit en de sedatieve werking. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling van Acuut hoesten zie de indicatietekst Acuut hoesten. Oxomemazine mag niet aan kinderen jonger dan twee jaar worden gegeven vanwege een mogelijk verband met het 'sudden infant death syndrome' (wiegendood) of aan ouderen vanwege de anticholinerge bijwerkingen.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Van geen enkel medicament is de werkzaamheid aangetoond bij de behandeling van (draai)duizeligheid (vertigo). Gebruik van medicatie, specifiek gericht op de duizeligheid, wordt daarom niet aanbevolen.
Voor de preventie of behandeling van reisziekte hebben niet-medicamenteuze adviezen de voorkeur boven medicamenteuze behandeling. Als niet-medicamenteuze adviezen onvoldoende helpen kan bij relatief ernstige, aanhoudende klachten een licht-sederend antihistaminicum (zoals cyclizine, cinnarizine of meclozine) overwogen worden. Bewijs voor de effectiviteit bij reisziekte is echter zeer beperkt, om deze reden wordt gebruik bij kinderen ontraden. Transdermale scopolamine kan worden overwogen bij volwassenen, indien langdurige preventie van reisziekte (zoals tijdens een lange zeereis) gewenst is.
Indicaties
- Hoest.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Volwassenen:
- Vertigo van vestibulaire oorsprong.
- Allergische aandoeningen.
Volwassenen en kinderen vanaf 5 jaar:
- Profylaxe en behandeling van reisziekte.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hoest
Volwassenen
15–30 ml per dag in 2–3 doses.
Kinderen 4–10 jaar
15–25 ml per dag in 2–3 doses.
Kinderen 2–4 jaar
10–20 ml per dag in 2–3 doses;
Doseringen
Vertigo en allergische aandoeningen:
Volwassenen:
25–50 mg 2–3×/dag.
Reisziekte:
Volwassenen:
25–50 mg 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 25 mg elke 6–8 uur.
Kinderen 12–18 jaar:
25 mg 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 25 mg elke 6–8 uur.
Kinderen 5–12 jaar:
12,5 mg (een halve tablet) 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 12,5 mg elke 6–8 uur.
De tabletten met een ruime hoeveelheid water innemen, bij voorkeur tijdens de maaltijden.
Bijwerkingen
Algemeen en toedieningsplaats
Drukkend gevoel op de borst | - |
---|---|
Oedeem | ? |
Verwardheid | ? |
Bloed en lymfestelsel
Agranulocytose | Zeer zelden |
---|---|
Eosinofilie | ? |
Hemolytische anemie | Zeer zelden |
Leukopenie | Zeer zelden |
Trombocytopenie | ? |
Trombocytopenische purpura | ? |
Bloedvaten
Hypotensie | ? |
---|
Hart
Hartkloppingen | ? |
---|---|
Tachycardie | ? |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | Zelden |
---|---|
Eczeem | ? |
Erytheem | ? |
Fotosensitiviteitsreactie | ? |
Pruritus | ? |
Purpura | ? |
Urticaria | ? |
Immuunsysteem
Anafylactische shock | Zelden |
---|
Lever en galwegen
Geelzucht | ? |
---|
Maagdarmstelsel
Diarree | ? |
---|---|
Droge mond | ? |
Maag-darmfunctiestoornis | ? |
Obstipatie | ? |
Nieren en urinewegen
Urineretentie | ? |
---|
Oog
Accommodatieafwijking | ? |
---|---|
Accommodatiestoornis | - |
Mydriase | ? |
Psyche
Hallucinatie | ? |
---|---|
Insomnia | ? |
Prikkelbaarheid | ? |
Zenuwachtigheid | ? |
Skeletspieren en bindweefsel
Spierzwakte | ? |
---|
Stofwisseling en voeding
Verminderde eetlust | ? |
---|
Zenuwstelsel
Convulsie | - |
---|---|
Convulsies | ? |
Coördinatie afwijkend | Vaak |
Duizeligheid | Vaak |
Extrapiramidale symptomen | - |
Parkinsonisme | - |
Restless legs-syndroom | ? |
Sedatie | Vaak |
Somnolentie | Vaak |
Tardieve dyskinesie | ? |
Tremor | ? |
- Langdurig gebruik kan, vooral in hoge doses en bij ouderen, leiden tot extrapiramidale stoornissen, zoals tardieve dyskinesie.
- Paradoxale stimulering van het centraal zenuwstelsel kan ook voorkomen, zoals nervositeit, verwardheid, hallucinaties, prikkelbaarheid, slapeloosheid, tremoren, tachycardie en verhoogde neiging tot convulsies, vooral bij kinderen en ouderen.
Bijwerkingen
Algemeen en toedieningsplaats
Drukkend gevoel op de borst | Zelden |
---|---|
Oedeem | - |
Verwardheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Agranulocytose | - |
---|---|
Eosinofilie | - |
Hemolytische anemie | - |
Leukopenie | - |
Trombocytopenie | - |
Trombocytopenische purpura | - |
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|
Hart
Hartkloppingen | - |
---|---|
Tachycardie | Zelden |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | - |
---|---|
Eczeem | - |
Erytheem | - |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Pruritus | - |
Purpura | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Anafylactische shock | - |
---|
Lever en galwegen
Geelzucht | - |
---|
Maagdarmstelsel
Diarree | - |
---|---|
Droge mond | Vaak |
Maag-darmfunctiestoornis | Soms |
Obstipatie | - |
Nieren en urinewegen
Urineretentie | Soms |
---|
Oog
Accommodatieafwijking | - |
---|---|
Accommodatiestoornis | Soms |
Mydriase | - |
Psyche
Hallucinatie | - |
---|---|
Insomnia | Zelden |
Prikkelbaarheid | Zelden |
Zenuwachtigheid | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Spierzwakte | - |
---|
Stofwisseling en voeding
Verminderde eetlust | - |
---|
Zenuwstelsel
Convulsie | Zelden |
---|---|
Convulsies | - |
Coördinatie afwijkend | Vaak |
Duizeligheid | Vaak |
Extrapiramidale symptomen | Zelden |
Parkinsonisme | Zelden |
Restless legs-syndroom | - |
Sedatie | Vaak |
Somnolentie | Vaak |
Tardieve dyskinesie | - |
Tremor | Zelden |
Interacties
Combinatie met stoffen met een anticholinerge werking zoals tricyclische antidepressiva, sommige antiparkinsonmiddelen of sommige antipsychotica geeft een versterkt anticholinerg effect.
Het bloeddrukverlagende effect van perifere α-blokkerende sympathicolytica zoals labetalol en van centraal werkende antihypertensiva zoals methyldopa kan worden versterkt.
Alcohol en andere centraal dempende stoffen kunnen de centrale werking van antihistaminica versterken.
Antihistaminica kunnen de resultaten van allergietesten beïnvloeden en kunnen interfereren met immunotherapie bij allergie.
Interacties
Alcohol, andere centraal dempende stoffen en tricyclische antidepressiva kunnen de centrale werking van antihistaminica versterken en vice versa. MAO-remmers kunnen de parasympathicolytische werking van antihistaminica versterken. Antihistaminica kunnen symptomen van ototoxiciteit door bijvoorbeeld cisplatine, salicylaten en vancomycine maskeren.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens.
Zwangerschap
Cinnarizine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tot vlak voor de partus kan sedatie (ademhalingsdepressie) van de neonaat optreden.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Houd bij gebruik tot vlak voor de partus, rekening met mogelijke sufheid en ademhalingsdepressie bij de neonaat.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (fenothiazinen). Gebruik door jonge kinderen zelf is gecontra-indiceerd vanwege het risico van sedatie, ademhalingsdepressie en de associatie met 'Sudden Infant Death Syndrome' (SIDS ofwel wiegendood); er is geen ervaring met het gebruik tijdens de borstvoeding.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Kan mogelijk sedatie en irritatie veroorzaken bij de zuigeling en de lactatie remmen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- acute astma-aanval;
- kinderen jonger dan 2 jaar;
- overgevoeligheid voor fenothiazinen.
Contra-indicaties
- ziekte van Parkinson en extrapiramidale verschijnselen in de anamnese;
- overgevoeligheid voor antihistaminica;
- gebruik bij prematuren en neonaten.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken bij kinderen jonger dan 2 jaar vanwege de kans op sedering en ademhalingsdepressie; er is een samenhang met het 'Sudden Infant Death Syndrome'. Wees voorzichtig bij kinderen met slaapapneu in de anamnese, bij het vóórkomen van 'Sudden Infant Death Syndrome' in het gezin, wanneer kinderen minder makkelijk dan normaal spontaan wakker worden en bij erg zieke of gedehydrateerde kinderen. Wees voorzichtig bij kinderen jonger dan 6 jaar vanwege meer kans op neuropsychiatrische bijwerkingen.
Wees ook voorzichtig bij epilepsie (focale cerebrale corticale laesies), cardiovasculaire aandoeningen en hypertensie, hepatische aandoeningen, urineretentie en prostaathypertrofie.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogboldruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Blootstelling aan direct zonlicht vermijden wegens kans op fotosensibilisatie.
Hulpstoffen: saccharose in de drank kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen. Wees voorzichtig bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij prostaathyperplasie, pylorusstenose, urineretentie, epilepsie (focale cerebrale corticale laesies), cardiovasculaire aandoeningen en hypertensie. Dit middel kan door pupilverwijding de oogboldruk verhogen. Vooral bij ouderen, vrouwen en na het innemen van doses boven 150 mg per dag is incidenteel verergering of optreden van extrapiramidale symptomen gedurende langdurige therapie gemeld. De dosering dient dan te worden verlaagd; bij aanhouden van de bijwerking de behandeling staken. (Kleine) kinderen zijn extra gevoelig voor cinnarizine (m.n. door penetratie in het centrale zenuwstelsel): niet gebruiken bij jonge kinderen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
depressie van het centrale zenuwstelsel (lethargie, dysartrie, ataxie, stupor, bewustzijnsdaling tot coma), convulsies, mydriase, cardiovasculaire symptomen (hypotensie, ventriculaire tachycardie, aritmie), respiratoire depressie en hypothermie.
Neem voor (meer) informatie over een vergiftiging met oxomemazine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
kinderen en ouderen: hyperthermie, tremoren, coördinatiestoornissen en athetose, convulsies, hallucinaties. Na een excitatiefase kan een diep coma optreden. Volwassenen: aanvankelijk sufheid en coma, meestal gevolgd door een excitatieperiode die opnieuw in coma overgaat en eindigt in ademhalingsdepressie/- stilstand en cardiovasculaire collaps.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie cinnarizine op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Fenothiazinederivaat. Antihistaminicum met sederende en zwak anticholinerge en α1-adrenerge eigenschappen. Heeft tevens antiserotonerge en anti-emetische eigenschappen.
Eigenschappen
Antihistaminicum met zwak sederende, zwak anticholinerge en sterke anti-emetische werking. Verhindert de meeste effecten van histamine op het gladde spierweefsel van het maag-darmkanaal, de uterus, de grote bloedvaten en de bronchiën. Werking: na 30 min. Werkingsduur: 4–6 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam en zeer variabel. |
T max | 1–4 uur. |
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | 20% met de urine, deels als onveranderde stof en deels als metaboliet, en 40% met de feces. |
T 1/2el | 3–4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
oxomemazine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
cinnarizine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk