Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

ravulizumab

immunosuppressiva, selectieve L04AA43

Sluiten

belatacept

immunosuppressiva, selectieve L04AA28

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Ultomiris XGVS Aanvullende monitoring Alexion Pharma Netherlands bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 3 ml, 11 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Nulojix XGVS Bristol-Myers Squibb

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
250 mg

Bevat na reconstitutie per ml: belatacept 25 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) vermindert eculizumab de intravasculaire hemolyse en de transfusiebehoefte bij transfusie-afhankelijke patiënten. Er zijn aanwijzingen dat eculizumab daarnaast een positief effect heeft op overleving, de nierfunctie en het risico op trombo-embolische episoden bij (erytrocyten-) transfusie-afhankelijke patiënten met PNH. Behandeling met ravulizumab is niet inferieur aan eculizumab met betrekking tot transfusie onafhankelijkheid en mate van hemolyse, bij zowel complementremmer-naïeve patiënten als patiënten die klinisch stabiel zijn op behandeling met eculizumab. Er zijn beperkt gegevens beschikbaar over de baten/risico-balans van gebruik bij kinderen en tijdens de zwangerschap.

Bij atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS) kent eculizumab een therapeutische meerwaarde ten opzichte van de standaardbehandeling bij patiënten waarbij plasmatherapie niet (voldoende) effectief is gebleken (plasmaresistente aHUS-patiënten). Voor ravulizumab kan geen therapeutische gelijke waarde met eculizumab worden geconcludeerd bij de behandeling van complementremmer-naïeve patiënten en patiënten die bewijs van respons hebben na behandeling met eculizumab. Vanwege beperkingen in de studieopzet (niet-vergelijkend en een zeer beperkt aantal patiënten) bestaat er grote onzekerheid over de grootte van het effect.

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling van gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG).

  • ZIN-rapport 2021 ravulizumab Ultomiris® bij atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS)
  • ZIN-rapport 2021 ravulizumab Ultomiris® bij volwassen patienten met paroxismale nachtelijke hemoglobinurie

Advies

Voor belatacept is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

  • Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) bij volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht van ≥ 10 kg:
    • patiënten met hemolyse met klinische symptomen die wijzen op een hoge ziekteactiviteit;
    • patiënten die klinisch stabiel zijn nadat ze ten minste de afgelopen 6 maanden behandeld zijn met eculizumab.
  • Atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS) bij patiënten met een lichaamsgewicht van ≥ 10 kg die complementremmer-naïef zijn of eculizumab hebben ontvangen gedurende ten minste 3 maanden en bewijs hebben van respons op eculizumab.
  • Gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG) bij volwassenen die positief zijn voor het anti-acetylcholinereceptor (AChR)-antilichaam, als aanvullende standaardtherapie.

Indicaties

  • Profylaxe van transplantaatafstoting bij volwassenen bij een niertransplantatie, in combinatie met corticosteroïden en een mycofenolzuur.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

PNH, aHUS

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 40 kg

Via intraveneuze infusie: lichaamsgewicht ≥ 100 kg: oplaaddosis 3000 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 3600 mg 1×/8 weken; lichaamsgewicht ≥ 60 kg tot < 100 kg: oplaaddosis 2700 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 3300 mg 1×/8 weken; lichaamsgewicht ≥ 40 kg tot < 60 kg: oplaaddosis 2400 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 3000 mg 1×/8 weken.

Het toedieningsschema mag af en toe met ± 7 dagen afwijken van de geplande infusiedag (met uitzondering van de eerste onderhoudsdosis; de volgende dosis weer volgens het oorspronkelijke schema toedienen).

Bij overschakelen van eculizumab naar ravulizumab: oplaaddosis ravulizumab 2 weken ná laatste infusie eculizumab toedienen; onderhoudsdoses vervolgens eenmaal per 8 weken toedienen, te beginnen 2 weken na toediening van de oplaaddosis.

Na plasmawisseling (PE) of plasmaferese (PP): geef een aanvullende dosis binnen 4 uur na elke interventie met PE of PP: bij lichaamsgewicht ≥ 100 kg: 1500 mg na recentste dosis van 3000 mg of 1800 mg na recentste dosis van 3600 mg; bij lichaamsgewicht ≥ 60 kg tot < 100 kg: 1500 mg na recentste dosis van 2700 mg of 1800 mg na recentste dosis van 3300 mg; bij lichaamsgewicht ≥ 40 kg tot < 60 kg: 1200 mg na recentste dosis van 2400 mg of 1500 mg na recentste dosis van 3000 mg.

Na een IVIg cyclus: geef aanvullende dosis van 600 mg binnen 4 uur na voltooiing IVIg-cyclus.

Kinderen ≥ 10 kg tot < 40 kg

Via intraveneuze infusie: lichaamsgewicht ≥ 30 kg tot < 40 kg: oplaaddosis 1200 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 2700 mg 1×/8 weken; lichaamsgewicht ≥ 20 kg tot < 30 kg: oplaaddosis 900 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 2100 mg 1×/8 weken; lichaamsgewicht ≥ 10 kg tot < 20 kg: oplaaddosis 600 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 600 mg 1×/4 weken.

Bij overschakelen van eculizumab naar ravulizumab: oplaaddosis ravulizumab 2 weken ná laatste infusie eculizumab toedienen; onderhoudsdoses vervolgens volgens het gewichtsafhankelijk doseerschema, te beginnen 2 weken na toediening van de oplaaddosis.

gMG

Volwassenen (incl. ouderen)

Via intraveneuze infusie: lichaamsgewicht ≥ 100 kg: oplaaddosis 3000 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 3600 mg 1×/8 weken; lichaamsgewicht ≥ 60 kg tot < 100 kg: oplaaddosis 2700 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 3300 mg 1×/8 weken; lichaamsgewicht ≥ 40 kg tot < 60 kg: oplaaddosis 2400 mg, na 2 weken gevolgd door onderhoudsdosering 3000 mg 1×/8 weken.

Het toedieningsschema mag af en toe met ± 7 dagen afwijken van de geplande infusiedag (met uitzondering van de eerste onderhoudsdosis; de volgende dosis weer volgens het oorspronkelijke schema toedienen).

Bij overschakelen van eculizumab naar ravulizumab: oplaaddosis ravulizumab 2 weken ná laatste infusie eculizumab toedienen; onderhoudsdoses vervolgens eenmaal per 8 weken toedienen, te beginnen 2 weken na toediening van de oplaaddosis.

Na plasmawisseling (PE) of plasmaferese (PP): geef een aanvullende dosis binnen 4 uur na elke interventie met PE of PP: bij lichaamsgewicht ≥ 100 kg: 1500 mg na recentste dosis van 3000 mg of 1800 mg na recentste dosis van 3600 mg; bij lichaamsgewicht ≥ 60 kg tot < 100 kg: 1500 mg na recentste dosis van 2700 mg of 1800 mg na recentste dosis van 3300 mg; bij lichaamsgewicht ≥ 40 kg tot < 60 kg: 1200 mg na recentste dosis van 2400 mg of 1500 mg na recentste dosis van 3000 mg.

Na een IVIg cyclus: geef aanvullende dosis van 600 mg binnen 4 uur na voltooiing IVIg-cyclus.

De vermelde dosering voor kinderen < 30 kg met PNH is gebaseerd op de dosering die wordt gebruikt voor pediatrische patiënten met aHUS, op basis van de farmacokinetische/farmacodynamische gegevens die beschikbaar zijn voor aHUS- en PNH-patiënten behandeld met ravulizumab.

Behandelduur: bij PNH in principe levenslang. Bij aHUS ten minste 6 maanden voor manifestaties van trombotische microangiopathie (TMA); vervolgens individueel vaststellen. Bij een verhoogd risico op recidief van TMA kan chronische therapie noodzakelijk zijn. Bij gMG is behandeling alleen onderzocht bij chronische toediening.

Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde leverfunctie: op basis van een populatie-farmacokinetische analyse is een aanpassing van de dosis niet nodig.

Toediening

  • Concentraat van 100 mg/ml (injectieflacons van 3 ml en 11 ml) verdunnen tot een eindconcentratie van 50 mg/ml.
  • Toedienen door een filter van 0,2 microm.
  • Toediening door middel van intraveneuze infusie met behulp van een spuitpomp of een infuuspomp gedurende ten minste 0,17 tot 1,3 uur (10–75 minuten) afhankelijk van het lichaamsgewicht, zie tabellen 4 en 5 in de productinformatie onder Zie ook.
  • Niet toedienen als intraveneuze push- of bolusinjectie.

Doseringen

Het productieproces en het handelsproduct zijn gewijzigd. Hierdoor is een hogere onderhoudsdosering nodig. Deze is nu 6 mg/kg lichaamsgewicht (voor nieuwe gele verpakking) in plaats van 5 mg/kg lichaamsgewicht (voor oude witte verpakking). Het oude en nieuwe product zijn tijdelijk allebei op de markt. Per ongeluk verwisselen van de producten kan leiden tot medicatiefouten met als gevolg over- of onderdosering van belatacept.

Klap alles open Klap alles dicht

Profylaxe van afstoting van niertransplantaat

Volwassenen (incl. ouderen)

Bij start van transplantatie: 10 mg/kg lichaamsgewicht via intraveneuze infusie, op de dag van de transplantatie, voorafgaand aan implantatie, onmiddellijk voorafgaand aan of tijdens de operatie, maar vóór het voltooien van de vasculaire anastomosen van het transplantaat (dag 1); op dag 5, dag 14 en dag 28; aan het einde van week 8 en week 12 na transplantatie. Vanaf het einde van week 16 na transplantatie: 6 mg/kg om de 4 weken (± 3 dagen). Toedienen in combinatie met basiliximab, mycofenolaatmofetil en corticosteroïden.

Bij overstappen van een calcineurineremmer–gebaseerd regime ten minste 6 maanden na transplantatie: 6 mg/kg lichaamsgewicht via intraveneuze infusie elke 2 weken gedurende de eerste 8 weken, daarna 6 mg/kg lichaamsgewicht elke 4 weken. Na start van belatacept calcineurineremmer voortzetten, in afbouwende doses, voor ten minste 4 weken na de infusie van de initiële dosis belatacept. Controleer frequent op acute afstoting, volgens de lokale zorgstandaard, voor ten minste 6 maanden na omzetting op belatacept.

Nierfunctiestoonissen: een dosisaanpassing is niet nodig.

Toediening: verdunde oplossing toedienen met een relatief constante snelheid gedurende 30 minuten.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie, nasofaryngitis. Hoofdpijn. Diarree, misselijkheid. Vermoeidheid.

Vaak (1-10%): duizeligheid. Buikpijn, braken, dyspepsie. Uitslag, jeuk, urticaria. Artralgie, rugpijn, myalgie, spierspasmen. Influenza-achtige ziekte, asthenie, koorts. Infusie-gerelateerde reactie.

Soms (0,1-1%): meningokokkeninfectie/-sepsis. Koude rillingen. Anafylactische reactie, overgevoeligheid.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum

Acuut ademhalingsnoodsyndroom Soms
Bloedneus Vaak
Bronchiëctasie Soms
Bronchopneumopathie Soms
Dysfonie Soms
Dyspneu Zeer vaak
Haemoptysis Soms
Hoesten Zeer vaak
Hypocapnie Vaak
Orofaryngeale blaarvorming Soms
Orofaryngeale pijn Vaak
Orthopnoea Vaak
Pijnlijke ademhaling Soms
Pleurale effusie Soms
Pneumonitis Soms
Pulmonaal oedeem Vaak
Pulmonaire hypertensie Soms
Slaap apneu syndroom Soms

Algemeen en toedieningsplaats

Borstkaspijn Vaak
Brandend gevoel op de toedieningsplaats Soms
Brandend gevoel op toedieningsplaats Soms
Fibrose op toedieningsplaats Soms
Irritatie op de toedieningsplaats Soms
Malaise Vaak
Oedeem perifeer Zeer vaak
Ontsteking op de toedieningsplaats Soms
Pyrexie Zeer vaak
Reactie op infuusplaats Soms
Ulcus op infuusplaats Soms
Vermoeidheid Vaak
Vertraagde wondgenezing Vaak
Zwelling aangezicht Soms

Bloed en lymfestelsel

Agranulocytose Soms
Anemie Zeer vaak
Hemolyse Soms
Hypercoagulatie Soms
Leukocytose Vaak
Leukopenie Zeer vaak
Lymfopenie Vaak
Monocytopenie Soms
Neutropenie Vaak
Polycytemie Vaak
Trombocytopenie Vaak
Zuivere erytrocytaire aplasie Soms

Bloedvaten

Angiopathie Vaak
Arteriële fibrose Vaak
Arteriële stenose Soms
Arteriële trombose Soms
Hematoom Vaak
Hypertensie Zeer vaak
Hypotensie Zeer vaak
Intermitterende claudicatio Soms
Lymfokèle Vaak
Overmatig blozen Soms
Shock Vaak
Tromboflebitis Soms
Veneuze trombose Soms

Congenitaal, familiaal en genetisch

Hydrokèle Vaak
Hypofosfatasemie Soms

Endocrien

Bijnierinsufficiëntie Soms
Cushingoïd Vaak

Hart

Acuut coronairsyndroom Soms
Angina pectoris Vaak
Aortaklepaandoening Soms
Atriale fibrillatie Vaak
Atrioventriculair blok tweedegraads Soms
Bradycardie Vaak
Hartfalen Vaak
Linkerventrikelhypertrofie Vaak
Supraventriculaire aritmie Soms
Tachycardie Vaak

Huid en onderhuid

Acne Vaak
Alopecia Vaak
Diabetische voet Soms
Haargroei abnormaal Soms
Huidexfoliatie Vaak
Hyperhidrose Vaak
Nachtzweten Vaak
Onychoclasis Soms
Peniele ulceratie Soms
Pruritus Vaak
Psoriasis Soms
Rash Vaak
Trichorrhexis Soms

Immuunsysteem

Anafylactische reactie ?
Chronische allograftnefropathie Vaak
Hypogammaglobulinemie Soms
Seizoensgebonden allergie Soms

Infecties

BK virusinfectie Vaak
Blastocystis-infectie Soms
Bovenste-luchtweginfectie Zeer vaak
Bronchitis Zeer vaak
Candida-infectie Vaak
Cellulitis Vaak
Conjunctivitis Soms
Cytomegaloviruscolitis Soms
Cytomegalovirusinfectie Zeer vaak
Encefalitis Soms
Endocarditis Soms
Epididymitis Soms
Gastro-enteritis Vaak
Giardiasis Soms
Griep Vaak
Herpes genitalis Soms
Herpes simplex Vaak
Herpes zoster Vaak
Herseninfectie door schimmels Soms
Lymfangitis Soms
Met polyomavirus geassocieerde nefropathie Soms
Onychomycose Vaak
Orale candidiasis Vaak
Osteomyelitis Soms
Pneumonie Vaak
Progressieve multifocale leuko-encefalopathie Soms
Pyelonefritis Vaak
Retinitis Soms
Schimmelinfectie Vaak
Sepsis Vaak
Stafylokokken-infectie Soms
Strongyloidiasis Soms
Tuberculose Soms
Urineweginfectie Zeer vaak
Wondinfectie Vaak

Letsels, intoxicaties en complicaties

Breuk Soms
Incisie hernia Vaak
Kneuzing Soms
Peesruptuur Soms
Transplantaat disfunctie Zeer vaak
Transplantaattrombose ?

Lever en galwegen

Cholelithiase Soms
Cytolytische galblaas Vaak
Hepatische steatose Soms
Levercyste Soms

Maagdarmstelsel

Abdominale hernia Vaak
Braken Zeer vaak
Buikpijn Zeer vaak
Cheilitis Soms
Diarree Zeer vaak
Dikkedarmulcus Soms
Dunnedarmobstructie Soms
Dyspepsie Vaak
Gastroduodenaal ulcus Soms
Gingivale hypertrofie Soms
Maag-darminfectie Soms
Melaena Soms
Nausea Zeer vaak
Obstipatie Zeer vaak
Orale aften Vaak
Rectale hemorragie Soms
Speekselklierpijn Soms
Verkleurde feces Soms

Nieren en urinewegen

Dysurie Zeer vaak
Glucosurie Vaak
Hematurie Zeer vaak
Hydronefrose Vaak
Nachtelijke mictie Vaak
Nefritis Soms
Nierarterie stenose Vaak
Nierarterie trombose Soms
Nierfibrose Soms
Niersclerose Soms
Niertubulusatrofie Soms
Niervene trombose Vaak
Proteïnurie Zeer vaak
Tubulaire niernecrose Vaak
Urine-incontinentie Vaak
Urineretentie Vaak
Vesico-ureter reflux Vaak

Onderzoeken

Bloed creatinine verhoogd Zeer vaak
Bloed immunoglobuline G verlaagd Vaak
Bloed immunoglobuline M verlaagd Vaak
Bloed parathyroïdhormoon verhoogd Vaak
Bloed urinezuur verhoogd Soms
C-reactief proteïne verhoogd Vaak
CD4-lymfocytenpercentage verlaagd Soms
Gewicht verhoogd Vaak
Gewicht verlaagd Vaak
Leverfunctietest abnormaal Vaak
Pancreatische enzymen verhoogd Soms
Prostaatspecifiek antigeen verhoogd Soms
Troponine verhoogd Soms
Urine output verlaagd Soms

Oog

Cataract Vaak
Fotofobie Soms
Gezichtsvermogen wazig Vaak
Keratitis Soms
Oculaire hyperemie Vaak
Ooglidoedeem Soms

Oor en evenwichtsorgaan

Gehoorverlies Vaak
Oorpijn Soms
Tinnitus Soms
Vertigo Soms

Psyche

Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis Soms
Abnormale dromen Soms
Angst Zeer vaak
Depressie Vaak
Insomnia Zeer vaak
Stemmingswisselingen Soms
Verhoogd libido Soms

Skeletspieren en bindweefsel

Artralgie Zeer vaak
Botmetabolismestoornis Soms
Botpijn Vaak
Gewrichtsblokkering Vaak
Gewrichtszwelling Vaak
Myalgie Vaak
Osteitis Soms
Osteoartritis Vaak
Osteolyse Soms
Pijn in extremiteit Zeer vaak
Rugpijn Zeer vaak
Spierspasmen Vaak
Spierzwakte Vaak
Synoviitis Soms
Tussenwervelschijfaandoening Vaak

Stofwisseling en voeding

Acidose Vaak
Alkalose Soms
Dehydratie Vaak
Diabetes mellitus Vaak
Diabetische ketoacidose Soms
Dyslipidemie Zeer vaak
Elektrolytstoornis Soms
Hypercalciëmie Vaak
Hyperglykemie Zeer vaak
Hyperkaliëmie Zeer vaak
Hypocalciëmie Zeer vaak
Hypofosfatemie Zeer vaak
Hypoglykemie Soms
Hypokaliëmie Zeer vaak
Hypoproteïnemie Vaak
Verminderde eetlust Soms
Vitamine-D-deficiëntie Soms
Vochtretentie Vaak

Tumoren (inclusief cysten en poliepen)

Basaalcelcarcinoom Vaak
Baso-squameuscarcinoom van de huid Vaak
Borstkanker Soms
Cervixcarcinoom Soms
Epstein-Barrvirus-gerelateerd lymfoom Soms
Huidpapilloom Vaak
Kaposi-sarcoom Soms
Keelkanker Soms
Longkanker Soms
Lymfoom Soms
Multipel myeloom Soms
Overgangscelcarcinoom Soms
Prostaatkanker Soms
Rectaalkanker Soms
Sarcoom Soms

Voortplantingsstelsel en borst

Atrofische vulvovaginitis Soms
Borstgezwel Soms
Cervicale dysplasie Soms
Infertiliteit Soms
Priapisme Soms
Scrotaaloedeem Soms
Testiculaire pijn Soms
Vulvale ulceratie Soms

Zenuwstelsel

Branderig gevoel Soms
Cerebrovasculair accident Vaak
Cognitieve aandoening Soms
Demyelinisatie Soms
Diabetische neuropathie Soms
Duizeligheid Vaak
Encefalopathie Soms
Geheugen vermindering Soms
Gelaatsparalyse Soms
Guillain-Barré-syndroom Soms
Hemiparese Soms
Hersenoedeem Soms
Hoofdpijn Zeer vaak
Insult Soms
Intracraniale druk toegenomen Soms
Lethargie Vaak
Migraine Soms
Neuropathie perifeer Vaak
Paresthesie Vaak
Restless legs-syndroom Soms
Smaakstoornis Soms
Syncope Vaak
Tremor Vaak
  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.

Plasmawisseling (PE), plasmaferese (PP) en intraveneus immunoglobuline (IVIg) kunnen de serumconcentratie van ravulizumab verlagen. Daarom is een aanvullende dosis ravulizumab nodig, zie rubriek Dosering.

Interacties

Vermijd de toediening van levende vaccins, immunosuppressiva kunnen de werkzaamheid van vaccinaties verminderen.

Corticosteroïd geleidelijk afbouwen, vooral bij patiënten met 4 tot 6 humane leucocytantigeen (HLA)-mismatches.

Bij overschakeling op een ander immunosuppressivum rekening houden met de lange halfwaardetijd van belatacept (8-10 dagen).

Zwangerschap

Humaan IgG passeert de placenta.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: Ravulizumab kan aanleiding geven tot remming van het terminale complement in de bloedsomloop van de foetus.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Vrouwen die zwanger kunnen worden, dienen adequate anticonceptie te gebruiken gedurende én tot 8 maanden na de behandeling.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (veranderingen in immuunfunctie) bij gebruik van zeer hoge doses.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot 8 weken na de behandeling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend; risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Borstvoeding staken gedurende én tot 8 maanden na behandeling.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • een aanhoudende Neisseria meningitidis-infectie op het moment dat de behandeling wordt ingezet.
  • geen vaccinatie tegen Neisseria meningitidis bij inzet behandeling, tenzij profylactische behandeling met geschikte antibiotica tot 2 weken na vaccinatie.

Contra-indicaties

  • patiënten die Epstein-Barrvirus-seronegatief zijn, of van wie de serostatus onbekend is.

Waarschuwingen en voorzorgen

Ernstige meningokokkeninfectie: ravulizumab verhoogt de gevoeligheid van de patiënt voor meningokokkeninfectie/-sepsis (Neisseria meningitidis). (Re)vaccineer alle patiënten tegen meningokokkeninfecties ten minste twee weken vóór start van de behandeling om het risico op infectie te verkleinen, tenzij het risico van uitstel van behandeling hoger is dan het risico van het ontwikkelen van een meningokokkeninfectie. Bij start van de behandeling binnen 2 weken na vaccinatie, patiënt tot 2 weken na de vaccinatie behandelen met geschikte profylactische antibiotica. Vaccinatie verkleint de kans op meningokokkeninfecties, maar sluit het risico niet geheel uit; gevallen van ernstige meningokokkeninfectie/-sepsis zijn gemeld, ook fatale gevallen bij behandeling met andere remmers van het terminale complement. Controleer alle patiënten op vroege tekenen van meningokokkeninfectie en -sepsis. Instrueer patiënt om bij tekenen en symptomen onmiddellijke medische hulp in te roepen.

Immunisatie: voorafgaand aan behandeling vaccinaties toedienen conform de huidige vaccinatierichtlijnen. Controleer op ziektesymptomen na aanbevolen vaccinatie; vaccinatie kan complement activeren en daardoor versterkte tekenen en symptomen geven van de onderliggende ziekte. Patiënten jonger dan 18 jaar vaccineren tegen Haemophilus influenzae en pneumokokkeninfecties.

Voorzichtig zijn bij een actieve systemische infectie. Ravulizumab blokkeert de activering van het terminale complement-systeem; vatbaarheid voor infecties veroorzaakt door Neisseria-soorten en kapseldragende bacteriën kan verhoogd zijn. Ernstige infecties met Neisseria-soorten (anders dan Neisseria meningitidis), waaronder gedissemineerde gonokokkeninfecties, zijn gemeld. Informeer patiënten over potentieel ernstige infecties en de bijhorende tekenen en symptomen. Adviseer patiënten over preventie van gonorroe.

Toediening van ravulizumab kan leiden tot infusiereacties; meestal lichte tot matig ernstige reacties en van voorbijgaande aard, zoals lage rugpijn, allergische reacties, ledematenongemak, dysgeusie en suf voelen. Onderbreek infusie bij een infusiereactie en neem geschikte ondersteunende maatregelen indien er tekenen van cardiovasculaire instabiliteit of ademhalingsproblemen optreden.

Staken van behandeling voor PNH: volg patiënt nauwlettend, ten minste gedurende 16 weken op tekenen en symptomen van ernstige intravasculaire hemolyse, te herkennen aan een verhoogde lactaatdehydrogenase (LDH)-spiegel in combinatie met een plotselinge afname van de grootte van de PNH-kloon of een daling van het hemoglobinegehalte. Let hierbij ook op terugkeer van symptomen zoals vermoeidheid, hemoglobinurie, buikpijn, kortademigheid (dyspneu), ernstige vasculaire voorvallen (waaronder trombose), dysfagie, of erectiestoornis. Indien er na staking van de behandeling tekenen en symptomen van hemolyse optreden, waaronder een verhoogd LDH-gehalte, overweeg dan de behandeling te hervatten.

Staken van behandeling voor aHUS: controleer voortdurend nauwlettend op tekenen en symptomen van trombotische micro-angiopathie (TMA). Monitoring is mogelijk echter niet voldoende om ernstige complicaties als gevolg van TMA te voorspellen of te voorkomen. Indien er na staking van de behandeling met ravulizumab complicaties als gevolg van TMA optreden, dient een hervatting van de behandeling met ravulizumab te worden overwogen, te beginnen met de oplaaddosis en de onderhoudsdosis. TMA-complicaties na het staken van de behandeling vaststellen bij constatering van één van de volgende bevindingen:

  • Waarneming van gelijktijdig optreden van ten minste twee van de volgende laboratoriumresultaten:
    • een afname van het trombocytenaantal van 25% of meer ten opzichte van baseline of ten opzichte van de piekwaarde voor het trombocytenaantal tijdens de behandeling met ravulizumab;
    • een toename van het serumcreatinine van 25% of meer ten opzichte van baseline of ten opzichte van de laagst gemeten waarde tijdens de behandeling met ravulizumab;
    • een toename van de LDH-serumspiegel van 25% of meer ten opzichte van baseline of ten opzichte van de laagst gemeten waarde tijdens de behandeling met ravulizumab (de resultaten dienen te worden bevestigd door een tweede meting)
  • Eén van de volgende symptomen van TMA: een verandering in de mentale status of insulten of andere extrarenale manifestaties van TMA waaronder cardiovasculaire afwijkingen, pericarditis, gastro-intestinale symptomen/diarree; of trombose.

Staken van behandeling bij gMG: controleer op symptomen van onderliggende ziekte. Overweeg behandeling te hervatten bij optreden van symptomen.

Bij gMG patiënten die niet reageren op eculizumab, behandeling met ravulizumab ontraden.

Onderzoeksgegevens: Er zijn weinig gegevens over de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen met een lichaamsgewicht < 10 kg bij PNS en aHUS; er kan geen doseringsadvies worden gegeven. Er zijn geen gegevens bij kinderen met PNH met lichaamsgewicht < 30 kg of gMG en bij patiënten met gMG met klasse MGFA klasse V. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet onderzocht bij patiënten met een leverfunctiestoornis.

Waarschuwingen en voorzorgen

Een EBV-seronegatieve status is een risicofactor voor posttransplantatie lymfoproliferatieve ziekte (PTLD); daarom voor het begin van de behandeling de EBV–serostatus vaststellen. Andere risicofactoren voor PTLD zijn cytomegalovirus (CMV)-infectie en T-celdepletietherapie. Bij nieuwe, of toename van, neurologische of cognitieve klachten of gedragsveranderingen PTLD overwegen.

Infecties: Immunosuppressiva kunnen de gevoeligheid voor infectie verhogen. Voorafgaand aan behandeling met belatacept de patiënt beoordelen op tuberculose en testen op een latente infectie. CMV-profylaxe wordt aanbevolen voor ten minste 3 maanden na transplantatie, profylaxe tegen pneumocystose voor ten minste 6 maanden na transplantatie.

Maligniteiten: Blootstelling aan UV-stralen beperken vanwege de toenemende kans op huidkanker.

Transplantaattrombose: bij ontvangers van extended-criteria-donoren (ECD) is in klinisch onderzoek een toegenomen incidentie waargenomen van transplantaattrombose. Postmarketing is het gemeld bij toediening van de initiële dosis thymocytenglobuline, gelijktijdig of rond dezelfde tijd als de eerste dosis belatacept, bij patiënten met andere predisponerende risicofactoren.

Omzetting van een calcineurineremmer-gebaseerd onderhoudsregime (ciclosporine of tacrolimus) naar een op belatacept gebaseerd regime kan aanvankelijk het risico op acute afstoting vergroten. Extra controle op acute afstoting wordt aanbevolen voor ten minste 6 maanden na de omzetting op belatacept, volgens de lokale zorgstandaard. Er zijn geen gegevens over omzetting bij patiënten met een hoger immunologisch risico; hierbij mag omzetting alleen worden overwogen wanneer de mogelijke voordelen opwegen tegen de risico's.

Als progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) wordt vastgesteld, de immunosuppressie verminderen of staken.

De veiligheid en werkzaamheid bij herbehandeling na langdurige stopzetting zijn niet onderzocht; houd rekening met eventuele antistoffen tegen belatacept.

Er zijn onvoldoende gegevens over toepassing bij een gestoorde leverfunctie. Bij levertransplantatiepatiënten zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld; gebruik wordt niet aanbevolen.

Bij patiënten met een Panel Reactive Antibody (PRA) > 30% is belatacept is niet onderzocht; bij hen uitsluitend toepassen na overwegen van een alternatieve therapie.

Bij kinderen tot 18 jaar zijn de veiligheid en werkzaamheid niet vastgesteld.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met ravulizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Ravulizumab is een monoklonaal IgG2/4K-antilichaam dat specifiek bindt aan complementeiwit C5, waardoor het de splitsing van dit eiwit tot C5a (het pro-inflammatoire anafylatoxine) en C5b (de initiërende subeenheid van het terminale complementcomplex [C5b-9]) remt en de vorming van C5b-9 voorkomt. Ravulizumab beschermt de vroege componenten van de complementactivatie die essentieel zijn voor opsonisatie van micro-organismen en voor de klaring van immuuncomplexen. Het remt bij PNH de intravasculaire hemolyse en bij aHUS de complement gemedieerde trombotische microangiopathie die via het terminale complement worden gemedieerd. Bij gMG leidt activering van het terminale complementsysteem tot depositie van C5b-9 op de neuromusculaire verbinding en tot verminderde neuromusculaire transmissie.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,08 l/kg.
Metabolisering via intracellulaire degradatie tot kleine peptiden en aminozuren via katabole routes.
T 1/2el ca. 50 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Immunosuppressivum. Fusie-eiwit, geproduceerd in hamstercellen door recombinante DNA-technologie. Selectieve costimulatieblokker, blokkeert de costimulatie van T-cellen en remt zo hun activatie. Geactiveerde T-cellen zijn de voornaamste mediators van een immunologische respons op de getransplanteerde nier.

Kinetische gegevens

V d 0,15 l/kg.
Eliminatie De klaring neemt toe met het lichaamsgewicht.
T 1/2el circa 9-10 dagen, grote individuele spreiding.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

ravulizumab hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • anifrolumab (L04AA51) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AA59) Vergelijk
  • baricitinib (L04AA37) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AA26) Vergelijk
  • eculizumab (L04AA25) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AA18) Vergelijk
  • filgotinib (L04AA45) Vergelijk
  • leflunomide (L04AA13) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • sirolimus (L04AA10) Vergelijk
  • sutimlimab (L04AA55) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AA29) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AA44) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AA33) Vergelijk

Groepsinformatie

belatacept hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • anifrolumab (L04AA51) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AA59) Vergelijk
  • baricitinib (L04AA37) Vergelijk
  • belimumab (L04AA26) Vergelijk
  • eculizumab (L04AA25) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AA18) Vergelijk
  • filgotinib (L04AA45) Vergelijk
  • leflunomide (L04AA13) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AA43) Vergelijk
  • sirolimus (L04AA10) Vergelijk
  • sutimlimab (L04AA55) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AA29) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AA44) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AA33) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".