Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

sertraline

serotonineheropnameremmers, selectief N06AB06

Sluiten

fluvoxamine

serotonineheropnameremmers, selectief N06AB08

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Sertraline (als hydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
50 mg, 100 mg

Zoloft (als hydrochloride) Viatris Netherlands bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor oplossing voor oraal gebruik
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
60 ml

Het concentraat voor oplossing bevat 12% alcohol, het heeft een gekalibreerde pipet in de schroefdop; elke dosis van 50 mg bevat minimaal 0,36 g alcohol.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
50 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Fevarin (maleaat) Mylan bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
50 mg, 100 mg

Fluvoxamine (maleaat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
50 mg, 100 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Kies bij de behandeling van een depressieve episode een antidepressivum op basis van comorbiditeit, bijwerkingen, interacties, ervaring en prijs. Bij voorschrijven in de huisartsenpraktijk wordt een tricyclisch antidepressivum (TCA) of selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI) aanbevolen. Er is een lichte voorkeur voor de SSRI’s vanwege een iets gunstiger bijwerkingenprofiel. Start in de gespecialiseerde GGZ eventueel met een TCA, een SSRI, een niet-selectieve serotonineheropnameremmer (SNRI), mirtazapine of bupropion. Bij klinisch opgenomen patiënten heeft een TCA de voorkeur. Binnen de groep SSRI’s is er voorkeur voor middelen waarmee veel ervaring is opgedaan: citalopram, escitalopram, fluvoxamine, fluoxetine, paroxetine en sertraline.

Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.

De plaats van een antidepressivum bij de behandeling van een depressieve episode van een bipolaire stoornis is in algemene zin controversieel vanwege relatief weinig bewijs voor effectiviteit. Als een antidepressivum wordt toegevoegd, hebben SSRI’s (uitgezonderd paroxetine) en bupropion de voorkeur. Het toevoegen van een serotonine-noradrenaline-heropnameremmer (SNRI) of een tricyclisch antidepressivum (TCA) (uitgezonderd imipramine) pas overwegen als andere antidepressiva niet effectief zijn gebleken. Antidepressiva kunnen een manie uitlokken. Voor de standaardbehandeling van een bipolaire stoornis, zie Bipolaire stoornis.

Advies

Kies bij de behandeling van een depressieve episode een antidepressivum op basis van comorbiditeit, bijwerkingen, interacties, ervaring en prijs. Bij voorschrijven in de huisartsenpraktijk wordt een tricyclisch antidepressivum (TCA) of selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI) aanbevolen. Er is een lichte voorkeur voor de SSRI’s vanwege een iets gunstiger bijwerkingenprofiel. Start in de gespecialiseerde GGZ eventueel met een TCA, een SSRI, een niet-selectieve serotonineheropnameremmer (SNRI), mirtazapine of bupropion. Bij klinisch opgenomen patiënten heeft een TCA de voorkeur. Binnen de groep SSRI’s is er voorkeur voor middelen waarmee veel ervaring is opgedaan: citalopram, escitalopram, fluvoxamine, fluoxetine, paroxetine en sertraline.

Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.

De plaats van een antidepressivum bij de behandeling van een depressieve episode van een bipolaire stoornis is in algemene zin controversieel vanwege relatief weinig bewijs voor effectiviteit. Als een antidepressivum wordt toegevoegd, hebben SSRI’s (uitgezonderd paroxetine) en bupropion de voorkeur. Het toevoegen van een serotonine-noradrenaline-heropnameremmer (SNRI) of een tricyclisch antidepressivum (TCA) (uitgezonderd imipramine) pas overwegen als andere antidepressiva niet effectief zijn gebleken. Antidepressiva kunnen een manie uitlokken. Voor de standaardbehandeling van een bipolaire stoornis, zie Bipolaire stoornis.

Indicaties

  • Depressieve episoden. Preventie van heroptreden van depressieve episoden;
  • Paniekstoornis, met of zonder agorafobie;
  • Obsessieve-compulsieve stoornis bij volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar;
  • Sociale fobie (sociale angststoornis);
  • Posttraumatische stressstoornis.

Gerelateerde informatie

  • angststoornissen
  • bipolaire stoornis
  • depressie

Indicaties

  • Depressie, vooral met vitale kenmerken;
  • Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS).

Gerelateerde informatie

  • angststoornissen
  • bipolaire stoornis
  • depressie

Doseringen

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op selectieve serotonine heropnameremmers van tdm-monografie.org.

Klap alles open Klap alles dicht

Depressieve episoden

Volwassenen

Begindosering 50 mg 1×/dag 's morgens of 's avonds; indien nodig met tussenpozen van minimaal 1 week verhogen met 50 mg/dag, max. 200 mg 1×/dag. Behandeling gedurende ten minste 6 maanden voortzetten om er zeker van de zijn dat patiënt vrij is van symptomen. Om een nieuwe episode te voorkomen kan de dosering vaak langere tijd gegeven worden.

Obsessieve-compulsieve stoornis

Volwassenen

Begindosering 50 mg 1×/dag 's morgens of 's avonds; indien nodig met tussenpozen van minimaal 1 week verhogen met 50 mg/dag, max. 200 mg 1×/dag. Voortgezet gebruik regelmatig evalueren omdat een preventief effect niet is aangetoond.

Kinderen 13–17 jaar

Begindosering 50 mg 1×/dag 's morgens of 's avonds; indien nodig met tussenpozen van minimaal 1 week verhogen met 50 mg/dag, max. 200 mg/dag. Houd bij dosisverhoging rekening met het lichaamsgewicht.

Kinderen 6–12 jaar

Begindosering 25 mg 1×/dag 's morgens of 's avonds, zo nodig na 1 week verhogen tot 50 mg 1×/dag; bij onvoldoende effect met tussenpozen van minimaal 1 week verhogen met 50 mg/dag, max. 200 mg 1×/dag. Houd bij dosisverhoging rekening met het lagere lichaamsgewicht van kinderen.

Paniekstoornis, sociale fobie, posttraumatische stressstoornis

Volwassenen

Begindosering 25 mg 1×/dag, na 1 week verhogen tot 50 mg 1×/dag; indien nodig met tussenpozen van minimaal 1 week verhogen met 50 mg/dag, max. 200 mg 1×/dag. Voortgezet gebruik bij paniekstoornis regelmatig evalueren omdat een preventief effect niet is aangetoond.

Pas bij CYP2C19-polymorfisme zonodig de dosering of het middel aan in overleg met de apotheker.

Bij ouderen voorzichtig doseren vanwege de kans op hyponatriëmie. Ouderen kunnen gevoeliger zijn voor de bijwerkingen.

Bij verminderde nierfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.

Bij verminderde leverfunctie: lager of minder frequent doseren.

Afbouwen: Zie voor informatie over geleidelijk afbouwen het multidisciplinair document afbouwen SSRI's en SNRI's van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Voorbeelden van afbouwschema's zijn weergegeven in tabel 2 en 3 van het document.

Overschakelen: Zie voor informatie over overschakelen van en naar andere antidepressiva de switchtabel van psychiatrienet.nl.

Toediening: Het concentraat moet vóór gebruik worden verdund en is met name bedoeld als tabletten niet gebruikt kunnen worden. Bij stoppen de dosering over een periode van minstens 1–2 weken afbouwen.

Doseringen

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op SSRI (Selectieve Serotonine Heropnameremmers) van tdm-monografie.org.

Klap alles open Klap alles dicht

Depressie

Volwassenen

begindosering 50–100 mg 1×/dag, bij voorkeur 's avonds , indien nodig geleidelijk verhogen tot 300 mg/dag. De aanbevolen dosering is gewoonlijk 100 mg/dag. Bij een dagdosis van > 150 mg wordt deze in 2–3 giften over de dag verdeeld. Bij een goede respons de behandeling voortzetten totdat de patiënt minstens 6 maanden symptoomvrij is.

Obsessieve-compulsieve stoornis

Volwassenen

begindosering 50 mg/dag, na 3–4 dagen geleidelijk verhogen tot effectieve dosering; max. 300 mg/ dag. Doseringen tot 150 mg kunnen als eenmaaldaagse gift bij voorkeur 's avonds gegeven worden. Bij een dagdosis van > 150 mg wordt deze in 2–3 giften over de dag verdeeld. Indien de symptomen na 10 weken niet zijn verbeterd, de behandeling heroverwegen. Werkzaamheid op de lange termijn (> 24 weken) is bij OCS niet aangetoond.

Kinderen > 8 jaar

begindosering 25 mg per dag, elke 4–7 dagen met 25 mg verhogen tot werkzame dosering; maximaal 200 mg per dag. Een dagdosis van > 50 mg over 2 giften verdelen, waarbij de hoogste dosis voor het slapen gaan wordt ingenomen.

Ouderen: de dosering voorzichtig aanpassen.

Verminderde nier- of leverfunctie: beginnen met een lagere dosering onder zorgvuldige begeleiding.

Afbouwen: Zie voor informatie over geleidelijk afbouwen het multidisciplinair document afbouwen SSRI's en SNRI's van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Voorbeelden van afbouwschema's zijn weergegeven in tabel 2 en 3 van het document.

Overschakelen: Zie voor informatie over overschakelen van en naar andere antidepressiva de switchtabel van psychiatrienet.nl.

Toediening: De tabletten zonder kauwen doorslikken met een ruime hoeveelheid water. De breukstreep op de tablet is alleen bedoeld om het inslikken makkelijker te maken; niet om in gelijke doses te verdelen.

Bijwerkingen

Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum

Bloedneus Soms
Bronchospasme Soms
Dysfonie Zelden
Dyspneu Soms
Geeuwen Vaak
Hik Zelden
Hyperventilatie Zelden
Hypoventilatie Zelden
Interstitiële longziekte Zelden
Laryngospasme Zelden
Stridor Zelden

Algemeen en toedieningsplaats

Asthenie Vaak
Borstkaspijn Vaak
Dorst Soms
Gangafwijking Zelden
Geneesmiddelontwenningsverschijnselen-syndroom, neonataal -
Gezichtsoedeem Soms
Hernia Zelden
Koude rillingen Soms
Malaise Vaak
Oedeem perifeer Soms
Ontwenningssyndroom bij staken van antidepressiva Zelden
Pyrexie Vaak
Vermoeidheid Zeer vaak
Verwardheid -

Bloed en lymfestelsel

Gynaecologische bloeding -
Leukopenie Zelden
Lymfadenopathie Zelden
Trombocytopenie Zelden
Veranderde bloedplaatjesfunctie Zelden

Bloedvaten

Bloeding Soms
Hypertensie Soms
Hypotensie -
Opvlieger Vaak
Orthostatische hypotensie -
Overmatig blozen Soms
Perifere ischemie Zelden
Vasodilatatie Zelden

Endocrien

Abnormale secretie van antidiuretisch hormoon -
Hyperprolactinemie Zelden
Hypothyroïdie Soms

Hart

Bradycardie Zelden
Hartkloppingen Vaak
Myocardinfarct Zelden
Tachycardie Soms
Torsade de pointes Zelden

Huid en onderhuid

Alopecia Soms
Angio-oedeem Zelden
Bulleuze dermatitis Zelden
Cutane overgevoeligheidsreactie -
Dermatitis Soms
Droge huid Soms
Ecchymose -
Erythema multiforme -
Fotosensitiviteitsreactie Zelden
Haartextuur abnormaal Zelden
Huidgeur afwijkend Zelden
Hyperhidrose Vaak
Koud zweet Soms
Mond- en tongzweren Zelden
Pruritus Soms
Purpura Soms
Rash Vaak
Rash folliculair Zelden
Stevens-Johnson-syndroom Zelden
Toxische epidermale necrolyse Zelden
Urticaria Soms

Immuunsysteem

Anafylactische reactie Zelden
Overgevoeligheid Soms
Seizoensgebonden allergie Soms

Infecties

Bovenste-luchtweginfectie Vaak
Diverticulitis Zelden
Faryngitis Vaak
Gastro-enteritis Soms
Otitis media Soms
Rhinitis Vaak
Vulvovaginitis Zelden

Letsels, intoxicaties en complicaties

Botbreuk ?
Hyphaema Zelden

Lever en galwegen

Hepatitis Zelden
Leverfalen Zelden
Leverfunctie afwijkend -

Maagdarmstelsel

Bloed in ontlasting Zelden
Braken Vaak
Buikpijn Vaak
Colitis microscopisch ?
Diarree Zeer vaak
Droge mond Zeer vaak
Dysfagie Soms
Dyspepsie Vaak
Flatulentie Vaak
Gastro-intestinale bloeding Soms
Glossitis Soms
Hemorroïden Soms
Melaena Soms
Nausea Zeer vaak
Obstipatie Vaak
Oesofagitis Soms
Oprisping Soms
Pancreatitis Zelden
Speekselvloed Soms
Stomatitis Zelden
Tandaandoening Soms
Tongaandoening Soms

Nieren en urinewegen

Enurese bij kinderen ?
Hematurie Zelden
Nachtelijke mictie Soms
Oligurie Zelden
Plasproblemen -
Pollakisurie Soms
Polyurie Soms
Urine-incontinentie Soms
Urineaarzeling Zelden
Urineretentie Soms

Onderzoeken

Elektrocardiogram QT verlengd Zelden
Gewicht verhoogd -
Gewicht verlaagd -
Gewichtstoename Soms
Gewichtsverlies Soms
Transaminasen verhoogd Soms

Oog

Diplopie Zelden
Fotofobie Zelden
Glaucoom Zelden
Hemoftalmie Zelden
Maculopathie ?
Mydriase Soms
Ongelijke pupillen Zelden
Periorbitaal oedeem Soms
Scotoom Zelden
Traanklieraandoening Zelden
Visuele stoornis Vaak

Oor en evenwichtsorgaan

Benigne paroxysmale houdingsafhankelijke draaiduizeligheid Soms
Oorpijn Soms
Tinnitus Vaak

Psyche

Abnormale gedachten Soms
Agitatie Vaak
Agressie Soms
Angst Vaak
Anorgasmie -
Apathie Soms
Bedplassen -
Bruxisme Vaak
Conversiestoornis Zelden
Depersonalisatie Vaak
Depressie Vaak
Euforie Soms
Hallucinatie Soms
Insomnia Zeer vaak
Libidoverlies Vaak
Manie -
Morbide dromen ?
Nachtmerrie Vaak
Nerveuze spanning Vaak
Paranoia Zelden
Psychose Soms
Rusteloosheid -
Slaapwandelen Zelden
Suïcidaal gedrag Soms
Suïcidale gedachten -
Voortijdige ejaculatie Zelden
Zenuwachtigheid -

Skeletspieren en bindweefsel

Artralgie Vaak
Botaandoening Zelden
Myalgie Vaak
Osteoartritis Soms
Rabdomyolyse Zelden
Rugpijn Soms
Spierzwakte Soms
Trismus ?

Stofwisseling en voeding

Anorexie -
Diabetes mellitus Zelden
Gestimuleerde eetlust Vaak
Hypercholesterolemie Zelden
Hyperglykemie Zelden
Hypoglykemie Zelden
Hyponatriëmie Zelden
Verminderde eetlust Vaak

Tumoren (inclusief cysten en poliepen)

Neoplasma Soms

Voortplantingsstelsel en borst

Abnormale ejaculatie -
Amenorroe -
Balanoposthitis Zelden
Ejaculatiestoornis Zeer vaak
Erectiele disfunctie Vaak
Galactorroe Zelden
Gynaecomastie Zelden
Hypomenorrhoea -
Menorragie Soms
Menstruatiestoornis Vaak
Metrorragie -
Priapisme Zelden
Seksuele disfunctie Soms
Spermatogenese abnormaal Zelden
Vaginale afscheiding Zelden
Vertraagde ejaculatie -

Zenuwstelsel

Acathisie Zelden
Amnesie Soms
Ataxie -
Bewegingsstoornis Vaak
Choreoathetose Zelden
Coma Zelden
Concentratieverlies Vaak
Convulsie Soms
Coördinatie verstoord Soms
Duizeligheid Zeer vaak
Dysgeusie Vaak
Dyskinesie Zelden
Dystonie Vaak
Extrapiramidale aandoening Vaak
Hoofdpijn Zeer vaak
Hyperesthesie Zelden
Hyperkinesie Vaak
Hypertonie Vaak
Hypo-esthesie Soms
Migraine Soms
Neuroleptisch maligne syndroom Zelden
Paresthesie Vaak
Psychomotore rusteloosheid Zelden
Reversibele cerebrale vasoconstrictiesyndroom Zelden
Serotoninesyndroom Zelden
Somnolentie Zeer vaak
Spraakstoornis Soms
Syncope Soms
Tremor Vaak
Zintuigellijke stoornis Zelden

Zwangerschap, perinataal en postpartum

Postpartumbloeding Soms

Toelichting

  • Botbreuk: vooral boven de leeftijd van 50 jaar (bij gebruik van een SSRI of TCA).
  • Hyponatriëmie: mogelijk als gevolg van een overmaat ADH.

Bij opvallend meer of ernstiger bijwerkingen kan sprake zijn van een CYP2C19-polymorfisme.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum

Bloedneus -
Bronchospasme -
Dysfonie -
Dyspneu -
Geeuwen -
Hik -
Hyperventilatie -
Hypoventilatie -
Interstitiële longziekte -
Laryngospasme -
Stridor -

Algemeen en toedieningsplaats

Asthenie Vaak
Borstkaspijn -
Dorst -
Gangafwijking -
Geneesmiddelontwenningsverschijnselen-syndroom, neonataal ?
Gezichtsoedeem -
Hernia -
Koude rillingen -
Malaise Vaak
Oedeem perifeer -
Ontwenningssyndroom bij staken van antidepressiva ?
Pyrexie -
Vermoeidheid -
Verwardheid Soms

Bloed en lymfestelsel

Gynaecologische bloeding ?
Leukopenie -
Lymfadenopathie -
Trombocytopenie -
Veranderde bloedplaatjesfunctie -

Bloedvaten

Bloeding -
Hypertensie -
Hypotensie Soms
Opvlieger -
Orthostatische hypotensie Soms
Overmatig blozen -
Perifere ischemie -
Vasodilatatie -

Endocrien

Abnormale secretie van antidiuretisch hormoon ?
Hyperprolactinemie ?
Hypothyroïdie -

Hart

Bradycardie -
Hartkloppingen -
Myocardinfarct -
Tachycardie -
Torsade de pointes -

Huid en onderhuid

Alopecia -
Angio-oedeem Soms
Bulleuze dermatitis -
Cutane overgevoeligheidsreactie Soms
Dermatitis -
Droge huid -
Ecchymose ?
Erythema multiforme ?
Fotosensitiviteitsreactie Zelden
Haartextuur abnormaal -
Huidgeur afwijkend -
Hyperhidrose Vaak
Koud zweet -
Mond- en tongzweren -
Pruritus Soms
Purpura ?
Rash Soms
Rash folliculair -
Stevens-Johnson-syndroom ?
Toxische epidermale necrolyse ?
Urticaria -

Immuunsysteem

Anafylactische reactie -
Overgevoeligheid -
Seizoensgebonden allergie -

Infecties

Bovenste-luchtweginfectie -
Diverticulitis -
Faryngitis -
Gastro-enteritis -
Otitis media -
Rhinitis -
Vulvovaginitis -

Letsels, intoxicaties en complicaties

Botbreuk ?
Hyphaema -

Lever en galwegen

Hepatitis -
Leverfalen -
Leverfunctie afwijkend Zelden

Maagdarmstelsel

Bloed in ontlasting -
Braken Vaak
Buikpijn Vaak
Colitis microscopisch -
Diarree Vaak
Droge mond Vaak
Dysfagie -
Dyspepsie Vaak
Flatulentie -
Gastro-intestinale bloeding ?
Glossitis -
Hemorroïden -
Melaena -
Nausea Vaak
Obstipatie Vaak
Oesofagitis -
Oprisping -
Pancreatitis -
Speekselvloed -
Stomatitis -
Tandaandoening -
Tongaandoening -

Nieren en urinewegen

Enurese bij kinderen -
Hematurie -
Nachtelijke mictie ?
Oligurie -
Plasproblemen ?
Pollakisurie ?
Polyurie -
Urine-incontinentie ?
Urineaarzeling -
Urineretentie ?

Onderzoeken

Elektrocardiogram QT verlengd -
Gewicht verhoogd ?
Gewicht verlaagd ?
Gewichtstoename -
Gewichtsverlies -
Transaminasen verhoogd -

Oog

Diplopie -
Fotofobie -
Glaucoom ?
Hemoftalmie -
Maculopathie -
Mydriase ?
Ongelijke pupillen -
Periorbitaal oedeem -
Scotoom -
Traanklieraandoening -
Visuele stoornis -

Oor en evenwichtsorgaan

Benigne paroxysmale houdingsafhankelijke draaiduizeligheid -
Oorpijn -
Tinnitus -

Psyche

Abnormale gedachten -
Agitatie Vaak
Agressie Soms
Angst Vaak
Anorgasmie ?
Apathie -
Bedplassen ?
Bruxisme -
Conversiestoornis -
Depersonalisatie -
Depressie -
Euforie -
Hallucinatie Soms
Insomnia Vaak
Libidoverlies -
Manie Zelden
Morbide dromen -
Nachtmerrie -
Nerveuze spanning -
Paranoia -
Psychose -
Rusteloosheid ?
Slaapwandelen -
Suïcidaal gedrag ?
Suïcidale gedachten ?
Voortijdige ejaculatie -
Zenuwachtigheid Vaak

Skeletspieren en bindweefsel

Artralgie Soms
Botaandoening -
Myalgie Soms
Osteoartritis -
Rabdomyolyse -
Rugpijn -
Spierzwakte -
Trismus -

Stofwisseling en voeding

Anorexie Vaak
Diabetes mellitus -
Gestimuleerde eetlust -
Hypercholesterolemie -
Hyperglykemie -
Hypoglykemie -
Hyponatriëmie ?
Verminderde eetlust -

Tumoren (inclusief cysten en poliepen)

Neoplasma -

Voortplantingsstelsel en borst

Abnormale ejaculatie Soms
Amenorroe ?
Balanoposthitis -
Ejaculatiestoornis -
Erectiele disfunctie -
Galactorroe Zelden
Gynaecomastie -
Hypomenorrhoea ?
Menorragie ?
Menstruatiestoornis ?
Metrorragie ?
Priapisme -
Seksuele disfunctie -
Spermatogenese abnormaal -
Vaginale afscheiding -
Vertraagde ejaculatie Soms

Zenuwstelsel

Acathisie ?
Amnesie -
Ataxie Soms
Bewegingsstoornis -
Choreoathetose -
Coma -
Concentratieverlies -
Convulsie Zelden
Coördinatie verstoord -
Duizeligheid Vaak
Dysgeusie ?
Dyskinesie -
Dystonie -
Extrapiramidale aandoening Soms
Hoofdpijn Vaak
Hyperesthesie -
Hyperkinesie -
Hypertonie -
Hypo-esthesie -
Migraine -
Neuroleptisch maligne syndroom ?
Paresthesie ?
Psychomotore rusteloosheid -
Reversibele cerebrale vasoconstrictiesyndroom -
Serotoninesyndroom ?
Somnolentie Vaak
Spraakstoornis -
Syncope -
Tremor Vaak
Zintuigellijke stoornis -

Zwangerschap, perinataal en postpartum

Postpartumbloeding ?

Toelichting

  • Botbreuk: vooral boven een leeftijd van 50 jaar (bij gebruik van een SSRI of TCA).
  • Misselijkheid: vermindert gewoonlijk binnen de eerste twee weken van de behandeling.

Bij kinderen en adolescenten met OCS: meer kans op agitatie, asthenie, dyspepsie, hyperkinesie, hypomanie, slapeloosheid, slaperigheid.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Gelijktijdig gebruik met pimozide is gecontra-indiceerd, omdat sertraline via een onbekend mechanisme de pimozideconcentratie verhoogt en pimozide een nauwe therapeutische breedte heeft.

Het concentraat is vanwege het alcoholgehalte gecontra-indiceerd tijdens gelijktijdig gebruik van disulfiram of binnen 14 dagen na stoppen van een behandeling met disulfiram.

Gelijktijdig gebruik met irreversibele MAO-remmers is gecontra-indiceerd, vanwege het risico op het 'serotoninesyndroom' met ernstige verschijnselen als agitatie, hyperthermie, tremor, convulsies en delirium. Niet binnen 7 dagen na staken van sertraline starten met een MAO-remmer (incl. moclobemide, methyleenblauw). Niet gebruiken binnen twee weken na behandeling met een irreversibele MAO-remmer (tranylcypromine, fenelzine, selegiline); na gebruik van een reversibele MAO-A-remmer (moclobemide) kan men een onttrekkingsperiode van 1 dag aanhouden. Niet gelijktijdig gebruiken met de zwakke reversibele MAO-remmer linezolid.

In combinatie met andere serotonerge middelen (opioïden zoals fentanyl en tramadol, amfetaminen, triptanen, sint-janskruid en andere serotonerge antidepressiva) neemt de kans op serotonerge bijwerkingen toe.

Gelijktijdig gebruik met alcohol vermijden.

Gelijktijdig gebruik met grapefruit-/pompelmoessap vermijden, omdat inname van 3 glazen per dag de plasmaconcentratie sertraline met 100% verhoogt.

Gelijktijdig gebruik van SSRI’s met lithium neemt de kans op tremoren toe.

Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die het risico op bloedingen verhogen (zoals anticoagulantia, acetylsalicylzuur, NSAID's, TCA's, atypische antipsychotica en fenothiazinen).

Sertraline remt CYP2D6 dosis-afhankelijk, waardoor interacties kunnen optreden met door CYP2D6 gemetaboliseerde geneesmiddelen (propafenon, flecaïnide, TCA's, antipsychotica).

Bij poor metabolizers van CYP2C19 is de plasmaconcentratie van sertraline met circa 50% verhoogd ten opzichte van extensive metabolizers.

Gelijktijdig gebruik met krachtige CYP3A4-remmers wordt afgeraden vanwege een mogelijk verhoogde sertraline-blootstelling.

Gelijktijdig gebruik met CYP3A4-inductoren als carbamazepine, fenytoïne en metamizol kan de sertralinespiegel verlagen. Controleer bij gebruik van metamizol de klinische respons en/of de geneesmiddelspiegels. Meet bij gebruik van fenytoïne de fenytoïnespiegel na starten van behandeling met sertraline. Het is niet uitgesloten CYP3A4-inductoren als fenobarbital, rifampicine en sint-janskruid (Hypericum perforatum) een afname van de sertralinepiegel kunnen veroorzaken.

De kans op QTc-verlenging en/of ventriculaire aritmieën neemt toe bij gelijktijdig gebruik met andere middelen die QT-interval verlengen, zoals bepaalde antipsychotica en antibiotica. SSRI's kunnen door remming van de choline-esteraseactiviteit de werking van neuromusculaire blokkers verlengen.

Interacties

Algemene informatie: Fluvoxamine is een sterke remmer van CYP1A2 en CYP2C19 ,en een matige remmer van CYP2C9, CYP2D6 en CYP3A4.

Gecontra-indiceerd: Gelijktijdig gebruik met tizanidine. Gelijktijdig gebruik met pimozide, vanwege smalle therapeutische index van pimozide én het vermogen om het QT-interval te verlengen. Gelijktijdig gebruik of gebruik binnen één dag met een reversibele MAO-remmer (zoals moclobemide) óf gebruik binnen twee weken met een irreversibele MAO-remmer (zoals tranylcypromine), vanwege meer kans op het serotoninesyndroom. Vanwege de lange halfwaardetijd niet binnen een week na staken van fluvoxamine starten met een MAO-remmer.

Niet aanbevolen: Gelijktijdig gebruik van serotonerge geneesmiddelen, bv. 5HT-agonisten zoals sumatriptan, (andere) SSRI's, tramadol, buprenorfine en preparaten die sint-janskruid bevatten vermijden, omdat de serotonerge werking mogelijk wordt versterkt door SSRI's. Gelijktijdig gebruik van SSRI's met lithium of tryptofaan kan leiden tot een hogere incidentie van bijwerkingen.

Overige interacties: De plasmaconcentratie van geneesmiddelen die voornamelijk door CYP1A2 worden omgezet, zoals TCA's (clomipramine, imipramine, amitriptyline), antipsychotica (bv. clozapine, olanzapine), propranolol, middelen met een smalle therapeutische breedte (theofylline, methadon, mexiletine), vitamine K-antagonisten en ropinirol kan worden verhoogd, waardoor bij starten met fluvoxamine een dosisverlaging van deze middelen moet worden overwogen. Bij geneesmiddelen die voornamelijk door CYP2C worden omgezet en een smalle therapeutische breedte hebben, zoals fenytoïne, is bewaking aangewezen. De plasmaconcentratie van geneesmiddelen die voornamelijk door CYP3A4 worden omgezet, zoals sommige benzodiazepinen (midazolam, alprazolam en diazepam), carbamazepine, ciclosporine, kinidine, kan worden verhoogd. Clopidogrel wordt gedeeltelijk gemetaboliseerd door CYP2C19; vermijd combinatie met fluvoxamine.

De spiegel van coffeïne kan stijgen.

De spiegel van propranolol kan stijgen, overweeg dosisverlaging van propranolol.

In hogere doses kan de werking van alcohol worden versterkt. Gebruik van alcohol in combinatie met fluvoxamine wordt afgeraden.

Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de kans op bloedingen vermeerderen (zoals vitamine K-antagonisten, NSAID's, acetylsalicylzuur, TCA's, atypische antipsychotica en fenothiazinen).

Zwangerschap

Teratogenese: Een licht verhoogd risico op specifieke (hart)afwijkingen is niet uitgesloten.

Farmacologisch effect: Het optreden van persisterende pulmonale hypertensie bij de neonaat (PPHN) is beschreven bij het gebruik van SSRI’s. Na langdurig gebruik van antidepressiva tot aan de bevalling kunnen neonatale onthoudingsverschijnselen optreden (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen); de verschijnselen zijn doorgaans mild, van voorbijgaande aard en dosisafhankelijk. Er is onvoldoende bekend over lange-termijneffecten bij het kind na gebruik van een SSRI tijdens de zwangerschap. Observationele gegevens laten een verschil zien van post-partumbloedingen, namelijk bijna tweemaal vaker na blootstelling aan een SSRI/SNRI in de maand voorafgaand aan de geboorte.

Advies: Maak een zorgvuldige afweging tussen de nadelige gevolgen van de depressie voor moeder en kind, tegen die van het geneesmiddel. Het abrupt staken of switchen van een antidepressivum tijdens de zwangerschap wordt afgeraden. In verband met veranderende farmacokinetiek in de zwangerschap is het aan te raden om regelmatig plasmaspiegels te bepalen. In het 2e en met name het 3e trimester kunnen de plasmaspiegels dalen en is dosisverhoging misschien noodzakelijk. Controleer de pasgeborene op onthoudingsverschijnselen en verschijnselen van PPHN, zoals blauwe verkleuring en ademhalingsproblemen.

Vruchtbaarheid: Er zijn aanwijzingen dat sommige SSRI's bij mannen de kwaliteit van het sperma (reversibel) veranderen. Er is geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Een licht verhoogd risico op specifieke (hart)afwijkingen is niet uitgesloten.

Farmacologisch effect: Het optreden van persisterende pulmonale hypertensie bij de neonaat (PPHN) is beschreven bij het gebruik van SSRI’s. Na langdurig gebruik van antidepressiva tot aan de bevalling kunnen neonatale onthoudingsverschijnselen optreden (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen); de verschijnselen zijn doorgaans mild, van voorbijgaande aard en dosisafhankelijk. Er is onvoldoende bekend over lange-termijneffecten bij het kind na gebruik van een SSRI tijdens de zwangerschap. Observationele gegevens laten een verschil zien van post-partumbloedingen, namelijk bijna tweemaal vaker na blootstelling aan een SSRI/SNRI in de maand voorafgaand aan de geboorte.

Advies: Maak een zorgvuldige afweging tussen de nadelige gevolgen van de depressie voor moeder en kind, tegen die van het geneesmiddel. Het abrupt staken of switchen van een antidepressivum tijdens de zwangerschap wordt afgeraden. In verband met veranderende farmacokinetiek in de zwangerschap is het aan te raden om regelmatig plasmaspiegels te bepalen. In het 2e en met name het 3e trimester kunnen de plasmaspiegels dalen en is dosisverhoging misschien noodzakelijk. Controleer de pasgeborene op onthoudingsverschijnselen en verschijnselen van PPHN, zoals blauwe verkleuring en ademhalingsproblemen.

Vruchtbaarheid: Er zijn aanwijzingen dat sommige SSRI's bij mannen de kwaliteit van het sperma (reversibel) veranderen. Er is geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja; in geringe hoeveelheden. Relatieve kinddosis is < 3%.

Farmacologisch effect: Bloedspiegels van sertraline bij de zuigeling waren in de meeste studies niet aantoonbaar.

Advies: Kan veilig worden gebruikt. Controleer voor de zekerheid de zuigeling de eerste weken op slecht slapen, sufheid, geïrriteerdheid, veel huilen, koliek, slecht drinken en slecht groeien.

Overige: Wees voorzichtig met ethanol (in het concentraat). Met alle antidepressiva is onvoldoende ervaring opgedaan om een uitspraak te kunnen doen over de effecten op de lange termijn.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja; in geringe hoeveelheden. Relatieve kinddosis is < 2%.

Farmacologisch effect: Bloedspiegels van fluvoxamine bij de zuigeling waren zeer laag of niet aantoonbaar.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Controleer voor de zekerheid de zuigeling de eerste weken op slecht slapen, sufheid, geïrriteerdheid, veel huilen, koliek, slecht drinken en slecht groeien.

Overige: Met alle antidepressiva is onvoldoende ervaring opgedaan om een uitspraak te kunnen doen over de effecten op de lange termijn.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties de rubriek Interacties.

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

CYP2C19-polymorfisme: Bij opvallend meer of ernstiger bijwerkingen kan sprake zijn van een CYP2C19-polymorfisme.

Acathisie: Bij acathisie kan het schadelijk zijn om de dosis te verhogen.

Serotoninesyndroom: Patiënten controleren op voortekenen/symptomen van een serotoninesyndroom of neuroleptisch maligne syndroom; bij een combinatie van symptomen als agitatie, tremoren, myoklonieën en hyperthermie dient men hierop bedacht te zijn.

Staak de behandeling bij insulten.

Overweeg de behandeling te staken bij symptomen van hyponatriëmie (zoals hoofdpijn, concentratiestoornis, verwardheid, hallucinatie, valneiging, insult en coma).

Overschakelen: Wees voorzichtig bij overschakelen van andere (vooral langwerkende) antidepressiva en middelen tegen obsessieve stoornissen naar sertraline.

Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij epilepsie, diabetes mellitus, leverinsufficiëntie, gesloten kamerhoekglaucoom en bij een voorgeschiedenis van (hypo)manie of glaucoom.

Bloedingen: Toegenomen bloedingstijd en/of abnormale bloedingen, zoals ecchymose, gynaecologische, gastro-intestinale, cutane en mucosale en post-partumbloeding zijn gemeld bij gebruik van SSRI's. Wees voorzichtig bij een verhoogde bloedingsneiging en bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de bloedplaatjesfunctie beïnvloeden (zie ook de rubrieken Interacties en Zwangerschap).

Verlengde QT-tijd: Wees voorzichtig bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen, en congenitaal of verworven QT-verlenging.

Psychiatrische effecten: Een onderliggende manie kan manifest worden. Psychotische symptomen kunnen verergeren bij schizofrene patiënten.

Seksuele disfunctie: Er zijn meldingen geweest van langdurige seksuele disfunctie bij gebruik van SSRI's, die bleef aanhouden na het staken van de behandeling.

Suïciderisico: Bij suïcidaal gedrag in de voorgeschiedenis, evenals bij patiënten jonger dan 25 jaar is extra controle aangewezen, met name in de eerste weken van de therapie (als het middel nog onvoldoende effectief is) en na dosisaanpassingen. Er is een groter suïciderisico in het vroege stadium van herstel.

Fout-positieve uitslagen: Sertraline kan tot enkele dagen na staken fout-positieve resultaten geven van urine-immunoassay-onderzoeken op benzodiazepinen; bevestiging kan gekregen worden met behulp van gaschromatografie/massaspectrometrie.

Afbouwen: Vanwege onthoudingsverschijnselen een behandeling niet plotseling staken, maar de dosis afbouwen gedurende ten minste 2–4 weken, zie ook de rubriek Doseringen. Bij afbouwen niet om de dag doseren, omdat door de relatief korte halfwaardetijd van dit middel dan onthoudingsverschijnselen kunnen optreden. Risicofactoren voor het krijgen van onthoudingsverschijnselen zijn: behandeling met hogere doses dan de minimale effectieve dosis, het ervaren van onthoudingsverschijnselen bij een gemiste dosis, eerdere mislukte stoppoging.

Onderzoeksgegevens: Over gelijktijdige toepassing van ECT ontbreken onderzoeksgegevens. Niet gebruiken bij kinderen < 18 jaar (behalve voor obsessieve-compulsieve stoornis in de leeftijd van 6–17 jaar) vanwege een toegenomen kans op suïcidaal gedrag en vijandigheid, terwijl de werkzaamheid niet voldoende is vastgesteld en er onvoldoende gegevens zijn over het effect op groei en op de fysieke, seksuele, cognitieve, emotionele ontwikkeling. Bij kinderen met obsessief-compulsieve stoornis ontbreken langetermijngegevens over de veiligheid en werkzaamheid; controleer tijdens (vooral aan het begin van) de behandeling op suïcidale symptomen en controleer bij langdurig gebruik de groei en ontwikkeling. Vanwege onvoldoende klinische gegevens niet gebruiken bij een ernstige leverfunctiestoornis.

Hulpstoffen:

  • Wees voorzichtig met ethanol, in het concentraat, bij alcoholisme, zwangerschap, lactatie en jonge kinderen. Ethanol kan een effect op andere medicatie hebben. Wees bij risicogroepen voorzichtig met gelijktijdig gebruik van andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals ethanol of propyleenglycol, bevatten.
  • Glycerol, in het concentraat, kan hoofdpijn, maagklachten en diarree veroorzaken.

Rijvaardigheid: Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Acathisie: Indien acathisie ontstaat, kan een verhoging van de dosering schadelijk zijn.

Psychiatrische effecten: Een onderliggende manie kan manifest worden of verergeren; de behandeling dan staken.

Suïciderisico: Bij suïcidaal gedrag in de voorgeschiedenis, evenals bij patiënten jonger dan 25 jaar is extra controle aangewezen, met name in de eerste weken van de therapie (als het middel nog onvoldoende effectief is) en na dosisaanpassingen. Er is een groter suïciderisico in het vroege stadium van herstel.

Seksuele disfunctie: SSRI's en SNRI's kunnen symptomen van langdurige seksuele disfunctie geven met symptomen die blijven aanhouden nadat de behandeling is gestaakt.

Serotoninesyndroom: Zelden is bij SSRI's een serotoninesyndroom gemeld; bij een combinatie van symptomen als agitatie, tremoren, myoklonieën en hyperthermie dient men hierop verdacht te zijn en de behandeling te staken.

Bloedingen: Toegenomen bloedingstijd en/of abnormale bloedingen, zoals ecchymose, gynaecologische, gastro-intestinale, cutane en mucosale en post-partumbloeding zijn gemeld bij gebruik van SSRI's. Wees voorzichtig bij een verhoogde bloedingsneiging en bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de bloedplaatjesfunctie beïnvloeden (zie ook de rubrieken Interacties en Zwangerschap).

Ernstige huidreacties: Staak de behandeling direct bij het optreden van ernstige huidreacties, zoals Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse en erythema multiforme. De meeste kans op deze huidreacties is aan het begin van de behandeling.

Metabole effecten: Vooral in het begin van de behandeling kan de glykemische controle verstoord raken en kan aanpassing van de dosering van een bloedglucoseverlagend middel nodig zijn.

Comorbiditeit: Wees voorzichtig bij epilepsie in de anamnese. Bij optreden van convulsies, bij een toename van aanvallen en bij stijging van leverenzymwaarden de behandeling staken. Wees voorzichtig bij ouderen en bij patiënten met bloedingsstoornissen in de anamnese of met risicofactoren hiervoor, vanwege een toegenomen bloedingsrisico door SSRI's. Wees voorzichtig na een myocardinfarct en tijdens ECT vanwege gebrek aan klinische ervaring.

Afbouwen: Vanwege onthoudingsverschijnselen een behandeling niet plotseling staken, maar de dosis afbouwen gedurende ten minste 2–4 weken, zie ook de rubriek Dosering. Bij afbouwen niet om de dag doseren, omdat door de relatief korte halfwaardetijd van dit middel dan onthoudingsverschijnselen kunnen optreden. Risicofactoren voor het krijgen van onthoudingsverschijnselen zijn: behandeling met hogere doses dan de minimale effectieve dosis; het ervaren van onthoudingsverschijnselen bij een gemiste dosis; eerdere mislukte stoppoging.

Kinderen: Bij kinderen niet behandelen voor depressie, vanwege een toegenomen risico van suïcidaal gedrag en vijandigheid. Bij kinderen is de werkzaamheid onvoldoende vastgesteld. De gegevens bij kinderen op lange termijn over groei, seksueel functioneren, cognitieve - en gedragsontwikkeling ontbreken. Bij een obsessieve-compulsieve stoornis wordt bij kinderen zorgvuldige bewaking aanbevolen.

Rijvaardigheid: Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Symptomen

Overdosering kan het QT-interval verlengen. Daarom wordt ECG-monitoring aanbevolen in alle gevallen van overdosering. Na sertraline overdoses alleen of in combinatie met andere middelen en/of alcohol zijn doden gemeld.

Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info en toxicologie.org.

Overdosering

Symptomen

In enkele gevallen zijn cardiale symptomen (bradycardie, tachycardie, hypotensie), leverfunctiestoornissen, convulsies en coma waargenomen.

Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info en toxicologie.org.

Eigenschappen

Specifieke serotonineheropnameremmer (SSRI). Het remt de heropname van serotonine in het neuron. Werking is pas na 1–2 weken merkbaar.

Kinetische gegevens

Resorptie uitgebreid 'first pass'-effect.
T max 4,5–8,4 uur.
Overig therapeutische plasmaspiegel: 50–300 microg/l.
Eiwitbinding 98%.
Metabolisering via CYP3A4, CYP2C19 en CYP2D6 ; sertraline en de belangrijkste metaboliet desmethylsertaline zijn substraat voor P-glycoproteïne.
Eliminatie met de urine en feces.
T 1/2el 26 uur, bij verminderde leverfunctie langer.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Specifieke serotonineheropnameremmer (SSRI). Het werkingsmechanisme berust waarschijnlijk op specifieke remming van de heropname van serotonine in het neuron. Werking: na 2–4 weken merkbaar.

Kinetische gegevens

Resorptie volledig.
F 53%.
T max 3–8 uur.
V d 25 l/kg.
Metabolisering in de lever via type 2-reactie, o.a. via CYP2D6 tot inactieve metabolieten.
Eliminatie via de nieren als metaboliet, 4% onveranderd.
T 1/2el 13–15 uur na enkelvoudige en 17–22 uur na meervoudige toediening.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

sertraline hoort bij de groep serotonineheropnameremmers, selectief.

  • citalopram (N06AB04) Vergelijk
  • dapoxetine (G04BX14) Vergelijk
  • escitalopram (N06AB10) Vergelijk
  • fluoxetine (N06AB03) Vergelijk
  • fluvoxamine (N06AB08) Vergelijk
  • paroxetine (N06AB05) Vergelijk

Groepsinformatie

fluvoxamine hoort bij de groep serotonineheropnameremmers, selectief.

  • citalopram (N06AB04) Vergelijk
  • dapoxetine (G04BX14) Vergelijk
  • escitalopram (N06AB10) Vergelijk
  • fluoxetine (N06AB03) Vergelijk
  • paroxetine (N06AB05) Vergelijk
  • sertraline (N06AB06) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • serotonineheropnameremmers, selectief

Indicaties

  • angststoornissen
  • bipolaire stoornis
  • depressie

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • serotonineheropnameremmers, selectief

Indicaties

  • angststoornissen
  • bipolaire stoornis
  • depressie

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".