pneumokokkenvaccin (20-valent)

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Prevenar 20 (voorheen Apexxnar) XGVS Aanvullende monitoring Pfizer bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Bevat per dosis à 0,5 ml: serotypen 1, 3, 4, 5, 6A, 7F, 8, 9V, 10A, 11A, 12F, 14, 15B, 18C, 19A, 19F, 22F, 23F, 33F: 2,2 microg; serotype 6B: 4,4 microg. Is geconjugeerd aan dragereiwit CRM 197 en geadsorbeerd aan aluminiumfosfaat.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

pneumokokkenvaccin (20-valent) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

De richtlijn Pneumokokkenziekte en de factsheet Pneumokokkenvaccinatie op de site van het RIVM informeert over de actieve immunisatie met behulp van een pneumokokkenvaccin.

Indicaties

  • Actieve immunisatie voor de preventie van invasieve ziekten en pneumonie veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij volwassenen en kinderen vanaf 6 weken.
  • Actieve immunisatie voor de preventie van acute otitis media veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij kinderen vanaf 6 weken tot 18 jaar.

Doseringen

Er zijn geen of relatief weinig gegevens beschikbaar voor Prevenar 20 bij zuigelingen < 6 weken, premature zuigelingen, oudere ongevaccineerde of gedeeltelijk gevaccineerde zuigelingen en kinderen. De doseringsaanbevelingen zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de ervaring met Prevenar 13.

Klap alles open Klap alles dicht

Actieve immunisatie

Volwassenen

i.m. 1 dosis. De noodzaak voor een boostervaccinatie is niet vastgesteld.

Kinderen 2–17 jaar

i.m. 1 dosis. BIj eerdere vaccinatie met Prevenar 13, ten minste 8 weken wachten voordat Prevenar 20 wordt toegediend.

Kinderen van 12–23 maanden

i.m. 2 doses met een interval van ten minste 8 weken. Bij eerdere vaccinatie met Prevenar 13, ten minste 8 weken wachten voordat Prevenar 20 wordt toegediend.

Zuigelingen van 7–11 maanden

i.m. 3 doses waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 4 weken. Een derde dosis wordt aanbevolen in het tweede levensjaar.

Zuigelingen 6 weken–6 maanden

i.m. 4 doses bestaande uit primaire serie van drie doses met elk een interval van ten minste 4 weken. De vierde dosis (booster) tussen de leeftijd van 11 en 15 maanden.

Te vroeggeboren zuigelingen (< 37 weken)

i.m. 4 doses, bestaande uit primaire serie van drie doses met elk een interval van ten minste 4 weken, met de eerste dosis op de leeftijd van 2 maanden (eventueel vanaf 6 weken). De vierde dosis (booster) tussen de leeftijd van 11 en 15 maanden.

Toediening

  • I.m. toedienen in de deltaspier, bij zuigelingen in het anterolaterale deel van de dij;
  • Niet in of nabij zenuwen en bloedvaten injecteren;
  • In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.

Bijwerkingen

Kinderen 6 weken tot 5 jaar

Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats (roodheid, zwelling, pijn, gevoeligheid). Verminderde eetlust. Prikkelbaarheid. Sufheid/veel slapen, rusteloos of weinig slapen. Koorts.

Vaak (1-10%): reacties op injectieplaats (pijn of gevoeligheid die leiden tot bewegingsbeperking van het ledemaat). Koorts >38,9 °C. Diarree, braken. Huiduitslag

Soms (0,1-1%): huilen. Insult (waaronder koortsstuip). Urticaria.

Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreactie (zoals gezichtsoedeem, dyspneu, bronchospasme). Overgevoeligheid op de plaats van vaccinatie. Hypotone-hyporesponsieve episode.

Gemeld zijn: lymfadenopathie in regio vaccinatieplaats, anafylactische reactie (incl. shock), angio-oedeem, erythema multiforme, dermatitis, urticaria en jeuk op de vaccinatieplaats.

Kinderen van 5–18 jaar

Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats (roodheid, zwelling, induratie, pijn, gevoeligheid). Verminderde eetlust. Prikkelbaarheid. Suf voelen/veel slapen, rusteloos of weinig slapen. Hoofdpijn. Spierpijn. Vermoeidheid. Erytheem, induratie van of zwelling op vaccinatieplaats.

Vaak (1-10%): reacties op injectieplaat (pijn of gevoeligheid die leiden tot bewegingsbeperking van het ledemaat). Diarree, braken. Huiduitslag. Gewrichtspijn. Soms (0,1-1%): koorts. Urticaria.

Gemeld zijn: lymfadenopathie in regio vaccinatieplaats, anafylactische reactie (incl. shock), angio-oedeem, erythema multiforme, dermatitis, urticaria en jeuk op de vaccinatieplaats.

Volwassenen

Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats (pijn of gevoeligheid die leiden tot bewegingsbeperking van het ledemaat). Verminderde eetlust. Hoofdpijn. Spierpijn. Gewrichtspijn. Vermoeidheid. Erytheem, induratie van of zwelling op vaccinatieplaats.

Vaak (1-10%): reacties op injectieplaats (induratie, zwelling, erytheem), koorts.

Soms (0,1-1%): Reacties op injectieplaats (jeuk, urticaria). Lymfadenopathie, koude rillingen.

Gemeld zijn: lymfadenopathie in regio vaccinatieplaats, anafylactische reactie (incl. shock), angio-oedeem, erythema multiforme, dermatitis.

Interacties

Overweeg bij mensen met onderliggende aandoeningen die gepaard gaan met een hoog risico op het ontwikkelen van levensbedreigende pneumokokkenziekte, het griepvaccin (quadrivalent) apart toe te dienen (bv. met ca. 4 w. ertussen). Bij gelijktijdige toediening bij volwassenen ≥ 65 jaar was de immuunrespons niet minder, maar werden wel lagere titers waargenomen voor alle pneumokokkenserotypen die Prevenar 20 bevat, dan wanneer Prevenar 20 alleen werd toegediend. De klinische relevantie is onbekend.

Kan bij volwassenen samen met COVID-19-mRNA-vaccin worden toegediend.

Bij combinatie met immunosuppressieve therapie wordt mogelijk geen adequate respons op de vaccinatie bereikt.

Zwangerschap

Antistoffen kunnen de placenta passeren.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor reproductietoxiciteit. De beschikbare gegevens over de toediening van vaccins met geïnactiveerde micro-organismen of delen daarvan, wijzen niet op een groter risico op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Er zijn geen negatieve effecten bekend.

Advies: Kan worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • acute ernstige ziekte met koorts;
  • overgevoeligheid voor difterietoxoïd.

Waarschuwingen en voorzorgen

Stel vaccinatie uit bij een acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts. Bij aanwezigheid van een lichte infectie hoeft de vaccinatie niet uitgesteld te worden.

Overweeg bij immuungecompromitteerden vaccinatie op individuele basis; er zijn geen veiligheids- en immunogeniciteitsgegevens beschikbaar. Bij een verminderde immuunrespons, hetzij door het gebruik van immunosuppressiva, een genetische afwijking, HIV-infectie of andere oorzaken, is een verminderde antilichaamrespons mogelijk. De klinische relevantie hiervan is niet bekend.

Van een beperkt aantal mensen met een HIV-infectie, sikkelcelziekte (SCD) of een hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) zijn veiligheids- en immunogeniciteitsgegevens beschikbaar met Prevenar 13 (een vaccin met 13 polysacharideconjugaten die ook in het 20-valent vaccin zitten). Voor het 20-valent vaccin werden voor de meeste serotypen lagere gemiddelde titers waargenomen dan met het 13-valent vaccin. De klinische relevantie voor immuungecompromitteerde mensen is echter niet bekend.

Overweeg ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur bij de toediening van de primaire immunisatieserie aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap), vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.

Er zijn geen gegevens beschikbaar over opeenvolgende vaccinatie met andere pneumokokkenvaccins of een boosterdosis. Als het gebruik van een 23-valent pneumokokkenpolysaccharidenvaccin (Pneumovax 23) zinvol wordt geacht, dient volgens de fabrikant eerst het 20-valent vaccin gegeven te worden, gebaseerd op de klinische ervaring met het 13-valent vaccin.

De veiligheid en werkzaamheid bij zuigelingen < 6 weken zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.

Eigenschappen

Pneumokokkenconjugaatvaccin (PCV), bevat kapselpolysachariden van twintig Streptococcus pneumoniae-serotypen (20-valent). Het wijzigt de immuunrespons op de polysacharide van een T-cel-onafhankelijke respons in een T-cel-afhankelijke respons. De T-cel-afhankelijke respons leidt tot een betere antilichaamrespons en generatie van B-geheugencellen, waardoor een anamnestische (booster-)respons op nieuwe blootstelling aan de bacterie mogelijk wordt gemaakt.

Groepsinformatie

pneumokokkenvaccin (20-valent) hoort bij de groep vaccins.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Externe links