Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

apremilast

immunosuppressiva, selectieve L04AA32

Sluiten

abatacept

immunosuppressiva, selectieve L04AA24

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Otezla XGVS Aanvullende monitoring Amgen bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
30 mg
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Verpakkingsvorm
startverpakking

Bevat per verpakking: 4 tabletten van 10 mg, 4 tabletten van 20 mg en 19 tabletten van 30 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Orencia XGVS Bristol-Myers Squibb

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
125 mg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,4 ml, 0,7 ml, 1 ml, pen 1 ml
Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Verpakkingsvorm
flacon 250 mg

Het concentraat bevat na bereiding 25 mg/ml. Bevat 8,625 mg natrium per injectieflacon.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Behandel psoriasis in eerste instantie lokaal met indifferente middelen, zo nodig gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd. Voeg bij onvoldoende effect een lokaal vitamine D-analoog toe. Stap bij onvoldoende effect hiervan over op een klasse 4-corticosteroïd. Bouw na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analoga af tot een intermitterende behandeling. Continueer de indifferente middelen dagelijks. Om een schilferlaag te verwijderen kan een ontschilferingsmiddel worden toegepast. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien heeft een klasse 2-corticosteroïd de voorkeur. De keuze voor een applicatievorm is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (o.a. wel of niet behaarde hoofdhuid) en in belangrijke mate ook van de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis .

Behandeling met het immunosuppressivum apremilast is aan te bevelen als inductie- of onderhoudsbehandeling bij patiënten met matige tot ernstige chronische plaque-psoriasis, indien foto(chemo)therapie en conventionele systemische behandelingen ontoereikend of gecontra-indiceerd zijn, of niet worden verdragen.

Voor de behandeling van actieve artritis psoriatica kan het volgens het NVR-Standpunt apremilast (pdf 0,4 MB, 2016), alleen of in combinatie met een disease-modifying antirheumatic drug (DMARD) overwogen worden bij volwassenen die onvoldoende respons hadden of intolerant waren voor eerdere DMARD-therapie (conventioneel en biological) in combinatie met een conventioneel DMARD of als monotherapie.

Advies

Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.

Abatacept komt bij RA in aanmerking na falen van een csDMARD, bij voorkeur in combinatie met methotrexaat.

Indicaties

  • Matige tot ernstige chronische plaquepsoriasis bij volwassenen met onvoldoende respons op, of een contra-indicatie of een intolerantie voor andere systemische therapieën zoals ciclosporine, methotrexaat en PUVA (psoraleen en ultraviolet-A-licht).
  • Actieve artritis psoriatica (PsA), alleen of in combinatie met DMARD's, bij volwassenen die een onvoldoende respons hebben vertoond op of intolerant waren voor een eerdere DMARD-therapie.
  • Mondzweren die verband houden met ziekte van Behçet (BD) bij volwassenen die in aanmerking komen voor systemische therapie.

Gerelateerde informatie

  • psoriasis

Indicaties

  • Reumatoïde artritis:
    • In combinatie met methotrexaat voor de behandeling van volwassenen met matig-ernstige tot ernstige actieve reumatoïde artritis met onvoldoende respons op eerdere therapie met één of meer 'disease modifying antirheumatic drugs' (DMARDs) inclusief methotrexaat (MTX) of een TNF-α-blokker.
    • In combinatie met methotrexaat voor de behandeling van volwassenen met hoog-actieve en progressieve reumatoïde artritis die niet eerder zijn behandeld met methotrexaat.
  • Actieve artritis psoriatica bij volwassenen met onvoldoende respons op eerdere DMARD-behandeling, inclusief methotrexaat, en voor wie extra systemische therapie voor psoriatische huidlaesies niet is vereist.
  • Matige tot ernstige actieve polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (pJIA) bij kinderen ≥ 2 jaar met inadequate respons op of intolerantie voor andere DMARD’s, in combinatie met methotrexaat of als monotherapie.

Gerelateerde informatie

  • Reumatoïde artritis

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Plaquepsoriasis, artritis psoriatica, ziekte van Behçet

Volwassenen

Beginnen met een dosistitratie: startverpakking: dag 1 's ochtends 10 mg, dag 2 's ochtends en 's avonds 10 mg, dag 3 's ochtends 10 mg en 's avonds 20 mg, dag 4 's ochtends en 's avonds 20 mg, dag 5 's ochtends 20 mg en 's avonds 30 mg en dag 6 's ochtends en 's avonds 30 mg. Daarna 's ochtends en 's avonds 30 mg. De tabletten innemen met een tussentijd van circa 12 uur. Doorgaans wordt de grootste verbetering waargenomen binnen 24 weken voor psoriasis en psoriatische artritis en binnen 12 weken voor de ziekte van Behçet. Indien na deze tijdsperiode geen teken van verbetering is opgetreden, de behandeling heroverwegen. De respons van de patiënt regelmatig evalueren.

Bij ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min): dosistitratie: dag 1 t/m 3: 's ochtends 10 mg, dag 4 en 5: 's ochtends 20 mg en dag 6: 's ochtends 30 mg. Daarna 30 mg 1×/dag. Er is geen dosisaanpassing nodig bij licht en matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring > 30 ml/min).

Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.

Vergeten dosis: een vergeten dosis alsnog zo snel mogelijk innemen, tenzij het bijna tijd is voor de volgende dosis.

De tablet in zijn geheel (zonder kauwen of fijnmalen) innemen, met of zonder voedsel.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Reumatoïde artritis

Volwassenen

i.v.-infusie: lichaamsgewicht < 60 kg: 500 mg; 60–100 kg: 750 mg; > 100 kg: 1000 mg. Toedienen als i.v.-infusie gedurende 30 minuten. Na 2 en 4 weken herhalen en daarna elke 4 weken. Bij onvoldoende klinische respons binnen 6 maanden, voortzetten van de behandeling heroverwegen.

subcutaan: na een oplaaddosis als i.v.-infusie binnen een dag starten met de s.c.-injectie van 125 mg, gevolgd door 125 mg 1× per week. Indien geen i.v.-infusie kan worden gegeven kan ook direct worden gestart met de wekelijkse subcutane injecties. Bij onvoldoende klinische respons binnen 6 maanden, voortzetten van de behandeling heroverwegen.

Een vergeten subcutane dosis zo snel mogelijk alsnog toedienen indien dit nog binnen 3 dagen na de geplande datum is; daarna het oorspronkelijk schema volgen. Indien de vergeten dosis pas later wordt opgemerkt op basis van medische beoordeling de patiënt adviseren wanneer de volgende dosis te nemen.

Bij switchen van de i.v.- naar de s.c.-toediening: de eerste s.c.-dosis geven op het moment van de eerstvolgende geplande i.v.-dosis.

Artritis psoriatica

Volwassenen

i.v.-infusie: lichaamsgewicht < 60 kg: 500 mg; 60–100 kg: 750 mg; > 100 kg: 1000 mg. Toedienen als i.v.-infusie gedurende 30 minuten. Na 2 en 4 weken herhalen en daarna elke 4 weken. Bij onvoldoende klinische respons binnen 6 maanden, voortzetten van de behandeling heroverwegen.

subcutaan: 125 mg 1× per week, zonder i.v. oplaaddosis. Bij onvoldoende klinische respons binnen 6 maanden, voortzetten van de behandeling heroverwegen.

Een vergeten subcutane dosis zo snel mogelijk alsnog toedienen indien dit nog binnen 3 dagen na de geplande datum is; daarna het oorspronkelijke schema volgen. Indien de vergeten dosis pas later wordt opgemerkt op basis van medische beoordeling de patiënt adviseren wanneer de volgende dosis te nemen.

Bij switchen van de i.v.- naar de s.c.-toediening: de eerste s.c.-dosis geven op het moment van de eerstvolgende geplande i.v.-dosis.

Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis

Kinderen 6–17 jaar

i.v.-infusie: lichaamsgewicht < 75 kg: 10 mg/kg lichaamsgewicht; 75–100 kg: 750 mg; > 100 kg: 1000 mg. Toedienen als i.v.-infusie gedurende 30 minuten. Na 2 en 4 weken herhalen en daarna elke 4 weken. Bij onvoldoende klinische respons binnen 6 maanden, voortzetten van de behandeling heroverwegen.

Kinderen 2–17 jaar

subcutaan: lichaamsgewicht 10–25 kg: 50 mg 1×/week; 25–50 kg: 87,5 mg 1×/week; ≥ 50 kg: 125 mg 1×/week. Er wordt geen i.v. oplaaddosis gegeven.

Bij switchen van de i.v.- naar de s.c.-toediening: de eerste s.c.-dosis geven op het moment van de eerstvolgende geplande i.v.-dosis.

Ouderen: een dosisaanpassing is niet nodig.

Bij lever- en nierfunctiestoornis: er zijn geen doseringsadviezen wegens het ontbreken van gegevens.

Toedieningsinformatie: direct na aanmaken van het concentraat dit voor infusie verdunnen tot 100 ml met fysiologisch zout. De eindconcentratie mag niet hoger zijn dan 10 mg/ml.

De injectieplaatsen voor de subcutane injectie afwisselen; niet toedienen op plaatsen waar de huid gevoelig, rood, gekneusd of hard is.

Bijwerkingen

Aangelegenheden met betrekking tot producten

Beklemd gevoel in de keel -

Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum

Bronchospasme -
Dyspneu -
Exacerbatie COPD -
Exacerbatie van astma -
Hoesten Vaak
Keelbeklemming -
Piepen -

Algemeen en toedieningsplaats

Asthenie -
Vermoeidheid Vaak

Bloed en lymfestelsel

Leukopenie -
Trombocytopenie -

Bloedvaten

Hematoom -
Hypertensie -
Hypotensie -
Opvlieger -
Overmatig blozen -
Vasculitis -

Hart

Bradycardie -
Hartkloppingen -
Tachycardie -

Huid en onderhuid

Acne -
Alopecia -
Angio-oedeem ?
Dermatitis -
Droge huid -
Erytheem -
Hyperhidrose -
Pruritus -
Psoriasis -
Rash Soms
Urticaria Soms

Immuunsysteem

Overgevoeligheid Soms

Infecties

Bacteriëmie -
Bekkenontsteking -
Bovenste-luchtweginfectie Zeer vaak
Bronchitis Vaak
Conjunctivitis -
Griep -
Herpes simplex -
Herpes zoster -
Herpesvirusinfectie -
Nasofaryngitis Vaak
Onderste-luchtweginfectie -
Onychomycose -
Oorinfectie -
Orale herpes -
Pneumonie -
Pyelonefritis -
Rhinitis -
Sepsis -
Sinusitis -
Subcutaan abces -
Tandinfectie -
Tracheïtis -
Tuberculose -
Urineweginfectie -

Lever en galwegen

Leverfunctie afwijkend -

Maagdarmstelsel

Braken Vaak
Buikpijn Vaak
Diarree Zeer vaak
Dyspepsie Vaak
Gastritis -
Gastro-intestinale bloeding Soms
Gastro-oesofageale refluxziekte Vaak
Maag-darminfectie -
Mondulceratie -
Nausea Zeer vaak
Orale aften -
Verhoogde stoelgangsfrequentie Vaak

Onderzoeken

Gewicht verhoogd -
Gewicht verlaagd Soms

Oog

Droog oog -
Gezichtsvermogen afgenomen -

Psyche

Angst -
Depressie Vaak
Insomnia Vaak
Slaapstoornis -
Suïcidaal gedrag Soms

Skeletspieren en bindweefsel

Artralgie -
Pijn in extremiteit -
Rugpijn Vaak
Skeletspierstelselinfectie -

Stofwisseling en voeding

Verminderde eetlust Vaak

Tumoren (inclusief cysten en poliepen)

Basaalcelcarcinoom -
Huidpapilloom -
Longneoplasma maligne -
Lymfoom -
Plaveiselcelcarcinoom -

Voortplantingsstelsel en borst

Amenorroe -
Menorragie -

Zenuwstelsel

Duizeligheid -
Hoofdpijn Zeer vaak
Migraine Vaak
Paresthesie -
Spanningshoofdpijn Vaak
  • Misselijkheid en diarree verdwijnen doorgaans binnen 4 weken.
  • Gewichtsvermindering; bij patiënten met PsA en PSOR, die tot 52 weken werden behandeld, gemiddeld ca. 2 kg (bij ca. 14% is een 5–10% gewichtsverlies van waargenomen en bij ca. 6%, een gewichtsverlies van >10%). Bij patiënten met BD die 52 weken werden behandeld, is gemiddeld 0,52 kg gewichtsverlies (bij ca. 11,8% is een gewichtsverlies van 5–10% waargenomen en bij 3,8% een gewichtsverlies van > 10%). Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Aangelegenheden met betrekking tot producten

Beklemd gevoel in de keel ?

Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum

Bronchospasme Soms
Dyspneu Soms
Exacerbatie COPD Vaak
Exacerbatie van astma Soms
Hoesten Vaak
Keelbeklemming Soms
Piepen Soms

Algemeen en toedieningsplaats

Asthenie Vaak
Vermoeidheid Vaak

Bloed en lymfestelsel

Leukopenie Soms
Trombocytopenie Soms

Bloedvaten

Hematoom Soms
Hypertensie Vaak
Hypotensie Soms
Opvlieger Soms
Overmatig blozen Soms
Vasculitis Soms

Hart

Bradycardie Soms
Hartkloppingen Soms
Tachycardie Soms

Huid en onderhuid

Acne Soms
Alopecia Soms
Angio-oedeem -
Dermatitis Vaak
Droge huid Soms
Erytheem Soms
Hyperhidrose Soms
Pruritus Soms
Psoriasis Soms
Rash Vaak
Urticaria Soms

Immuunsysteem

Overgevoeligheid Soms

Infecties

Bacteriëmie Zelden
Bekkenontsteking Zelden
Bovenste-luchtweginfectie Zeer vaak
Bronchitis Vaak
Conjunctivitis Soms
Griep Vaak
Herpes simplex Vaak
Herpes zoster Vaak
Herpesvirusinfectie Vaak
Nasofaryngitis Zeer vaak
Onderste-luchtweginfectie Vaak
Onychomycose Soms
Oorinfectie Soms
Orale herpes Vaak
Pneumonie Vaak
Pyelonefritis Soms
Rhinitis Soms
Sepsis Soms
Sinusitis Zeer vaak
Subcutaan abces Soms
Tandinfectie Soms
Tracheïtis Zeer vaak
Tuberculose Zelden
Urineweginfectie Vaak

Lever en galwegen

Leverfunctie afwijkend Vaak

Maagdarmstelsel

Braken Vaak
Buikpijn Vaak
Diarree Vaak
Dyspepsie Vaak
Gastritis Soms
Gastro-intestinale bloeding -
Gastro-oesofageale refluxziekte -
Maag-darminfectie Zelden
Mondulceratie Vaak
Nausea Vaak
Orale aften Vaak
Verhoogde stoelgangsfrequentie -

Onderzoeken

Gewicht verhoogd Soms
Gewicht verlaagd -

Oog

Droog oog Soms
Gezichtsvermogen afgenomen Soms

Psyche

Angst Soms
Depressie Soms
Insomnia Soms
Slaapstoornis Soms
Suïcidaal gedrag -

Skeletspieren en bindweefsel

Artralgie Soms
Pijn in extremiteit Soms
Rugpijn -
Skeletspierstelselinfectie Soms

Stofwisseling en voeding

Verminderde eetlust -

Tumoren (inclusief cysten en poliepen)

Basaalcelcarcinoom Soms
Huidpapilloom Soms
Longneoplasma maligne Zelden
Lymfoom Zelden
Plaveiselcelcarcinoom Zelden

Voortplantingsstelsel en borst

Amenorroe Soms
Menorragie Soms

Zenuwstelsel

Duizeligheid Soms
Hoofdpijn Vaak
Migraine Soms
Paresthesie Soms
Spanningshoofdpijn -
  • Gemeld is dyspneu na subcutane injectie.
  • Bij kinderen met pJIA is tevens vaak gemeld: infectie bovenste luchtwegen (waaronder sinusitis, nasofaryngitis en rinitis), otitis media, otitis externa, hematurie, koorts. Een geval van abces in een ledemaat is gemeld bij een patiënt met pJIA gedurende de 20 maanden extensieperiode.
  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Gelijktijdige toediening van de sterke CYP3A4-inductor rifampicine resulteerde in een daling van de blootstelling van apremilast met ca. 72% en van de maximale serumconcentratie met ca. 43%; in verband met een mogelijk verminderde respons de combinatie met sterke CYP3A4-inductoren (zoals rifampicine, fenobarbital, carbamazepine, fenytoïne en sint-janskruid) vermijden. Apremilast kan wel gelijktijdig worden toegediend met sterke CYP3A4-remmers.

Wees zeer voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die psychiatrische klachten kunnen veroorzaken, zie de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen.

Apremilast kan gelijktijdig worden toegediend met een lokale behandeling voor psoriasis zoals corticosteroïden, koolteershampoo en salicylzuurpreparaten voor de hoofdhuid en met UVB-fototherapie.

Interacties

Combinatie met een TNF-α-blokker geeft een hogere frequentie van algemene en ernstige infecties en wordt daarom afgeraden.

Gelijktijdig toediening van biologische immunosuppressiva of immunomodulerende middelen kan het effect van abatacept op het immuunsysteem versterken.

Levend verzwakte vaccins niet tijdens of gedurende drie maanden na de behandeling met abatacept geven. Vaccinaties met gedode verwekkers of afgeleid antigeen zijn tijdens immunosuppressieve therapie mogelijk minder effectief door een verminderde immuunrespons; het vermogen voor een klinisch significante immuunrespons is niet significant afgeremd. Bij juveniele idiopathische artritis de door de vaccinatierichtlijnen voorgeschreven vaccins alsnog toedienen vóór beginnen van de behandeling met abatacept.

Er zijn onvoldoende gegevens om de veiligheid van abatacept in combinatie met anakinra of rituximab te beoordelen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren alleen bij supratherapeutische doseringen aanwijzingen voor schadelijkheid (verminderd foetaal gewicht, vertraagde ossificatie van het supraoccipitale schedelbot, prenatale sterfte).

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Overig: Vóór behandeling zwangerschap uitsluiten. Tijdens de behandeling dient een vruchtbare vrouw adequate anticonceptieve maatregelen te nemen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Abatacept passeert de placenta.

Teratogenese: Onvoldoende gegevens.

Farmacologisch effect: het kind heeft meer kans op infecties.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Vruchtbare vrouwen dienen adequate anticonceptie toe te passen gedurende de behandeling met abatacept tot en met 14 weken na toediening van de laatste dosering. De NVR-richtlijn Biologicals ontraadt gebruik tijdens de zwangerschap en adviseert 6 maanden vóór de geplande conceptie abatacept te staken. Dien geen levend vaccin toe aan kinderen die in utero zijn blootgesteld aan abatacept, tot 14 weken na de laatste toediening van abatacept aan de moeder tijdens de zwangerschap.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.

Farmacologisch effect: Nadelige effecten bij de zuigeling kunnen niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren. Bij de mens onbekend.

Advies: Geen borstvoeding geven gedurende de behandeling met abatacept tot en met 14 weken na toediening van de laatste dosering.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

Zie de rubriek Zwangerschap.

Contra-indicaties

Ernstige en onbeheersbare infecties zoals sepsis en opportunistische infecties. De behandeling niet beginnen bij actieve infecties met inbegrip van chronische of lokale infecties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Staak behandeling bij het optreden van suïcidale gedachten of suïcidaal gedrag. Apremilast is geassocieerd met een verhoogd risico op psychische stoornissen zoals slapeloosheid en depressie. Er zijn gevallen van suïcidale gedachten, suïcidaal gedrag en van zelfmoord gemeld tijdens behandeling, zowel bij patiënten met als zonder een voorgeschiedenis van depressie; Bij een voorgeschiedenis van psychiatrische klachten of bij gebruik van andere geneesmiddelen die psychiatrische klachten kunnen veroorzaken, de balans tussen werkzaamheid en risico’s zorgvuldig afwegen; indien psychiatrische klachten verergeren of nieuwe klachten optreden de behandeling staken. Laat patiënten en verzorgers onmiddellijk contact opnemen bij elke gedrags- of stemmingsverandering en/of elk symptoom van suïcidale gedachten.

Overweeg staken bij ernstige diarree, misselijkheid of braken. Deze bijwerkingen zijn gemeld (soms met ziekenhuisopname) en treden meestal op in de eerste paar weken van de behandeling. Vooral ouderen (> 65 j.) lopen meer kans op complicaties.

Controleer bij patiënten met ondergewicht bij begin van de behandeling regelmatig het lichaamsgewicht. Overweeg bij onverklaarbaar en klinisch significant gewichtsverlies bij deze patiënten de behandeling te staken; zie ook de rubriek Bijwerkingen.

De veiligheid van apremilast is niet onderzocht bij een verminderde leverfunctie en bij een matig of ernstig verminderde nierfunctie. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen tot 17 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

(Reacivatie van) Infecties: wees door de verminderde afweer voorzichtig bij ouderen, bij een voorgeschiedenis van recidiverende infecties of bij onderliggende ziekten die een predispositie kunnen vormen voor infecties. Bij ouderen (> 65 j.) komen ernstige infecties vaker voor. Bij COPD zijn met abatacept ernstige bijwerkingen gezien, waaronder COPD-exacerbaties. Voorafgaand aan behandeling controleren op latente tuberculose en virale hepatitis. Bij overzetten van een TNF-α-blokker op abatacept controleren op tekenen van infecties. Bij optreden van een ernstige infectie de behandeling staken.

Maligniteiten: de mogelijkheid bestaat dat de afweer tegen maligniteiten wordt aangetast. De mogelijke rol van abatacept op de ontwikkeling van maligniteiten is onbekend. Patiënten – in het bijzonder bij risicofactoren voor huidkanker – regelmatig controleren op aanwezigheid van niet-melanotische huidkanker.

PML: controleer op tekenen van progressieve multifocale leuko-encefalopathie zoals ontwikkeling of verergering van neurologische, cognitieve of gedragsmatige afwijkingen. Bij vermoeden van PML de behandeling onderbreken en passende diagnostiek verrichten. Als de diagnose PML wordt bevestigd de behandeling definitief staken.

Bij ernstige allergische of anafylactische reacties de behandeling permanent staken.

Bij het uitvoeren van werkzaamheden rekening houden met verminderde gezichtsscherpte en duizeligheid.

Klinische testen: een test voor bloedglucose die glucosedehydrogenase pyrroloquinolinequinone (GDH-PQQ) bevat, niet gebruiken.

Kinderen : intraveneus gebruik bij leeftijd < 6 jaar of subcutaan bij < 2 jaar is af te raden vanwege het ontbreken van gegevens over de veiligheid en werkzaamheid.

Eigenschappen

Selectief immunosuppressivum. Remt fosfodi-esterase-4 (PDE-4) in inflammatoire cellen, waardoor een downregulatie van de inflammatoire respons optreedt, met een afname in inflammatoire cytokinen zoals TNF-α, IL-23 en IL-17 en een stijging van anti-inflammatoire cytokinen zoals IL-10.

Kinetische gegevens

F ca. 73%.
T max ca. 2,5 uur.
V d 1,24 l/kg.
Metabolisering uitgebreid via CYP- en niet-CYP-gemedieerde wegen, waaronder oxidatie, hydrolyse en conjugatie. Oxidatief voornamelijk via CYP3A4.
Eliminatie voornamelijk als metabolieten; met de urine ca. 60%, met de feces ca. 40%.
T 1/2el ca. 9 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Abatacept is een humaan fusie-eiwit geproduceerd met recombinant-DNA-techniek. Voor activatie van T-lymfocyten zijn twee signalen van antigeenpresenterende cellen nodig: herkenning van een specifiek antigeen door een T-cel receptor en een co-stimulatiesignaal. Een belangrijke co-stimulatie is de binding van CD80- en CD86-moleculen op het oppervlak van antigeenpresenterende cellen aan de CD28-receptor op de T-lymfocyt. Abatacept remt deze co-stimulatie door selectieve binding aan CD80- en CD86. Door verminderde activatie van T-lymfocyten wordt de antigeenspecifieke immuunrespons van deze cellen geremd.

Kinetische gegevens

F s.c. ca. 79%.
V d 0,11 l/kg.
T 1/2el ca. 14 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

apremilast hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • anifrolumab (L04AA51) Vergelijk
  • avacopan (L04AA59) Vergelijk
  • baricitinib (L04AA37) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AA26) Vergelijk
  • eculizumab (L04AA25) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AA18) Vergelijk
  • filgotinib (L04AA45) Vergelijk
  • leflunomide (L04AA13) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • pegcetacoplan (L04AA54) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AA43) Vergelijk
  • sirolimus (L04AA10) Vergelijk
  • sutimlimab (L04AA55) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AA29) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AA44) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AA33) Vergelijk

Groepsinformatie

abatacept hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • anifrolumab (L04AA51) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AA59) Vergelijk
  • baricitinib (L04AA37) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AA26) Vergelijk
  • eculizumab (L04AA25) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AA18) Vergelijk
  • filgotinib (L04AA45) Vergelijk
  • leflunomide (L04AA13) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • pegcetacoplan (L04AA54) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AA43) Vergelijk
  • sirolimus (L04AA10) Vergelijk
  • sutimlimab (L04AA55) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AA29) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AA44) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AA33) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Indicaties

  • psoriasis

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Indicaties

  • Reumatoïde artritis

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".