Samenstelling
Cayston (als lysine) Gilead Sciences bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor vernevelvloeistof
- Sterkte
- 75 mg
- Verpakkingsvorm
- met oplosmiddel 1 ml en Altera-vernevelaar
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Dificlir Tillotts Pharma GmBH
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 200 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Xcyst (amygdalaat) ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, maagsapresistent
- Sterkte
- 500 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Patiënten met cystische fibrose (CF), ook wel taaislijmziekte of mucoviscidose genoemd, worden primair behandeld in een CF-centrum. Onderdelen van de behandeling zijn: fysiotherapie met aandacht voor speciale ademhalingstechnieken en conditietraining. Verder: calorierijke voeding met suppletie van vitaminen en zo nodig pancreatine. Behandel luchtweginfecties snel met antibiotica, geef mucolytische therapie en ‘cystic fibrosis transmembrane conductance regulator’ (CFTR)-modulatoren bij bepaalde genmutaties.
Bij luchtweginfecties bij CF is de keuze van antibiotica afhankelijk van de verwekker, mate van kolonisatie, eerdere effecten van antibiotica bij de patiënt en het resistentiepatroon.
De meeste CF-patiënten met een chronische P. aeruginosa-infectie worden behandeld met een onderhoudsbehandeling van een inhalatie antibioticum, eventueel aangevuld met azitromycine per os. Beschikbare antibiotica per inhalatie voor deze indicatie zijn: aztreonam, colistine, levofloxacine en tobramycine. De keuze voor een inhalatie antibioticum wordt in de praktijk door factoren als verdraagzaamheid, gevaar van bijwerkingen (bijvoorbeeld tobramycine en kans op oto- en nefrotoxiciteit, eerdere tendinitis bij fluorochinolonen), therapietrouw (frequentie en duur vernevelen) en de gevoeligheid in een antibiogram bepaald. Zie voor meer informatie over de behandeling van CF-patiënten met een chronische infectie met Pseudomonas aeruginosa de pagina Behandeling van chronische P. aeruginosa, onderdeel van de kwaliteitsstandaard Cystic Fibrosis (2019) op richtlijnendatabase.nl.
Advies
Bij Clostridioides difficile-geassocieerde ziekte (CDAD) wordt antibiotische behandeling ingesteld indien de patiënt langdurige of ernstige symptomen of een ernstig onderliggend lijden heeft of in het ziekenhuis is opgenomen. Bij een 1e CDAD is metronidazol het middel van eerste keus en vancomycine het middel van tweede keus. Bij een 1e recidief wordt herbehandeling met het oorspronkelijk verstrekte middel aanbevolen. Bij een ≥ 2e recidief is vancomycine aangewezen. Fidaxomicine kan worden ingezet bij een 1e CDAD of een 1e recidief. Het middel lijkt het aantal recidieven op de korte termijn te beperken. Fidaxomicine is niet onderzocht bij patiënten met pseudomembraneuze colitis, fulminante ziekte of toxisch megacolon en ook niet bij patiënten met een ≥ 2e recidief-CDAD.
Advies
Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen kan vanzelf overgaan; overweeg in de eerstelijnszorg daarom in overleg met de patiënte een afwachtend beleid (met zo nodig pijnstilling). Ga bij risicogroepen , waaronder zwangeren, mannen en kinderen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling meteen met een voorkeursmiddel, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren en kinderen ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling van cystitis bij risicogroepen en van urineweginfecties met tekenen van weefselinvasie zie: urineweginfecties.
Indicaties
- Suppressieve behandeling van chronische longinfecties veroorzaakt door Pseudomonas aeruginosa bij patiënten van 6 jaar en ouder met cystische fibrose (CF).
Indicaties
- Behandeling van volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht vanaf 12,5 kg met Clostridioides difficile-infecties (CDI), ook wel C. difficile-geassocieerde diarree (CDAD) genoemd.
Indicaties
- Ongecompliceerde urineweginfecties indien conventionele behandeling met antibiotica niet effectief of gecontra-indiceerd is.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Vóór elke dosis aztreonam eerst een bronchodilatator gebruiken (kortwerkende bronchodilatatoren 15 minuten tot 4 uur en langwerkende tussen 30 minuten en 12 uur voorafgaand aan aztreonam). Voor patiënten die meerdere inhalatiebehandelingen ontvangen is de aanbevolen volgorde:
- bronchodilatator;
- mucolytica;
- en ten slotte aztreonam.
Als suppressie van chronische longinfecties veroorzaakt door Pseudomonas aeruginosa bij CF-patiënten
Volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar
Richtlijn: inhalatie 75 mg 3×/24 uur gedurende 28 dagen. Tussen de afzonderlijke doses een periode van ten minste 4 uur in acht nemen. Indien meerdere kuren noodzakelijk geacht worden, tussen twee kuren een periode van ten minste 28 dagen aanhouden.
Toediening
- Aztreonam alleen gebruiken met de Altera-vernevelaar en de -aerosolproductie–eenheid, aangesloten op een eBase-Controller of een eFlow-rapid-besturingseenheid.
- Aztreonam onmiddellijk na reconstitutie met het meegeleverde oplosmiddel toedienen.
Doseringen
Behandeling van een Clostridioides difficile-infectie
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen vanaf 12,5 kg
Standaarddosering: 200 mg iedere 12 uur gedurende 10 dagen.
Langdurig gepulseerde dosering: 200 mg 2×/dag gedurende dag 1–5 (geen inname van een tablet op dag 6) en vervolgens 1×/dag om de dag gedurende dag 7 tot 25.
Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig, wees in verband met beperkte klinische gegevens wel voorzichtig bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min).
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig, wees in verband met beperkte klinische gegevens wel voorzichtig bij een (matig-)ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore van 7–15).
Toediening: de tablet in zijn geheel met water innemen. Kan met of zonder voedsel worden ingenomen.
Doseringen
Zorg voor een voldoende zure urine (pH ≤ 5,5) gedurende de behandeling. De urine niet extra aanzuren bij een (licht tot matig) verminderde nierfunctie in verband met de kans op acidose.
Voor een goede werking dient formaldehyde 30–90 minuten in een voldoende hoge concentratie in de blaas te verblijven. Bij gebruik van een blaaskatheter hiermee rekening houden.
Ongecompliceerde urineweginfecties, indien conventionele behandeling met antibiotica niet effectief of gecontra-indiceerd is
Volwassenen en kinderen > 12 jaar
1 g (= 2 tabletten) 4×/dag gedurende één week.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoesten (bij ca. 58%), piepend ademhalen, dyspneu, faryngolaryngeale pijn, neusverstopping. Koorts (vaker bij kinderen van 6–12 jaar).
Vaak (1-10%): bronchospasme, hemoptoë, verminderde longfunctiewaarden (echter geen aanhoudende daling van FEV1). Klachten op de borst. Rinorroe. Huiduitslag. Gewrichtspijn.
Soms (0,1-1%): gezwollen gewrichten.
Bijwerkingen
Vaak (> 10%): misselijkheid, braken, obstipatie.
Soms (0,1-1%): verminderde eetlust. Droge mond, flatulentie, opgezette buik. Duizeligheid, hoofdpijn, smaakstoornis. Verhoogde ALAT-waarde. Huiduitslag, jeuk.
Verder zijn gemeld: acute overgevoeligheidsreacties zoals angio-oedeem en dyspneu.
Kinderen: Het veiligheidsprofiel komt naar verwachting overeen met dat van volwassenen, wel is bij kinderen ook incidenteel urticaria gemeld.
Bijwerkingen
Maag-darmstelsel: Anorexie, stomatitis, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree.
Huid en onderhuid: Huiduitslag (bv. erythemateuze eruptie), jeuk, urticaria, allergische dermatitis.
Nieren en urinewegen: In het begin meestal voorbijgaande branderige mictie. Vooral bij hoge doseringen en/of na langdurig gebruik kan irritatie van het slijmvlies in de urinewegen optreden, soms gepaard gaand met hematurie, albuminurie, proteïnurie, pollakisurie, dysurie en polyurie. Hoge doses kunnen een acute ontsteking van de urineweg veroorzaken.
Verder zijn gemeld: hoofdpijn, smaakstoornis. Oorsuizen. Gegeneraliseerd oedeem. Dyspneu, lipoïde pneumonitis. Spierspasme. Bij langdurig en frequent gebruik benigne en maligne neoplasmata (incl. cysten en poliepen) van de darm, blaas en beenmerg door de carcinogene werking van formaldehyde.
Interacties
Fidaxomicine is een substraat voor P-glycoproteïne (Pgp) én is zelf mogelijk een milde tot matige remmer van intestinaal Pgp. Gelijktijdige toediening van sterke Pgp-remmers zoals ciclosporine, ketoconazol, erytromycine, claritromycine, verapamil en amiodaron wordt niet aanbevolen. Wees voorzichtig bij combinatie van fidaxomicine met andere, minder sterke, Pgp-remmers. Wees voorzichtig bij toediening met geneesmiddelen die in hoge mate afhankelijk zijn van intestinaal Pgp (zoals dabigatran); de invloed op digoxine is niet klinisch relevant.
Fidaxomicine en de werkzame metaboliet zijn (in vitro) remmers van de transporters BCRP, MRP2 en OATP2B1; fidaxomicine heeft echter géén klinisch significant effect op de blootstelling aan rosuvastatine (een substraat voor OATP2B1 en BCRP). De klinische relevantie van MRP2-remming is nog niet bekend.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met sulfonamiden of cotrimoxazol vermeerdert de kans op kristalurie en is gecontra-indiceerd.
Gelijktijdig gebruik van aminoglycosiden zoals gentamicine is gecontra-indiceerd vanwege een verminderde effectiviteit van aminoglycosiden in een zuur milieu.
Vermijd combinatie met stoffen die de urine alkalisch maken (zoals sommige antacida, natriumwaterstofcarbonaat, kaliumcitraat, acetazolamide, en thiazide-diuretica), omdat dit de werking van methenamine vermindert.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. De systemische concentratie van aztreonam na inhalatie is laag.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend, bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Methenamine passeert de placenta en is aantoonbaar in amnionvocht.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Dit geneesmiddel is niet geïndiceerd voor gebruik bij zwangeren (= gecompliceerde urineweginfectie); het gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate. Na inhalatie bedraagt de systemische concentratie van aztreonam ca. 1% ten opzichte van een injectie. Na toediening van een injectie worden zeer lage concentraties teruggevonden in de moedermelk. De orale absorptie van aztreonam bij de zuigeling is bovendien gering.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ondanks dat de systemische blootstelling aan fidaxomicine laag is, kan een risico voor de zuigeling niet geheel uitgesloten worden.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, methenamine voor zover bekend in geringe hoeveelheden, het in het preparaat gebonden amandelzuur komt wel in grote hoeveelheden in de moedermelk terecht. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- nierinsufficiëntie, met een creatinineklaring < 50 ml/min;
- ernstig gestoorde leverfunctie;
- ernstige dehydratie;
- metabole acidose;
- jicht.
Waarschuwingen en voorzorgen
Volg patiënten met een voorgeschiedenis van allergie voor β-lactamantibiotica nauwkeurig, ondanks dat aztreonam slechts zwak immunogeen is. Het risico op kruisovergevoeligheid met β-lactamantibiotica is laag, en het grootst met ceftazidim of cefiderocol (identieke R1-zijketen), Het optreden van huiduitslag of bronchospasme kan een aanwijzing zijn voor een allergische reactie.
Bronchospasme is vaak ook een complicatie van een behandeling met geneesmiddelen in aërosolvorm; vóór toediening van aztreonam eerst behandelen met een bronchodilatator.
Hemoptoë kan verergeren door inhalatie van de vernevelvloeistof, door opwekking van de hoestreflex. Bij actieve hemoptoë daarom alleen op strikte indicatie toepassen.
Resistentievorming en superinfectie: tijdens de behandeling met aztreonam kan afname van de gevoeligheid van Pseudomonas aeruginosa optreden. Na meerdere kuren kan na verloop van tijd een verhoogde prevalentie van Staphylococcus aureus (zowel MRSA als MSSA), Aspergillus- en Candida-species optreden.
Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid is niet vastgesteld bij:
- een voorspelde FEV1–waarde van > 75%;
- verminderde lever- of nierfunctie;
- een leeftijd van < 6 jaar of ≥ 65 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Sommige patiënten met overgevoeligheidsreacties hebben een voorgeschiedenis van allergie voor macroliden gemeld, wees derhalve voorzichtig bij een bekende allergie voor macroliden.
Testen op kolonisatie met C. difficile of het toxine wordt niet aanbevolen bij kinderen < 1 jaar vanwege veelvoorkomende asymptomatische kolonisatie, tenzij sprake is van ernstige diarree bij zuigelingen met risicofactoren voor stase, zoals bij de ziekte van Hirschsprung, geopereerde anale atresie of andere ernstige darmmotiliteitsaandoeningen. C. difficile-enterocolitis moet bij deze populatie aangetoond worden, en zoek altijd naar een alternatieve medische oorzaak.
Bij patiënten met een inflammatoire darmziekte (IBD) liggen de plasmaconcentraties fidaxomicine binnen het bereik van de spiegels die gezien worden bij patiënten zonder IBD.
Er zijn onvoldoende gegevens over de effectiviteit en veiligheid bij:
- pseudomembraneuze colitis;
- matig tot ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 7–15);
- ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min).
Waarschuwingen en voorzorgen
Resistentieontwikkeling is zeldzaam. Urease-producerende stammen van Enterobacter, Proteus en Pseudomonas zijn niet gevoelig voor behandeling met methenamine, omdat hierbij de urine niet voldoende zuur kan worden gemaakt. De pH van de urine regelmatig controleren omdat een effectieve werking pas bij pH ≤ 5,5 optreedt. Gebruik van voedingsmiddelen die de pH van de urine verhogen (citrusvruchten, melk en melkproducten, koolzuurhoudende dranken) wordt ontraden. Door inname van grote hoeveelheden vloeistof kan zowel de diurese als de pH van de urine sterk toenemen, waardoor van formaldehyde subtherapeutische concentraties worden bereikt.
Methenamine kan de bepaling van catecholaminen, 17-hydroxycorticosteroïden en oestrogenen in urine verstoren.
De effectiviteit en veiligheid bij kinderen tot 12 jaar zijn onvoldoende vastgesteld.
Overdosering
Symptomen
Naast de beschreven bijwerkingen kunnen overgevoeligheid, hemorragische cystitis, cilindrurie en een verhoogde ureumwaarde optreden.
Neem voor informatie over een vergiftiging met methenamine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
β–lactam antibioticum (een monobactam) met een smal spectrum. Aztreonam heeft een bactericide werking tegen Gram-negatieve aerobe pathogenen, waaronder Pseudomonas aeruginosa. Het heeft weinig tot geen werking tegen Gram-positieve en anaerobe bacteriën. Het bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan en daarmee van de bacteriële celwand wordt geremd. Dit resulteert in celdood.
Bekende mechanismen van resistentie tegen aztreonam zijn onder andere hyperexpressie van een β-lactamase en up-regulatie van een efflux-pomp. Daarnaast kunnen door acquisitie van genen 'extended-spectrum β-lactamasen' (ESBL's) worden verkregen, deze enzymen kunnen de stikstofbevattende ring van aztreonam hydrolyseren. ESBL's uit de klasse A, B en D β–lactamasen kunnen activiteit hebben tegen aztreonam. Zie voor meer informatie over resistentiemechanismen en de geografische incidentie van resistentie van Pseudomonas aeruginosa de productinformatie van de fabrikant (CBG/EMA), rubriek 5.1, op p 7.
Kinetische gegevens
Resorptie | in geringe mate (vanuit het longweefsel en vanuit het maag-darmkanaal). |
F | ca. 1%. |
T max | ca. 10 min (sputum), 1 uur (plasma). |
Overig | na inhalatie van 75 mg (gedurende een kuur van 28 dagen) bedraagt de gemiddelde pieksputumconcentratie ca. 715 microg/g (na 10 min) en de gemiddelde piekplasmaconcentratie ca. 0,60 microg/ml (na 1 uur); in beide zit een grote intra-individuele variatie. |
Metabolisering | gedeeltelijk, de voornaamst gevormde metaboliet is inactief en wordt gevormd door het openen van de β-lactamring door hydrolyse. |
Eliminatie | met de urine (door glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie in een vrijwel gelijke mate), waarvan ca. 10% ongewijzigd en ca. 10% als de voornaamst gevormde metaboliet. |
T 1/2el | ca. 2 uur (in serum). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Macrocyclisch antibioticum, lokaal werkend. Fidaxomicine heeft een bactericide werking door remming van het bacteriële RNA-polymerase. Het interfereert met het RNA-polymerase op een andere plaats dan de rifamycinen. Fidaxomicine is een smalspectrum-antibioticum met een bactericide werking tegen met name Clostridioides difficile. In vitro is aangetoond dat fidaxomicine de sporenvorming van Clostridioides difficile remt. In vitro gegevens laten zien dat fidaxomicine een tijdsafhankelijke werking heeft, de gegevens suggereren dat 'tijd boven MIC (minimal inhibitory concentration)' de meest voorspellende parameter voor de klinische werkzaamheid is.
Een verminderde gevoeligheid voor fidaxomicine is geassocieerd met specifieke mutaties in het bacterieel RNA-polymerase.
Intrinsiek ongevoelig zijn: Gram-negatieve micro-organismen.
Kinetische gegevens
Resorptie | zeer beperkt, iets hoger bij patiënten met een infectie met Clostridioides difficile. |
T max | ca. 2 uur. |
Metabolisering | hydrolyse tot de eveneens werkzame metaboliet OP–1118. |
Eliminatie | vnl. met de feces (> 92%) als fidaxomicine of OP–1118 (66%). |
T 1/2el | 8–10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Methenamineamygdalaat is een verbinding van methenamine en amandelzuur. Methenamine is een condensatieproduct van formaldehyde en ammoniak. De lokale antibacteriële werking in de urinewegen treedt op na de vrijmaking van formaldehyde in zure urine (pH ≤ 5,5). Aanzuren van de urine met bijvoorbeeld ammoniumchloride of ascorbinezuur is dan ook in het algemeen noodzakelijk. Formaldehyde reageert met verbindingen die een actieve waterstofgroep bezitten, zoals aminozuren, peptiden, eiwitten en ribonucleasen (RNA en DNA); het kan o.a. intra-moleculaire 'crosslinks' veroorzaken, DNA beschadigen, de reparatie van DNA remmen en breuken veroorzaken in enkelstrengs DNA. Amandelzuur kan het vrijkomen van formaldehyde uit methenamine bevorderen door verlaging van de pH van de urine.
Doorgaans gevoelig zijn: Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen zoals: Enterobacter spp., Escherichia coli, Klebsiella spp., Proteus spp., Pseudomonas aeruginosa, Staphylococcus aureus, Staphylococcus epidermidis en Enterococcus faecalis.
Ongevoelig zijn: ureaseproducerende stammen van Enterobacter, Proteus en Pseudomonas, omdat zij uit ureum ammoniak vrijmaken waardoor de pH van de urine stijgt en er daardoor minder formaldehyde vrijkomt.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig, (methenamineamygdalaat), nadat het vanuit de maagsapresistente tablet in de darm binnen 1 uur beschikbaar is gekomen voor absorptie. |
T max | 3–8 uur (formaldehyde, zure urine). |
Overig | Methenamine wordt ten dele (renaal) tubulair gereabsorbeerd, waardoor bij voortgaande therapie de concentratie in het serum stijgt. |
Eliminatie | onveranderd met de urine via glomerulaire filtratie en tubulaire secretie; bij zure urine (pH ≤ 5,5) hydrolysering tot formaldehyde en ammoniak. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
aztreonam hoort bij de groep antibacteriële middelen, overige.
- clindamycine (systemisch) (J01FF01) Vergelijk
- colistine (inhalatie) (J01XB01) Vergelijk
- colistine (parenteraal) (J01XB01) Vergelijk
- daptomycine (J01XX09) Vergelijk
- fidaxomicine (A07AA12) Vergelijk
- fosfomycine (intraveneus) (J01XX01) Vergelijk
- fosfomycine (oraal) (J01XX01) Vergelijk
- methenamine (J01XX05) Vergelijk
- metronidazol (intraveneus) (J01XD01) Vergelijk
- mupirocine (eliminatie stafylokokken in de neus) (R01AX06) Vergelijk
- nitrofurantoïne (J01XE01) Vergelijk
Groepsinformatie
fidaxomicine hoort bij de groep antibacteriële middelen, overige.
- aztreonam (J01DF01) Vergelijk
- clindamycine (systemisch) (J01FF01) Vergelijk
- colistine (inhalatie) (J01XB01) Vergelijk
- colistine (parenteraal) (J01XB01) Vergelijk
- daptomycine (J01XX09) Vergelijk
- fosfomycine (intraveneus) (J01XX01) Vergelijk
- fosfomycine (oraal) (J01XX01) Vergelijk
- methenamine (J01XX05) Vergelijk
- metronidazol (intraveneus) (J01XD01) Vergelijk
- mupirocine (eliminatie stafylokokken in de neus) (R01AX06) Vergelijk
- nitrofurantoïne (J01XE01) Vergelijk
Groepsinformatie
methenamine hoort bij de groep antibacteriële middelen, overige.
- aztreonam (J01DF01) Vergelijk
- clindamycine (systemisch) (J01FF01) Vergelijk
- colistine (inhalatie) (J01XB01) Vergelijk
- colistine (parenteraal) (J01XB01) Vergelijk
- daptomycine (J01XX09) Vergelijk
- fidaxomicine (A07AA12) Vergelijk
- fosfomycine (intraveneus) (J01XX01) Vergelijk
- fosfomycine (oraal) (J01XX01) Vergelijk
- metronidazol (intraveneus) (J01XD01) Vergelijk
- mupirocine (eliminatie stafylokokken in de neus) (R01AX06) Vergelijk
- nitrofurantoïne (J01XE01) Vergelijk