Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

cytomegalovirus-immunoglobuline

immunoglobulinen J06BB09

Sluiten

rhesus(D)immunoglobuline

immunoglobulinen J06BB01

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Megalotect XGVS Twin Pharma

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
100 E/ml
Verpakkingsvorm
flacon 10 ml, 50 ml

Preparaat bereid uit menselijk plasma met een hoge titer aan antistoffen tegen cytomegalovirus. De eiwitconcentratie bedraagt 50 g/l en bestaat uit ten minste 96% IgG en geringe hoeveelheden IgA (max. 2 mg/ml). De subklassensamenstelling van het IgG benadert die van normaal plasma.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

RhedQuin XGVS Sanquin Plasma Products BV

Toedieningsvorm
Injectievloeistof voor i.m.-gebruik
Sterkte
187,5 IE/ml
Verpakkingsvorm
flacon 2 ml (ten minste 150 IE/ml)
Toedieningsvorm
Injectievloeistof voor i.m.-gebruik
Sterkte
500 IE/ml
Verpakkingsvorm
flacon 2 ml (ten minste 400 IE/ml)

Preparaat bereid uit menselijk plasma met een hoge titer aan rhesus(D)-antistoffen en bevat ten minste 90% IgG, geringe hoeveelheden IgA en IgM en sporen van andere plasma-eiwitten. De eiwitconcentratie bedraagt 100–180 g/l.

Rhophylac XGVS CSL Behring bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof voor i.v. of i.m.-gebruik '200'
Sterkte
100 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 2 ml

Bevat 200 microg (1000 IE) humaan rhesus(D)immunoglobuline per wegwerpspuit. Bevat max. 25 mg/ml humaan plasma-eiwit, waarvan 10 mg/ml in de vorm van humaan albumine. Van het overige plasma-eiwit is minstens 95% IgG. Bevat < 5 microg/ml IgA.

Toedieningsvorm
Injectievloeistof voor i.v.- of i.m.-gebruik '300'
Sterkte
150 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 2 ml

Bevat 300 microg (1500 IE) humaan rhesus(D)immunoglobuline per wegwerpspuit. Bevat max. 30 mg/ml humaan plasma-eiwit, waarvan 10 mg/ml in de vorm van humaan albumine. Van het overige plasma-eiwit is minstens 95% IgG. Bevat < 5 microg/ml IgA.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie de LCI-richtlijn CMV-infectie.

Advies

Rhesus(D)immunoglobuline kan bij de genoemde indicaties worden voorgeschreven.

Zie ook RIVM-draaiboek Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie en de NVOG-richtlijn Erytrocytenimmunisatie en zwangerschap (pdf 0,3 MB, 2009).

Indicaties

  • Profylaxe van klinische manifestaties van cytomegalovirusinfectie (CMV-infectie) bij patiënten die immunosuppressieve therapie ontvangen, vooral bij ontvangers van een transplantaat.

Indicaties

  • Preventie van immunisatie tegen het rhesus(D)antigeen bij een rhesus(D)-negatieve vrouw (ante- of post-partumprofylaxe).
  • Behandeling van rhesus(D)-negatieve persoon (volwassene, kind):
    • na een incompatibele bloedtransfusie met rhesus(D)-positief bloed of andere producten die erytrocyten bevatten zoals trombocytenconcentraat;
    • alleen RheDQuin: na orgaan- of weefseltransplantatie van vooral nier- of botweefsel van een rhesus(D)-positieve donor.

Dosering

Vóór toediening zorgen voor een adequate hydratie en urineproductie (gebruik hierbij géén lisdiuretica; zie de rubriek Interacties) en het serumcreatinine controleren.

Vooral tijdens de eerste infusie en gedurende 20 minuten tot 1 uur ná toediening nauwkeurig controleren op bijwerkingen; zie voor informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Klap alles open Klap alles dicht

Profylaxe van klinische manifestaties van CMV-infecties:

Volwassenen en kinderen:

Intraveneus infuus: in totaal ten minste 6 enkelvoudige doses à 1 ml (100 E)/kg lichaamsgewicht telkens met een interval van 2–3 weken. Start op de dag van transplantatie; overweeg bij een beenmergtransplantatie profylaxe maximaal 10 dagen vóór de transplantatie te starten, vóóral bij CMV seropositieve patiënten.

De aanvankelijke toedieningssnelheid gedurende de eerste 10 minuten is 0,08 ml (8E)/kg lichaamsgewicht/uur. Verhoog geleidelijk als dit goed verdragen wordt, tot max. 0,8 ml/kg lichaamsgewicht/uur voor de resterende duur van de infusie. Bij een toegenomen kans op trombo-embolische complicaties of acuut nierfalen, toedienen met de laagst mogelijke snelheid en dosis.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

RhedQuin: Na bevalling van een rhesus(D)-positief kind:

i.m. 1000 IE. In geval van een foetomaternale bloeding groter dan 20 ml moet naast de standaarddosis van 1000 IE, voor elke ml foetaal bloed méér dan 20 ml, 50 IE extra worden gegeven.

RhedQuin: Na externe versie van een stuitligging of na amniocentese vanaf de 26 e week van de zwangerschap:

i.m. 1000 IE. Na de bevalling opnieuw 1000 IE geven, indien het kind rhesus(D)-positief is.

RhedQuin: Na abortus voor de 20 e week; na amniocentese vóór de 26 e week van de zwangerschap of na beëindiging extra-uteriene graviditeit:

i.m. 375 IE. Na de bevalling alsnog 1000 IE geven indien het kind rhesus(D)-positief is.

RhedQuin: Na abortus vanaf de 20 e week; na navelstrengpunctie of als prenatale profylaxe tijdens de 30 e week:

i.m. 1000 IE. Na de bevalling alsnog 1000 IE geven, indien het kind rhesus(D)-positief is.

RhedQuin: Bij mola hydatidosa of chorionvillusbiopsie:

i.m. 375 IE. Na de bevalling alsnog 1000 IE geven, indien het kind rhesus(D)-positief is.

RhedQuin: Bij verdenking van een grote foetomaternale bloeding of na grote placentaire bloeding, sectio caesarea, meerlingzwangerschap, intra-uteriene vruchtdood, manuele placentaverwijdering, na bevalling van een anemische baby en bij fundusexpressie:

Dosering vaststellen op geleide van de Kleihauer-Betke-methode of een andere geschikte methode (bv. flowcytometrie). De standaarddosis i.m. is 50 IE/ml foetaal bloed of 100 IE/ml foetale erytrocyten.

RhedQuin: Na verkeerde bloedtransfusie met rhesus(D)-positief bloed:

Vrouw < 45 jaar:

i.m. 100 IE/ml getransfundeerde erytrocyten. Iedere 48 uur controleren op rhesus(D)-positieve erytrocyten en rhesus(D)immunoglobuline toedienen totdat deze controle negatief is. Een maximum dosis van 15.000 IE is voldoende, ook bij een transfusievolume > 300 ml.

RhedQuin: Na toediening van rhesus(D)-positieve trombocyten:

Vrouw < 45 jaar:

i.m. 375 IE.

RhedQuin: Na transplantatie van rhesus(D)-positief nier- of botweefsel :

Vrouw < 45 jaar:

i.m. 375 IE.

Rhophylac: Als geplande ante-partumprofylaxe aan elke rhesus(D)-negatieve zwangere:

i.v. of i.m. 300 microg (1500 IE) na 28–30 weken zwangerschap. Bij noodzaak na > 30 weken zwangerschap, zo snel mogelijk toedienen.

Rhophylac: Ante-partumprofylaxe na zwangerschapscomplicaties zoals (dreigende) abortus, ectopische zwangerschap, intra-uterien foetaal overlijden, transplacentaire bloeding, amniocentese, chorionbiopsie, bepaalde verloskundige handelingen of foetale therapeutische interventie:

i.v. of i.m. 300 microg (1500 IE) zo snel mogelijk (in ieder geval binnen 72 uur) en indien nodig met intervallen van 6–12 weken herhalen gedurende de rest van de zwangerschap. Bij > 72 uur, zo snel mogelijk toedienen. Bij blootstelling aan > 15 ml Rh(D) positieve erytrocyten kan het nodig zijn de dosis te verhogen. Volg in dergelijk geval het doseeradvies voor massieve foetomaternale bloeding.

Rhophylac: Post-partumprofylaxe: na bevalling van een rhesus(D)-positief kind:

i.v. 200–300 microg (1000–1500 IE) of i.m. 300 microg (1500 IE) zo snel mogelijk na de bevalling, binnen 72 uur toedienen (ook toedienen indien bevalling langer dan 72 uur geleden is en ook indien ante-partumprofylaxe werd toegediend). Bij blootstelling aan > 15 ml Rh(D) positieve erytrocyten kan het nodig zijn de dosis te verhogen. Volg in dergelijk geval de richtlijnen voor massieve foetomaternale bloeding. Dosis ook post partum geven als ante-partumprofylaxe is toegediend en zelfs wanneer hiervan nog actieve residuen in het maternale serum aanwezig zijn.

In geval van massieve foetomaternale bloeding (> 4 ml foetaal bloed) moet naast de standaarddosis i.v. 20 microg (100 IE) voor iedere ml foetale erytrocyten of 10 microg (50 IE) voor iedere ml foetaal bloed, extra worden gegeven. De omvang van de bloeding vaststellen met behulp van bv. Kleihauer-Betke-test (foetaal hemoglobine (HbF)) of flow-cytometrie (Rh(D)-positieve erytrocyten).

Rhophylac: Na verkeerde bloedtransfusie met rhesus(D)-positief bloed of andere producten die erytrocyten bevatten:

10 microg (50 IE) per ml getransfundeerd bloed of 20 microg (100 IE) voor iedere ml getransfundeerde erytrocyten, bij voorkeur intraveneus toegediend. Een maximum dosis van 3.000 microg (15.000 IE) is voldoende, ook bij een transfusievolume > 300 ml Rh(D)-positief bloed of 150 ml erytrocytenconcentraat. Bij i.m.-injectie de toediening spreiden over meerdere dagen.

De dosering wordt vastgesteld aan de hand van de mate van blootstelling aan Rh(D)-positieve erytrocyten en op basis van het feit dat 1 ml rhesus(D)-positief bloed geneutraliseerd wordt door circa 10 microgram (50 IE) anti-D immunoglobuline.

Rhedquin: Langzaam i.m. toedienen. Als i.m.-toediening gecontra-indiceerd is (bij ernstige trombocytopenie of hemorragische diathese) de injectie eventueel s.c. toedienen alleen als er geen intraveneus product beschikbaar is. Bij toediening van een groot volume i.m. (> 2 ml voor kinderen of > 5 ml voor volwassenen), de toediening over meerdere injectieplaatsen verdelen.

Rhedquin: Het toedienen moet zo snel mogelijk, maar uiterlijk 48 uur na de bevalling, voorval of de ingreep plaatsvinden. Wanneer het op een later tijdstip wordt toegediend, is het twijfelachtig of de behandeling nog tot het gewenste resultaat zal leiden. Desondanks wordt aangeraden het preparaat alsnog toe te dienen tot 14 dagen na de bevalling of ingreep. Daarna heeft toediening geen zin meer.

Rhophylac: Langzaam i.v. of i.m. toedienen. Bij BMI ≥ 30 wordt intraveneuze toediening aanbevolen. Bij toediening van een groot volume i.m. (> 2 ml voor kinderen of > 5 ml voor volwassenen), de toediening over meerdere injectieplaatsen verdelen.

Bijwerkingen

Zeer zelden (< 0,01%): trombo-embolische reacties zoals myocardinfarct, herseninfarct, longembolie en diepveneuze trombose.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties met plotse bloeddrukdaling en in sommige gevallen anafylactische shock; zelfs wanneer de patiënt bij eerdere toediening niet overgevoelig leek. Hoofdpijn. Misselijkheid, braken. Huidreacties. Artralgie, lage rugpijn. Koude rillingen, koorts. Reversibele aseptische meningitis. Reversibele hemolyse en hemolytische anemie. Stijging van serumcreatininegehalte, acuut nierfalen.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Soms (0,1-1%): hoofdpijn. Huidreactie, erytheem, jeuk. Koorts, koude rillingen, malaise.

Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheid, anafylactische shock. Tachycardie, hypotensie. Dyspneu. Misselijkheid, braken. Artralgie. Exantheem. Reacties op de injectieplaats.

Verder is gemeld: (fatale) ernstige intravasculaire hemolyse (bij i.v. toediening aan rhesus(D) positieve patiënten met ITP).

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

De immuunrespons op bepaalde vaccins met verzwakt levend virus, zoals mazelen-, bof-, varicella- of rubellavaccin kan door immunoglobuline worden verzwakt. Na toediening van cytomegalovirus-immunoglobuline drie maanden wachten tot vaccinatie met verzwakt levend virus, bij mazelen zelfs tot één jaar.

Comedicatie met lisdiuretica vermijden in verband met de kans op acuut nierfalen vanwege onvoldoende hydratie van de patiënt. Vermijdt tevens gelijktijdig gebruik van nefrotoxische geneesmiddelen.–

Interacties

De immuunrespons op bepaalde vaccins met verzwakt levend virus, met name mazelen-, bof-, varicella- of rubellavaccin, kan door humaan immunoglobuline worden verzwakt. Na toediening van immunoglobuline, vaccinatie met verzwakt levend virus uitstellen tot ten minste drie maanden daarna. Na een dergelijk vaccin dient binnen 2–4 weken geen immunoglobuline te worden toegediend; indien dat toch noodzakelijk is, drie maanden na toediening van rhesus(D)immunoglobuline revaccineren.

Zwangerschap

IgG passeert de placenta.

Teratogenese: Langdurige klinische ervaring heeft aangetoond dat er geen schadelijke effecten op het verloop van de zwangerschap, bij de foetus en bij het pasgeboren kind zijn te verwachten.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Is bestemd voor toepassing tijdens de zwangerschap.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Immunoglobulinen gaan over in de moedermelk.

Farmacologisch effect: immunoglobulinen kunnen bijdragen aan de bescherming van de zuigeling tegen binnendringende pathogenen.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor humane immunoglobulinen, vooral bij aanwezigheid van antilichamen tegen IgA.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor humane immunoglobulinen;

Waarschuwingen en voorzorgen

Sommige ernstige bijwerkingen kunnen vaker optreden: bij hoge infusiesnelheid, of bij patiënten die voor het eerst humane normaal immunoglobuline krijgen of bij wie een lange tijd verstreken is sinds de vorige infusie. Mogelijke complicaties kunnen vaak voorkómen worden door aanvankelijk langzaam te infunderen en patiënten tijdens de infusie zorgvuldig te bewaken: nieuwe patiënten, patiënten die eerder een ànder immunoglobulineproduct hebben gekregen en patiënten bij wie een lange tijd verstreken is sinds de vorige infusie tot een uur na de eerste infusie en andere patiënten tot ten minste 20 minuten na toediening. In geval van bijwerkingen, afhankelijk van de aard en ernst, of de infusiesnelheid verlagen of de infusie stoppen.

Patiënten met IgA-deficiëntie kunnen anti-IgA-antistoffen ontwikkelen en daardoor een anafylactische reactie ontwikkelen na toediening omdat dit preparaat IgA bevat. Bij vastgestelde IgA-antilichamen is de toediening gecontra-indiceerd.

Er is waarschijnlijk een verband met trombo-embolische aandoeningen die bij risicopatiënten veroorzaakt kunnen worden door een relatieve toename van de bloedviscositeit door de hoge instroom van Ig. Wees daarom voorzichtig bij aanwezige risicofactoren zoals overgewicht, hoge leeftijd, langdurige immobilisatie, hypertensie, diabetes mellitus, (een voorgeschiedenis van) trombotische incidenten, meerdere cardiovasculaire risicofactoren, ernstige hypovolemie, oestrogeengebruik, verhoogde bloedviscositeit, aanwezigheid van intravasculaire verblijfskatheters (bv. centrale lijn) en wanneer hoge doses of een hoge infusiesnelheid worden gebruikt.

Acuut nierfalen kan optreden, in de meeste gevallen bij risicofactoren (bestaande nierinsufficiëntie, diabetes mellitus, hypovolemie, overgewicht, leeftijd > 65 j., gelijktijdig gebruik van nefrotoxische geneesmiddelen). Nierinsufficiëntie en acuut nierfalen zijn in verband gebracht met producten met hulpstoffen zoals glucose, maltose en met name sucrose; Megalotect bevat geen sucrose, glucose en maltose. Ter preventie van acuut nierfalen bij alle patiënten vóór toediening zorgen voor adequate hydratie, bewaking van de urineproductie, bewaking van serumcreatinine-niveaus, vermijden van gelijktijdig gebruik van lisdiuretica. Bij patiënten met risicofactoren de laagst haalbare infusiefrequentie en dosis gebruiken. Bij een verminderde nierfunctie, staken van de toediening overwegen.

De i.v. IgG–producten kunnen bloedgroepantistoffen bevatten die kunnen dienen als hemolysinen; dit kan een positieve Coombs-test geven en in zeldzame gevallen hemolyse. De patiënt controleren op klinische tekenen van hemolyse.

Er is meer kans op aseptische meningitis bij gebruik van hoge doses (2 g/kg); de symptomen ervan treden gewoonlijk op binnen enkele uren tot twee dagen na de behandeling en verdwijnen (zonder restverschijnselen) binnen enkele dagen na staken van de behandeling. De liquor cerebrospinalis laat vaak pleiocytose zien, voornamelijk van granulocytaire oorsprong en daarnaast verhoogde eiwitconcentraties (tot enkele honderden mg/dl). Sluit andere oorzaken van meningitis uit.

Na injectie met immunoglobulinen kan de tijdelijke stijging van de titer van de passief overgedragen antistoffen in het bloed leiden tot fout-positieve resultaten bij serologisch onderzoek (bv. Coombs-test)

Waarschuwingen en voorzorgen

Niet toedienen aan Rh(D)-positieve personen of aan personen die reeds tegen het Rh(D)-antigen zijn geïmmuniseerd.

Na spontane abortus vóór week 10 is de kans op foetomaternale transfusie en immunisatie gering, zodat behalve in geval van instrumentatie (curettage) geen rhesus(D)immunoglobuline hoeft te worden toegediend.

Na injectie kan de tijdelijke stijging van de titer van verschillende passief overgedragen antistoffen in het bloed leiden tot misleidende positieve resultaten bij serologisch onderzoek. Rhesus(D)immunoglobuline in week 30 daarom pas toedienen nadat bloed is afgenomen voor de screening van rhesus(D)-antistoffen.

Patiënten met selectieve IgA-deficiëntie bij wie IgA-antistoffen zijn aangetoond, bij voorkeur niet met dit preparaat behandelen vanwege de kans op een anafylactische reactie. Bij vermoeden van allergische of anafylactische reacties de toediening onmiddellijk staken. Patiënt vooraf informeren over de vroege symptomen van een overgevoeligheidsreactie zoals urticaria, strak gevoel op de borst, piepend ademhalen, hypotensie en anafylaxie. De patiënt tot ten minste 20 min na toediening onder observatie houden.

Bij toediening van een grote hoeveelheid rhesus(D)immunoglobuline rekening houden met een kans op hemolytische reacties; controleer op klinische symptomen, de nierfunctie en bepaal hemolyse parameters.

Wees voorzichtig bij reeds bestaande risicofactoren voor trombotische voorvallen (zoals hoge leeftijd, langdurige immobilisatie, hypertensie, diabetes mellitus met een voorgeschiedenis van vaatziekte of trombotische episoden, trombofiele aandoeningen, ernstige hypovolemie, ziekten met een verhoogde bloedviscositeit); het gebruik van immunoglobulinen is in verband gebracht met arteriële en veneuze trombo-embolische voorvallen zoals myocardinfarct, beroerte, diepveneuze trombose en longembolie. Patiënten dienen voldoende gehydrateerd te zijn vóór het gebruik. Adviseer patiënten om direct contact op te nemen bij de eerste symptomen van een trombo-embolisch voorval zoals dyspneu, pijn op de borst, focale uitvalsverschijnselen, pijn in, of het opzwellen van, een ledemaat.

Bij ernstige trombocytopenie of hemorragische diathese kan s.c.-toediening van RheDquin worden overwogen; het is echter niet onderzocht of de werking dan is gegarandeerd. RheDQuin is niet geschikt voor i.v.-toediening; er kan een shock optreden.

Het risico van overdracht van met bloed overdraagbare infectieuze agentia kan niet geheel worden uitgesloten.

De veiligheid en werkzaamheid van Rhophylac zijn niet vastgesteld bij kinderen na incompatibele transfusie van Rh(D)-positief bloed of andere producten die Rh(D)-positieve erytrocyten bevatten.

Overdosering

Symptomen

hypervolemie en hyperviscositeit; vooral bij een verminderde hart- of nierfunctie en bij ouderen.

Voor meer informatie over een overdosering met cytomegalovirus-immunoglobuline neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Cytomegalovirus (CMV)-specifiek polyklonaal immunoglobuline preparaat dat bindt aan CMV-oppervlakteantigenen. Voorkomt dat het CMV gastheercellen binnendringt en presenteert het CMV-partikel voor fagocytose. Naast de virustatische remming van CMV-replicatie moduleert en interageert het ook met immuuncellen waarbij het een positieve immunologische balans uitoefent.

Kinetische gegevens

Overig snelle distributie in plasma en extravasculaire vloeistof.
Metabolisering IgG en IgG-complexen worden afgebroken in de cellen van het weefselmacrofagensysteem.
T 1/2el ca. 25 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Specifieke antilichamen (immunoglobuline klasse G = IgG) tegen rhesus(D)-antigeen van humane erytrocyten. Wanneer resus (D)-positieve erytrocyten in de circulatie van een resus (D)-negatief persoon terechtkomen, treedt een primaire immuunreactie op (bv. tijdens zwangerschap en geboorte als foetale rode bloedcellen in de circulatie van de moeder terechtkomen). Aangenomen wordt dat door binding van het rhesus(D)immunoglobuline aan het circulerend rhesus(D)antigeen de immuunrespons wordt onderdrukt.

Kinetische gegevens

T max i.m. 2–4 dagen.
Eliminatie door mononucleaire fagocyten in het RES.
T 1/2el 3–4 weken.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

cytomegalovirus-immunoglobuline hoort bij de groep immunoglobulinen.

  • bezlotoxumab (J06BB21) Vergelijk
  • hepatitis B-immunoglobuline (J06BB04) Vergelijk
  • normaal immunoglobuline (im en sc) (J06BA01) Vergelijk
  • normaal immunoglobuline (iv) (J06BA02) Vergelijk
  • palivizumab (J06BB16) Vergelijk
  • rhesus(D)immunoglobuline (J06BB01) Vergelijk
  • tetanusimmunoglobuline (J06BB02) Vergelijk
  • varicella-zosterimmunoglobuline (J06BB03) Vergelijk

Groepsinformatie

rhesus(D)immunoglobuline hoort bij de groep immunoglobulinen.

  • bezlotoxumab (J06BB21) Vergelijk
  • cytomegalovirus-immunoglobuline (J06BB09) Vergelijk
  • hepatitis B-immunoglobuline (J06BB04) Vergelijk
  • normaal immunoglobuline (im en sc) (J06BA01) Vergelijk
  • normaal immunoglobuline (iv) (J06BA02) Vergelijk
  • palivizumab (J06BB16) Vergelijk
  • tetanusimmunoglobuline (J06BB02) Vergelijk
  • varicella-zosterimmunoglobuline (J06BB03) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunoglobulinen

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunoglobulinen

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".