Samenstelling
Meloxicam Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 7,5 mg, 15 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Diclofenac gel (Na-zout) XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Gel (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 60 g, 100 g
- Toedieningsvorm
- Gel 'Extra sterk' (2,32%)
- Sterkte
- 23,2 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 60 g, 100 g
Tantum diclofenac (Na-zout) XGVS OTC Remark Pharma
- Toedieningsvorm
- Gel (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 60 g, 100 g
Voltaren Emulgel (di-ethylammonium/-amine) XGVS OTC Haleon Netherlands B.V.
- Toedieningsvorm
- Gel (1,16%)
- Sterkte
- 11,6 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 50 g, 60 g, 100 g, 120 g, 150 g, 180 g
- Toedieningsvorm
- Gel 'Extra sterk' (2,32%)
- Sterkte
- 23,2 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 100 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Tantum benzydamine (hydrochloride) XGVS OTC Remark Pharma
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 30 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 30 g, 60 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mebutan Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 1000 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet 'Dispers'
- Sterkte
- 1000 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Meloxicam heeft geen meerwaarde boven de klassieke NSAID’s (ibuprofen, naproxen en diclofenac), waarmee meer ervaring is.
Behandeling van artrose bestaat primair uit oefentherapie. Bij mensen met artrose van de knie en overgewicht is gewichtsreductie aan te bevelen. Medicamenteuze therapie begint met intermitterend gebruik van paracetamol en/of een cutane NSAID, waarbij de voorkeur afhangt van de lokatie van de artrose. Bij onvoldoende effect kan intermitterend een oraal NSAID worden toegepast (diclofenac, ibuprofen of naproxen). Incidenteel is een intra-articulaire injectie met een corticosteroïd mogelijk, als bovengenoemde middelen onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd zijn. Overweeg in de tweedelijnszorg, afhankelijk van het aangedane gewricht (zie behandelplan), (offlabel) toepassing van duloxetine, predniso(lo)n, intra-articulair hyaluronzuur of eventueel tramadol.
Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.
Advies
Behandeling van artrose bestaat primair uit oefentherapie. Bij mensen met artrose van de knie en overgewicht is gewichtsreductie aan te bevelen. Medicamenteuze therapie begint met intermitterend gebruik van paracetamol en/of een cutane NSAID, waarbij de voorkeur afhangt van de lokatie van de artrose. Bij onvoldoende effect kan intermitterend een oraal NSAID worden toegepast (diclofenac, ibuprofen of naproxen). Incidenteel is een intra-articulaire injectie met een corticosteroïd mogelijk, als bovengenoemde middelen onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd zijn. Overweeg in de tweedelijnszorg, afhankelijk van het aangedane gewricht (zie behandelplan), (offlabel) toepassing van duloxetine, predniso(lo)n, intra-articulair hyaluronzuur of eventueel tramadol.
Milieu-aspecten: Resten van pijnstillers komen na gebruik door de patiënt via het riool in het oppervlaktewater terecht. Dit heeft gevolgen voor het waterleven, met name voor jonge vissen. Voor de kwaliteit van het oppervlaktewater is paracetamol oraal een betere keuze dan diclofenac of ibuprofen cutaan. Zie voor meer informatie RIVM pijnstillers in oppervlaktewater (januari 2024).
Advies
De effectiviteit van benzydaminecrème 3% bij oedemateuze zwelling is gering. De Commissie adviseert benzydamine niet voor te schrijven.
Advies
Nabumeton heeft geen meerwaarde boven de klassieke NSAID’s (ibuprofen, naproxen en diclofenac), waarmee meer ervaring is.
Behandeling van artrose bestaat primair uit oefentherapie. Bij mensen met artrose van de knie en overgewicht is gewichtsreductie aan te bevelen. Medicamenteuze therapie begint met intermitterend gebruik van paracetamol en/of een cutane NSAID, waarbij de voorkeur afhangt van de lokatie van de artrose. Bij onvoldoende effect kan intermitterend een oraal NSAID worden toegepast (diclofenac, ibuprofen of naproxen). Incidenteel is een intra-articulaire injectie met een corticosteroïd mogelijk, als bovengenoemde middelen onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd zijn. Overweeg in de tweedelijnszorg, afhankelijk van het aangedane gewricht (zie behandelplan), (offlabel) toepassing van duloxetine, predniso(lo)n, intra-articulair hyaluronzuur of eventueel tramadol.
Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.
Indicaties
- Kortdurende symptomatische behandeling van exacerbaties van artrose bij patiënten van ≥ 16 jaar.
- Langdurige symptomatische behandeling van reumatoïde artritis en spondylitis ankylopoetica bij patiënten ≥ 16 jaar.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Gel 'Extra sterk': Volwassenen en kinderen van 14 jaar en ouder: lichte tot matige lokale pijn door spier- en gewrichtsletsel, bv. sportblessures;
- Alleen volwassenen (18 jaar en ouder): milde tot matige gewrichtspijn, veroorzaakt door exacerbatie van osteoartrose van de knie en van de vingers.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Oedemateuze zwellingen van traumatische genese (bv. verstuikingen, verrekkingen, kneuzingen), en bij de ten gevolge daarvan optredende pijn.
Indicaties
- Reumatoïde artritis;
- Artrose.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De kortst mogelijke behandelduur en de laagst effectieve dagdosering toepassen.
Acute exacerbaties van artrose
Volwassenen
Oraal 7,5 mg/dag; bij onvoldoende effect verhogen tot max. 15 mg/dag.
Reumatoïde artritis, spondylitis ankylopoetica
Volwassenen en kinderen > 16 jaar
Oraal 15 mg per dag; bij meer kans op bijwerkingen beginnen met 7,5 mg per dag. Afhankelijk van de respons de dosering eventueel verlagen tot 7,5 mg per dag.
Ouderen
7,5 mg per dag.
Verminderde nierfunctie: Bij terminaal nierfalen met dialyse is de maximale dagdosering is 7,5 mg (verminderde eiwitbinding is waargenomen en groter distributievolume, met hogere concentraties vrij meloxicam). Bij een creatinineklaring > 25 ml/min is geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: De dagelijkse dosis in één keer innemen met water of een andere vloeistof tijdens de maaltijd. Bij sommige leveranciers kan de tablet in gelijke doses gedeeld worden, bij sommige dient de breukgleuf alleen om het innemen makkelijker te maken; raadpleeg hiervoor de bijsluiter.
Doseringen
Alleen toepassen op de intacte, gezonde huid.
De gel kan worden gebruikt met niet-occlusief verband; niet toepassen onder luchtdicht occlusief verband.
Spier- en gewrichtsletsel
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 14 jaar
Cutaan: De gel 'Extra sterk' 2×/dag (bij voorkeur 's ochtends en 's avonds) aanbrengen op de te behandelen zone en zacht in de huid inwrijven. De benodigde hoeveelheid gel is ca. 2–4 gram (voor een oppervlakte van 4–8 dm²). De gel dient bij deze indicatie zonder medisch advies niet langer dan 2 weken gebruikt te worden.
Osteoartrose
Volwassenen (incl. ouderen)
Cutaan: De gel 4×/dag, en de gel 'Extra sterk' 2×/dag (bij voorkeur 's ochtends en 's avonds), aanbrengen op de te behandelen zone van de knie of hand en zacht in de huid inwrijven. De benodigde hoeveelheid gel is voor beide sterkten ca. 2–4 gram (voor een oppervlakte van 4–8 dm²). Het effect van de gel wordt gedurende de eerste week van de behandeling geleidelijk opgebouwd. Indien de situatie niet is verbeterd of indien de situatie verergert na 7 dagen, dient de patiënt een arts te consulteren, ter evaluatie en of voortzetting van de behandeling nog is geïndiceerd. De gel dient zonder medisch advies niet langer dan 3 weken gebruikt te worden.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: de handen na toepassing (tenzij de handen worden behandeld) afvegen met absorberend papier en het papier in de vuilnisbak doen; dan de handen wassen. Wacht met douchen of baden tot de gel is opgedroogd.
Doseringen
Oedemateuze zwellingen
Cutaan: De crème 1–4×/dag op het gezwollen, pijnlijke huiddeel aanbrengen en zacht inmasseren. Indien na 14 dagen de klachten niet zijn verdwenen, de behandeling opnieuw evalueren.
Doseringen
Reumatoïde artritis en artrose
Volwassenen en kinderen > 14 jaar
De laagst mogelijke effectieve dosering toepassen en zo kort mogelijk behandelen. Gebruikelijk dosering: 1 g ineens voor het naar bed gaan, bij ernstige of aanhoudende symptomen of bij acute exacerbaties verhogen tot 1,5–2 g per dag in 2 doses.
Ouderen
De laagst mogelijke effectieve dosering toepassen. In sommige gevallen kan worden volstaan met 500 mg per dag, maximaal 1 g per dag.
Verminderde nierfunctie
Bij een creatinineklaring 30–60 ml/min wordt 500 mg per dag aanbevolen onder bewaking van de nierfunctie. Staak de behandeling bij achteruitgang van de nierfunctie.
Toediening: Let op: de tablet heeft een breukstreep en kan in gelijke doses gedeeld worden; de disper, ondanks de breukstreep, niet. De tablet zonder te kauwen innemen met water; de Dispers-tablet in een ruime hoeveelheid water uiteen laten vallen en goed roeren.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): maag-darmstoornissen: dyspepsie, misselijkheid, braken, buikpijn, obstipatie, diarree, flatulentie.
Vaak (1–10%): hoofdpijn.
Soms (0,1–1%): allergische reacties, angio-oedeem. Hypertensie. Opvliegers. Duizeligheid, vertigo, slaperigheid. Occulte of macroscopische gastro-intestinale bloeding (soms fataal, m.n. bij ouderen), stomatitis, gastritis, oprispingen. Water- en zoutretentie, (enkel)oedeem. Hyperkaliëmie. Anemie. Verhoging van serumtransaminasen-, bilirubine-, creatinine- en ureumwaarden. Jeuk, huiduitslag.
Zelden (0,01–0,1%): palpitaties. Astma bij patiënten die allergisch zijn voor NSAID's incl. acetylsalicylzuur. Maag-darmzweer, oesofagitis, colitis. Nachtmerries, stemmingswijzigingen, slapeloosheid. Tinnitus. Visusstoornissen (wazig zien, conjunctivitis). Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), urticaria. Bloedbeeldafwijkingen (leukopenie, trombocytopenie),
Zeer zelden (< 0,01%): gastro-intestinale perforatie. Hepatitis. Acuut nierfalen (m.n. bij risicopatiënten). Erythema multiforme, dermatitis met blaarvorming. Agranulocytose.
Verder zijn gemeld: anafylactische/anafylactoïde reacties. Verwarring, desoriëntatie. Hartfalen. Melena, hematemese, verergering van colitis en de ziekte van Crohn. Pancreatitis. Fotosensibilisatie, 'fixed drug eruption'. Bij varicella: infecties van de huid en weke delen. Bij andere NSAID's zijn nog gemeld (zeer zelden): interstitiële nefritis, tubulaire en papillaire necrose, nefrotisch syndroom.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): jeuk, huiduitslag, erytheem, eczeem, dermatitis (inclusief contactdermatitis).
Zelden (0,01-0,1%): bulleuze dermatitis, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN).
Zeer zelden: pustuleuze huiduitslag, overgevoeligheid zoals urticaria, angio-oedeem. Astma. Fotosensibilisatie.
Verder zijn na langdurig gebruik op grote oppervlakten systemische reacties gemeld, zoals misselijkheid, braken, diarree, buikpijn.
Bijwerkingen
Overgevoeligheidsreacties in de vorm van huiduitslag, erytheem of fotosensibilisatie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): diarree, obstipatie, dyspepsie, gastritis, misselijkheid, buikpijn, flatulentie. Bloeddrukverhoging, oedeem. Tinnitus, gehoorstoornissen. Huiduitslag, jeuk.
Soms (0,1-1%): verwardheid, nervositeit, slapeloosheid. Slaperigheid, duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie. Visusstoornissen, oogaandoeningen. Dyspneu, ademhalingsstoornissen, epistaxis. Maag-darmulcus en gastro-intestinale bloeding (vooral bij ouderen), melena, braken, stomatitis, droge mond. Fotosensitiviteit, urticaria, zweten. Myopathie. Asthenie, vermoeidheid. Verhoogde leverfunctiewaarden.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie, anafylactoïde reactie, angio-oedeem. Interstitiële pneumonie. Nierfalen, nefrotisch syndroom. Leverfalen, geelzucht. Huidreacties met blaarvorming, o.a. toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), erythema multiforme. Pseudoporfyrie. Alopecia. Menorragie. Trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: hallucinaties. Aseptische meningitis vooral bij bestaande auto-immuunstoornis. Anemie.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van heparine of orale anticoagulantia (vitamine K-antagonisten, DOAC's) neemt de kans op bloedingen toe. Combinatie van meloxicam met heparine of anticoagulantia, of met andere NSAID's, incl. acetylsalicylzuur in een ontstekingsremmende dosering van ≥ 500 mg/dosis of ≥ 3000 mg/dag, wordt niet aanbevolen. Als de combinatie niet te vermijden is, zorgvuldig de bloedstolling controleren (INR).
Bij gelijktijdig gebruik met acetylsalicylzuur (in ontstekingsremmende dosering), SSRI's en corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe.
Comedicatie met trombolytica of een trombocytenaggregatieremmer vergroot de kans op bloedingen, door remming van de trombocytenfunctie en beschadiging van de maag-darmslijmvliezen.
NSAID's kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen en bij hartfalen het effect van lisdiuretica verminderen.
Comedicatie van meloxicam met kaliumverhogende middelen (kaliumzouten, kaliumsparende diuretica, ACE-remmers, ARB's (angiotensine-II-antagonisten), andere NSAID's, heparinen, ciclosporine, tacrolimus, trimethoprim) vergroot de kans op hyperkaliëmie.
Bij een verminderde nierfunctie kan door de combinatie met een RAAS-remmer de nierfunctie verder achteruit gaan, acuut nierfalen is mogelijk (meestal reversibel).
De plasmaspiegel van methotrexaat kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan.
De nefrotoxiciteit van ciclosporine en tacrolimus kan worden versterkt.
De plasmaspiegel van lithium kan worden verhoogd.
Bij patiënten met een normale nierfunctie (creatineklaring ≥80 ml/min) kan de eliminatie van pemetrexed afnemen, wees voorzichtig vanwege meer kans op bijwerkingen van pemetrexed. Bij een lichte tot matige nierfunctiestoornis (creatineklaring 45-79 ml/min) die pemetrexed gebruiken, niet combineren met meloxicam vanaf 5 dagen voor tot ten minste 2 dagen na de inname van pemetrexed. Als de combinatie niet vermeden kan worden, is zorgvuldige controle aangewezen, met name op myelosuppressie en gastro-intestinale bijwerkingen. Bij ernstige nierfunctiestoornis wordt de combinatie afgeraden.
Meloxicam wordt geëlimineerd via o.a. CYP2C9 en CYP3A4. Wees voorzichtig met remmers van, of substraten voor deze enzymen, bv. sulfonylureumderivaten; controleer op hypoglykemie.
Comedicatie met deferasirox vergroot de kans op maag-darmbijwerkingen.
Colestyramine versnelt de uitscheiding van meloxicam door onderbreking van de enterohepatische kringloop.
Verminderde werkzaamheid van een IUD is gemeld (niet bevestigd).
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van andere NSAID's, SSRI's of corticosteroïden neemt de kans op een maag-darmbloeding toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig).
Bij gelijktijdig gebruik van vitamine K-antagonisten kan de protrombinetijd verlengd zijn (door verdringing uit de eiwitbinding), ook de INR kan worden beïnvloed. Ook het effect van DOAC's kan versterkt worden, met hierdoor een toename van het bloedingsrisico.
NSAID's kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen (diuretica, β-blokkers, RAAS-remmers) verminderen, vooral bij nierfunctiestoornissen en langer durend gebruik.
Vooral bij een gestoorde nierfunctie of bij volumedepletie kan door de combinatie met RAAS-remmers de nierfunctie (verder) achteruit gaan en is er een risico van hyperkaliëmie.
Combinatie met sterk aan plasmaeiwit gebonden middelen kan overdosering veroorzaken; wees voorzichtig bij sulfonamiden en sulfonylureumderivaten.
NSAID's kunnen de plasmaspiegels van digoxine, lithium en methotrexaat verhogen.
De nefrotoxiciteit door ciclosporine kan toenemen, controleer de nierfunctie.
Bij combinatie met een fluorchinolon kan de kans op convulsies toenemen.
Niet toedienen binnen 8–12 dagen na mifepriston, omdat de werking daarvan kan afnemen.
Zwangerschap
Meloxicam passeert de placenta.
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap kan leiden tot meer kans op een miskraam, cardiale malformatie en gastroschisis. In dierproeven is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester kunnen bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus (vernauwing in het 2e trimester), pulmonale hypertensie, verminderde nierfunctie of nierinsufficiëntie met oligohydramnie (vanaf week 20) optreden; bij de moeder weeënremming, en bij moeder en kind verlenging van de bloedingstijd.
Advies: Tijdens de eerstehelft van de zwangerschap uitsluitend gebruiken op strikte indicatie, in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk (max. 1 week). Overweeg als NSAID's op zeer strikte indicatie langdurig of in een hoge dosering worden gebruikt (zoals bij reumatoïde artritis), vanaf 20 weken prenatale controles op oligohydramnie en vernauwing van de ductus arteriosus. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan door een effect op de ovulatie de conceptiekans verkleinen en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden. Dit effect is reversibel na staken.
Zwangerschap
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat systemisch gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap meer kans geeft op miskraam, cardiale malformatie en gastroschisis. In dierproeven is een groter pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een toegenomen incidentie van malformaties gezien. Het risico bij topisch gebruik is onbekend.
Farmacologisch effect: Bij (systemisch) gebruik tijdens het 3e trimester zijn bij de moeder weeënremming en verlenging van de bloedingstijd mogelijk en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli (vernauwing in het 2e trimester), pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, gestoorde nierfunctie of nierinsufficiëntie met oligohydramnie (vanaf week 20). Volgens Lareb kunnen de hierboven vermelde effecten ook optreden bij dermale toepassing.
Overig: Diclofenac kan de vruchtbaarheid van vrouwen nadelig beïnvloeden.
Advies: Alleen op strikte indicatie toepassen, zo weinig en kort mogelijk (max. 1 week), tijdens de eerste helft van de zwangerschap. Overweeg als NSAID's op zeer strikte indicatie daarna worden gebruikt, vanaf 20 weken prenatale controle op oligohydramnie en vernauwing van de ductus arteriosus. Gebruik van NSAID's tijdens het 3e trimester is gecontra-indiceerd.
Zwangerschap
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat systemisch gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap kan leiden tot meer kans op een miskraam, cardiale malformatie en gastroschisis. In dierproeven is een groter pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een toegenomen incidentie van malformaties gezien. Het risico bij topisch gebruik is onbekend.
Farmacologisch effect: Bij (systemisch) gebruik tijdens het 3e trimester zijn bij de moeder weeënremming en verlenging van de bloedingstijd mogelijk en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli (vernauwing in het 2e trimester), pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, gestoorde nierfunctie of nierinsufficiëntie met oligohydramnie (vanaf week 20). Volgens Lareb kunnen de hierboven vermelde effecten ook optreden bij dermale toepassing.
Advies: Kan kortdurend (max. 1 week) worden gebruikt op kleine huidoppervlakken gedurende de eerste helft van de zwangerschap. Overweeg als benzydamine op zeer strikte indicatie daarna wordt gebruikt, vanaf 20 weken prenatale controle op oligohydramnie en vernauwing van de ductus arteriosus. NSAID's zijn gecontra-indiceerd in het 3e trimester.
Zwangerschap
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap de kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis vermeerdert. Bij dieren is een verhoogd pre- en post-implantatieverlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten mogelijk, zoals weeënremming en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli (vernauwing in het 2e trimester), pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie (vanaf week 20).
Advies: Tijdens de eerste helft van de zwangerschap uitsluitend gebruiken op zeer strikte indicatie, in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk (max. 1 week). Overweeg als NSAID's, alleen op zeer strikte indicatie, langdurig of in een hoge dosering worden gebruikt (zoals bij reumatoïde artritis), vanaf 20 weken prenatale controles op oligohydramnie en vernauwing van de ductus arteriosus. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester.
Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan door een effect op de ovulatie de conceptiekans verkleinen en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden. Dit effect is reversibel na staken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend; NSAID's: ja.
Advies: Gebruik ontraden, wegens ontbreken van gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Gezien de lage concentraties worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, op kleine oppervlakken en kortdurend. Niet op de borsten aanbrengen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. De hoeveelheden in de moedermelk zullen echter gezien de geringe systemische absorptie na topicale toediening klein zijn.
Advies: Kan kortdurend op kleine oppervlakken worden gebruikt. Langdurig gebruik of toepassing op grote huidoppervlakken ontraden. Niet op de borsten aanbrengen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren (6–MNA).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd, wegens ontbreken van gegevens.
Contra-indicaties
- Ulcus pepticum (actief of in de voorgeschiedenis), maag-darmbloedingen (actief of in de voorgeschiedenis), maag-darmperforatie, gastritis.
- Actieve colitis ulcerosa of M. Crohn.
- Cerebrovasculaire bloeding in de voorgeschiedenis of andere bloedingen.
- Optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's.
- Ernstige lever- of nierinsufficiëntie (indien niet gedialyseerd wordt).
- Ernstig hartfalen.
- Kinderen jonger dan 16 jaar.
Voor meer contra-indicaties zie de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
- Astma exacerbatie, urticaria of acute rinitis na eerder gebruik van acetylsalicylzuur of een ander NSAID.
Contra-indicaties
- geïrriteerde huid;
- open wonden.
Contra-indicaties
- ulcus pepticum of maag-darmbloedingen, zowel actief als in de voorgeschiedenis;
- voorgeschiedenis van gastro-intestinale bloeding of perforatie als gevolg van gebruik van NSAID's;
- optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van salicylaten of andere NSAID's;
- cerebrovasculaire of andere bloedingen;
- ernstig hartfalen;
- ernstig verminderde leverfunctie;
- ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min).
Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij meer kans op gastro-intestinale complicaties (bv. ouderen, ulcera in voorgeschiedenis, combinatie met lage dosis acetylsalicylzuur); begin met de laagst mogelijke dosering en overweeg combinatie met beschermende middelen. Wees voorzichtig bij ouderen, inflammatoire darmziekten (in remissie), astma, stollingsstoornissen, lever- en nierfunctiestoornissen, hypertensie, hartfalen, ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden, cerebrovasculaire ziekte en bij risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (o.a. diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken).
NSAID's kunnen door remming van de glomerulaire filtratie functionele nierinsufficiëntie veroorzaken, controleer bij risicofactoren aan het begin van de behandeling en na dosisverhoging de diurese en nierfunctie. Verhoging van serumtransaminasen en serumbilirubine, of van serumcreatinine en urem zijn waargenomen; als de afwijking significant is of lang aanhoudt de behandeling staken. NSAID's waaronder meloxicam zijn (vooral bij langdurig gebruik en in hoge doses) in verband gebracht met iets meer kans op arteriële trombose. Bij patiënten met kans op vochtretentie, de nierfunctie en bloeddruk controleren bij start van de behandeling en na een dosisverhoging.
Ouderen hebben meer kans op bijwerkingen, met name op gastro-intestinale bloedingen en perforaties.
Bij optreden van bloedbeeldafwijkingen, ernstige leverfunctiestoornissen en bij gastro-intestinale ulceratie of bloedingen de behandeling staken.
Ernstige en soms fatale huidreacties zoals Stevens-Johnsonsyndroom (SJS) en toxische epidermale necrolyse (TEN) zijn gemeld, monitor zorgvuldig en staak onmiddellijk bij de eerste tekenen van huiduitslag (vaak met blaarvorming), mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling, daarna niet meer hervatten. De meeste kans daarop bestaat in de eerste weken van de behandeling.
Waarschuwingen en voorzorgen
De gel alleen op een intacte gezonde huid aanbrengen.
Laat de gel niet in contact komen met de ogen of slijmvliezen.
Het optreden van systemische effecten kan niet worden uitgesloten bij gebruik op grote oppervlakten en gedurende een langere periode.
Stel de behandelde huid niet bloot aan zonlicht tijdens en gedurende 2 weken na de behandeling.
Niet toepassen onder een (luchtdicht) occlusief verband.
De behandeling staken indien er zich een huiduitslag ontwikkelt.
De veiligheid en effectiviteit bij kinderen < 14 jaar zijn niet vastgesteld.
Hulpstoffen: de geurstof kan een allergische rectie veroorzaken.
Waarschuwingen en voorzorgen
De toepassing ontraden bij overgevoeligheid voor salicylzuur of andere NSAID's.
Niet toepassen bij pasgeborenen < 4 weken oud met open wonden of grote beschadigde huidoppervlakken (zoals brandwonden).
Contact met de ogen en slijmvliezen vermijden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Om het optreden van bijwerkingen te beperken zo laag mogelijk doseren en voor een zo kort mogelijke periode.
Wees voorzichtig bij personen met meer kans op gastro-intestinale complicaties; begin met de laagst mogelijk dosering en overweeg combinatie met beschermende middelen.
Wees verder voorzichtig bij:
- ouderen;
- colitis ulcerosa, M. Crohn;
- stollingsstoornissen;
- systemische lupus erythematodes (SLE, en dit wegens de verhoogde kans op aseptische meningitis);
- een hersenbloeding in de voorgeschiedenis;
- astma;
- perifeer arterieel vaatlijden;
- ischemische hartziekten;
- oedeem, hypertensie, hartfalen en andere condities die tot vochtretentie predisponeren.
Bij ouderen de laagst mogelijk effectieve dosering toepassen en gedurende de eerste 4 weken monitoren op gastro–intestinale bloedingen. Bij optreden van gastro-intestinale ulceratie of bloedingen de behandeling staken.
Wees voorzichtig bij bestaand congestief hartfalen, omdat vochtretentie en oedeem kunnen optreden.
Alleen na zorgvuldige afweging gebruiken bij patiënten met significante risicofactoren voor cardiovasculaire events (o.a. hypertensie, diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken).
NSAID's (vooral bij langdurig gebruik en in hoge doses) zijn geassocieerd met iets meer kans op arteriële trombotische events (bv. myocardinfarct of CVA).
Controleer bij nierfunctiestoornissen de nierfunctie regelmatig. Bij een creatinineklaring van 30–60 ml/min kan dosisverlaging nodig zijn.
Wees voorzichtig bij een ernstige leverfunctiestoornis. Regelmatige controle is aangewezen.
Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID's zijn gemeld. Meestal treden deze reacties op in de eerste 2 maanden van het gebruik. Als zich SJS, TEN of DRESS-syndroom voordoen (zie rubriek Bijwerkingen), de behandeling nooit meer hervatten.
De effectiviteit en veiligheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met nabumeton contact op met Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
NSAID. Meloxicam is een oxicamderivaat met analgetische, antiflogistische en antipyretische eigenschappen. Verder remt meloxicam de trombocytenaggregatie.
Kinetische gegevens
F | oraal ca. 90%. |
T max | 5–6 uur; steady-state wordt binnen 3–5 dagen bereikt. |
V d | gem. ca. 0,16 l/kg met een grote individuele spreiding. |
Eiwitbinding | 99% (vooral aan albumine). |
Metabolisering | in de lever tot inactieve metabolieten, vnl. door CYP2C9 en in mindere mate door CYP3A4. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten met de urine 50% en feces 50%, < 5% onveranderd met de feces. |
Overig | meloxicam doorloopt een enterohepatische kringloop. |
T 1/2el | ca. 20 uur (13-25). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
NSAID. Een fenylazijnzuurderivaat met anti-inflammatoire, analgetische en antipyretische eigenschappen. Het primaire werkingsmechanisme van diclofenac berust op de remming van de cyclo-oxygenase-activiteit, wat leidt tot inhibitie van de prostaglandine-synthese.
Werking: het effect bij osteoartrose bouwt geleidelijk op gedurende de eerste week van de behandeling.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 6%, afhankelijk van de hoeveelheid gel die is opgebracht, de grootte van het behandelde huidoppervlak en van de huidhydratatie. De spiegel in de huid is na enkele dagen behandeling 30–40× hoger dan in plasma. Een 10 uur lange occlusie leidt tot een drievoudige verhoging van de hoeveelheid geabsorbeerd diclofenac. |
Overig | na cutane toepassing is diclofenac gedetecteerd in plasma, synoviale weefsels en de synoviale vloeistof. Maximale plasmaconcentraties zijn ca. 100× lager dan na orale toediening van dezelfde hoeveelheid diclofenac. |
Eiwitbinding | 99,7%. |
Metabolisering | vooral via hydroxylering, met als belangrijkste metaboliet 4-hydroxydiclofenac. De metabolieten zijn biologisch actief. De hydroxymetabolieten worden geconjugeerd met glucuronide. |
Eliminatie | vooral via de urine (diclofenac 1%, als metaboliet 60%). Verder als metaboliet via gal en feces. |
T 1/2el | 1–2 uur (diclofenac en metabolieten). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
NSAID. Door de anti-inflammatoire werking vermindert het na topicale toediening lokale pijn en zwelling.
Kinetische gegevens
Resorptie | na topicale toediening treedt een langzame en langerdurende penetratie op met een aanmerkelijk hogere concentratie in het weefsel in vergelijking met die in het plasma. |
Eliminatie | ca. 70% met de urine, voornamelijk in de vorm van inactieve metabolieten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Nabumeton is een niet-zure, relatief COX-1-selectief NSAID met een analgetische, antiflogistische en antipyretische werking. Nabumeton is een pro-drug, dat na absorptie snel wordt omgezet in de werkzame metaboliet 6–MNA.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel voor 90%; voedsel versnelt de absorptie maar heeft geen invloed op de biologische beschikbaarheid. |
T max | na 4–12 uur (6–MNA), bij leverfunctiestoornis later. |
Eiwitbinding | 98% (6–MNA). |
Metabolisering | snel in de lever tot de actieve metaboliet 6-methoxy–2-naftylazijnzuur (6–MNA). |
Eliminatie | vnl. via de nieren als metabolieten. |
T 1/2el | 20–30 uur (6–MNA), bij gestoorde nierfunctie 25–39 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
meloxicam hoort bij de groep NSAID's, systemisch.
- aceclofenac (M01AB16) Vergelijk
- dexketoprofen (M01AE17) Vergelijk
- diclofenac (systemisch) (M01AB05) Vergelijk
- fenylbutazon (M01AA01) Vergelijk
- flurbiprofen (R02AX01) Vergelijk
- ibuprofen (systemisch) (M01AE01) Vergelijk
- indometacine (systemisch) (M01AB01) Vergelijk
- ketoprofen (M01AE03) Vergelijk
- metamizol (N02BB02) Vergelijk
- nabumeton (M01AX01) Vergelijk
- naproxen (M01AE02) Vergelijk
- piroxicam (M01AC01) Vergelijk
Groepsinformatie
diclofenac (cutaan) hoort bij de groep NSAID's, cutaan.
Groepsinformatie
benzydamine hoort bij de groep NSAID's, cutaan.
Groepsinformatie
nabumeton hoort bij de groep NSAID's, systemisch.
- aceclofenac (M01AB16) Vergelijk
- dexketoprofen (M01AE17) Vergelijk
- diclofenac (systemisch) (M01AB05) Vergelijk
- fenylbutazon (M01AA01) Vergelijk
- flurbiprofen (R02AX01) Vergelijk
- ibuprofen (systemisch) (M01AE01) Vergelijk
- indometacine (systemisch) (M01AB01) Vergelijk
- ketoprofen (M01AE03) Vergelijk
- meloxicam (M01AC06) Vergelijk
- metamizol (N02BB02) Vergelijk
- naproxen (M01AE02) Vergelijk
- piroxicam (M01AC01) Vergelijk