Samenstelling
Beyfortus XGVS Aanvullende monitoring Sanofi Winthrop Industrie
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml, 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Synagis
Bijlage 2
AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml, 1,0 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De Gezondheidsraad adviseert de inzet van nirsevimab voor alle kinderen jonger dan 1 jaar via het rijksvaccinatieprogramma, om het risico op ernstige ziekte en ziekenhuisopnamen als gevolg van RSV bij neonaten en zuigelingen tijdens hun eerste RSV-seizoen zo veel mogelijk te verkleinen. Op dit moment krijgen alleen kinderen uit een aantal medische risicogroepen antistoffen tegen RSV (palivizumab) aangeboden. Vanaf het najaar 2025 krijgt iedere baby via het Rijksvaccinatieprogramma in het eerste levensjaar één RSV-immunisatie met nirvesimab aangeboden voorafgaand of in het RSV-seizoen, bij voorkeur op een zo jong mogelijke leeftijd omdat het risico op ernstige ziekte door RSV-infectie dan het grootst is. Dit geldt voor baby’s geboren vanaf 1 april 2025. Zie voor meer informatieAddendum RSV-immunisatie baby's op rijksvaccinatieprogramma.nl.
Advies
Zie voor het standpunt van de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde (NVK), Passieve immunoprofylaxe met Palivizumab.
Aan de vergoeding van palivizumab zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Preventie van lagere-luchtwegaandoeningen veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus (RSV) bij:
- pasgeborenen en zuigelingen tijdens hun eerste RSV-seizoen;
- kinderen < 2 jaar die kwetsbaar blijven voor ernstige RSV-ziekte tijdens hun tweede RSV-seizoen.
Indicaties
Preventie van ernstige lagere luchtwegaandoeningen door respiratoir syncytieel virus (RSV) bij kinderen die risico lopen RSV-ziekte te krijgen waarbij ziekenhuisopname nodig is:
- bij te vroeg geboren kinderen (≤ 35 weken), die bij het begin van het RSV-seizoen jonger waren dan zes maanden;
- bij kinderen jonger dan twee jaar die in de voorafgaande zes maanden een behandeling voor bronchopulmonale dysplasie (BPD) nodig hadden;
- bij kinderen jonger dan twee jaar die een congenitale hartaandoening hebben die hemodynamisch significant is.
Doseringen
Passieve immunisatie tegen RSV
Pasgeborenen en zuigelingen tijdens eerste RSV-seizoen
i.m.: bij lichaamsgewicht < 5 kg: 1 dosis à 0,5 ml (50 mg); bij lichaamsgewicht ≥ 5 kg: 1 dosis à 1 ml (100 mg). Toedienen bij geboorte tijdens het RSV-seizoen of bij geboorte buiten het seizoen, voorafgaand aan het RSV-seizoen.
Overweeg na een hartoperatie met cardiopulmonale bypass, bij stabilisatie na de operatie, een extra dosis om adequate nirsevimab-serumspiegels te garanderen. Als dit binnen 90 dagen na ontvangst van de eerste dosis is, dient de aanvullende dosis tijdens eerste RSV-seizoen 50 mg of 100 mg te zijn, afhankelijk van het lichaamsgewicht. Als er meer dan 90 dagen zijn verstreken sinds de eerste dosis, kan de aanvullende dosis een enkelvoudige dosis van 50 mg zijn, ongeacht het lichaamsgewicht, om de rest van het RSV-seizoen te dekken.
Rijksvaccinatieprogramma: kinderen die tijdens het RSV-seizoen (1 oktober t/m 31 maart) worden geboren (de primaire groep), krijgen de immunisatie zo vroeg mogelijk, maar in ieder geval binnen 14 dagen na geboorte aangeboden. Kinderen die buiten het RSV-seizoen worden geboren (de catch-up groep), krijgen de immunisatie kort voor de start van hun eerste RSV-seizoen. Zie voor meer informatie het Addendum RSV-immunisatie baby's op rijksvaccinatieprogramma.nl.
Kinderen < 24 maanden tijdens tweede RSV-seizoen
i.m.: 1 × 2 injecties (200 mg), voor start van tweede RSV-seizoen.
Overweeg na een hartoperatie met cardiopulmonale bypass, bij stabilisatie na de operatie, een extra dosis om adequate nirsevimab-serumspiegels te garanderen. Als dit binnen 90 dagen na ontvangst van de eerste dosis is, dient de aanvullende dosis 200 mg te zijn. Als er meer dan 90 dagen zijn verstreken sinds de eerste dosis, kan de aanvullende dosis 100 mg zijn om de rest van het RSV-seizoen te dekken.
Toediening
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de anterolaterale zijde van de dij. Niet routinematig in gluteale spieren injecteren vanwege het risico op beschadiging van de ischiaszenuw. Gebruik bij twee injecties, twee verschillende injectieplaatsen.
- Wees voorzichtig bij trombocytopenie of bloedstollingsstoornissen (zoals hemofilie); na i.m.-injectie kunnen spierbloedingen ontstaan.
- Bij gelijktijdige toediening met injecteerbare vaccins, de injecties met aparte spuiten en op verschillende injectieplaatsen geven.
Doseringen
Preventie van ernstige lagere luchtwegaandoeningen door RSV bij kinderen
Kinderen < 2 jaar
i.m. 15 mg/kg lichaamsgewicht 1×/maand gedurende te verwachten perioden van RSV-risico in de samenleving. Indien mogelijk de eerste dosis toedienen vóór het begin van het RSV-seizoen. Gewoonlijk begint het RSV-seizoen in november en duurt tot en met april. Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar over > 5 injecties per RSV-seizoen.
Bij kinderen die een cardiale-bypass ondergaan, palivizumab toedienen zodra ze stabiel zijn na de operatie. Dien maandelijkse vervolgdoses toe voor de rest van het RSV-seizoen voor kinderen die meer kans hebben op het krijgen van RSV-ziekte.
De i.m.-injectie bij voorkeur anterolateraal in de dij toedienen. Bij injectiehoeveelheden groter dan 1 ml de hoeveelheid in verdeelde doses geven.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): (maculaire en maculopapuleuze) uitslag, koorts en reactie op injectieplaats (pijn, verharding, oedeem, zwelling).
Gemeld is: overgevoeligheid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): koorts. Huiduitslag.
Vaak (1–10%): reactie op de injectieplaats. Apneu.
Soms (0,1–1%): urticaria. Trombocytopenie. Convulsies.
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, anafylactische shock (in enkele gevallen met fatale afloop).
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Nirsevimab kan gelijktijdig met kindervaccins worden gegeven; een passieve immunisatie specifiek tegen RSV, heeft naar verwachting geen invloed op de actieve immuunrespons op gelijktijdig toegediende vaccins.
Interacties
Er zijn geen interacties waargenomen met de routinematige kindervaccins, het griepvaccin, bronchusverwijders of corticosteroïden.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Contra-indicaties
Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor andere humane monoklonale antilichamen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij sommige immuungecompromitteerde kinderen met eiwitverlies is een verhoogde klaring van nirsevimab gezien, bij hen biedt nirsevimab mogelijk niet hetzelfde niveau van bescherming.
Weeg de voordelen en risico's van het gebruik bij zuigelingen < 1 kg zorgvuldig af. De dosering bij zuigelingen met een lichaamsgewicht van 1-1,6 kg is gebaseerd op extrapolatie. Hiervoor zijn geen klinische gegevens beschikbaar. Naar verwachting zal blootstelling bij zuigelingen < 1 kg hogere blootstellingen opleveren dan bij zuigelingen die meer wegen.
Antilichamen tegen het geneesmiddel (ADA; anti-drug antibodies) werden vaak gedetecteerd. De invloed van ADA op de werkzaamheid van nirsevimab is niet vastgesteld. Er is geen invloed van ADA op de veiligheid vastgesteld.
Er zijn geen gegevens over kinderen van 2-18 jaar en zuigelingen met een postmenstruele leeftijd (zwangerschapsduur bij geboorte plus chronologische leeftijd) < 32 weken. Er zijn beperkte gegevens beschikbaar over extreem premature zuigelingen (zwangerschapsduur < 29 weken) jonger dan 8 weken.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij een matige tot ernstige acute infectie of koortsaandoening de voordelen en risico's van uitstel van de injectie tegen elkaar afwegen. Wees bedacht op het optreden van een eventuele anafylactische reactie of shock. Palivizumab kan interfereren met immuungebaseerde diagnostische RSV-testen en remt virusreplicatie in celkweken. Het interfereert niet met op 'reverse transcriptase polymerase chain reaction'-gebaseerde onderzoeken.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met nirsevimab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Nirsevimab is een humaan immunoglobuline G1-kappa (IgG1κ) monoklonaal antilichaam. Het hecht zich aan het Fusie (F)-eiwit op het oppervlak van het RSV-virus. Het remt de essentiële membraanfusie-stap in het virale binnendringingsproces, neutraliseert het virus en blokkeert cel-tot-cel fusie. De beschermingsduur is ten minste 5 maanden.
Kinetische gegevens
F | ca. 84% |
V d | centraal 216 ml en perifeer 261 ml voor een zuigeling van 5 kg. |
Metabolisering | door proteolytische enzymen die uitgebreid in het lichaam verdeeld zijn. |
T 1/2el | ca. 71 dagen |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Palivizumab is humaan monoklonaal antilichaam (IgG1κ) gericht tegen een epitoop in de A-antigene kant van het fusie-eiwit van het respiratoir syncytieel virus (RSV). Het bestaat uit humane (95%) en muriene (5%) antilichaamdelen en remt de virusreplicatie door de sterke neutraliserende en fusieremmende activiteiten tegen RSV subtype A- en B-stammen.
Kinetische gegevens
Overig | vergelijkbaar met IgG1-antilichaam. |
Overig | serumconcentratie van palivizumab neemt met ca. 58% af na cardiopulmonale bypass-chirurgie. |
T 1/2el | ca. 19–27 dagen (kinderen < 2 j.). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
nirsevimab hoort bij de groep immunoglobulinen.
- casirivimab/imdevimab (J06BD07) Vergelijk
- cytomegalovirus-immunoglobuline (J06BB09) Vergelijk
- hepatitis B-immunoglobuline (J06BB04) Vergelijk
- normaal immunoglobuline (im en sc) (J06BA01) Vergelijk
- normaal immunoglobuline (iv) (J06BA02) Vergelijk
- palivizumab (J06BD01) Vergelijk
- regdanvimab (J06BD06) Vergelijk
- rhesus(D)immunoglobuline (J06BB01) Vergelijk
- tetanusimmunoglobuline (J06BB02) Vergelijk
- tixagevimab/cilgavimab (J06BD03) Vergelijk
Groepsinformatie
palivizumab hoort bij de groep immunoglobulinen.
- casirivimab/imdevimab (J06BD07) Vergelijk
- cytomegalovirus-immunoglobuline (J06BB09) Vergelijk
- hepatitis B-immunoglobuline (J06BB04) Vergelijk
- nirsevimab (J06BD08) Vergelijk
- normaal immunoglobuline (im en sc) (J06BA01) Vergelijk
- normaal immunoglobuline (iv) (J06BA02) Vergelijk
- regdanvimab (J06BD06) Vergelijk
- rhesus(D)immunoglobuline (J06BB01) Vergelijk
- tetanusimmunoglobuline (J06BB02) Vergelijk
- tixagevimab/cilgavimab (J06BD03) Vergelijk