Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

normaal immunoglobuline (iv)

immunoglobulinen J06BA02

Sluiten

tetanusimmunoglobuline

immunoglobulinen J06BB02

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Flebogamma DIF Lamepro bv

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
100 ml, 200 ml, 400 ml

De oplossing bevat 50 g eiwit per liter (5%), waarvan ten minste 97% bestaat uit IgG en geringe hoeveelheden IgA (< 0,05 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: sorbitol (5%).

Gammagard S/D Baxter bv

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
5 g met solvens 100 ml, 10 g met solvens 200 ml

Bevat na oplossing 50 g eiwit per liter (5%). De eiwitfractie bevat ten minste 90% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 3 microg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: humaan albumine, glycine, natriumchloride 8,5 mg/ml en glucose (maximaal 434 mg/g IgG).

Gamunex Lamepro bv

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
50 ml, 100 ml, 200 ml

De infusievloeistof bevat 100 g eiwit/liter (10%). De eiwitfractie bevat ten minste 98% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 0,084 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: glycine.

Intratect Twin Pharma

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
20 ml, 50 ml, 100 ml, 200 ml

De oplossing bevat 50 g eiwit/liter (5%). De eiwitfractie bevat ten minste 96% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 0,9 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: glycine.

Intratect XGVS Twin Pharma

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
10 ml, 50 ml, 100 m l, 200 ml

De oplossing bevat 100 g eiwit/liter (10%). De eiwitfractie bevat ten minste 96% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 2 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: glycine.

Kiovig Baxter bv

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
10 ml, 25 ml, 50 ml, 100 ml, 200 ml, 300 ml

De infusievloeistof bevat 100 g eiwit/liter (10%). De eiwitfractie bevat ten minste 98% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 0,14 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: glycine.

Nanogam Sanquin Plasma Products BV

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
20 ml, 50 ml, 100 ml, 200 ml, 400 ml

De oplossing bevat 50 g eiwit/liter (5%). De eiwitfractie bevat ten minste 95% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 6 microgram/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: glucose-monohydraat (overeenkomend met glucose 50 g/l).

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
25 ml, 50 ml, 100 ml, 200 ml, 300 ml

De oplossing bevat 100 g eiwit/liter (10%). De eiwitfractie bevat ten minste 95% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 12 microgram/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: glucose-monohydraat (overeenkomend met glucose 50 g/l).

Octagam EuroCept bv

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
50 ml, 100 ml, 200 ml

De oplossing bevat 50 g eiwit/liter (5%). De eiwitfractie bevat ten minste 95% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 0,2 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: maltose 100 mg/ml.

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
20 ml, 50 ml, 100 ml, 200 ml

De oplossing bevat 100 g eiwit/liter (10%). De eiwitfractie bevat ten minste 95% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 0,4 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: maltose 90 mg/ml.

Panzyga XGVS Octapharma GmbH

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 10 ml, 25 ml, fles 50 ml, 60 ml, 100 ml, 200 ml, 300 ml

De oplossing bevat 100 g eiwit/liter (10%). De eiwitfractie bevat ten minste 95% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 0,3 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: glycine, natrium 0,69 mg/ml.

Privigen CSL Behring bv

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
100 mg/ml
Verpakkingsvorm
25 ml, 50 ml, 100 ml, 200 ml, 400 ml

De infusievloeistof bevat 100 g eiwit/liter (10%). De eiwitfractie bevat ten minste 98% IgG en geringe hoeveelheden IgA (≤ 0,025 mg/ml). De subklassensamenstelling komt vrijwel overeen met die van normaal plasma. Bevat tevens: L-proline.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Tetaquin Sanquin Plasma Products BV

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
125 IE/ml
Verpakkingsvorm
flacon 2 ml

Tetaquin is bereid uit menselijk plasma met ≥ 100 IE/ml tetanusantistoffen. De eiwitconcentratie bedraagt 100–180 g/l en bestaat uit ten minste 90% IgG. Het maximale IgA-gehalte is 6 g/l. Het preparaat bevat glycine. Door productieproblemen is Tetaquin niet leverbaar. Via de website van Sanquin.org op tetaquin is een gelijkwaardig vervangend geneesmiddel te bestellen (Tetanus Gamma).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Normaal immunoglobuline i.v. kan bij de genoemde indicaties worden voorgeschreven.

Advies

Zie voor meer informatie de LCI-richtlijn Tetanus.

Indicaties

Flebogamma DIF (> 2 j.), Gamunex, Intratect, Kiovig, Nanogam, Octagam, Panzyga, Privigen

  • Als substitutietherapie bij:
    • Primaire immunodeficiëntie-syndromen (PID's) met een verminderde productie van antilichamen;
    • Secundaire immunodeficiëntie bij ernstige of recidiverende infecties, falen van behandeling met antibiotica en bewezen falen van specifieke antilichamen (PSAF) of een lage IgG serumspiegel < 4 g/l.
  • Als immunomodulatie bij:
    • (Primaire) immuungemedieerde trombocytopenie (ITP) bij veel kans op bloedingen of vóór een operatieve ingreep ter correctie van het bloedplaatjesgehalte;
    • Guillain-Barrésyndroom;
    • Ziekte van Kawasaki;
    • Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP);
    • Multifocale motorische neuropathie (MMN);
  • Gamunex ook: ernstige acute exacerbatie van myasthenia gravis bij volwassenen.

Gammagard S/D

  • Als substitutietherapie bij:
    • Primaire immunodeficiëntie-syndromen met een verminderde productie van antilichamen (zoals aangeboren hypo- en agammaglobulinemie, gewone variabele immunodeficiëntie, ernstige gecombineerde immunodeficiëntie, Wiskott-Aldrichsyndroom);
    • Secundaire immunodeficiëntie (zoals secundaire hypo-gamma-globulinemie) bij:
      • chronische lymfatische leukemie (CLL) met recidiverende bacteriële infecties, wanneer profylactische antibiotica faalden;
      • multipel myeloom (in de plateaufase) met recidiverende bacteriële infecties wanneer geen reactie is verkregen op een pneumokokkenvaccinatie;
      • patiënten na een allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT).
    • Congenitale AIDS en daarbij recidiverende bacteriële infecties.
  • Als immunomodulerende therapie bij:
    • (Primaire) immuungemedieerde trombocytopenie (ITP) bij veel kans op bloedingen of vóór een operatieve ingreep ter correctie van het bloedplaatjesgehalte;
    • Guillain-Barrésyndroom;
    • Ziekte van Kawasaki;
    • Multifocale motorische neuropathie (MMN).

Indicaties

  • Postexpositie profylaxe (PEP) van tetanus bij wonden met risico op infectie met Clostridioides difficile (open wond met (mogelijk) contact met straatvuil, aarde of mest, dierenbeet of diepe 2e of 3e graads brandwonden) bij:
    • niet of onvolledig gevaccineerde personen;
    • volledig onbekende vaccinatiestatus;
    • vermoedelijk volledig (zonder documentatie) gevaccineerde mannen geboren vóór 1936 of vrouwen geboren vóór 1950;
    • immuungecompromiteerde personen (volledig, onvolledig of niet gevaccineerd).
  • Behandeling klinisch manifeste tetanus.

Voor Tetanus post-expositieprofylaxe (PEP) bij wonden zie het Stroomschema Tetanus-PEP op lci.rivm.nl. Kijk hier ook voor de bepaling van de vaccinatiegraad en een aanbeveling over de toediening van tetanusvaccin en tetanusimmunoglobuline (TIG).

Dosering

De dosis en het doseerschema hangen af van de indicatie, halveringstijd, ernst van de ziekte en de leeftijd van de patiënt. De genoemde doseringen gelden als richtlijn.

Vóór toediening zorgen voor een adequate hydratie en urineproductie.

Flebogamma DIF niet geven aan kinderen van 0–2 jaar.

Klap alles open Klap alles dicht

Primaire immunodeficiëntie

Volwassenen en kinderen

Aanvangsdosis: 400–800 mg/kg lichaamsgewicht eenmalig, gevolgd door 200–800 mg/kg lichaamsgewicht elke 3–4 weken om een IgG–dalspiegel te bereiken van ten minste 5–6 g/l of een concentratie die valt binnen het normaalbereik voor de leeftijdsgroep. Beoordeel de dalspiegel in samenhang met de incidentie van infectie. Verhoog eventueel de dosering voor hogere dalspiegels om de frequentie van bacteriële infecties te verminderen. Na aanvang van de therapie duurt het 3–6 maanden voordat een evenwichtstoestand ontstaat.

Secundaire immunodeficiëntie (bv. hypo-γ-globulinemie)

Volwassenen en kinderen

200–400 mg/kg lichaamsgewicht elke 3–4 weken om een IgG–dalspiegel te bereiken van ten minste 5–6 g/l. Beoordeel de dalspiegel in samenhang met de incidentie van infectie. Verhoog eventueel de dosering bij aanhoudende infectie.

Substitutietherapie bij kinderen met congenitale aids en recidiverende bacteriële infecties

Kinderen

200–400 mg/kg lichaamsgewicht elke 3–4 weken.

Na allogene beenmergtransplantatie

Volwassenen en kinderen

In het algemeen: Flebogamma DIF, Gammagard, Gamunex, Intratect, Kiovig, Nanogam, Privigen: 200–400 mg/kg lichaamsgewicht elke 3–4 weken om een IgG–dalspiegel te bereiken > 5 g/l.

Bij de behandeling van infecties en profylaxe van graft–versus–hostreactie: Gammagard: 500 mg/kg lichaamsgewicht per week, vanaf dag 7 vóór de transplantatie tot 3 maanden na transplantatie. Bij aanhoudend tekort aan antilichamen: 500 mg/kg lichaamsgewicht per maand tot de spiegel van antilichamen normaal is.

Immuun-trombocytopenie

Volwassenen en kinderen

Acute aanval: 800–1000 mg/kg lichaamsgewicht op dag 1; deze dosis eventueel binnen 3 dagen eenmaal herhalen. Een andere behandelmogelijkheid is 400 mg/kg lichaamsgewicht per dag gedurende 2–5 opeenvolgende dagen. De behandeling herhalen als een terugval optreedt.

Ziekte van Kawasaki

Volwassenen en kinderen

1,6–2,0 g/kg lichaamsgewicht in verdeelde doses gedurende 2–5 dagen óf 2,0 g/kg lichaamsgewicht in één dosis. De doseringen in combinatie met acetylsalicylzuur geven.

Guillain-Barrésyndroom

Volwassenen en kinderen

400 mg/kg lichaamsgewicht per dag gedurende 5 dagen.

Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie

Volwassenen en kinderen

Flebogamma DIF, Gamunex, Intratect, Kiovig, Nanogam, Octagam, Panzyga, Privigen: begindosis: 2,0 g/kg lichaamsgewicht in verdeelde doses gedurende 2–5 opeenvolgende dagen. Onderhoudsdosis: 1,0 g/kg lichaamsgewicht elke 3 weken, toegediend in 1 dag of verdeeld over twee doses van 0,5 g/kg lichaamsgewicht in 2 opeenvolgende dagen.

Multifocale motorische neuropathie

Volwassenen en kinderen

Flebogamma DIF, Gamunex, Intratect, Kiovig, Nanogam, Octagam, Panzyga en Privigen: begindosis: 2,0 g/kg lichaamsgewicht in verdeelde doses gedurende 2–5 opeenvolgende dagen. Onderhoudsdosis: 1,0 g/kg lichaamsgewicht elke 2–4 weken óf 2,0 g/kg lichaamsgewicht elke 4–8 weken in verdeelde doses gedurende 2-5 opeenvolgende dagen. Gammagard: 400 mg/kg lichaamsgewicht per dag gedurende 5 opeenvolgende dagen.

Myasthenia gravis

Volwassenen

Gamunex: bij ernstige acute exacerbatie 2,0 g/kg lichaamsgewicht verdeeld over 2 opeenvolgende dagen (1,0 g/kg lichaamsgewicht per dag).

Toedieningsinformatie: uitsluitend intraveneus toedienen. De infusiesnelheden zijn productafhankelijk; deze nauwkeurig opvolgen. Raadpleeg de officiële productinformatie CBG/EMA, zie hiervoor de link onder 'Zie ook'. Bij patiënten die het voor het eerst krijgen, of bij gebruik na een relatief lange tijd na de vorige infusie, of bij overstap naar een ander i.v. IgG–product starten met een lage infusiesnelheid en de patiënt nauwgezet volgen tot een uur na de eerste infusie; andere patiënten tot ten minste 20 minuten na toediening.

Bij risicofactoren voor trombo–embolische ziekten, of voor acuut nierfalen, toedienen in een zo laag mogelijke dosering en met een zo laag mogelijke infusiesnelheid.

Dosering

De incubatieperiode van tetanus is 24 uur tot 3 weken. TIG en tetanusvaccinatie daarom zo snel mogelijk na de verwonding toedienen. Bij latere presentatie is het nog zinvol om dit tot 21 dagen na de verwonding te doen.

Klap alles open Klap alles dicht

Postexpositie profylaxe van tetanus:

Volwassenen en kinderen:

i.m. 250 IE zo snel mogelijk na de verwonding. Overweeg 500 IE bij geïnfecteerde wonden waarbij geschikte medische behandeling niet binnen 24 uur kan plaatsvinden of bij diepe of gecontamineerde wonden met weefselschade en verminderde zuurstoftoevoer en verwondingen door een vreemd lichaam (zoals bijt-, steek- en schotwonden). Start tegelijkertijd actieve immunisatie, zie tetanusvaccin.

Klinisch manifeste tetanusinfectie:

Volwassenen en kinderen:

3000 IE (12 flacons; op verschillende injectieplaatsen toedienen); de volgende dag nogmaals 3000 IE. Na volledig herstel alsnog actief immuniseren tegen tetanus.

Kinderen die deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma nooit apart tetanusvaccin geven, maar altijd de eerstvolgende D(K)TP vaccinatie waar zij in het Rijksvaccinatieprogramma aan toe zouden zijn.

Langzaam, diep i.m. inspuiten. Overweeg bij de profylaxe van tetanus s.c.-toediening bij ernstige trombocytopenie of een hemorragische diathese; de werking is echter bij deze toedieningswijze niet onderzocht. Pijn en gevoeligheid op de injectieplaats kunnen worden verminderd door een groter volume (> 2 ml voor kinderen of > 5 ml voor volwassenen) te verdelen over meerdere injectieplaatsen. Bij tegelijk toedienen van het immunoglobuline en het vaccin deze op verschillende injectieplaatsen toedienen (contralaterale zijden).

Het preparaat is niet geschikt voor i.v.-toediening.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn (incl. sinushoofdpijn, migraine, spanningshoofdpijn). Misselijkheid, braken, diarree. Hoest. Huidaandoeningen incl. jeuk, urticaria. Pijn in een ledemaat, rug, nek, gewricht, aangezicht. Koorts, rillingen, vermoeidheid, griepachtige ziekte (waaronder nasofaryngitis, faryngolaryngeale pijn, blaarvorming in de orofarynx, beklemming van de keel).

Vaak (1-10%): tachycardie, palpitaties, hypotensie, hypertensie, (overmatig) blozen of zweten, opvliegers, vasculitis, hyperemie, nachtzweten. Dyspneu (incl. borstpijn en pijnlijke ademhaling), bronchitis, rinorroe. Buikpijn, dyspepsie. (Draai–)duizeligheid. Asthenie, malaise, rigor. Lymfadenopathie. Botpijn, spierpijn, -spasmen en -stijfheid. Conjunctivitis. Angst, slapeloosheid. Overgevoeligheidsreactie, jeuk, urticaria, dermatitis, erytheem, maculopapuleuze uitslag, schilferende huid. Hemolyse, (hemolytische) anemie, anisocytose (incl. microcytose), leukopenie. Verlaagde hematocrietwaarde. Hyperbilirubinemie, verhoogde waarden van ALAT, ASAT, LDH. Zwelling en pijn op de toedieningsplaats.

Soms (0,1-1%): aseptische meningitis (zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen), somnolentie, paresthesie, tremor, evenwichtsstoornis, geheugenverlies, spraakstoornis, smaakstoornis, prikkelbaarheid. Koud gevoel in de ledematen, hypothermie, oppervlakkige (trombo)flebitis. Pijn op de borst. (Verergering van) astma, bloedneus. Stomatitis, abdominale distensie. Angio-oedeem, erythemateuze huiduitslag, papuleuze huiduitslag, dermatitis, eczeem, koud zweet, blauwe plekken, fotosensibilisatie. Infecties zoals (chronische) sinusitis, bovensteluchtweginfectie, infectie van de urinewegen, schimmelinfectie. Oogpijn, zwelling van het oog, fotofobie, maculopathie. Oorpijn, vloeistof in middenoor. Spierkrampen en spierzwakte (bij MMN). Anorexie. Schildklierstoornis. Trombocytose, neutropenie. Verhoogde waarden van cholesterol, creatinine in het bloed, ureum en proteïnurie.

Zeer zelden (< 0,01%): transfusiegerelateerde acute longschade (TRALI; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Trombo-embolische incidenten als: diepveneuze trombose, arteriële trombose, TIA, CVA, myocardinfarct. (Pseudo)hyponatriëmie, hyponatriëmische encefalopathie bij infusie van intraveneuze vloeistoffen die glucose bevatten.

Verder zijn gemeld: anafylactoïde of anafylactische reactie (incl. shock, meer kans bij IgA-deficiëntie of IgA-antistoffen). Cutane lupus erythematodes. Cyanose, (niet–cardiogeen) longoedeem, longembolie. Trombocytopenie. Hepatitis. Nierfalen. Alopecia, oedeem.

Toediening tijdens een infectie leidt soms na enige uren tot een algeheel gevoel van malaise en verhoging van de lichaamstemperatuur tot 39–40°C. In de regel verdwijnt dit na 24 uur. Acute nierfunctiestoornis is gemeld, veelal bij patiënten met risicofactoren zoals reeds bestaande nierfunctiestoornis, hogere leeftijd (> 65 j.), diabetes mellitus, hypovolemie, overgewicht en gebruik van nefrotoxische middelen.

Bij baby's en jonge kinderen met (niet-gediagnosticeerde) fructose-intolerantie geeft de hulpstof sorbitol soms aanleiding tot een fataal verlopende reactie.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zelden (0,01-0,1 %): koorts, malaise, rilling, misselijkheid, braken, hoofdpijn, hypotensie, artralgie, tachycardie en overgevoeligheids- of anafylactische reacties (incl. shock).

Verder zijn gemeld: op de injectieplaats: pijn en gevoeligheid, zwelling, erytheem, verharding, warmte, jeuk en huiduitslag.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Immunoglobulinen kunnen de immuunrespons op levende virusvaccins (mazelen-, bof-, varicella- of rubellavaccin) verminderen. Vaccinatie tot ten minste drie maanden na de toediening van immunoglobuline uitstellen, bij mazelen kan dit tot een jaar zijn (afhankelijk van de dosis immunoglobuline). Als binnen 2 weken na vaccinatie met een levend virusvaccin toediening van een immunoglobuline noodzakelijk is, drie maanden (bij mazelenvaccin tot 1 jaar) daarna revaccineren.

Comedicatie met lisdiuretica vermijden in verband met de kans op acuut nierfalen vanwege onvoldoende hydratie van de patiënt. Ook comedicatie met nefrotoxische geneesmiddelen vermijden.

Interacties

De immuunrespons op bepaalde vaccins met verzwakt levend virus, met name mazelen-, bof-, varicella- of rubellavaccin kan door immunoglobuline worden verzwakt. Na toediening van tetanusimmunoglobuline tot ten minste 3 maanden daarna vaccinatie met verzwakt levend vaccin uitstellen; in geval van mazelenvaccin 5 maanden uitstellen.

Zwangerschap

IgG passeert de placenta.

Teratogenese: Langdurige klinische ervaring heeft aangetoond dat er geen schadelijke effecten op het verloop van de zwangerschap, bij de foetus en bij het pasgeboren kind zijn te verwachten. Wanneer het tijdens de bevalling wordt toegediend, met name in combinatie met oxytocine, is er meer kans op hyponatriëmie.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

IgG passeert de placenta.

Teratogenese: Langdurige klinische ervaring met immunoglobulinen wijst er op dat er geen schadelijke effecten op het verloop van de zwangerschap, bij de foetus en de neonaat zijn te verwachten.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: IgG gaat over in de moedermelk en levert zo een bijdrage aan de overdracht van beschermende antistoffen aan de pasgeborene. Er worden geen negatieve effecten verwacht.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: Levert mogelijk een bijdrage aan de overdracht van beschermende antistoffen aan de zuigeling.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • In het algemeen: Overgevoeligheid voor humane immunoglobulinen, vooral bij selectieve IgA-deficiëntie waarbij anti-IgA-antistoffen zijn aangetoond;
  • Flebogamma DIF: fructose–intolerantie, kinderen tot 2 jaar;
  • Privigen: hyperprolinemie type I of II.

Contra-indicaties

  • intolerantie voor humane immunoglobulinen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Overgevoeligheidsreacties komen zelden voor. Anafylaxie kan optreden bij patiënten met niet detecteerbare IgA die antilichamen tegen IgA hebben of die een eerdere behandeling met humane normale immunoglobuline goed hebben verdragen.

Sommige bijwerkingen kunnen vaker optreden: bij hoge infusiesnelheid, bij patiënten met hypo- of agammaglobulinemie met of zonder IgA-deficiëntie, bij patiënten die voor het eerst humane normale immunoglobuline krijgen, bij wie een lange tijd verstreken is sinds de vorige infusie of een onbehandelde infectie of onderliggende ontsteking hebben. Mogelijke complicaties kunnen vaak voorkómen worden door aanvankelijk langzaam te infunderen en patiënten tijdens de infusie zorgvuldig te bewaken: nieuwe patiënten, patiënten die eerder een ànder immunoglobulineproduct hebben gekregen en patiënten bij wie een lange tijd verstreken is sinds de vorige infusie tot een uur na de eerste infusie en andere patiënten tot ten minste 20 minuten na toediening.

Intraveneuze toediening van glucose (Nanogam) kan verstoring van de elektrolytenbalans geven, met name hypo- of hyperosmotische hyponatriëmie. Acute hyponatriëmie kan leiden tot acuut hersenoedeem en levensbedreigend hersenletsel. Overweeg controle van de vloeistofbalans, bloedglucose en serumelektrolyten (met name natrium) voor en tijdens de behandeling.

Er is waarschijnlijk een verband met trombo-embolische aandoeningen die bij risicopatiënten veroorzaakt kunnen worden door een relatieve toename van de bloedviscositeit door de hoge instroom van Ig. Wees daarom voorzichtig bij aanwezige risicofactoren zoals overgewicht hoge leeftijd, langdurige immobilisatie, hypertensie, diabetes mellitus, (een voorgeschiedenis van) trombotische incidenten, meerdere cardiovasculaire risicofactoren, ernstige hypovolemie, oestrogeengebruik, verhoogde bloedviscositeit, aanwezigheid van intravasculaire verblijfskatheters (bv. centrale lijn) en wanneer hoge doses of een hoge infusiesnelheid worden gebruikt.

Niet-cardiogeen longoedeem kan optreden en kan wijzen op transfusiegerelateerde acute longschade (TRALI). TRALI wordt gekenmerkt door longoedeem, hypoxemie, ernstige ademnood, koorts bij een normale linkerventrikelfunctie. De symptomen treden doorgaans tijdens of in de eerste zes uur na een transfusie op, vaak binnen één tot twee uur Controleer op pulmonale bijwerkingen, zo nodig behandelen met zuurstof en adequate ondersteuning van de ademhaling.

Acuut nierfalen kan optreden, in de meeste gevallen bij risicofactoren (bestaande nierinsufficiëntie, diabetes mellitus, hypovolemie, overgewicht, leeftijd > 65 jaar, gelijktijdig gebruik van nefrotoxische geneesmiddelen, sepsis, paraproteïnemie). Nierinsufficiëntie en acuut nierfalen zijn in verband gebracht met producten met hulpstoffen zoals glucose, maltose en met name sucrose. Overweeg bij risicopatiënten producten zonder deze hulpstoffen. Ter preventie van acuut nierfalen bij alle patiënten vóór toediening zorgen voor adequate hydratie, bewaking van de urineproductie, bewaking van serumcreatinine-niveaus, vermijden van gelijktijdig gebruik van lisdiuretica. Bij patiënten met risicofactoren de laagst haalbare infusiefrequentie en dosis gebruiken. Bij een verminderde nierfunctie, staken van de toediening overwegen.

Er is meer kans op aseptische meningitis syndroom (AMS) bij gebruik van hoge doses (2 g/kg); de symptomen ervan treden gewoonlijk op binnen enkele uren tot twee dagen na de behandeling en verdwijnen (zonder restverschijnselen) binnen enkele dagen na staken van de behandeling. De liquor cerebrospinalis laat vaak pleiocytose zien, voornamelijk van granulocytaire oorsprong en daarnaast verhoogde eiwitconcentraties (tot enkele honderden mg/dl). Sluit andere oorzaken van meningitis uit.

De i.v. IgG–producten kunnen bloedgroepantistoffen bevatten die kunnen dienen als hemolysinen; dit kan een positieve Coombs-test geven en in zeldzame gevallen hemolyse. De patiënt controleren op klinische tekenen van hemolyse; indien aanwezig overwegen de behandeling te staken. Risicofactoren voor hemolyse zijn: hoge doses IgG, andere bloedgroep dan O, onderliggende ontsteking. Kinderen met de ziekte van Kawasaki hebben bij gebruik van hoge doses eveneens meer kans op hemolyse.

De kans op overdracht van infectieuze agentia kan niet geheel worden uitgesloten.

Na injectie met immunoglobulinen kan de tijdelijke stijging van de titer van de passief overgedragen antistoffen in het bloed leiden tot fout-positieve resultaten bij serologisch onderzoek of bij de detectie van β-D-glucanen voor de diagnose van schimmelinfecties (dit kan weken aanhouden).

Een tijdelijke neutropenie en/of episoden van neutropenie kunnen optreden, soms ernstig, gewoonlijk binnen uren of dagen na toediening en verdwijnen spontaan binnen 7–14 dagen.

Sommige typen bloedglucosemeter meten de maltose (hulpstof in Octagam) ten onrechte als glucose. Dit kan gedurende ca. 15 uur na de infusie leiden tot onjuist verhoogde bloedglucose–uitslagen met een, soms fatale, hypoglykemie tot gevolg.

Waarschuwingen en voorzorgen

Niet toedienen bij gebleken overgevoeligheid voor bloedproducten wegens risico van een anafylactische reactie; indien toediening toch noodzakelijk wordt geacht, is nauwkeurige klinische controle aangewezen. Patiënten met selectieve IgA-deficiëntie bij wie anti-IgA-antistoffen zijn aangetoond, bij voorkeur niet met dit preparaat behandelen vanwege de kans op een anafylactische reactie. Indien toch noodzakelijk, dan onder nauwkeurige klinische controle toedienen.

In zeldzame gevallen kunnen hypotensie en een anafylactische reactie optreden, ook bij patiënten die humaan immunoglobuline eerder wel konden verdragen.

Wees voorzichtig bij reeds bestaande risicofactoren voor trombotische voorvallen (zoals hoge leeftijd, langdurige immobilisatie, hypertensie, diabetes mellitus met een voorgeschiedenis van vaatziekte of trombotische episoden, trombofiele aandoeningen, ernstige hypovolemie, ziekten met een verhoogde bloedviscositeit); het gebruik van immunoglobulinen is in verband gebracht met arteriële en veneuze trombo-embolische voorvallen zoals myocardinfarct, beroerte, diepveneuze trombose en longembolie. Patiënten dienen voldoende gehydrateerd te zijn vóór het gebruik. Adviseer patiënten om direct contact op te nemen bij de eerste symptomen van een trombo-embolisch voorval zoals dyspneu, pijn op de borst, focale uitvalsverschijnselen, pijn in, of het opzwellen van, een ledemaat.

Bij een uit menselijk bloed of plasma bereid geneesmiddel is overdracht van besmettelijke agentia nooit volledig uit te sluiten. De genomen maatregelen worden als effectief beschouwd tegen HIV, HBV, HCV en het niet-omhulde hepatitis A-virus.

Na injectie met immunoglobulinen kan de tijdelijke stijging van de titer van de verschillende passief overgedragen antistoffen in het bloed leiden tot fout-positieve resultaten bij serologisch onderzoek. Passieve overdracht van antistoffen tegen erytrocytenantigenen kan interfereren met bijvoorbeeld de Coombs-test.

Overdosering

Symptomen

Volumeoverbelasting en hyperviscositeit, vooral bij patiënten met hartfalen, nierinsufficiëntie of bij ouderen.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met intraveneus toegediende immunoglobulinen contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

De voor intraveneuze toediening geschikte normale immunoglobulinepreparaten zijn bereid uit plasma van menselijke donoren en bevatten voornamelijk functioneel intacte immunoglobulinen G (IgG) met een breed spectrum aan antilichamen tegen infectieuze agentia. Bevat derhalve de IgG-antilichamen die aanwezig zijn in de normale populatie. Kan abnormaal lage IgG-niveaus herstellen tot normaal. Het werkingsmechanisme bij andere indicaties dan substitutietherapie is niet volledig verklaard, maar omvat immunomodulatoire effecten.

Kinetische gegevens

Overig na i.v.-toediening direct en volledig beschikbaar met een relatief snelle verdeling over plasma en extravasculaire vloeistof.
Metabolisering in de cellen van het reticulo–endotheliale systeem.
T 1/2el 21–41 dagen (volwassenen), 40–45 bij kinderen en adolescenten.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Humaan tetanus immunoglobuline. Passief immuniserende werking tegen het toxine van Clostridium tetani. In het algemeen wordt aangenomen dat een antistoftiter in het serum hoger dan 0,01 IE/ml bescherming biedt tegen tetanus. Bij klinisch manifeste tetanus zal toediening van 3000 IE tetanusimmunoglobuline vrij circulerend en nieuw gevormd tetanustoxine neutraliseren.

Kinetische gegevens

T max i.m. 2–3 dagen.
Metabolisering IgG en IgG-complexen worden afgebroken in het macrofagensysteem van het weefsel.
T 1/2el 3–4 weken; kan per persoon verschillen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

normaal immunoglobuline (iv) hoort bij de groep immunoglobulinen.

  • bezlotoxumab (J06BB21) Vergelijk
  • cytomegalovirus-immunoglobuline (J06BB09) Vergelijk
  • hepatitis B-immunoglobuline (J06BB04) Vergelijk
  • normaal immunoglobuline (im en sc) (J06BA01) Vergelijk
  • palivizumab (J06BB16) Vergelijk
  • rhesus(D)immunoglobuline (J06BB01) Vergelijk
  • tetanusimmunoglobuline (J06BB02) Vergelijk
  • varicella-zosterimmunoglobuline (J06BB03) Vergelijk

Groepsinformatie

tetanusimmunoglobuline hoort bij de groep immunoglobulinen.

  • bezlotoxumab (J06BB21) Vergelijk
  • cytomegalovirus-immunoglobuline (J06BB09) Vergelijk
  • hepatitis B-immunoglobuline (J06BB04) Vergelijk
  • normaal immunoglobuline (im en sc) (J06BA01) Vergelijk
  • normaal immunoglobuline (iv) (J06BA02) Vergelijk
  • palivizumab (J06BB16) Vergelijk
  • rhesus(D)immunoglobuline (J06BB01) Vergelijk
  • varicella-zosterimmunoglobuline (J06BB03) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunoglobulinen

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunoglobulinen

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".