Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

vismodegib

oncolytica, overige L01XJ01

Sluiten

olaparib

oncolytica, overige L01XK01

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Erivedge XGVS Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
150 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Lynparza XGVS AstraZeneca bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
50 mg
Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
100 mg, 150 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van basaalcelcarcinoom de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.

Advies

Zie voor adviezen van commissie BOM over olaparib bij de verschillende indicaties de website van NVMO.

Zie voor de behandeling van epitheliaal ovariumcarcinoom, mammacarcinoom, pancreascarcinoom en prostaatcarcinoom de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.

  • ZIN-rapport 2020 olaparib Lynparza® onderhoudsbehandeling BRCA1 en 2, ovarium-, tuba- of primair peritoneaal carcinoom

Indicaties

Volwassenen met:

  • symptomatisch gemetastaseerd basaalcelcarcinoom;
  • lokaal uitgebreid basaalcelcarcinoom dat ongeschikt is voor operatief ingrijpen of radiotherapie.

Indicaties

Ovarium, tuba- of primair peritoneaal carcinoom

  • Tablet en capsule: als monotherapie voor de onderhoudsbehandeling van volwassenen met platinagevoelig recidief hooggradig sereus epitheliaal ovarium, tuba- of primair peritoneaal carcinoom, die een volledige of partiële respons vertoont op chemotherapie die platina bevat. Bij de capsule moet er tevens sprake zijn van een BRCA-mutatie (in de kiembaan en/of somatisch).
  • Tablet: als monotherapie voor de onderhoudsbehandeling van volwassenen met gevorderd (FIGO stadia III en IV), BRCA1/2-gemuteerd (kiembaan en/of somatisch) hooggradig epitheliaal ovarium, tuba- of primair peritoneaal carcinoom, die een volledige of partiële respons vertoont na voltooien van eerstelijns chemotherapie die platina bevat.
  • Tablet: als combinatietherapie met bevacizumab voor de onderhoudsbehandeling van volwassenen met gevorderd (FIGO stadia III en IV) hooggradig epitheliaal ovarium, tuba- of primair peritoneaal carcinoom, die een volledige of partiële respons vertoont na voltooien van eerstelijns chemotherapie die platina bevat én bij wie het carcinoom geassocieerd is met een positieve homologe recombinatiedeficiëntie (HRD)-status door een BRCA1/2-mutatie en/of genomische instabiliteit.

Mammacarcinoom

  • Tablet: als monotherapie bij HER2-negatief lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom bij volwassenen met kiembaan BCRCA1/2 mutaties, die eerder zijn behandeld met een antracycline en een taxaan in de (neo)adjuvante of gemetastaseerde setting tenzij zij niet in aanmerking kwamen voor deze behandeling. Bij hormoonreceptor (HR)-positief mammacarcinoom moet eerst progressie vertoond zijn tijdens of na eerdere endocriene therapie, tenzij deze therapie niet in aanmerking kwam.

Adenocarcinoom van de pancreas

  • Tablet: onderhoudsbehandeling van gemetastaseerd adenocarcinoom van de pancreas als monotherapie bij volwassenen met kiembaan BRCA1/2-mutaties, zonder vertoonde progressie na een minimale eerstelijns chemotherapie van 16 weken platinabevattende therapie binnen een eerstelijns chemotherapie regime.

Prostaatcarcinoom

  • Tablet: als monotherapie voor de behandeling van volwassenen met gemetastaseerd castratie-resistent prostaatcarcinoom en BRCA1/2-mutaties (kiembaan en/of somatisch) die progressie hebben vertoond na eerdere behandeling met een nieuw hormonaal middel.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Gemetastaseerd of lokaal uitgebreid basaalcelcarcinoom:

Volwassenen (incl. ouderen):

150 mg 1×/dag. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit. Op basis van individuele tolerantie mag de behandeling worden onderbroken gedurende max. 4 weken.

Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min/1.73m2) is geen dosisaanpassing nodig. Controleer zorgvuldig op bijwerkingen bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min/1.73m²).

Verminderde leverfunctie: bij een licht tot ernstig verminderde leverfunctie (gedefinieerd als totaal bilirubine < 10× de bovengrens van de normaalwaarde) is geen dosisaanpassing nodig.

Bij braken na inname of bij een vergeten dosis niet opnieuw een dosis innemen.

Toediening: de capsule heel innemen met water, met of zonder voedsel. De capsule mag niet geopend worden.

Dosering

Indien gespecificeerd voor de betreffende indicatie, vóór aanvang van de behandeling de BRCA-mutatie (kiembaan of tumor) en/of genomische stabiliteit vaststellen op basis van een gevalideerde analysemethode in een ervaren laboratorium.

Let op: vanwege verschillen in biologische beschikbaarheid de capsules en tabletten niet op milligram-op-milligram basis substitueren. Volg de specifieke doseringsvoorschriften per toedieningsvorm.

Klap alles open Klap alles dicht

Hooggradig sereus epitheliaal ovarium, tuba- of primair peritoneaal carcinoom

Volwassenen

Onderhoudsbehandeling/mono- of combinatietherapie: Capsule: 400 mg (= acht capsules) 2×/dag. Tablet: 300 mg (= 2 tabletten van 150 mg) 2×/dag. De behandeling niet later dan 8 weken na de laatste dosis platina-bevattende chemotherapie beginnen. Bij de combinatietherapie is de dosis bevacizumab 15 mg/kg 1× per 3 weken. Zie ook bevacizumab#doseringenDe behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit. Indien bij eerstelijns onderhoudsbehandeling van ovarium, tuba- of primair peritoneaal carcinoom (als mono- of combinatietherapie) na 2 jaar behandelen er géén radiologisch bewijs is van ziekte, dan de behandeling staken.

HER2-negatief lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom, gemetastaseerd adenocarcinoom van de pancreas en gemetastaseerd castratie-resistent prostaatcarcinoom

Volwassenen

Tablet: 300 mg (= 2 tabletten van 150 mg) 2×/dag. De behandeling niet later dan 8 weken na de laatste dosis platina-bevattende chemotherapie beginnen. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit.

Ouderen (> 75 j.): er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.

Verminderde nierfunctie: bij een licht verminderde nierfunctie (creatinineklaring 51–80 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring 31–50 ml/min) 300 mg 2×/dag (capsules) óf 200 mg 2×/dag (tabletten). Gebruik bij een ernstig verminderde nierfunctie of bij eindstadium nierziekte (creatinineklaring ≤ 30 ml/min) wordt niet aanbevolen vanwege onvoldoende gegevens, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoeksgegevens.

Verminderde leverfunctie: bij een licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen doseringsadvies gegeven worden bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) vanwege onvoldoende gegevens.

In combinatie met matige tot sterke CYP3A4-remmers: wordt niet aanbevolen. Indien noodzakelijk: bij matig sterke remmers: 200 mg 2×/dag (capsules) óf 150 mg 2×/dag (tabletten); bij sterke remmers: 150 mg 2×/dag (capsules) óf 100 mg 2×/dag (tabletten).

Om hogere CTCAE-graad bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, diarree en anemie onder controle te krijgen, overwegen om de behandeling te onderbreken en/of de dosis te verlagen. De dosis kan worden verlaagd tot 200 mg 2×/dag (capsules) óf 250 mg 2×/dag (tabletten) en zo nodig verder tot 100 mg 2×/dag (capsules) óf 200 mg 2×/dag (tabletten).

Bij het missen van een dosis de volgende normale dosis op het geplande tijdstip innemen.

Toediening: de capsules bij voorkeur ten minste 1 uur na de maaltijd innemen, daarna de eerste 2 uur niets eten. De tabletten in hun geheel (zonder kauwen, fijnmalen of oplossen) innemen met wat water; er hoeft bij de tabletten geen rekening gehouden te worden met de maaltijden.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): spierspasmen (bij ca. 75%), gewrichtspijn, pijn in de ledematen. Huiduitslag, jeuk, alopecia (ca. 66%). Dysgeusie (ca. 59%), ageusie. Gewichtsafname (bij ca. 50%), vermoeidheid (ca. 47%). Misselijkheid (ca. 35%), dyspepsie, braken, diarree (ca. 33%), obstipatie, verminderde eetlust. Amenorroe (bij vruchtbare vrouwen).

Vaak (1–10%): rugpijn, skeletspierpijn (o.a. in de borstkas), spierpijn, pijn in de zij. Madarose, abnormale haargroei. Hypogeusie. Asthenie. (Boven)buikpijn. Uitdroging. Stijging van leverenzymwaarden, bilirubine en/of creatinekinase in bloed.

Verder zijn gemeld: leverletsel. Ernstige huidafwijkingen zoals toxische epidermale necrolyse (TEN), het Stevens-Johnsonsyndroom, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) en acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Bij offlabel-toepassing bij kinderen met medulloblastoom zijn waargenomen: het vroegtijdig sluiten van epifysen, pubertas praecox.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken, dyspepsie, diarree. Verminderde eetlust. Hoofdpijn, duizeligheid, dysgeusie. Hoest, dyspneu. Vermoeidheid (waaronder asthenie). Neutropenie, leukopenie, anemie, trombocytopenie.

Vaak (1-10%): stomatitis, bovenbuikpijn. Huiduitslag (o.a. erythemateus, papuleus, maculo-papuleus, exfoliatief). Lymfopenie. Stijging serumcreatininespiegel.

Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, angio-oedeem, dermatitis (allergisch, exfoliatief), geneesmiddelovergevoeligheid. Stijging gemiddeld corpusculair volume (MCV). Myelodysplastisch syndroom, acute myeloïde leukemie.

Zelden (0,01-0,1%): erythema nodosum.

Verder zijn gemeld: pneumonitis (in enkele gevallen fataal), m.n. bij predisponerende factoren (een onderliggende longziekte incl. maligniteit en/of metastasen in de longen, een voorgeschiedenis van roken en/of eerdere chemotherapie en radiotherapie).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Vanwege een verlaagde blootstelling (en daarmee werkzaamheid) aan vismodegib is gelijktijdige toediening met sint–janskruid gecontra–indiceerd. Vermijd tevens gelijktijdig gebruik van andere sterke CYP3A–inductoren (rifampicine, fenytoïne, carbamazepine).

Uit in vitro-gegevens blijkt dat vismodegib mogelijk 'Breast Cancer Resistance Protein' (BCRP) remt; de blootstelling aan substraten hiervoor, zoals rosuvastatine, topotecan en sulfasalazine, kan verhoogd worden bij gelijktijdig gebruik. Vismodegib is tevens een remmer van OAT1B1; de blootstelling aan OAT1B1-substraten (bv. glibenclamide, repaglinide, valsartan, statinen, ezetimib, bosentan) kan verhoogd zijn. Wees in verband met (additieve) bijwerkingen op de spieren vooral voorzichtig met de combinatie met statinen.

Interacties

Combinatie met andere oncolytica, waaronder DNA-verstorende middelen, kan het myelosuppressieve effect versterken of verlengen; gelijktijdig gebruik is niet geïndiceerd. Wees voorzichtig bij combinatie met vaccins of immunosuppressiva.

Bij combinatie met tamoxifen daalt de blootstelling aan olaparib met ca. 27%; de klinische relevantie hiervan is nog onbekend. Er is geen klinisch relevante interactie met anastrozol of letrozol.

Olaparib wordt hoofdzakelijk door CYP3A4/5 gemetaboliseerd. Gelijktijdig gebruik met matige tot sterke CYP3A4/5-remmers (bv. sommige HIV-proteaseremmers, itraconazol (Cmax van olaparib stijgt met ca. 42%, de blootstelling met ca. 170%), claritromycine, grapefruit-/pompelmoessap) of -inductoren (bv. carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, nevirapine, rifampicine, rifabutine, sint–janskruid) wordt niet aanbevolen. Indien toch gelijktijdige toediening met een matige tot sterke CYP3A4/5-remmer noodzakelijk is, de dosering van olaparib aanpassen (zie de rubriek Dosering). Bij gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A4/5-inductor kan de werkzaamheid van olaparib substantieel verminderd zijn (zoals aangetoond is voor rifampicine, waarbij de Cmax van olaparib met ca. 71% en de blootstelling met ca. 87% daalt).

Het is niet duidelijk of olaparib zelf klinisch relevante remming van CYP3A4/5 veroorzaakt; houd vooralsnog rekening met eventuele interactie bij combinatie met CYP3A4/5 substraten (m.n. die met een smalle therapeutische breedte, zoals bv. fentanyl, ergotamine, simvastatine, pimozide, quetiapine, PDE-5-remmers, sommige calciumantagonisten, ciclosporine, sirolimus en tacrolimus). De werkzaamheid van hormonale anticonceptiva kan mogelijk worden verminderd. Hetzelfde geldt ook voor Pgp-substraten met een smalle therapeutische breedte (bv. simvastatine, pravastatine, digoxine, dabigatran, colchicine). Remming of inductie van andere CYP-enzymen of transporters door olaparib kan niet geheel worden uitgesloten.

Zwangerschap

Vismodegib passeert de placenta.

Teratogenese: Bij dieren bij subtherapeutische doseringen schadelijk gebleken (ernstige misvormingen zoals craniofaciale anomalieën, open perineum, ontbrekende en/of samengevoegde vingers en tenen).

Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.

Vruchtbaarheid: Vismodegib kan de vrouwelijke vruchtbaarheid aantasten; het is onbekend of dit proces reversibel is. In klinische onderzoek is amenorroe waargenomen bij vrouwen die zwanger konden worden. Overweeg vóór aanvang van de behandeling methoden ter behoud van de vrouwelijke vruchtbaarheid. Een verminderde vruchtbaarheid bij mannen wordt niet verwacht.

Overig: Binnen 7 dagen vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient gebruik te maken van twee methoden van anticonceptie gedurende én tot 24 maanden na de therapie. De ene methode dient een hormonale depotinjectie, spiraaltje of sterilisatie (van de vrouw zelf of partner) te zijn; de andere methode een barrièremiddel (condoom of pessarium, indien beschikbaar met zaaddodend middel). Gedurende de therapie maandelijks een zwangerschapstest uitvoeren, ook bij amenorroe. Staak de behandeling onmiddellijk indien de vrouw zwanger blijkt te zijn. Omdat vismodegib in sperma terechtkomt, moet een mannelijke patiënt gedurende en tot 2 maanden na de therapie een condoom (zo mogelijk met zaaddodend middel) gebruiken bij seksueel contact met een vrouw, zelfs wanneer de man een vasectomie heeft ondergaan.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren, bij subtherapeutische doseringen, schadelijk gebleken (waaronder ernstige oogmisvormingen, vertebrale- en ribmisvormingen, viscerale en skelet-afwijkingen). Gezien het werkingsmechanisme van olaparib wordt schade aan de foetus verwacht bij inname door een zwangere vrouw.

Advies: Niet gebruiken tijdens zwangerschap.

Overig: Vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten bij alle pre-menopauzale vrouwen. De vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot 1 maand na de behandeling. Als gevolg van de mogelijke interactie van olaparib met hormonale anticonceptiva, een niet-hormonale anticonceptiemethode toevoegen en overwegen om regelmatig een zwangerschapstest uit te voeren. Overweeg bij vrouwen met hormoon-afhankelijk mammacarcinoom om twee niet-hormonale anticonceptiemethoden toe te laten passen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Veroorzaakt mogelijk ernstige ontwikkelingsafwijkingen bij zuigelingen, bij dieren zijn waargenomen: ernstige defecten in groeiende tanden, voortijdige sluiting van de epifysaire groeischijven.

Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd gedurende en tot 24 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Gezien de goede orale absorptie en de farmacologische eigenschappen worden schadelijke effecten verwacht.

Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd gedurende en tot 1 maand na de behandeling.

Contra-indicaties

Zie de rubrieken Zwangerschap en lactatie en Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Patiënten met uitgebreid basaalcelcarcinoom hebben meer kans op het ontwikkelen van plaveiselcelcarcinoom van de huid; iedere patiënt daarom routinematig controleren tijdens de behandeling

Er zijn gevallen van ernstige huidreacties gemeld, waaronder toxische epidermale necrolyse (TEN), het Stevens-Johnsonsyndroom, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) en acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP); indien zich symptomen van ernstige huidreacties ontwikkelen (bv. huiduitslag met koorts, malaise, vermoeidheid, spier- en/of gewrichtspijn, blaren, pustels, laesies in de mond, conjunctivitis, hepatitis en/of eosinofilie) de behandeling onmiddellijk staken en niet meer hervatten.

Bij een ernstig gestoorde nier- of leverfunctie nauwlettend controleren op toxiciteit; er zijn weinig onderzoeksgegevens beschikbaar bij verminderde nierfunctie.

Donatie van bloed/sperma: Bloeddonatie is niet toegestaan gedurende en tot 24 maanden na de therapie; spermadonatie niet gedurende en tot 2 maanden na de therapie.

Voor mannen en vrouwen in de vruchtbare jaren: zie Zwangerschap/Lactatie.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Hematologische toxiciteit: bij aanvang van de behandeling én gedurende de eerste 12 maanden het volledige bloedbeeld maandelijks controleren en daarna periodiek. De behandeling alléén beginnen bij normale waarden voor hemoglobine-, trombocyten- en neutrofielenconcentratie of CTCAE-graad 1. Bij ontstaan van ernstige hematologische toxiciteit of bij afhankelijkheid van bloedtransfusies, de behandeling onderbreken en adequate hematologische monitoring starten. Indien na 4 weken onderbreking de bloedparameters nog steeds afwijkend zijn, wordt een beenmerganalyse en/of cytogenetische bloedanalyse aangeraden. Bij minder ernstige anemie kan ook de dosis worden verlaagd, zie ook de rubriek Dosering.

Myelodysplastisch syndroom (MDS)/acute myeloïde leukemie (AML): vooral in aanwezigheid van risicofactoren kunnen deze aandoeningen optreden. Risicofactoren zijn dragerschap van een kiembaan borstkankergen 1 of 2 (gBRCA1/2-)mutatie, een voorgeschiedenis van een maligniteit of beenmergdysplasie, het gelijktijdig gebruik van andere DNA-verstorende middelen en/of radiotherapie en eerder gebruik van platinabevattende therapie. De incidentie is < 1,5%, maar deze is hoger (ca. 8%) bij BRCAm-patienten met platinasensitief recidiverend ovariumcarcinoom die ten minste twee eerdere therapielijnen platinabevattende chemotherapie krijgen. De meeste gevallen verlopen fataal. De behandelduur van patiënten die MDS/AML ontwikkelden varieerde van < 6 maanden tot > 4 jaar. Bij ontstaan van deze aandoeningen de behandeling met olaparib staken.

Longtoxiciteit: bij ontstaan van nieuwe of verergerende ademhalingssymptomen (dyspneu, hoest, koorts) of als een radiologische abnormaliteit optreedt, de behandeling staken en pneumonitis uitsluiten. Predisponerende factoren voor longtoxiciteit zijn een onderliggende longziekte incl. maligniteit en/of metastasen in de longen, een voorgeschiedenis van roken en/of eerdere chemotherapie en radiotherapie.

Onderzoeksgegevens: er zijn relatief weinig gegevens over het gebruik bij somatische BRCA-gemuteerde tumoren. Er zijn zeer weinig gegevens bij een ECOG-performancestatus van 2 tot 4. Er zijn weinig klinische gegevens bij ouderen (≥ 75 j.) en niet-blanke patiënten; er is echter geen aanpassing van de aanvangsdosis nodig. Gebruik bij ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 10–15) of ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≤ 30 ml/min) wordt ontraden, vanwege onvoldoende gegevens; olaparib alleen toedienen bij ernstige nierinsufficiëntie na zorgvuldige afweging en onder nauwgezette controle. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen tot 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

In klinisch onderzoek werden bij doses 3,6 × hoger dan de gebruikelijke dagdosering geen significante toxiciteit waargenomen.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met vismodegib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Vismodegib remt het 'smoothened' transmembraan-eiwit (SMO), waardoor de 'Hedgehog'-signaalroute wordt geblokkeerd. Via deze signaalroute worden 'Glioma-Associated Oncogene' (GLI)-transcriptiefactoren geactiveerd, die de transcriptie van Hedgehog-doelgenen induceren. 'Hedgehog'-doelgenen zijn betrokken bij proliferatie, overleving en differentiatie van tumorcellen.

Kinetische gegevens

Resorptie De resorptie is een verzadigbaar proces.
F ca. 32%.
V d 0,23–0,38 l/kg.
Overig steady–state wordt bereikt na 7–14 dagen.
Eiwitbinding > 99%.
Metabolisering in de lever door oxidatie, glucuronidering en splitsing van de pyridine–ring. CYP2C9 lijkt bij te dragen aan de metabolisering.
Eliminatie deels onveranderd, deels als metabolieten, van de toegediende dosis ca. 82% met de feces, met de urine ca. 4,4%.
T 1/2el ca. 12 dagen na een enkelvoudige dosis, bij steady–state ca. 4 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Olaparib is een krachtige remmer van poly-(ADP-ribose)-polymerase-enzymen (PARP-1, PARP-2 en PARP-3), enzymen die nodig zijn voor een efficiënt herstel van enkelstrengs DNA-breuken (ESBs). Remming van PARP leidt tot de ophoping van ESBs die uiteindelijk dubbelstrengs DNA-breuken (DSBs) worden wanneer de cellen proberen te delen. Kankercellen zonder functionele genen BRCA1 of 2 zijn niet in staat om deze DSBs te repareren, aangezien ze geen functioneel homologe recombinatie reparatiemechanisme hebben. Dit leidt tot een verhoogde genomische instabiliteit, wat resulteert in celdood.

Kinetische gegevens

T max capsule: 1–3 uur, 3–5 uur bij gelijktijdige inname met voedsel (met verhoging van de blootstelling met ca. 20%); tablet: ca. 1½ uur, ca. 4 uur bij inname met voedsel (zonder significante verhoging van de blootstelling).
V d 2,3–2,4 l/kg.
Metabolisering uitgebreid in de lever, vnl. via CYP3A4/5.
Eliminatie met de feces ca. 42%, met de urine ca. 44%; vnl. als metabolieten.
T 1/2el ca. 12 uur (capsule), 15 uur (tablet).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

vismodegib hoort bij de groep oncolytica, overige.

  • aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
  • alpelisib (L01EM03) Vergelijk
  • amsacrine (L01XX01) Vergelijk
  • anagrelide (L01XX35) Vergelijk
  • arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
  • asparaginase (L01XX02) Vergelijk
  • axicabtagen ciloleucel (L01XX70) Vergelijk
  • bortezomib (L01XG01) Vergelijk
  • carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
  • eribuline (L01XX41) Vergelijk
  • estramustine (L01XX11) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
  • ixazomib (L01XG03) Vergelijk
  • methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
  • mitotaan (L01XX23) Vergelijk
  • niraparib (L01XK02) Vergelijk
  • olaparib (L01XK01) Vergelijk
  • panobinostat (L01XH03) Vergelijk
  • pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
  • pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
  • rucaparib (L01XK03) Vergelijk
  • sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
  • sotorasib (L01XX73) Vergelijk
  • talazoparib (L01XK04) Vergelijk
  • temoporfine (L01XD05) Vergelijk
  • tisagenlecleucel (L01XX71) Vergelijk
  • trabectedine (L01CX01) Vergelijk
  • venetoclax (L01XX52) Vergelijk

Groepsinformatie

olaparib hoort bij de groep oncolytica, overige.

  • aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
  • alpelisib (L01EM03) Vergelijk
  • amsacrine (L01XX01) Vergelijk
  • anagrelide (L01XX35) Vergelijk
  • arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
  • asparaginase (L01XX02) Vergelijk
  • axicabtagen ciloleucel (L01XX70) Vergelijk
  • bortezomib (L01XG01) Vergelijk
  • carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
  • eribuline (L01XX41) Vergelijk
  • estramustine (L01XX11) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
  • ixazomib (L01XG03) Vergelijk
  • methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
  • mitotaan (L01XX23) Vergelijk
  • niraparib (L01XK02) Vergelijk
  • panobinostat (L01XH03) Vergelijk
  • pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
  • pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
  • rucaparib (L01XK03) Vergelijk
  • sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
  • sotorasib (L01XX73) Vergelijk
  • talazoparib (L01XK04) Vergelijk
  • temoporfine (L01XD05) Vergelijk
  • tisagenlecleucel (L01XX71) Vergelijk
  • trabectedine (L01CX01) Vergelijk
  • venetoclax (L01XX52) Vergelijk
  • vismodegib (L01XJ01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oncolytica, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oncolytica, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".