Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

cefazoline

cefalosporinen J01DB04

Sluiten

cefotaxim

cefalosporinen J01DD01

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Cefazoline (als Na-zout) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1 g

Bevat natrium 4,83 mg/100 mg poeder.

Kefzol (als Na-zout) EuroCept bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1 g

Bevat natrium 4,83 mg/100 mg poeder.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Cefotaxim (als Na-zout) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 mg, 1000 mg

De poeders bevatten: natrium 50 mg/g.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

De cefalosporinen dienen als reserve antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.

Cefazoline komt ook voor behandeling van een urineweginfectie, pneumonie (CAP) of bacteriële huidinfectie pas in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie de adviezen en de links daarbinnen hieronder).

Kijk in Bacteriële huidinfecties voor de empirische behandeling ervan.

Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score: 0-1, PSI klasse: I-II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI klasse: III-IV) is intraveneuze toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI klasse: V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. cefalosporine (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI klasse: V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (ciprofloxacine met ofwel cefotaxim of ceftriaxon of cefuroxim). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

De farmacotherapie van acute urineweginfecties is gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus), oraal fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur (dan 2e keus). Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start eventueel, in afwachting van een antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus) en cotrimoxazol (3e keus) en intramuraal met aminoglycosiden en tweede of derde generatie cefalosporinen (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim). Bij zwangeren met een pyelonefritis heeft een derde generatie cefalosporine (zoals cefotaxim) de voorkeur.

De behandeling van een infectieuze endocarditis (IE) bestaat uit langdurige behandeling met i.v.-antibiotica. Cefazoline kan bij IE worden ingezet als empirische therapie. Het kan ook worden ingezet bij IE die veroorzaakt is door S. aureus of coagulase-negatieve stafylokokken; doorgaans in geval van een niet-ernstige penicilline-allergie als vervanging voor flucloxacilline. Zie voor uitgebreide (keuze-)informatie de SWAB-richtlijn Infectieuze endocarditis.

Advies

In het algemeen dienen de cefalosporinen als 'reserve'-antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.

Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score: 0-1, PSI klasse: I-II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI klasse: III-IV) is intraveneuze toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI klasse: V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. tweede of derde generatie cefalosporine (zoals cefotaxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI klasse: V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (een tweede of derde generatie cefalosporine zoals cefotaxim (of ceftriaxon of cefuroxim) mét ciprofloxacine). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

De farmacotherapie van acute urineweginfecties is gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus), oraal fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur (dan 2e keus). Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start eventueel, in afwachting van een antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus) en cotrimoxazol (3e keus) en intramuraal met aminoglycosiden en tweede of derde generatie i.v. cefalosporinen (zoals cefotaxim). Bij zwangeren met een pyelonefritis heeft een i.v. derde generatie cefalosporine (zoals cefotaxim) de voorkeur.

Kijk in bacteriële huidinfecties voor informatie over de empirische behandeling ervan.

Indicaties

  • Infecties veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor cefazoline:
    • van huid en weke delen;
    • van botten en gewrichten;
    • van de lagere luchtwegen, zoals een acute exacerbatie van chronische bronchitis en pneumonie;
    • van de urinewegen, zoals een acute pyelonefritis;
    • endocarditis;
    • bacteriëmie (bv. bij de bovenstaande indicaties).
  • Als peri-operatieve profylaxe: pre-operatief, intra-operatief en postoperatief, om de incidentie van bepaalde postoperatieve infecties te verlagen bij patiënten die operatieve ingrepen ondergaan met (mogelijk) besmettingsgevaar (=risico op infectie).

Gerelateerde informatie

  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)
  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Indicaties

Ernstige infecties door micro-organismen die gevoelig zijn voor cefotaxim, zoals:

  • bacteriële pneumonie (bv. CAP);
  • gecompliceerde infecties van de nieren en hoge urinewegen;
  • infectie van huid en weke-delen;
  • infectie van geslachtsorganen (m.n. gonokokken), wanneer een penicilline gefaald heeft of niet geschikt is;
  • infectie in de buikholte (zoals peritonitis);
  • acute (bacteriële) meningitis;
  • sepsis (vanuit bv. longen, urinewegen, darmen of afkomstig van de andere hierboven genoemde infecties);
  • offlabel: ophthalmia neonatorum door Neisseria gonorrhoeae.

Gerelateerde informatie

  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)
  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Dosering

Bij de behandeling de therapie voortzetten totdat de koorts ten minste 2–3 dagen is verdwenen of tot wanneer het aangetoond is dat de oorzaak is bestreden; sommige verwekkers dienen minimaal gedurende een bepaald aantal dagen behandeld te worden (bv. bij β-hemolytische streptokokken van groep A (GAS) ten minste 10 dagen behandelen om complicaties zoals acuut reuma of glomerulonefritis te voorkomen). Raadpleeg zo nodig richtlijnen hiertoe.

Klap alles open Klap alles dicht

Infecties door zeer gevoelige Gram-positieve micro-organismen:

Volwassenen:

1–2 g/dag in 2 of 3 gelijke doses.

Verminderde nierfunctie: Volwassenen: begindosis 500 mg gevolgd door: bij een creatinineklaring van 40–70 ml/min: 250–500 mg elke 8 uur; bij een creatinineklaring 20–40 ml/min: 125–250 mg elke 12 uur; en bij een creatinineklaring 5–20 ml/min: 75–150 mg elke 24 uur.

Kinderen ≥ 1 maand:

25–50 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2–4 gelijke doses.

Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring van 20–40 ml/min: 25% van de normale dagdosis, verdeeld in doses om de 12 uur; bij een creatinineklaring 5–20 ml/min: 10% van de normale dagdosis, gegeven om de 24 uur.

Infecties door Gram-negatieve en minder gevoelige Gram-positieve micro-organismen:

Volwassenen:

3–4 g/dag in 3 of 4 gelijke doses; max. 6 g/dag (bij levensbedreigende infecties zoals endocarditis, sepsis).

Verminderde nierfunctie: Volwassenen: begindosis 500 mg gevolgd door: bij een creatinineklaring van 40–70 ml/min: 500–1000 mg elke 8 uur; bij een creatinineklaring 20–40 ml/min: 250–600 mg elke 12 uur; en bij een creatinineklaring 5–20 ml/min: 150–400 mg elke 24 uur.

Kinderen ≥ 1 maand:

Max. 100 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 of 4 gelijke doses. Volgens het Kinderformularium van het NKFK is de max. dosis: 6 g/dag.

Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring van 20–40 ml/min: 25% van de normale dagdosis, verdeeld in doses om de 12 uur; bij een creatinineklaring 5–20 ml/min: 10% van de normale dagdosis, gegeven om de 24 uur.

Peri–operatieve profylaxe:

Volwassenen:

Pre-operatief: 30 minuten tot 1 uur vóór de start van de operatie i.v. 1000 mg. Bij langdurige operaties (2 uur of langer) tevens: i.v. 500–1000 mg toedienen gedurende de operatie. Postoperatief: i.v. 500–1000 mg elke 6–8 uur gedurende 24 uur; bij operaties waarbij het ontstaan van infecties een groot risico vormt (zoals open-hartoperatie of prothetische artroplastiek) gedurende 3–5 dagen na het einde van de operatie.

Kinderen > 1 maand:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK: i.v. 30 mg/kg lichaamsgewicht eenmalig. Bij ingrepen > 4 uur een tweede dosis geven. Maximaal 2 g/dosis. Bij verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig bij gebruik als peri-operatieve profylaxe.

Kinderen < 1 maand:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK: jonger dan 1 week met een lichaamsgewicht < 2000 gram: i.v. 50 mg/kg/dag in 2 doses; jonger dan 1 week met een lichaamsgewicht > 2000 gram: i.v. 100 mg/kg/dag in 2 doses; 1–4 weken: i.v. 150 mg/kg/dag in 3 doses. Bij verminderde nierfunctie: is geen dosisaanpassing nodig bij gebruik als peri-operatieve profylaxe.

Toedieningsinformatie:

  • Kan (bij volwassenen) zowel i.v. (intermitterend of continu infuus) als i.m. (in een grote spiermassa). Volgens het Kinderformularium wordt cefazoline bij kinderen alleen i.v. toegediend.
  • Bij een rechtstreekse i.v.-injectie/infusie met 500–1000 mg deze toedienen gedurende 3–5 minuten (in geen geval korter dan 3 minuten), bij een eenmalige i.v.-toediening van > 1000 mg deze als i.v.-infusie toedienen over 30–60 minuten.
  • De i.m.-injectie (cefazoline kan ook worden opgelost in lidocaïne–oplossing 0,5%) alleen gebruiken bij ongecompliceerde infecties bij volwassenen en met maximaal 1000 mg.

Dosering

Bij een dagdosis van > 2 g, bij vaker dan 2× per dag doseren en bij ernstige infecties kiezen voor intraveneuze toediening.

Behandelduur: is afhankelijk van de klinische toestand van de patiënt, de locatie en het beloop van de infectie, en van het type verwekker. De toediening ten minste voortzetten tot de patiënt symptoomvrij is of bacteriële eradicatie aangetoond is. Indien de infectie wordt veroorzaakt door Streptococcus pyogenes is een totale behandelduur van ten minste 10 dagen noodzakelijk om complicaties als reumatische koorts of glomerulonefritis te voorkomen. Wel kan de parenterale therapie worden vervangen door een geschikte orale therapie voordat deze periode afgelopen is.

Bij intra-abdominale infecties, cefotaxim combineren met andere geschikte antibiotica die actief zijn tegen anaerobe bacteriën.

Klap alles open Klap alles dicht

Als algemene richtlijn:

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:

Volgens de fabrikant: i.v. of i.m.: 1 g 2×/dag. Bij ernstige infecties tot max. 12 g per dag. Dagdoses tot 6 g toedienen met een interval van 12 uur; hogere doses toedienen met een interval van 6–8 uur.

Kinderen van 1 maand tot 18 jaar:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij ernstige infecties: i.v. 150 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses; max. 200 mg/kg/dag, maar niet hoger dan 12 g/dag.

Neonaten:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij ernstige infecties: vanaf de geboorte tot 1 week oud: i.v. 100 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 2 doses, max. 200 mg/kg/dag in 4 doses; 1 week tot 4 weken oud: i.v. 150 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 3 doses, max. 200 mg/kg/dag in 4 doses. De maximale dosering per gift is, ongeacht de leeftijd, 50 mg/kg lichaamsgewicht/dosis.

Community-acquired pneumonie (CAP):

Volwassenen:

Volgens de SWAB-richtlijn CAP (pdf 1 MB, 2016) bij een matig-ernstige of ernstige pneumonie: 1 g 4×/dag, bij een ernstige pneumonie die behandeld wordt op de intensivecare-afdeling in combinatie met ciprofloxacine (400 mg 2×/dag) (de overige links gaan naar adult.swabid.nl). In de SWAB-richtlijn wordt een behandelduur van 5 dagen aangeraden voor een matig-ernstige pneumonie; de behandelduur voor een ernstige pneumonie is niet benoemd, maar betreft doorgaans ten minste 7 dagen (mede afhankelijk van de gevonden verwekker).

Bacteriële meningitis:

Volwassenen:

Volgens de fabrikant: i.v. 6-12 g/dag, verdeeld over gelijke doses om de 6 tot 8 uur.]

Behandelduur: gewoonlijk 1-3 weken én afhankelijk van de aangetoonde verwekker, maar bij een onbekende verwekker 14 dagen (link naar adult.swabid.nl). Zie de SWAB-adviezen (voor dosering en behandelduur) wanneer een van de volgende verwekkers van de meningitis is aangetoond: meningokok, pneumokok, H. influenzae, E. coli (links naar adult.swabid.nl). Voor de dosering bij een postoperatieve/posttraumatische meningitis zie het SWAB-advies meningitis - postoperatief/posttraumatisch. Zie eventueel voor aanvullende informatie de tekst vanaf p. 11 en tabel op p. 15 in de SWAB-richtlijn CZS-infecties (pdf 0,6 MB, 2012).

Kinderen:

Volgens de fabrikant: i.v. 150 tot 200 mg/kg lichaamsgewicht/dag, verdeeld over gelijke doses om de 6 tot 8 uur. Behandelduur Zie voor informatie hierover de tekst vanaf p. 11 en tabel op p. 15 in de SWAB-richtlijn CZS-infecties (pdf 0,6 MB, 2012). Over het gebruik van dexamethason en de behandelduur (met antibiotica en met dexamethason): zie voor deze informatie eventueel ook het SWAB-advies primaire meningitis onder Opmerkingen.

Neonaten 7-28 dagen:

Volgens de fabrikant: i.v. 50 mg/kg lichaamsgewicht per keer, iedere 8 uur.

Behandelduur: gewoonlijk 1-3 weken én afhankelijk van de aangetroffen verwekker van de meningitis, zie voor meer informatie het SWAB-advies primaire meningitis onder Opmerkingen óf zie de tekst hierover vanaf p. 11 en de tabel op p. 15 in de SWAB-richtlijn CZS-infecties (pdf 0,6 MB, 2012).

Neonaten 0-6 dagen:

Volgens de fabrikant: i.v. 50 mg/kg lichaamsgewicht per keer, iedere 12 uur.

Behandelduur: gewoonlijk 1-3 weken én afhankelijk van de aangetroffen verwekker van de meningitis, zie voor meer informatie het SWAB-advies primaire meningitis onder Opmerkingen óf zie de tekst hierover vanaf p. 11 en de tabel op p. 15 in de SWAB-richtlijn CZS-infecties (pdf 0,6 MB, 2012).

Gonorroe:

Volwassenen:

I.m. of i.v. eenmalige dosis van 0,5–1 g.

Offlabel: Ophthalmia neonatorum veroorzaakt door Neisseria gonorrhoeae:

Neonaten tot 4 weken oud:

Volgens de Multidisciplinaire Richtlijn Soa's (update 2019, p. 96): i.m of i.v. eenmalig 100 mg/kg lichaamsgewicht.

Ouderen: geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.

Verminderde nierfunctie: Volwassenen: creatinineklaring ≤ 5 ml/min: na een normale begindosis de onderhoudsdosering halveren zonder de frequentie van toediening te wijzigen. Cefotaxim wordt in hoge mate verwijderd door hemodialyse; na de hemodialyse of de peritoneale dialyse een extra dosis (i.v. 0,5–2 g) toedienen. Deze dosis elke 24 uur herhalen.

Toedieningsinformatie:

  • Cefotaxim kan toegediend worden als intraveneuze injectie gedurende 3–5 minuten, intraveneuze infusie gedurende 20–60 minuten en als intramusculaire injectie diep in de gluteusspier. Voor vermindering van lokale pijn bij de intramusculaire injectie van cefotaxim, kan het poeder worden opgelost in een lidocaïne–oplossing van 1% (0,5 g in 2 ml 1%-oplossing en 1 g in 4 ml 1%-oplossing). Zie voor meer informatie over de maximale lidocaïnedosering (waaronder bij kinderen) de geneesmiddeltekst lidocaine (parenteraal).
  • Cefotaxim mag niet in dezelfde injectiespuit of infusievloeistof worden gemengd met andere antibiotica en ook niet in een alkalische oplossing (zoals natriumbicarbonaat).

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): bij i.m. injectie: pijn op de injectieplaats.

Soms (0,1-1%): angio-oedeem. Convulsies (bij onaangepaste hoge dosering in aanwezigheid van een gestoorde nierfunctie). Geneesmiddel–geïnduceerde koorts, interstitiële pneumonie of pneumonitis. Orale spruw (bij langdurig gebruik). Exantheem, erytheem, erythema exsudativum multiforme, urticaria. Bij i.v.-toediening: tromboflebitis; bij i.m.-injectie: induratie.

Zelden (0,01-0,1%): pijn op de borst, pleura–effusie, dyspneu, hoesten. Misselijkheid, braken, diarree, anorexie (verdwijnen vaak tijdens of na de behandeling). Duizeligheid, vermoeidheid, malaise. Stevens–Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Bloedbeeldafwijkingen zoals leukocytose, granulocytose, monocytose, lymfocytopenie, neutropenie, leukopenie, trombocytopenie; bij enkele andere cefalosporinen zijn anemieën en pancytopenie gemeld. Tijdelijke stijging van leverenzymwaarden, voorbijgaande hepatitis, cholestatische icterus. Tijdelijke stijging bloedureumwaarde, proteïnurie, interstitiële nefritis, ongedefinieerde nefropathieën. Stijging of daling van de bloedglucosespiegel. Vaginitis, genitale candidiase.

Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie, anafylactische shock. Stollingsstoornis, bloedingen (vooral bij een tekort aan vitamine K). Anale of genitale jeuk.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): pijn op de injectieplaats (i.m.).

Soms (0,1–1%): convulsies (vooral bij hoge dosering of verminderde nierfunctie). Afname van de nierfunctie (vooral in combinatie met een aminoglycoside). Jarisch-Herxheimer reactie met snel optredende koorts, rillingen, vasodilatatie, hypotensie, tachycardie, hoofd- en spierpijn, rigor, hyperventilatie, exacerbatie van huidlaesies, urticaria. Diarree. Koorts. Huiduitslag, jeuk, urticaria. Stijging van serum bilirubine en/of leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, AF, γ–GT en/of LDH). Leukopenie, eosinofilie, trombocytopenie. Reacties op de injectieplaats zoals (trombo)flebitis.

Zelden (0,01–0,1%): ernstige acute (incl. fatale) overgevoeligheidsreactie (bv. anafylaxie). Pseudomembraneuze colitis. Neutropenie, agranulocytose en hemolytische anemie; deze verschijnselen zijn reversibel.

Zeer zelden: (< 0,01%): potentieel levensbedreigende aritmie na een snelle bolusinjectie via een centraal veneuze katheter. Acute interstitiële nefritis. Erythema multiforme, Stevens–Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse.

Verder zijn gemeld: angio–oedeem, bronchospasme. Superinfectie. Hoofdpijn, duizeligheid. Bij hoge doseringen of verminderde nierfunctie: encefalopathie (met bv. bewustzijnsveranderingen en abnormale bewegingen). Misselijkheid, braken, maagpijn, buikpijn. Hepatitis (soms met geelzucht). Systemische reacties op lidocaïne (indien voor i.m. injectie het oplosmiddel lidocaïne bevat).

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Gelijktijdige toediening van bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden) kan de werkzaamheid van cefazoline (in vitro) antagoneren; in de kliniek is het belang hiervan alleen gezien bij levensbedreigende infecties (meningitis, endocarditis, sepsis) en bij ernstige neutropenie; in deze gevallen de combinatie vermijden.

Bij gelijktijdig gebruik van nefrotoxische middelen zoals aminoglycosiden, furosemide of andere krachtige diuretica de nierfunctie controleren.

Cefazoline kan interfereren met de werking van orale anticoagulantia of heparine; controleer de stollingsparameters.

Sommige cefalosporinen, waaronder cefazoline, kunnen het intrahepatisch metabolisme van vitamine K1 inhiberen en een hypotrombinemie veroorzaken, vooral in geval van een gebrek aan vitamine K1; dit kan een verhoging van de dosis vitamine K1 (=fytomenadion) noodzakelijk maken (zie ook Waarschuwingen en voorzorgen).

Interacties

Gelijktijdige toediening van bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden) kan (in vitro) de werkzaamheid van cefotaxim verminderen; in de kliniek is het belang hiervan alleen gezien bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.

Bij combineren van hoge doses cefalosporine met een aminoglycoside is er meer kans op oto- en nefrotoxiciteit. De kans op nefrotoxische verschijnselen neemt ook toe bij gelijktijdige toediening van andere nefrotoxische geneesmiddelen zoals furosemide en polymyxinen; aanbevolen wordt de nierfunctie te controleren.

Zwangerschap

Cefazoline passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens over de toepassing van cefazoline. Met de groep cefalosporinen wordt in de meeste studies geen toegenomen kans op aangeboren afwijkingen in het algemeen gezien, een kleine kans op specifieke aangeboren afwijkingen is vooralsnog niet uitgesloten. Ruime ervaring met het gebruik van eerste generatie cefalosporinen geeft geen aanwijzing voor een schadelijk effect. Bij dieren zijn geen aanwijzingen voor schadelijkheid waargenomen.

Farmacologisch effect: Bij toepassing tijdens de partus van lidocaïneoplossing (i.m. gebruik) rekening houden met het feit dat lokale anesthetica als lidocaïne de placenta passeren. Bij overdosering kan foetale ademdepressie door lidocaïne niet worden uitgesloten.

Advies: Voorzichtigheidshalve cefazoline alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Cefotaxim passeert de placenta en bereikt hoge concentraties in het foetale vocht en de foetale weefsels (tot 6 mg/kg).

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens over de toepassing van cefotaxim. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Met de groep cefalosporinen wordt in de meeste studies geen toegenomen kans op aangeboren afwijkingen in het algemeen gezien, een kleine kans op specifieke aangeboren afwijkingen is vooralsnog niet uitgesloten.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.

Farmacologisch effect: Bij inname van therapeutische doseringen door de moeder zijn door de lage concentratie in de moedermelk en door de slechte orale absorptie geen systemische effecten bij de zuigeling te verwachten. In theorie is het wel mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed, dit leidt hooguit tot wat dunnere ontlasting of diarree.

Advies: Kan worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.

Farmacologisch effect: Cefotaxim wordt oraal nauwelijks geresorbeerd. Mogelijk kan bij de zuigeling verstoring van de darmflora optreden (met diarree en kolonisatie met gisten en schimmels) of sensibilisatie.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor cefalosporinen;
  • eerdere direct opgetreden en/of ernstige overgevoeligheid voor penicillinen;
  • gebruik bij kinderen < 1 jaar: voor de i.m.–injectie: cefazoline niet oplossen in lidocaïne.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor cefalosporinen;
  • eerdere acute en/of ernstige overgevoeligheidsreactie door andere β–lactamantibiotica zoals penicillinen of een carbapenems.

Indien voor een i.m.–injectie cefotaxim is opgelost in een lidocaïneoplossing: zie de contra–indicaties voor lidocaïne.

Waarschuwingen en voorzorgen

Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en tussen cefalosporinen en penicillinen komt voor. Wees voorzichtig bij allergische diathese, bronchiaal astma of hooikoorts.

Controle van de nierfunctie: Bij comedicatie met andere nefrotoxische geneesmiddelen (zie rubriek Interacties), bij langdurig gebruik en bij toepassing van maximale doses is controle van de nierfunctie gewenst in verband met mogelijke nefrotoxiciteit (nierfunctiestoornis, tubulusnecrose, interstitiële nefritis). Bij gestoorde nierfunctie de dosering en/of het toedieningsinterval aanpassen (zie rubriek Dosering).

Risicofactoren voor het optreden van bloedstollingsstoornissen zijn vitamine K-deficiëntie, gestoorde lever– en nierfunctie, trombocytopenie, hemofilie, maag– darmulcus, en parenterale voeding. Bij aanwezigheid van deze risicofactoren de protrombinetijd (of INR) monitoren en eventueel vitamine K–suppletie (10 mg/week) geven.

Overgroei niet-gevoelige micro-organismen: Langdurig gebruik van cefalosporinen kan leiden tot overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, vooral Enterobacter, Citrobacter, Pseudomonas, enterokokken of Candida.

Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.

Intrathecale toediening wordt afgeraden omdat hierbij ernstige intoxicatie van het centrale zenuwstelsel is gemeld (o.a. convulsies).

Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).

Onderzoeksgegevens en ervaring: De veiligheid voor toepassing bij prematuren en bij zuigelingen < 1 maand is niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid met andere β–lactamantibiotica kan voorkomen. Wees voorzichtig bij allergieën of astma in de voorgeschiedenis. Laat de patiënt onmiddellijk melden wanneer huid- en slijmvliesreacties optreden; deze reacties dienen eerst te worden gezien voordat doorgegaan wordt met de behandeling. Bij het optreden van een (ernstige) allergische reactie de behandeling beëindigen.

Bij langdurig gebruik (≥ 7 dagen) is controle van bloedbeeld, lever- en nierfunctie gewenst. Bij gelijktijdige toediening van nefrotoxische geneesmiddelen (zie rubriek Interacties), bij ouderen en bij een al bestaande nierinsufficiëntie de nierfunctie regelmatig controleren. Indien een patiënt tijdens de behandeling een anemie ontwikkelt, overweeg de diagnose cefalosporine–geassocieerde anemie en staak de behandeling totdat de oorzaak is vastgesteld. Deze immuun–gemedieerde hemolytische anemie kan fataal verlopen. Bij < 1400 neutrofielen/mm³ de behandeling staken. Eosinofilie en trombocytopenie zijn snel reversibel na het staken van de behandeling.

Wees voorzichtig bij maag-darmproblemen (m.n. colitis) in de voorgeschiedenis. Bij ernstige, aanhoudende (bloederige) diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; bij een vermoeden hiervan de behandeling direct staken.

Invloed op diagnostische testen: Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).

Overdosering

Voor informatie over een overdosering cefazoline neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

in grote mate conform de bijwerkingen, bij hoge doseringen is er onder andere kans op reversibele encefalopathie, convulsies, myoklonie, krampen.

Neem voor meer informatie over symptomen en de behandeling van een overdosering met cefotaxim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Cefalosporine van de eerste generatie met een bactericide werking. Cefazoline bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Cefazoline wordt geïnactiveerd door β-lactamasen. Andere resistentiemechanismen omvatten verandering in of veranderde toegang tot de aangrijpingspunten (PBP's). Er bestaat kruisresistentie tussen cefalosporinen en penicillinen.

Gewoonlijk gevoelig zijn: Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig; 'MSSA'), Staphylococcus epidermidis (meticilline–gevoelig) (toch kan in sommige regio's resistentie bij deze stammen een probleem zijn) en Staphylococcus saprophyticus.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Neisseria gonorrhoeae, β–hemolytische streptokokken groep A, B, C en G, Streptococcus pneumoniae (bv. indien intermediate gevoelig voor penicilline), Staphylococcus haemolyticus, Staphylococcus hominis.

Gram-negatieve micro-organismen die induceerbare chromosoomgebonden β-lactamasen bevatten, zoals Enterobacter spp., Serratia spp., Citrobacter spp. en Providentia spp. moeten als (verworven) resistent beschouwd worden voor cefazoline ondanks aangetoonde in vitro gevoeligheid.

Resistent zijn verder ook: Enterococcus spp., Acinetobacter baumannii, Moraxella catarrhalis, Stenotrophomonas maltophilia, Bacteroides fragilis, Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Legionella spp., Mycoplasma spp., Pseudomonas aeruginosa, Staphylococcus (meticilline–resistent; o.a. 'MRSA'), diverse Enterobacteriaceae spp. (waaronder Klebsiella pneumoniae, Morganella morganii en indol–positieve Proteus–stammen zoals Proteus mirabilis en Proteus vulgaris).

Kinetische gegevens

T max i.m. ca. 1 uur.
V d ca. 0,19 l/kg, bij neonaten ca. 0,21–0,37 l/kg.
Overig penetratie: goed in weefsels en gewrichten, onvoldoende in liquor en oogkamervocht; concentraties in gal hoger dan in serum, tenzij een galwegobstructie bestaat.
Metabolisering niet.
Eliminatie nagenoeg onveranderd met de urine door glomerulaire filtratie (80-100% binnen de eerste 24 uur).
T 1/2el 1½–2 uur, bij nierinsufficiëntie langer; bij een creatinineklaring 40-70 ml/min: 3-5 uur; bij creatinineklaring 20-40 ml/min: 6-12 uur; bij 5-20 ml/min: 15-30 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Bactericide, semisynthetisch cefalosporine van de derde generatie. Cefotaxim bindt zich aan penicilline bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Cefotaxim is resistent tegen ontleding door de meest voorkomende β-lactamasen. Het kan wel worden gehydrolyseerd door breed-spectrum β-lactamasen (ESBL–producerende stammen) en chromosomaal gecodeerde β-lactamasen. De mate van de bactericide werking hangt af van de duur waarin de serumspiegel hoger is dan de minimale remmende concentratie (MIC) van het betreffende pathogeen.

Gewoonlijk gevoelig zijn: Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig; 'MSSA'), Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae (incl. penicilline–resistente stammen), Streptococcus pyogenes, Borrelia burgdorferi, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Morganella morganii, Neisseria gonorrhoeae, Neisseria meningitidis, Proteus mirabilis (uitgezonderd: alle ESBL–producerende stammen).

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus epidermidis, Staphylococcus haemolyticus, Staphylococcus hominis, Citrobacter freundii, Klebsiella aerogenes, Enterobacter cloacae, Proteus vulgaris, Serratia marcescens, Bacteroides fragilis. Bij Escherichia coli, Klebsiella oxytoca en Klebsiella pneumoniae kán resistentie ook een probleem vormen; de ESBL-producerende stammen van deze bacteriën zijn in ieder geval altijd resistent.

Inherent resistent zijn: Enterococcus spp., Listeria spp., Staphylococcus aureus (meticilline–ongevoelig; 'MRSA'), Acinetobacter baumannii, Pseudomonas aeruginosa, Stenotrophomonas maltophilia, Clostridioides difficile, Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Legionella pneumophila, Mycoplasma spp. en Treponema pallidum.

Een synergistisch effect met aminoglycosiden kan optreden; hierbij is er wel meer kans op oto- en nefrotoxiciteit (zie ook Interacties).

Kinetische gegevens

T max i.m. na 30 min.
Overig penetreert snel en goed in de verschillende compartimenten. Penetratie in liquor: meestal voldoende bij ontstoken meningen.
V d 0,3–0,53 l/kg.
Metabolisering gedeeltelijk, o.a. ca. 15-25% tot het eveneens actieve desacetylcefotaxim.
Eliminatie gedurende 6 uur: vnl. met de urine (> 80%), 50–60% onveranderd; 20% als desacetylcefotaxim. Hemodialyse verwijdert cefotaxim én desacetylcefotaxim in hoge mate; ook peritoneale dialyse kan de serumconcentratie cefotaxim verlagen.
T 1/2el 50–80 min (cefotaxim), 90–125 min (desacetylcefotaxim). Bij ouderen van > 80 jaar: 120–150 min (cefotaxim) en 5 uur (desacetylcefotaxim). Bij een ernstig gestoorde nierfunctie neemt de T½el toe tot 2,5–10 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

cefazoline hoort bij de groep cefalosporinen.

  • cefaclor (J01DC04) Vergelijk
  • cefalexine (J01DB01) Vergelijk
  • cefepim (J01DE01) Vergelijk
  • cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
  • ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
  • ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
  • ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
  • ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
  • ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
  • ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
  • cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
  • cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk

Groepsinformatie

cefotaxim hoort bij de groep cefalosporinen.

  • cefaclor (J01DC04) Vergelijk
  • cefalexine (J01DB01) Vergelijk
  • cefazoline (J01DB04) Vergelijk
  • cefepim (J01DE01) Vergelijk
  • ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
  • ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
  • ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
  • ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
  • ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
  • ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
  • cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
  • cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • cefalosporinen

Indicaties

  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)
  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • cefalosporinen

Indicaties

  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)
  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".