Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

BCG-vaccin (als vaccin)

vaccins J07AN01

Sluiten

japanse-encefalitisvaccin

vaccins J07BA02

Sluiten

bof-/​mazelen-/​rubellavaccin

vaccins J07BD52

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

BCG-vaccin AJV XGVS RIVM

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
0,75 mg/ml
Verpakkingsvorm
10 doses + 1,0 ml oplosmiddel

Bevat per dosis à 0,1 ml: Mycobacterium bovis Danish 1331 0,075 mg, overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën per vaccindosis.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Ixiaro XGVS Valneva

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Gezuiverd vaccin: geïnactiveerd virus (SA 14-14-2-stam), geproduceerd in Vero–cellen en geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd. Bevat tevens: natriummetabisulfiet en sporen van protaminesulfaat en formaldehyde.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

MMRVaxPro XGVS Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Verpakkingsvorm
1 dosis + 0,5 ml oplosmiddel

Bevat per dosis: levend verzwakt bofvirus (stam Jeryl Lynn) ten minste 12,5 × 10³ CCID 50 (50% 'cell culture infective dose' ), levend verzwakt mazelenvirus (stam Enders' Edmonston) ten minste 1 × 10³ CCID 50 , en levend verzwakt rubellavirus (stam Wistar RA 27/3) ten minste 1 × 10³ CCID 50. Bevat tevens: sorbitol en sporen neomycinesulfaat en kippenei-eiwit.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Verwijs risicogroepen naar de GGD voor een BCG-vaccinatie. Risicogroepen zijn: kinderen < 12 jaar (met ten minste 1 ouder) afkomstig uit een land met hoge tuberculose-incidentie én reizigers met een lange reisduur naar of verblijf in nauw contact met lokale bevolking in hoog-endemische gebieden.

Advies

Vaccinatie met Japanse-encefalitisvaccin overwegen bij personen die beroepshalve gedurende het transmissieseizoen een maand of langer op het platteland verblijven bij een toegenomen expositie, zoals wonen of werken in de nabijheid van rijstvelden of varkens in gebieden waar de ziekte voorkomt; en bij personen die langer dan 6 maanden verblijven in gebieden waar de ziekte voorkomt, afhankelijk van woonplaats, omstandigheden, werkzaamheden en reisplannen. Verder wordt vaccinatie aanbevolen voor laboratoriummedewerkers met risico van blootstelling aan het Japanse-encefalitisvirus. Bescherming treedt op bij circa 97% van de gevaccineerden een week na de tweede dosis.

Advies

Het bof-/mazelen-/rubella-vaccin is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen tuberculose.

Gerelateerde informatie

  • tuberculose

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen Japanse-encefalitis bij volwassenen en kinderen vanaf een leeftijd van 2 maanden.

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen bof, mazelen en rubella bij volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden:
    • In kader van het Rijksvaccinatieprogramma:
      • Kinderen op de leeftijd 14 maanden en rond de leeftijd van 3 jaar;
      • Kinderen tussen de 6 en 14 maanden die een reëel risico lopen op mazelen (vervroegde BMR-vaccinatie), bv. een reis naar een land waar mazelen veel voorkomt, contact met een mazelenpatiënt verblijf in een COA-opvanglocatie);
    • Vrouwen met een kinderwens en zonder beschermende antistoffen tegen rodehond ter preventie van het congenitaal rubellasyndroom;
    • Sommige reizigers die landen bezoeken waar mazelen veel voorkomt;
    • Personen die beroepsmatig risico lopen op mazelen;
    • Ongevaccineerde personen bij uitbraken en/of sommige contacten naar aanleiding van een geval en na blootstelling mazelen (postexpositieprofylaxe).

Zie voor meer informatie factsheet BMR en de LCI-richtlijnen bof, mazelen en rodehond op lci.rivm.nl.

Zie ook rubriek zwangerschap.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Actieve immunisatie tegen tuberculose

Volwassenen en kinderen ≥ 1 jaar

Intracutaan: eenmalig 0,1 ml (= 0,075mg overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën).

Kinderen < 1 jaar

Intracutaan: eenmalig 0,05 ml (= 0,0375 mg).

Toediening

  • Langzaam toedienen in ca. 10 seconden ter hoogte van de distale aanhechting van de m. deltoideus, ongeveer halverwege de bovenarm.
  • Niet i.v. toedienen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Primaire vaccinatie

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 3 jaar

De primaire vaccinatie moet ten minste 1 week vóór de potentiële blootstelling voltooid zijn. De primaire vaccinatie bestaat uit 2 afzonderlijke doses van 0,5 ml (= 2 × 6 AU (antigeen-eenheden)): de eerste dosis volgens normaal schema op dag 0 en de tweede op dag 28. Alternatief snel schema bij volwassenen (18–65 jaar): de tweede dosis 7 dagen na de eerste dosis toedienen. Er zijn gegevens dat bij volwassenen de tweede dosis eventueel tot maximaal 11 maanden na de eerste dosis toegediend kan worden.

Kinderen > 2 maanden en < 3 jaar

De primaire vaccinatie moet ten minste 1 week vóór de potentiële blootstelling voltooid zijn. Primaire vaccinatie bestaat uit 2 afzonderlijke doses van 0,25 ml (= 2 × 3 AU): de eerste dosis volgens normaal schema op dag 0 en de tweede op dag 28.

Boostervaccinatie

Algemeen

Bij verwachte hernieuwde blootstelling aan het virus, een boosterdosis (derde dosis) geven vóór de blootstelling, binnen 12–24 maanden na de primaire vaccinatie. Personen die voortdurend meer kans op Japanse-encefalitis hebben (personen die continu in endemische gebieden verblijven, laboratoriummedewerkers) standaard de boosterdosis toedienen binnen 12 maanden na de primaire vaccinatie. Ouderen ontwikkelen in het algemeen lagere antistoftiters en komen zo nodig ook in aanmerking voor een boosterdosis. Langetermijngegevens bij volwassenen t/m 65 jaar suggereren dat 10 jaar na een eerste boosterdosis, voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan het virus, een tweede booster (vierde dosis) gegeven moet worden; bij kinderen zijn er geen gegevens over een tweede boosterdosis.

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 3 jaar

Eenmalige boosterdosis van 0,5 ml.

Kinderen > 14 maanden < 3 jaar

Eenmalige boosterdosis van 0,25 ml.

Het vaccin bij volwassenen en kinderen i.m. in de deltaspier toedienen; bij baby's i.m. toedienen in het anterolaterale gebied van de dij. Subcutane toediening kan leiden tot een suboptimale immuunrespons, daarom alleen bij trombocytopenie of een stollingsstoornis s.c. toedienen. Nooit intravasculair toedienen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Actieve immunisatie tegen bof/mazelen/rubella

Volwassenen

i.m. of s.c. 1 dosis à 0,5 ml.

Voor medewerkers in de gezondheidszorg geldt een ander schema, zie Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg op lci.rivm.nl.

Kinderen ≥ 14 maanden

In kader van het Rijksvaccinatieprogramma: 2 doses à 0,5 ml, waarvan de eerste dosis op de leeftijd van 14 maanden en de tweede dosis op de leeftijd rond 3 jaar (startcohort 2022).

Kinderen geboren in 2016 tot en met 2021 krijgen de tweede dosis op de leeftijd van 5 t/m 9 jaar, zie BMR inhaalcampagne.

Kinderen 6-13 maanden

In bepaalde gevallen is het wenselijk de BMR-vaccinatie eerder te geven, bijvoorbeeld bij reizen naar een regio waar mazelen frequent voorkomt, contact met een mazelenpatiënt en verblijf in een COA opvanglocatie. Bij leeftijd 12-13 maanden: de eerste dosis in kader van RVP vervroegd geven. Bij leeftijd 6-11 maanden: geef vervroegd een extra dosis (BMR-0) naast die op de leeftijd van 14 maanden en 3 jaar, vanwege de grotere kans op vaccinfalen ten gevolge van nog aanwezige maternale antistoffen en een verminderd immuunsysteem. Zie voor meer informatie Afweging BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden en de LCI-Richtlijn Mazelen op lci.rivm.nl.

Postexpositieprofylaxe mazelen

Volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden

Zuigelingen tot de leeftijd van 9 maanden die gezinscontact zijn van een mazelenpatiënt, niet-immune zwangeren en immuungecompromitteerden passief immuniseren met immunoglobuline. Na toediening van immunoglobuline dient BMR-vaccinatie bij voorkeur minimaal 3 maanden te worden uitgesteld. Buiten deze groepen BMR-vaccinatie geven.

Vaccineer zo snel mogelijk, liefst < 72 uur maar anders ook daarna om herbesmetting en/of herintroductie op het kinderdagverblijf te voorkomen. Zie voor meer informatie Stroomschema maatregelen contacten op lci.rivm.nl. Bij 6-11 maanden: geef vervroegd een extra dosis (BMR-0) naast die op de leeftijd van 14 maanden en 3 jaar, vanwege de grotere kans op vaccinfalen ten gevolge van nog aanwezige maternale antistoffen en een verminderd immuunsysteem; Bij leeftijd 12-13 maanden: de eerste dosis in kader van RVP vervroegd geven. Zie de richtlijn Mazelen voor de geadviseerde PEP in verschillende situaties en voor het bepalen van de uiterste toedieningsdag.

Toediening

  • Subcutaan of intramusculair toedienen; bij trombocytopenie of een stollingsstoornis alleen s.c. toedienen. Niet intravasculair toedienen.
  • Bij jonge kinderen injecteren in het anterolaterale gebied van de dij; bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen injecteren in de deltaspier.

Bijwerkingen

Soms (0,1-1%): suppuratieve lymfadenitis, met name bij overdosering in jonge kinderen. Koorts, hoofdpijn.

Zelden (0,01- 0,1%): gedissemineerde BCG-lupus, BCG-botinfecties of gegeneraliseerde BCG-infecties. Abces. Allergische reacties, incl. anafylactische reacties.

Zeer zelden (< 0,01%): erytheem en pijn op de injectieplaats. Vergroting van de cervicale of axillaire lymfeklieren. Syncope, convulsie.

Verder zijn gemeld: apneu (bij kinderen geboren na ≤ 28 weken zwangerschapsduur). Verharding, ulceratie en verharding op de injectieplaats. Zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Myalgie. Vermoeidheid. Pijn op de injectieplaats.

Vaak (1-10%): misselijkheid. Griepachtige verschijnselen, koorts. Reacties (erytheem, verharding, zwelling, jeuk) op de injectieplaats.

Soms (0,1-1%): (draai)duizeligheid, migraine. Koude rillingen, malaise, asthenie. Braken, diarree, buikpijn. Huiduitslag, jeuk, hyperhidrose. Lymfadenopathie. Artralgie, musculoskeletale stijfheid. Stijging van leverenzymwaarden.

Zelden (0,01-0,1%): tachycardie, palpitaties. Dyspneu. Paresthesie, neuritis, smaakstoornis. Syncope. Urticaria, erytheem. Pijn in de ledematen. Ooglidoedeem. Perifeer oedeem. Trombocytopenie.

Bij kinderen tot 3 jaar zeer vaak: koorts (ca. 29%), griepachtige verschijnselen, diarree, prikkelbaarheid.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): reactie op de injectieplaats, koorts. Artralgie, artritis (zelden chronisch; bij volwassen vrouwen meest frequent, bij kinderen minst frequent).

Vaak (1–10%): huiduitslag.

Soms (0,1-1%): infectie van de bovenste luchtwegen. Diarree, braken. Urticaria.

Verder zijn gemeld: prikkelbaarheid. Hoofdpijn, encefalopathie, (febriele) convulsie, ataxie, paresthesie, polyneuropathie, duizeligheid, syncope, Guillain–Barrésyndroom. Optische neuritis (o.a. retrobulbaire neuritis, papillitis), conjunctivitis, retinitis. Sensorineurale doofheid, otitis media. Regionale lymfadenopathie, trombocytopenie. Anafylactische reacties, purpura, jeuk, huidverharding, Stevens–Johnsonsyndroom. Panniculitis, vasculitis. Spierpijn. Malaise, perifeer oedeem. Aseptische meningitis, orchitis, epididymitis, parotitis, mazelen, bof, rodehond. Hoest, bronchospasmen, pneumonie.

Abusievelijke toediening bij personen met een ernstig verzwakt immuunsysteem heeft geleid tot mazelen-encefalitis, pneumonitis en overlijden.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Na vaccinatie met BCG-vaccin ten minste een interval van 4 weken aanhouden tussen toediening van twee levende vaccins.

Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de afweer onderdrukken is gecontra-indiceerd, zie ook rubriek Contra-indicaties.

Kan gelijktijdig worden gegeven met geïnactiveerde of levende vaccins, waaronder BMR-vaccin.

Als ze niet gelijktijdig worden toegediend, moet een interval van minimaal vier weken worden aangehouden tussen de toediening van twee levende vaccins.

Interacties

Bij behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.

Er is (bij volwassenen) geen interferentie met de immuunrespons op het hepatitis A-vaccin of rabiësvaccin; deze kunnen dus tegelijkertijd toegediend worden.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva of van immunoglobulinen kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie. Combinatie met een immunosuppressieve therapie is gecontra–indiceerd, uitgezonderd corticosteroïden die lokaal óf in een lage dosis parenteraal worden toegediend.

Na bloed- of plasmatransfusies of na de toediening van humane immunoglobulinen de vaccinatie minstens 3 maanden uitstellen; humane immunoglobulinen zo mogelijk niet eerder dan 1 maand ná vaccinatie met bof–, mazelen–, rubellavaccin geven.

Het vaccin kan de gevoeligheid van de huid voor tuberculine tijdelijk onderdrukken; een tuberculinetest vóór, tijdens of 4–6 weken ná de vaccinatie uitvoeren.

Kan gelijktijdig met hepatitis A-vaccin, pneumokokkenconjugaatvaccin en andere vaccinaties voor kinderen worden toegediend. Bij gelijktijdig toedienen van een ander levendvirusvaccin, de vaccins op verschillende injectieplaatsen toedienen, anders een tussentijd van ten minste vier weken aanhouden.

Zwangerschap

Levend-verzwakte vaccins kunnen de placenta passeren; in theorie kan dit infectie van de foetus veroorzaken.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie (risico op besmetting) tijdens de zwangerschap gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren wisselende uitkomsten: bij toediening van twee doses aanwijzingen voor schadelijkheid (onvolledige ossificatie van het skelet); bij toediening van drie doses werd geen schadelijkheid gezien.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (bij veel kans op infectie).

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend. Er zijn geen gevallen van congenitaal rubellasyndroom gemeld bij vrouwen die onbewust zwanger waren terwijl ze werden gevaccineerd met een rubellabevattend vaccin. In post-marketingonderzoek werd congenitaal rubellasyndroom vastgesteld die in verband gebracht werd met een rubellavaccinstam na onbedoelde vaccinatie met een BMR-vaccin.

Advies: Gebruik is volgens fabrikant gecontra-indiceerd. Lareb ontraadt vaccinatie met een verzwakt levend virus vaccin.

Overig: De fabrikant adviseert een vruchtbare vrouw anticonceptieve maatregelen te nemen tot één maand na de vaccinatie. Een vaccinatie bij vrouwen die onbewust zwanger waren is geen reden om de zwangerschap te beëindigen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Bij toediening tijdens lactatie worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.

Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Niet waarschijnlijk omdat de systemische blootstelling van de moeder verwaarloosbaar klein is. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is wel bekend dat het rubellavirus overgaat in de moedermelk.

Advies: Als een moeder geen of onvoldoende antistoffen heeft tegen rode hond (rubella), kan zij gevaccineerd worden met BMR (bof, mazelen en rode hond) vaccin tijdens de borstvoedingsperiode. Dit kan al vlak na de bevalling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • positieve reactie van Mantoux;
  • acute ernstige ziekte met koorts of gegeneraliseerde geïnfecteerde huidaandoening;
  • maligne aandoeningen (zoals lymfoom of leukemie);
  • acute virale of bacteriële infecties;
  • primaire of secundaire immunodeficiënties, waaronder HIV-infectie;
  • behandeling met systemische corticosteroïden of een andere immunosuppressieve behandeling, waaronder radiotherapie. Ook voor kinderen bij blootstelling in de baarmoeder of via borstvoeding, zolang een postnatale invloed op de immuunstatus van het kind mogelijk blijft en ten minste 6 maanden na de geboorte.

Contra-indicaties

  • actieve, ernstige infectieziekte gepaard gaande met koorts;
  • overgevoeligheid voor natriummetabisulfiet;
  • de tweede dosis is gecontra–indiceerd indien na de eerste dosis een overgevoeligheidsreactie is opgetreden.

Contra-indicaties

  • Acute infecties met koorts;
  • Actieve, onbehandelde tuberculose;
  • Bloeddyscrasieën, leukemie, lymfoom of andere maligne neoplasma van het bloed– of lymfestelsel;
  • Ernstige stoornissen in het afweermechanisme, waaronder humorale of cellulaire (primaire of verworven) immunodeficiëntie met inbegrip van:
    • gecombineerde immunodeficiëntie;
    • agammaglobulinemie;
    • AIDS of symptomatische HIV–infectie;
    • een leeftijdspecifiek CD4+ T–lymfocytenpercentage < 25% (leeftijd < 12 mnd.), < 20% (12–35 mnd.) en < 15% (leeftijd 36–59 mnd.);
  • Familiaire geschiedenis van congenitale of erfelijke immunodeficiëntie, tenzij ontvanger van vaccin aangetoond immunocompetent is.

Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Enige dagen na vaccinatie treedt op de plaats van injectie een verharding op. Deze zal geleidelijk verminderen en vervolgens overgaan in een lokale laesie die enige weken later kan ulcereren. Deze lokale laesie geneest vanzelf en laat een oppervlakkig litteken achter. Het heeft geen behandeling of bandage nodig, ook het gebruik van pleisters vermijden.

Gevallen van immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) zijn gemeld na aanvang van antiretrovirale therapie bij met hiv geïnfecteerde kinderen of na aanvang van een behandeling voor andere ernstige immunodeficiënties bij kinderen die eerder de BCG-vaccinatie hadden ontvangen. Symptomen zoals adenitis, etterige afscheiding, ulceraties en abcessen van de huid en koorts kunnen optreden binnen weken tot maanden na aanvang van immunotherapie.

Een positieve respons op de tuberculose huidtest betekent niet altijd dat er een goede immuniteit is bereikt tegen tuberculose. Een negatieve respons langere tijd na vaccinatie betekent niet dat er geen bescherming is. Revaccinatie is in dit geval niet noodzakelijk.

Houd rekening met mogelijk verminderde gevoeligheid van de gebruikte Mycobacterium bovis stam voor isoniazide bij behandeling van bepaalde complicaties.

Kans op abcesvorming en suppuratieve lymfadenitis is verhoogd bij overdosering of een te diepe injectie.

Gedurende 3 maanden geen andere vaccinaties geven in de arm die wordt gebruikt voor BCG-vaccinatie vanwege risico op regionale lymfadenitis. Andere, gelijktijdig toegediende vaccins injecteren in de andere arm.

Bij de toediening aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Niet intramusculair toedienen bij bloedingsstoornis zoals hemofilie of trombocytopenie of behandeling met anticoagulantia, vanwege het risico van bloedingen op de injectieplaats. Subcutane toediening leidt mogelijk tot een suboptimale respons.

De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen jonger dan 2 maanden zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij allergische aandoeningen, anafylactoïde reacties ten gevolge van kippenei-eiwit, convulsies of hersenletsel in de (familie)anamnese en tevens bij recente trombocytopenie.

Indien het vaccin binnen 72 uur na blootstelling aan natuurlijke mazelen wordt toegediend, kan nog een beperkte bescherming worden verkregen.

Kinderen < 1 jaar geven soms onvoldoende reactie op het vaccin vanwege circulerende antilichamen afkomstig van de moeder en/of onvoldoende ontwikkeling van het immuunsysteem. Het kan echter nodig zijn toch extra te vaccineren, bv. bij uitbraaksituaties of reizen naar een regio waar mazelen frequent voorkomt. Zie Afweging BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden.

Eigenschappen

Bacillus Calmette Guérin (BCG) is een levend verzwakte stam van de bovine tuberkelbacterie Mycobacterium bovis, Danish strain 1331. Vaccinatie geeft een specifiek immuniserende werking tegen tuberculose. De immuniteit die wordt verkregen, varieert en wordt opgebouwd na 4–6 weken.

Eigenschappen

Vaccin, aard van het antigeen: dood, viraal. Japanse-encefalitis is een infectieziekte (met het Japanse-encefalitis(JE)-virus, een flavivirus) met neurologische verschijnselen, die vooral voorkomt in de landelijke gebieden in Oost–Azië, van India tot Japan. Het JE-virus wordt overgebracht door een nachtactieve mug, waarbij varkens en wilde vogels het reservoir zijn. Het Japanse-encefalitisvaccin wekt bij ca. 97% van de gevaccineerden (volwassenen) een week na de tweede dosis beschermende antistoftiters op, na immunisatie volgens het snelle schema bij ca. 99%.

Eigenschappen

Vaccin met levend-verzwakte virale antigenen. Werkt immuniserend tegen bof, mazelen en rubella (rodehond). De werking berust op de vorming van circulerende antistoffen en een immunologisch geheugen.

Groepsinformatie

BCG-vaccin (als vaccin) hoort bij de groep vaccins.

  • bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Groepsinformatie

japanse-encefalitisvaccin hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Groepsinformatie

bof-/mazelen-/rubellavaccin hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Indicaties

  • tuberculose

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".