BCG-vaccin (als vaccin)
bof-/mazelen-/rubellavaccin
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin
meningokokkenvaccin type C
meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y
Samenstelling
BCG-vaccin AJV XGVS RIVM
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 0,75 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 doses + 1,0 ml oplosmiddel
Bevat per dosis à 0,1 ml: Mycobacterium bovis Danish 1331 0,075 mg, overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën per vaccindosis.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
MMRVaxPro XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- 1 dosis + 0,5 ml oplosmiddel
Bevat per dosis: levend verzwakt bofvirus (stam Jeryl Lynn) ten minste 12,5 × 10³ CCID 50 (50% 'cell culture infective dose' ), levend verzwakt mazelenvirus (stam Enders' Edmonston) ten minste 1 × 10³ CCID 50 , en levend verzwakt rubellavirus (stam Wistar RA 27/3) ten minste 1 × 10³ CCID 50. Bevat tevens: sorbitol en sporen neomycinesulfaat en kippenei-eiwit.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vaxelis XGVS MCM Vaccine
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: difterietoxoïd ≥ 20 IE, pertussistoxoïde (PT) 20 microgram, pertussis filamenteus hemagglutinine (FHA) 20 microgram, pertussispertactine (PRN) 3 microgram, fimbriae type 2 en 3 (FIM) 5 microgram, tetanustoxoïd ≥ 40 IE, hepatitis-B-oppervlakte-antigeen 10 microgram, geïnactiveerd poliovirus type 1 40 DE (= D-antigeen eenheden), type 2 8 DE, type 3 32 DE, Haemophilus-influenzae-type-B-polysaccharide (polyribosylribitolfosfaat) 3 microgram, geconjugeerd aan meningokokkeneiwit 50 microgram; tevens aluminiumfosfaat, amorf aluminiumhydroxyfosfaatsulfaat. Bevat sporen van formaldehyde, neomycine, streptomycine en polymyxine B en boviene serumalbumine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
NeisVac-C XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 20 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat polysaccharide van Neisseria meningitidis groep C, geconjugeerd aan tetanustoxoïd en aluminiumhydroxide.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
MenQuadfi XGVS Aanvullende monitoring Sanofi Pasteur MSD nv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: polysaccharide van meningokokkengroep A 10 microg, -groep C 10 microg, -groep W135 10 microg en -groep Y 10 microg, alle geconjugeerd aan tetanustoxoïddragereiwit.
Menveo XGVS GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Poeder en oplossing voor injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon + solvens 0,5 ml in flacon
Bevat per set flacons: oligosaccharide van meningokokkengroep A 10 microg, -groep C 5 microg, -groep W135 5 microg en -groep Y 5 microg, alle geconjugeerd aan difterietoxoïddragereiwit.
Nimenrix XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon + wegwerpspuit 0,5 ml met solvens
Bevat per flacon: polysaccharide van meningokokkengroep A 5 microg, -groep C 5 microg, -groep W135 5 microg en -groep Y 5 microg, alle geconjugeerd aan tetanustoxoïddragereiwit.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Verwijs risicogroepen naar de GGD voor een BCG-vaccinatie. Risicogroepen zijn: kinderen < 12 jaar (met ten minste 1 ouder) afkomstig uit een land met hoge tuberculose-incidentie én reizigers met een lange reisduur naar of verblijf in nauw contact met lokale bevolking in hoog-endemische gebieden.
Advies
Het bof-/mazelen-/rubella-vaccin is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).
Advies
Actieve immunisatie van risicogroepen tegen hepatitis B, met een hepatitis B-vaccin gebeurt in Nederland via preventieprogramma’s en naar aanleiding van risicocontacten. Soms, bv. wanneer een directe bescherming is gewenst, is passieve immunisatie met hepatitis B-immunoglobuline geïndiceerd, meestal gecombineerd met of gevolgd door actieve immunisatie. De behandeling van chronische hepatitis B bestaat uit entecavir of tenofovirdisoproxil of –alafenamide of, in selecte gevallen, peginterferon α.
DaKTP-Hib-HepB-vaccin maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma.
Advies
Voor meningokokkenvaccin type C is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Meningokokkenvaccin type A, C, W135 en Y maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma. Naast de meningokokken ACWY-vaccinatie op de leeftijd van 14 maanden krijgen sinds 2020 14-jarigen standaard vanuit het Rijksvaccinatieprogramma een vaccinatie tegen meningokokkenziekte aangeboden. Het dragerschap van meningokokken neemt toe vanaf deze leeftijd. In deze leeftijd worden ook relatief veel ziektegevallen gezien. Vooral oudere tieners spelen een belangrijke rol in de verspreiding van de bacterie. Door juist deze groep te vaccineren, worden dus niet alleen zijzelf beschermd, maar wordt ook groepsbescherming opgebouwd.
Zie ook Meningokokken-ACWY-vaccinatie van het LCI.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen tuberculose.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Actieve immunisatie tegen bof, mazelen en rubella (laatste ook wel rodehond genoemd) bij een leeftijd van > 12 maanden; soms kan het wenselijk zijn kinderen van 9–12 maanden te vaccineren.
Indicaties
- Primaire vaccinatie en revaccinatie van zuigelingen en peuters tegen difterie, kinkhoest, tetanus, poliomyelitis, hepatitis B en infecties veroorzaakt door Haemophilus influenzae type b.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Actieve immunisatie ter preventie van invasieve ziekte veroorzaakt door Neisseria meningitidis type C bij kinderen vanaf 2 maanden en volwassenen.
Indicaties
MenQuadfi
- Kinderen ≥ 1 jaar en volwassenen: actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis-groepen A, C, W135 en Y.
Menveo
- Kinderen ≥ 2 jaar en volwassenen: actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis-groepen A, C, W135 en Y.
Nimenrix
- Kinderen ≥ 6 weken en volwassenen: actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis-groepen A, C, W135 en Y.
Doseringen
Actieve immunisatie tegen tuberculose
Volwassenen en kinderen ≥ 1 jaar
Intracutaan: eenmalig 0,1 ml (= 0,075mg overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën).
Kinderen < 1 jaar
Intracutaan: eenmalig 0,05 ml (= 0,0375 mg).
Toediening
- Langzaam toedienen in ca. 10 seconden ter hoogte van de distale aanhechting van de m. deltoideus, ongeveer halverwege de bovenarm.
- Niet i.v. toedienen.
Doseringen
Als actieve immunisatie tegen bof/mazelen/rubella
Volwassenen en kinderen > 12 mnd.
0,5 ml.
Kinderen 9–12 mnd.
0,5 ml. Daarna op de leeftijd van 12–15 mnd. een tweede dosis (0,5 ml) geven.
De suspensie dient uitsluitend te worden bereid met de bijgeleverde reconstitutievloeistof. Het volledig gesuspendeerde vaccin is helder en oranje-geel van kleur. Het vaccin i.m. of s.c. toedienen; bij trombocytopenie of een stollingsstoornis alleen s.c. toedienen. Niet intravasculair toedienen.
Indien het vaccin gelijktijdig moet worden gegeven met een ander injecteerbaar vaccin, de vaccins altijd op verschillende injectieplaatsen toedienen. In andere gevallen een tussentijd van ten minste vier weken aanhouden.
Bij jonge kinderen injecteren in het anterolaterale gebied van de dij; bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen injecteren in de deltaspier.
Doseringen
Basisimmunisatie tegen DKTP-Hib-HepB
Kinderen vanaf 6 weken
Volg de Richtlijnen en schema's van het Rijksvaccinatieprogramma. De fabrikant geeft als primair vaccinatieschema: 2 of 3× 1 dosis à 0,5 ml, diep i.m. De doses met een interval van ten minste 1 maand toedienen. Geef een boosterdosis ten minste 6 maanden na de laatste dosis.
Als bij de geboorte een dosis hepatitis B-vaccin is gegeven, kan DaKTP-Hib-HepB-vaccin gebruikt worden in plaats van aanvullende doses hepatitis B-vaccin, vanaf de leeftijd van 6 weken. Als vóór deze leeftijd een tweede dosis hepatitis B-vaccin is vereist, monovalent hepatitis B-vaccin gebruiken.
Toediening
- Voor gebruik, het vaccin voorzichtig schudden.
- Intramusculair toedienen in de anterolaterale zijde van de dij (heeft de voorkeur bij kinderen < 1 jaar) of in de deltaspier in de bovenarm.
- Bij gelijktijdige toepassing van andere vaccins, deze in verschillende ledematen toedienen.
- Wees voorzichtig bij personen met trombocytopenie of een bloedstollingsstoornis; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Doseringen
Immunisatie tegen infecties veroorzaakt door meningokokken type C
Kinderen ≥ 12 maanden en volwassenen
i.m. één dosis van 0,5 ml. De noodzaak van een boosterdosis is nog niet vastgesteld.
Kinderen 4 tot 12 maanden
i.m. twee doses van 0,5 ml waarbij de tweede dosis ten minste 6 maanden na de eerste dosis wordt gegeven.
Kinderen 2 tot 4 maanden
i.m. drie doses, waarvan de eerste twee doses van elk 0,5 ml met een interval van ten minste 2 maanden worden gegeven en de derde dosis ten minste 6 maanden na de tweede dosis; tijdstip van toediening volgens officiële richtlijnen, de fabrikant geeft aan op een leeftijd van ca. 12-13 maanden.
Toediening
- Intramusculair toedienen, bij zuigelingen bij voorkeur in de anterolaterale zijde van de dij, bij kinderen 12-24 maanden in de anterolaterale zijde van de dij of de deltaspier en bij oudere kinderen en volwassenen in de deltaspier.
- Niet s.c. of i.v. toedienen.
- Bij gelijktijdig toedienen van een ander vaccin, op verschillende injectieplaatsen toedienen.
Doseringen
MenQuadfi
Volwassenen en kinderen vanaf 1 jaar
i.m. één dosis van 0,5 ml. De noodzaak en timing van een boosterdosis na primaire immunisatie met 1 dosis zijn nog niet vastgesteld. MenQuadfi kan als boosterdosis worden gegeven aan personen die eerder een meningokokkenvaccin met dezelfde serogroepen hebben gekregen. Een boosterdosis overwegen bij een aanzienlijke kans op blootstelling aan meningokokken A, wanneer langer dan ongeveer een jaar eerder een dosis is ontvangen.
In het kader van het Rijksvaccinatieprogramma krijgen kinderen 1 dosis op de leeftijd van 14 maanden (MenQuadfi) en op de leeftijd van 14 jaar (NImenrix).
Menveo
Volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar
i.m. één dosis van 0,5 ml. De noodzaak van een boosterdosis na primaire immunisatie met 1 dosis is nog niet vastgesteld. Een boosterdosis overwegen bij een aanzienlijke kans op blootstelling aan meningokokken A, wanneer meer dan ongeveer een jaar eerder een dosis is ontvangen. Menveo kan als boosterdosis worden gegeven aan personen die eerder zijn gevaccineerd met een ander meningokokkenvaccin.
Nimenrix
Zuigelingen van 6 weken tot 6 maanden
i.m. 3 doses van 0,5 ml, waarvan de eerste 2 doses met 2 maanden tussentijd worden gegeven en de derde dosis (booster) op de leeftijd van 12 maanden.
Kinderen 6-12 maanden
i.m. 2 doses van 0,5 ml, waarvan de tweede dosis (booster) op een leeftijd van 12 maanden wordt gegeven, ten minste 2 maanden na de eerste dosis. Overweeg bij een verhoogd risico op invasieve meningokokkenziekte als gevolg van blootstelling aan serogroep W135 en Y een schema van 3 doses, waarvan de eerste 2 doses met 2 maanden tussentijd worden gegeven en de derde dosis (booster) op een leeftijd van 12 maanden, ten minste 2 maanden na de tweede dosis.
Volwassenen en kinderen vanaf 12 maanden
i.m. 1 dosis van 0,5 ml. Overweeg een tweede dosis van 0,5 ml bij kinderen 12-14 maanden met een verhoogd risico op invasieve meningokokkenziekte als gevolg van blootstelling aan serogroep W135 en Y na een tussenperiode van 2 maanden. Overweeg bij eerder gevaccineerde personen een boosterdosis van 0,5 ml in de volgende gevallen: als de dosis langer dan ca. een jaar geleden is gegeven én er een verhoogd risico is op blootstelling aan meningokokken A; als de eerste dosis is gegeven op de leeftijd van 12-23 maanden én er een verhoogd risico is op blootstelling aan meningokokken A, C, W-135 en Y. Nimenrix kan worden gegeven aan personen die eerder zijn gevaccineerd met een ander meningokokkenvaccin.
In het kader van het Rijksvaccinatieprogramma krijgen kinderen 1 dosis op de leeftijd van 14 maanden (MenQuadfi) en op de leeftijd van 14 jaar (NImenrix).
Toediening
- Intramusculair toedienen in de anterolaterale zijde van de dij (heeft de voorkeur bij kinderen < 1 jaar) of in de deltaspier in de bovenarm; niet s.c. of i.v. toedienen;
- Bij toediening samen met andere vaccins verschillende injectieplaatsen gebruiken;
- Wees voorzichtig bij personen met trombocytopenie of een bloedstollingsstoornis; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): suppuratieve lymfadenitis, met name bij overdosering in jonge kinderen. Koorts, hoofdpijn.
Zelden (0,01- 0,1%): gedissemineerde BCG-lupus, BCG-botinfecties of gegeneraliseerde BCG-infecties. Abces. Allergische reacties, incl. anafylactische reacties.
Zeer zelden (< 0,01%): erytheem en pijn op de injectieplaats. Vergroting van de cervicale of axillaire lymfeklieren. Syncope, convulsie.
Verder zijn gemeld: apneu (bij kinderen geboren na ≤ 28 weken zwangerschapsduur). Verharding, ulceratie en verharding op de injectieplaats. Zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reactie op de injectieplaats, koorts. Artralgie, artritis (zelden chronisch; bij volwassen vrouwen meest frequent, bij kinderen minst frequent).
Vaak (1–10%): huiduitslag.
Soms (0,1-1%): infectie van de bovenste luchtwegen. Diarree, braken. Urticaria.
Verder zijn gemeld: prikkelbaarheid. Hoofdpijn, encefalopathie, (febriele) convulsie, ataxie, paresthesie, polyneuropathie, duizeligheid, syncope, Guillain–Barrésyndroom. Optische neuritis (o.a. retrobulbaire neuritis, papillitis), conjunctivitis, retinitis. Sensorineurale doofheid, otitis media. Regionale lymfadenopathie, trombocytopenie. Anafylactische reacties, purpura, jeuk, huidverharding, Stevens–Johnsonsyndroom. Panniculitis, vasculitis. Spierpijn. Malaise, perifeer oedeem. Aseptische meningitis, orchitis, epididymitis, parotitis, mazelen, bof, rodehond. Hoest, bronchospasmen, pneumonie.
Abusievelijke toediening bij personen met een ernstig verzwakt immuunsysteem heeft geleid tot mazelen-encefalitis, pneumonitis en overlijden.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pijn, roodheid en zwelling op de plaats van injectie. Koorts. Verminderde eetlust. Huilen, prikkelbaarheid. Braken. Slaperigheid.
Vaak (1-10%): hematoom, induratie, nodule op de injectieplaats. Diarree.
Soms (0,1-1%): rinitis. Lymfadenopathie. Verhoogde eetlust. Slaapstoornissen waaronder slapeloosheid, rusteloosheid. Hypotonie. Bleekheid. Hoesten. Buikpijn. Huiduitslag, hyperhidrose. Warmte op de injectieplaats.
Zelden (0,01-0,1%): uitgebreide zwelling van het gevaccineerde ledemaat.
Verder zijn gemeld: convulsies met of zonder koorts, collaps of een op shock lijkende toestand (hypotone-hyporesponsieve episode (HHE) binnen 48 uur na vaccinatie,
Bijwerkingen
Algemeen
Gemeld zijn: anafylaxie, angio-oedeem (waaronder gelaatsoedeem), immuungemedieerde trombocytopenie, Stevens-Johnson-syndroom, erythema multiforme, petechie, purpura, urticaria, verharding op injectieplaats, dermatitis, apneu, dyspneu, piepen, koortsstuipen, meningisme, hypersomnie, hypotone-hyporesponsieve episode, recidief nefrotisch syndroom bij kinderen.
Kinderen 2-17 maanden
Zeer vaak (> 10%): roodheid, lokale pijn en oedeem op de injectieplaats. Prikkelbaarheid, vermoeidheid, koorts. Braken. Huilen, slaperigheid, sedatie. Verminderde eetlust.
Vaak (1-10%): faryngitis, rinitis. Agitatie, rusteloosheid, slaapstoornis. Hoesten. Diarree. Huiduitslag, hyperhidrose.
Soms (0,1-1%): overmatig blozen. Buikpijn, dyspepsie. Roodheid. Pijn in extremiteit. Perifeer oedeem, malaise, koude rillingen.
Zelden (0,1-0,01%): overgevoeligheid (waaronder bronchospasme). Ooglidoedeem. Circulatoire collaps. Ecchymose. Spierstijfheid (waaronder nekstijfheid, gewrichtsstijfheid).
Kinderen 3,5-17 jaar
Zeer vaak (> 10%): roodheid, lokale pijn en oedeem op de injectieplaats. Hoofdpijn.
Vaak (1-10%): faryngitis, rinitis. Duizeligheid, slaperigheid, sedatie. Hoesten. Misselijkheid, buikpijn, braken, diarree. Jeuk, ecchymose, dermatitis. Pijn in extremiteit. Koorts, malaise, vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Overgevoeligheidsreacties (waaronder bronchospasme). Verminderde eetlust. Agitatie. Gevoelsstoornissen (zoals hypo-esthesie, paresthesie, branderig gevoel), convulsie, syncope, huilen. Spierstijfheid, nekpijn, spierpijn, artralgie, rugpijn. Ooglidoedeem. Neusverstopping. Huiduitslag, hyperhidrose, overmatig blozen. Gewrichtspijn. Prikkelbaarheid, asthenie, perifeer oedeem, koude rillingen. Griepachtige verschijnselen.
Zelden (0,1-0,01%): circulatoire collaps.
Volwassenen
Zeer vaak (> 10%): roodheid, lokale pijn en oedeem op de injectieplaats. Hoofdpijn.
Vaak (1-10%): braken. Myalgie. Malaise, koorts.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie, griepachtige verschijnselen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): koorts, vermoeidheid, slaperigheid, prikkelbaarheid, hoofdpijn, malaise. Spierpijn. Verlies van eetlust. Reactie op de injectieplaats (pijn, zwelling; roodheid of een verharding van ≤ 5 cm).
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree. Artralgie. Rillingen. Huiduitslag. Hematoom op de injectieplaats, verharding of roodheid van meer dan 5 cm.
Soms (0,1-1%): duizeligheid, hypo-esthesie. Slapeloosheid, huilen. Andere reactie op de injectieplaats (induratie, jeuk, warmte, verdoofd gevoel). Jeuk elders, urticaria. Pijn in de ledematen.
Zelden (0,01- 0,1%): lymfadenopathie. Koortsstuip.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid (incl. anafylaxie, bronchospasme, gezichtsoedeem, angio-oedeem). Tonische convulsie, syncope, paresthesie, hypotonie. Uitgebreide zwelling van het gevaccineerde ledemaat, vaak met erytheem en soms inclusief een nabijgelegen gewricht, of zwelling van het gehele ledemaat.
Bij kinderen van 12-23 maanden ook zeer vaak sufheid.
Interacties
Na vaccinatie met BCG-vaccin ten minste een interval van 4 weken aanhouden tussen toediening van twee levende vaccins.
Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de afweer onderdrukken is gecontra-indiceerd, zie ook rubriek Contra-indicaties.
Kan gelijktijdig worden gegeven met geïnactiveerde of levende vaccins, waaronder BMR-vaccin.
Als ze niet gelijktijdig worden toegediend, moet een interval van minimaal vier weken worden aangehouden tussen de toediening van twee levende vaccins.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva of van immunoglobulinen kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie. Combinatie met een immunosuppressieve therapie is gecontra–indiceerd, uitgezonderd corticosteroïden die lokaal óf in een lage dosis parenteraal worden toegediend.
Na bloed- of plasmatransfusies of na de toediening van humane immunoglobulinen de vaccinatie minstens 3 maanden uitstellen; humane immunoglobulinen zo mogelijk niet eerder dan 1 maand ná vaccinatie met bof–, mazelen–, rubellavaccin geven.
Het vaccin kan de gevoeligheid van de huid voor tuberculine tijdelijk onderdrukken; een tuberculinetest vóór, tijdens of 4–6 weken ná de vaccinatie uitvoeren.
Interacties
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Volgens de fabrikant kan het gelijktijdig worden toegediend met geconjugeerde pneumokokkenpolysacharidevaccins, rotavirusvaccin, bof, mazelen, rode hond (BMR) en varicella-bevattende vaccins en geconjugeerde meningokokken B- en C-vaccins. De kans op een koortsreactie neemt toe na de boosterdosis in het tweede levensjaar bij combinatie met het pneumokokken-13 valent vaccin.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik met immunosuppressiva, ontstaat mogelijk een verminderde immunologische respons.
Interacties
Immunosuppressieve middelen verminderen mogelijk de werkzaamheid.
Menveo: Er zijn geen gegevens over de veiligheid en immunogeniciteit indien gelijktijdig toegediend met andere kindervaccinaties bij kinderen van 2 tot 10 jaar.
Waar mogelijk Nimenrix gelijktijdig toedienen met een tetanustoxoïd (TT)-bevattend vaccin; anders Nimenrix ten minste één maand vóór het TT-bevattend vaccin toedienen.
Zwangerschap
Levend-verzwakte vaccins kunnen de placenta passeren; in theorie kan dit infectie van de foetus veroorzaken.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie (risico op besmetting) tijdens de zwangerschap gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend. Er zijn geen gevallen van congenitaal rubella syndroom gemeld bij vrouwen die onbewust zwanger waren terwijl ze werden gevaccineerd met een rubellabevattend vaccin.
Advies: Gebruik is volgens fabrikant gecontra-indiceerd. Lareb ontraadt vaccinatie met een verzwakt levend virus vaccin.
Overig: De fabrikant adviseert een vruchtbare vrouw anticonceptieve maatregelen te nemen tot één maand na de vaccinatie. Een vaccinatie bij vrouwen die onbewust zwanger waren is geen reden om de zwangerschap te beëindigen.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicaties niet van toepassing.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Vaccin-geïnduceerde maternale antistoffen kunnen de placenta passeren.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. De beperkte hoeveelheid gegevens bij dieren laten geen aanwijzingen voor schadelijkheid zien.
Advies: Kan bij een reële kans op een besmetting tijdens de zwangerschap worden toegediend, omdat de ziekte een mogelijk risico inhoudt voor moeder of kind.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Bij toediening tijdens lactatie worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is wel bekend dat het rubellavirus overgaat in de moedermelk.
Advies: Als een moeder geen of onvoldoende antistoffen heeft tegen rode hond (rubella), kan zij gevaccineerd worden met BMR (bof, mazelen en rode hond) vaccin tijdens de borstvoedingsperiode. Dit kan al vlak na de bevalling.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicaties niet van toepassing.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Doorgaans gaan vaccin-geïnduceerde maternale immunoglobulinen over in de moedermelk. Deze kunnen bijdragen aan de bescherming van het kind tegen meningokokkenziekten.
Overig: Het is onwaarschijnlijk dat deze antistoffen uitgescheiden in de moedermelk schadelijk zouden zijn voor het borstgevoede kind.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- positieve reactie van Mantoux;
- acute ernstige ziekte met koorts of gegeneraliseerde geïnfecteerde huidaandoening;
- maligne aandoeningen (zoals lymfoom of leukemie);
- acute virale of bacteriële infecties;
- primaire of secundaire immunodeficiënties, waaronder HIV-infectie;
- behandeling met systemische corticosteroïden of een andere immunosuppressieve behandeling, waaronder radiotherapie. Ook voor kinderen bij blootstelling in de baarmoeder of via borstvoeding, zolang een postnatale invloed op de immuunstatus van het kind mogelijk blijft en ten minste 6 maanden na de geboorte.
Contra-indicaties
- Acute infecties met koorts;
- Actieve, onbehandelde tuberculose;
- Bloeddyscrasieën, leukemie, lymfoom of andere maligne neoplasma van het bloed– of lymfestelsel;
- Ernstige stoornissen in het afweermechanisme, waaronder humorale of cellulaire (primaire of verworven) immunodeficiëntie met inbegrip van:
- gecombineerde immunodeficiëntie;
- agammaglobulinemie;
- AIDS of symptomatische HIV–infectie;
- een leeftijdspecifiek CD4+ T–lymfocytenpercentage < 25% (leeftijd < 12 mnd.), < 20% (12–35 mnd.) en < 15% (leeftijd 36–59 mnd.).
- Familiaire geschiedenis van congenitale of erfelijke immunodeficiëntie, tenzij ontvanger van vaccin aangetoond immunocompetent is.
Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Contra-indicaties
- actieve, ernstige met koorts gepaard gaande ziekte;
- encefalopathie met onbekende oorzaak binnen zeven dagen na eerdere inenting met een kinkhoest bevattend vaccin.
- niet-gestabiliseerde neurologische aandoeningen of niet-gestabiliseerde epilepsie.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor tetanustoxoïd.
Contra-indicaties
- acute, (ernstige) febriele infectieziekte;
- overgevoeligheid voor tetanus- of difterietoxoïd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Enige dagen na vaccinatie treedt op de plaats van injectie een verharding op. Deze zal geleidelijk verminderen en vervolgens overgaan in een lokale laesie die enige weken later kan ulcereren. Deze lokale laesie geneest vanzelf en laat een oppervlakkig litteken achter. Het heeft geen behandeling of bandage nodig, ook het gebruik van pleisters vermijden.
Gevallen van immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) zijn gemeld na aanvang van antiretrovirale therapie bij met hiv geïnfecteerde kinderen of na aanvang van een behandeling voor andere ernstige immunodeficiënties bij kinderen die eerder de BCG-vaccinatie hadden ontvangen. Symptomen zoals adenitis, etterige afscheiding, ulceraties en abcessen van de huid en koorts kunnen optreden binnen weken tot maanden na aanvang van immunotherapie.
Een positieve respons op de tuberculose huidtest betekent niet altijd dat er een goede immuniteit is bereikt tegen tuberculose. Een negatieve respons langere tijd na vaccinatie betekent niet dat er geen bescherming is. Revaccinatie is in dit geval niet noodzakelijk.
Houd rekening met mogelijk verminderde gevoeligheid van de gebruikte Mycobacterium bovis stam voor isoniazide bij behandeling van bepaalde complicaties.
Kans op abcesvorming en suppuratieve lymfadenitis is verhoogd bij overdosering of een te diepe injectie.
Gedurende 3 maanden geen andere vaccinaties geven in de arm die wordt gebruikt voor BCG-vaccinatie vanwege risico op regionale lymfadenitis. Andere, gelijktijdig toegediende vaccins injecteren in de andere arm.
Bij de toediening aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij allergische aandoeningen, anafylactoïde reacties ten gevolge van kippenei-eiwit, convulsies of hersenletsel in de (familie)anamnese en tevens bij recente trombocytopenie.
Indien het vaccin binnen 72 uur na blootstelling aan natuurlijke mazelen wordt toegediend, kan nog een beperkte bescherming worden verkregen. Kinderen van 9–12 maanden geven soms onvoldoende reactie op het vaccin vanwege circulerende antilichamen afkomstig van de moeder en/of onvoldoende ontwikkeling van het immuunsysteem. Het kan echter nodig zijn toch te vaccineren, bv. bij uitbraaksituaties, dagopvang of een reis naar een regio waar mazelen frequent voorkomt.
Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 9 mnd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening van vaccins die kinkhoest bevatten zorgvuldig overwegen indien één van de volgende verschijnselen zijn opgetreden bij eerdere toediening ervan:
- hoge koorts (≥ 40 °C) zonder andere oorzaak binnen 48 uur na vaccinatie;
- collaps of een op shock gelijkende toestand binnen 48 uur na vaccinatie (hypotone-hyporesponsieve episode [HHE]);
- aanhoudend (> 3 uur) en ontroostbaar huilen binnen 48 uur na vaccinatie;
- convulsies met of zonder koorts binnen 3 dagen na vaccinatie.
Wees voorzichtig bij optreden van Guillain-Barré-syndroom binnen 6 weken na een eerdere toediening van een vaccin met tetanustoxoïd. Weeg potentiële voordelen en mogelijke risico's af.
Gevaccineerden met een geschiedenis van koortsconvulsies , zorgvuldig volgen omdat zulke bijwerkingen binnen 2 tot 3 dagen na vaccinatie kunnen optreden.
Bij primaire immunisatie bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschap) rekening houden met het risico van apneu en met de noodzaak om de respiratoire functies gedurende 48–72 uur te monitoren, vooral bij kinderen met een nog niet volledig ontwikkeld ademhalingsstelsel. Gezien het belang van vaccineren, de vaccinatie echter níet uitstellen of het deze kinderen onthouden. Mogelijk is er wel een lagere immuunrespons bij premature kinderen.
Immunologische respons kan uitblijven na vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten.
Na vaccinatie met een Hib-vaccin is uitscheiding van Haemophilus influenza b capsulair polysaccharide-antigeen in de urine beschreven; bij gebruik van gevoelige testen binnen ten minste 30 dagen na vaccinatie, kan de test fout-positief zijn; bevestig een Hib-infectie tijdens deze periode altijd met een andere test.
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen jonger dan 6 weken en ouder dan 15 maanden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij een acute ernstige ziekte die gepaard gaat met koorts. Deze kan verergeren door de bijwerkingen of kan interfereren bij interpretatie mogelijke bijwerkingen.
Het vaccin biedt uitsluitend bescherming tegen meningitis veroorzaakt door Neisseria meningitidis type C, niet tegen andere typen Neisseria meningitidis.
Patiënten met een immunodeficiëntie (door immunosuppressiva of genetisch defect) kunnen een verminderde immunologische respons vertonen.
Bij petechie, purpura en/of symptomen van meningisme zoals nekpijn/stijfheid van de nek of fotofobie na inenting, zowel besmettelijke als niet-besmettelijke oorzaken overwegen, alsmede de mogelijkheid van gelijktijdig optredende meningitis.
Bij familiaire complementdeficiënties (bv. C5- of C3-deficiënties) of behandelingen die terminale complementactivatie remmen (bv. eculizumab) is er een vergroot risico op invasieve ziekte door Neisseria meningitidis serogroep C, ook na antilichaamontwikkeling na vaccinatie.
Immunisatie met dit vaccin vervangt niet de standaard immunisatie tegen tetanus.
Bij de toediening aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie niet onthouden of uitstellen.
De veiligheid en werkzaamheid bij volwassen > 65 jaar en bij kinderen < 2 maanden zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het vaccin biedt geen bescherming tegen andere Neisseria meningitidis-groepen dan A, C, W135 en Y. Patiënten met een immunodeficiëntie of die met immunosuppressiva worden behandeld, kunnen een verminderde of helemaal geen immunologische respons vertonen. Immunisatie met dit vaccin vervangt niet de standaard immunisatie tegen difterie of tetanus.
Bij familiaire complementdeficiënties (bv. C5- of C3-deficiënties) of behandelingen die terminale complementactivatie remmen (bv. eculizumab) is er een vergroot risico op invasieve ziekte door Neisseria meningitidis A, C, W135 en Y, ook na antilichaamontwikkeling na vaccinatie.
Overweeg een boostervaccinatie bij een bijzonder risico op blootstelling aan serogroep A en het langer dan ongeveer een jaar geleden is dat een quadrivalent vaccin is toegediend. Afname van bactericide antilichaamtiters tegen serogroep A is gemeld; de klinische relevantie hiervan is onbekend.
De veiligheid en werkzaamheid Menveo bij kinderen jonger dan 2 jaar en bij ouderen > 65 jaar zijn niet vastgesteld.
De veiligheid en werkzaamheid MenQuadfi bij kinderen jonger dan 1 jaar zijn nog niet vastgesteld.
Eigenschappen
Bacillus Calmette Guérin (BCG) is een levend verzwakte stam van de bovine tuberkelbacterie Mycobacterium bovis, Danish strain 1331. Vaccinatie geeft een specifiek immuniserende werking tegen tuberculose. De immuniteit die wordt verkregen, varieert en wordt opgebouwd na 4–6 weken.
Eigenschappen
Vaccin met levend-verzwakte virale antigenen. Werkt immuniserend tegen bof, mazelen en rubella (rodehond). De werking berust op de vorming van circulerende antistoffen en een immunologisch geheugen.
Eigenschappen
Gecombineerd vaccin tegen difterie, kinkhoest, tetanus, poliomyelitis, infecties veroorzaakt door Haemophilus influenzae type b en hepatitis B. Het vaccin bevat dood bacterieel materiaal (difterie, kinkhoest, tetanus, haemophilus) en geïnactiveerd viraal materiaal (hepatitis B, poliomyelitis).
Eigenschappen
Groep C meningokokken polysaccharide vaccin geconjugeerd aan tetanustoxoïd. Het induceert de vorming van bactericide antilichamen tegen polysaccharide van Neisseria meningitidis type C. Werkingsduur: onbekend.
Eigenschappen
Quadrivalent meningokokkenvaccin; capsulaire oligo- of polysacchariden geconjugeerd aan dragereiwit. Induceert (complementgemedieerd) de productie van bactericide antilichamen tegen capsulaire oligo/polysacchariden van groep A, C, W135 en Y. Een maand na vaccinatie is bij 70–99% van de gevaccineerden een bactericide antistofrespons opgewekt afhankelijk van de leeftijd en serogroep. Volgens het LCI is het nog onduidelijk hoe lang een meningokokken ACWY-vaccin bescherming biedt; de hoeveelheid antistoffen lijkt 3 tot 5 jaar na vaccinatie af te nemen, zeker als kinderen al jong zijn gevaccineerd, evenals de vaccineffectiviteit. Na toediening op de leeftijd van 11 jaar of ouder is de werkingsduur van het vaccin minimaal 10 jaar.
Groepsinformatie
BCG-vaccin (als vaccin) hoort bij de groep vaccins.
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
bof-/mazelen-/rubellavaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
meningokokkenvaccin type C hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk