Samenstelling
Fenistil (waterstofmaleaat) GlaxoSmithKline Consumer Healthcare bv
- Toedieningsvorm
- Druppelvloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 20 ml
Conserveermiddel: benzoëzuur. Bevat tevens: propyleenglycol (100 mg/ml).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Allergietablet cetirizine
(dihydrochloride)
OTC
Bijlage 2
Healthypharm bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Cetirizine
(dihydrochloride)
OTC
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 200 ml
Conserveermiddelen: methyl- en propylparahydroxybenzoaat. Bevat tevens: sorbitol en propyleenglycol (49 mg/ml).
Prevalin allerstop
OTC
Bijlage 2
Omega Pharma Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg
Reactine
OTC
Bijlage 2
Johnson & Johnson Consumer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Zyrtec
OTC
Bijlage 2
UCB Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 1 mg/ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica (zoals dimetindeen) worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Op basis van de ernst kan gekozen worden voor een sterker, dan wel zwakker sederend middel. Houd bij de keuze van het antihistaminicum rekening met de halfwaardetijd.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica (zoals cetirizine) worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Aan de vergoeding van cetirizine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Behandeling van allergische aandoeningen die berusten op het vrijkomen van histamine (allergie van het directe type), zoals hooikoorts, niet–seizoengebonden allergische rinitis, urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Symptomatische behandeling van neusklachten en oogklachten bij seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden allergische rinitis.
- Chronische urticaria.
Gerelateerde informatie
Dosering
1 ml = ca. 20 druppels = 1 mg.
Allergische aandoeningen
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
20–40 druppels 3×/dag. Bij neiging tot slaperigheid 40 druppels 's avonds en 20 druppels 's morgens.
Kinderen van 1 tot 12 jaar
2 druppels per kilogram lichaamsgewicht per dag in 3 doses.
De druppelvloeistof mag niet worden blootgesteld aan hoge temperaturen: de druppels toevoegen aan lauwe voeding onmiddelijk vóór het voeden of geef ze onverdund op een theelepel.
Dosering
Allergische rinitis, chronische urticaria:
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:
10 mg (1 tablet of 10 ml drank) 1×/dag.
Nierfunctiestoornis, volwassenen: bij een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–49 ml/min): 5 mg 1×/dag; bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 10–30 ml/min) 5 mg 1×/twee dagen; bij een creatinineklaring < 10 ml/min en bij dialysepatiënten: gecontra-indiceerd; > 50 ml/min geen dosisaanpassing nodig.
Nierfunctiestoornis, kinderen ≥ 12 jaar: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 5 mg 1×/dag; > 50 ml/min: geen dosisaanpassing nodig.
Kinderen 6–12 jaar:
5 mg (½ tablet of 5 ml drank) 2×/dag.
Bij nierfunctiestoornis: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 5 mg 1×/dag; > 50 ml/min geen dosisaanpassing nodig.
Kinderen 2–6 jaar:
Drank: 2,5 mg (= 2,5 ml drank) 2×/dag.
Bij nierfunctiestoornis: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 2,5 mg 1×/dag; > 50 ml/min geen dosisaanpassing nodig.
Kinderen 1–2 jaar:
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 0,5 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 2 doses, max. 5 mg/dag.
Bij nierfunctiestoornis: volgens het Kinderformularium van het NKFK (> 3 mnd.): bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 0,25 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag; > 50 ml/min geen dosisaanpassing nodig.
Bij alleen een leverfunctiestoornis is volgens de productinformatie geen dosisaanpassing nodig. Zie voor het doseeradvies van Health Base bij levercirrose: Systemische antihistaminica op geneesmiddelenbijlevercirrose.nl.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): vermoeidheid.
Vaak (1-10%): slaperigheid, zenuwachtigheid.
Zelden (0,01-0,1%): prikkelbaarheid, hoofdpijn, duizeligheid. Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, droge mond of keel.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactoïde reacties inclusief gezichtsoedeem, farynxoedeem, huiduitslag, spierspasmen, dyspneu.
Verder zijn gemeld: jeuk, urticaria, exsudatieve multiforme erytheem.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): in lichte mate en van voorbijgaande aard: slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, droge mond, misselijkheid en faryngitis. Bij kleine kinderen diarree, slaperigheid, vermoeidheid en rinitis.
Soms (0,1-1%): buikpijn, diarree. Agitatie, paresthesie. Jeuk, huiduitslag. Asthenie, malaise.
Zelden (0,01-0,1%): tachycardie. Agressie, verwardheid, depressie, hallucinatie, slapeloosheid, convulsie. Verminderde leverfunctie (stijging van transaminase-, alkalische fosfatase-, γ-GT- en bilirubinewaarden). Overgevoeligheid, urticaria. Oedeem en gewichtstoename.
Zeer zelden (< 0,01%): angio–oedeem, anafylactische shock. Tic, dysgeusie, syncope, tremor, dystonie, dyskinesie. Accommodatiestoornissen, wazig zien, oculogyrisch effect. Dysurie, enurese. Erythema fixatum, dermatitis. Trombocytopenie.
Verder zijn gemeld: urineretentie. Toegenomen eetlust. Vertigo. Geheugenstoornis. Zelfmoordgedachten, nachtmerrie. Oogpijn. Erectiestoornissen. Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP). Artralgie. Hepatitis.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen kunnen de centrale werking van dimetindeen versterken.
Combinatie met stoffen met anticholinerge werking zoals tricyclische antidepressiva, parasympathicolytische antiparkinsonmiddelen of sommige antipsychotica geeft een versterkt anticholinerg effect.
Antihistaminica beïnvloeden immuuntherapie bij allergie.
Interacties
Interacties met alcohol en andere centraal dempende middelen kunnen niet worden uitgesloten.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Ja, in geringe mate (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, 25% tot 90% van de plasmaconcentratie van de moeder.
Overig: In het algemeen geldt dat sedatie van de zuigeling de belangrijkste bijwerking is na maternaal gebruik van een antihistaminicum; de meeste kans hierop is er bij oudere antihistaminica. Daarnaast kunnen ook effecten zoals slecht drinken en een droge mond optreden.
Farmacologisch effect: Het is niet waarschijnlijk dat er centrale effecten bij de zuigeling optreden, vanwege de geringe werking op het centraal zenuwstelsel.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- prostaathyperplasie met urineretentie;
- acuut glaucoom;
- gebruik bij kinderen jonger dan één jaar.
Contra-indicaties
- ernstig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring < 10 ml/min), dialysepatiënten;
- overgevoeligheid voor hydroxyzine of andere piperazinederivaten, of voor het conserveermiddel (in de drank).
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruik is gecontra-indiceerd bij kinderen jonger dan een jaar, omdat het sedatief effect kan leiden tot perioden met ademhalingsstilstand tijdens de slaap.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Voorzichtig zijn bij ouderen die meer kans hebben op bijwerkingen zoals agitatie en vermoeidheid.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij een risico van convulsies (bv. epilepsie) en bij risicofactoren voor urineretentie (zoals ruggenmerglaesie, prostaathyperplasie) voorzichtig zijn.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten; het gebruik van cetirizine drie dagen vóór de test staken.
Jeuk en/of urticaria (in sommige gevallen ernstig) kunnen optreden na staken van de behandeling, zelfs indien deze symptomen niet aanwezig waren vóór start van de behandeling. Bij ernstige jeuk en/of urticaria behandeling opnieuw beginnen waarna de klachten zouden moeten verdwijnen.
Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP) kan binnen de eerste twee dagen optreden, met name in huidplooien, op de torso en bovenste ledematen. Staak behandeling bij symptomen, waaronder koorts, erytheem of vele kleine pustels.
Gebruik bij kinderen < 2 jaar wordt ontraden vanwege bepaalde hulpstoffen in de drank.
De hulpstof propyleenglycol kan bij langdurig gebruik en/of gebruik van hoge doses, ernstige bijwerkingen geven, vooral bij een verlaagd metabolisme ervan, zoals bij jonge kinderen. Er gelden doseringslimieten; zie de informatie van de EMA: Questions and answers on propylene glycol (pdf 0,2 MB) hierover.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
Slaperigheid, voornamelijk bij volwassenen. Vooral bij kinderen en ouderen, stimulatie van het CZS en antimuscarinische effecten waaronder excitatie, ataxie, hallicunaties, tremoren, convulsies, urineretentie en koorts. Verder kunnen hypotensie, coma en cardiorespiratoire collapsen optreden.
Zie voor meer symptomen en de behandeling vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Verwardheid, diarree, duizeligheid, vermoeidheid, hoofdpijn, malaise, mydriase, jeuk, rusteloosheid, sedatie, slaperigheid, stupor, tachycardie, tremor en urineretentie.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling de stofmonografie cetirizine op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
H1-receptorantagonist met een centraal aangrijpingspunt en een sederende en anticholinerge werking.
Kinetische gegevens
F | 70%. |
T max | 2 uur. |
Metabolisering | in de lever, gedeeltelijk. |
Eliminatie | via gal- en urinewegen. |
T 1/2el | circa 6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve H1-receptorantagonist. Heeft slechts bij hoge doseringen een sederende werking. Heeft tevens een remmende werking op de migratie van eosinofielen, die een rol spelen bij de late fase van allergische reacties. De werking treedt binnen 2 uur in, is maximaal na 4 uur en houdt ten minste 24 uur aan.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. Voedselinname vertraagt de resorptie. |
T max | 60–90 min. |
V d | 0,5 l/kg. |
Overig | passage bloed-liquorbarrière: slecht. |
Eiwitbinding | ca. 93%. |
Metabolisering | in de lever, in geringe mate. |
Eliminatie | ca. twee derde onveranderd met de urine. Cetirizine wordt niet effectief verwijderd door hemodialyse. |
T 1/2el | 10 uur (volwassenen), 5–6 uur (kinderen), verlengd bij nier- en/of leverinsufficiëntie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
dimetindeen hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
cetirizine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk