Samenstelling
Bexsero
Bijlage 2
GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml met toebehoren
Bevat per dosis: 50 microg recombinant Neisseria meningitidis B NadA, 50 microg recombinant Neisseria meningitidis fHbp, 50 microg recombinant Neisseria meningitidis groep B NHBA en 25 microg buitenmembraanvesikels (BMV) Neisseria meningitidis B NZ98/254 B, gemeten als PorA P1.4, geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide.
Trumenba XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis: 60 microg recombinant Neisseria meningitidis serogroep B fHbp subfamilie A en 60 microg recombinant Neisseria meningitidis groep B fHbp subfamilie B, geadsorbeerd aan aluminiumfosfaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Influvac XGVS Abbott bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Kan sporen van eieren (zoals ovalbumine, kippeneiwitten), gentamicine en formaldehyde bevatten. Bevat per dosis à 0,5 ml: 15 microg oppervlakte-antigeen van 3 stammen.
Influvac Tetra (subunit-virusvaccin) XGVS Abbott bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie 'Tetra'
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Kan sporen bevatten van eieren (zoals ovalbumine, kippeneiwitten), gentamicine en formaldehyde. Bevat per dosis à 0,5 ml: 15 microg oppervlakte-antigeen van 4 stammen.
Vaxigrip Tetra (gesplitst virusvaccin) XGVS Aanvullende monitoring Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Kan sporen bevatten van eieren (zoals ovalbumine, kippeneiwitten), neomycine en formaldehyde. Bevat per dosis à 0,5 ml: 15 microg oppervlakte-antigeen van 4 stammen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Stamaril (levend-verzwakt virus; virusstam 17D-204) XGVS Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie voor injectie
- Sterkte
- ≥ 1000 IE/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon + 0,5 ml oplosmiddel
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Provarivax XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- ≥ 2.700 PFU/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon met voorgevulde spuit met oplosmiddel voor 0,5 ml
Kan sporen van gelatine en neomycine bevatten.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vaccinatie tegen meningokokken B wordt geadviseerd bij individuen met aangeboren complementdeficiëntie, verworven complementdeficiëntie door gebruik van eculizumab of (functionele) hypo-/ asplenie. Deze personen hebben door hun verminderde afweer tegen gekapselde bacteriën zoals meningokokken B een aanzienlijk verhoogd risico op invasieve meningokokkenziekte ten opzichte van de algemene populatie.
Aan de vergoeding van het 4-componenten meningokokken vaccin type B (Bexsero) zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Influenza is bij gezonde personen over het algemeen een onschuldige aandoening, waarbij geen of symptomatische behandeling meestal voldoende is. Alleen bij patiënten die behoren tot een risicogroep kunnen ten gevolge van influenza ernstige complicaties optreden. Vaccinatie is bij deze patiënten aangewezen. Verder zijn er voor de profylaxe en behandeling van influenza antivirale middelen beschikbaar, zoals oseltamivir. De toepassing van antivirale middelen is echter beperkt tot zeer specifieke situaties vanwege beperkte evidence.
Advies
Vaccinatie tegen gele koorts is vereist bij binnenkomst in een aantal gelekoorts-endemische gebieden, en in een aantal niet gelekoorts-endemische gebieden als de reiziger uit een gelekoorts-endemisch gebied komt. Ook als er geen verplichting is wordt vaccinatie aanbevolen bij reizen naar een aantal Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen. Het LCR adviseert soms een revaccinatie.
Advies
Zie voor de pre- en postexpositieprofylaxe van Varicella (2020) de geldende richtlijn van de NVMM. Verder heeft de Gezondheidsraad op 1 oktober 2020 het advies Vaccinatie tegen waterpokken gepubliceerd op gezondheidsraad.nl.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekte veroorzaakt door Neisseria meningitidis groep B bij volwassenen en kinderen vanaf 2 maanden (Bexsero) of vanaf 10 jaar oud (Trumenba).
Indicaties
- Profylaxe van influenza, vooral bij patiënten die meer kans hebben op met influenza geassocieerde complicaties.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen gele koorts bij personen:
- die reizen naar of door een gebied waar er een actueel of periodiek risico is op overdracht van gele koorts of er wonen;
- die reizen naar een land waar een internationaal vaccinatiebewijs voor het betreden van het land vereist is (al dan niet afhankelijk van de vorige reisroute);
- die omgaan met mogelijke besmettelijke materialen (zoals laboratoriumpersoneel).
Indicaties
Actieve immunisatie tegen Varicella (waterpokken):
- pre-expositieprofylaxe: primaire preventie bij personen vanaf 12 maanden (in speciale gevallen bij personen van 9–12 maanden, bv. in het geval van een uitbraak).
- post-expositieprofylaxe: ter preventie of beïnvloeding van het verloop van de infectie binnen drie dagen (eventueel tot 5 dagen) na blootstelling aan het varicella-zostervirus.
Doseringen
Bexsero
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar:
2 doses van elk 0,5 ml met een interval van ten minste 1 maand. Overweeg een derde dosis bij blijvend blootstellingsrisico, op basis van officiële aanbevelingen.
Kinderen 12–23 maanden:
3 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 2 maanden; derde dosis 12–23 maanden na de tweede dosis.
Kinderen 6–11 maanden:
3 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 2 maanden; derde dosis in tweede levensjaar, ten minste 2 maanden na de tweede dosis.
Kinderen 2–5 maanden:
4 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 3 doses met een interval van ten minste 1 maand; de vierde dosis bij een leeftijd van 12–15 maanden oud, ten minste 6 maanden na de derde dosis, uiterlijk op een leeftijd van 24 maanden. Of 3 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 2 maanden; de derde dosis bij een leeftijd van 12–15 maanden oud, ten minste 6 maanden na de tweede dosis, uiterlijk op een leeftijd van 24 maanden.
Trumenba
Volwassenen en kinderen ≥ 10 jaar:
2 doses van elk 0,5 ml met een interval van 6 maanden óf 3 doses van elk 0,5 ml waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 1 maand, gevolgd door de derde dosis ten minste 4 maanden na de tweede dosis. Na elk doseerschema kan een boosterdosis worden gegeven bij personen bij wie de kans op een invasieve meningokokkenziekte blijvend aanwezig is.
Intramusculair toedienen, bij kinderen jonger dan 2 jaar in de anterolaterale zijde van de dij en bij oudere kinderen en volwassenen in de deltaspier van de bovenarm. Het vaccin mag niet intradermaal, subcutaan of intraveneus worden toegediend.
Bij toediening samen met andere vaccins, niet in dezelfde spuit mengen. Bij gelijktijdig toedienen van een ander vaccin, op verschillende injectieplaatsen toedienen.
Doseringen
Profylaxe van influenza
Influvac
Volwassenen en kinderen > 3 jaar: 0,5 ml i.m. of s.c. Kinderen die niet eerder zijn gevaccineerd, een tweede dosis geven van 0,5 ml na een interval van ten minste 4 weken.
Kinderen van 6 maanden–3 jaar: 0,25 of 0,5 ml i.m. of s.c. er zijn relatief weinig klinische gegevens. Aan kinderen die niet eerder zijn gevaccineerd, een tweede dosis geven na een interval van ten minste 4 weken.
Influvac Tetra
Volwassenen en kinderen ≥ 6 maanden: 0,5 ml i.m. of s.c. Kinderen, jonger dan 9 jaar die niet eerder zijn gevaccineerd, een tweede dosis geven van 0,5 ml na een interval van ten minste 4 weken.
Vaxigrip Tetra
Volwassenen en kinderen ≥ 6 maanden: 0,5 ml i.m. of s.c. Kinderen, jonger dan 9 jaar die niet eerder zijn gevaccineerd, een tweede dosis geven van 0,5 ml na een interval van ten minste 4 weken.
Kinderen < 6 maanden: Door aan zwangere vrouwen (in 2 e of 3 e trimester) een enkelvoudige dosis te geven, kan bescherming vanaf de geboorte tot < 6 maanden (passieve immunisatie) ontstaan. De werkzaamheid neemt af na de geboorte.
Toediening
- De suspensie vóór injectie zwenken.
- Intramusculair of diep-subcutaan toedienen.
- Gebruik verschillende ledematen voor de gelijktijdige toediening van meerdere vaccins.
Doseringen
Immunisatie tegen gele koorts
Kinderen en volwassenen vanaf 9 maanden tot 60 jaar
s.c. 0,5 ml , uiterlijk 10 dagen voor vertrek.
Kinderen 6–8 maanden en ouderen > 60 jaar:
In verband met meer kans op ernstige bijwerkingen alléén in specifieke gevallen toedienen: s.c. 0,5 ml.
Revaccinatie is alleen in bijzondere omstandigheden nodig, zie de richtlijnen van het LCR.
Toediening
- Vóór toediening het gereconstitueerde vaccin krachtig schudden;
- Bij voorkeur s.c. toedienen. Als i.m.-toediening nodig is, bij kinderen < 12 maanden toedienen in het anterolaterale deel van de dij; bij kinderen van 12–35 maanden in het anterolaterale gebied van de dij of eventueel in de deltaspier als er voldoende spiermassa is; bij kinderen ≥ 36 maanden en bij volwassenen in de deltaspier;
- Niet i.v. toedienen;
- Bij gelijktijdige behandeling met andere vaccins, deze op afzonderlijke injectieplaatsen en bij voorkeur in een andere ledemaat toedienen.
Doseringen
Immunisatie tegen varicella zoster
Kinderen ≥ 9 maanden en < 12 maanden
i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na een minimum interval van drie maanden na de eerste dosis wordt gegeven.
Kinderen ≥ 12 maanden t/m 12 jaar
i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na een minimum interval van één maand na de eerste dosis wordt gegeven. Bij een asymptomatische HIV-infectie met een leeftijdspecifiek CD4+-T-lymfocytenpercentage ≥ 25% twee doses van 0,5 ml toedienen met een interval van 12 weken.
Adolescenten ≥ 13 jaar
i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na 4–8 weken na de eerste dosis wordt gegeven. (Als het interval langer is dan 8 weken, de tweede dosis alsnog zo snel mogelijk toedienen.)
Toedienen in het bovenste anterolaterale deel van de dij (bij jongere kinderen) of in de deltaspier (bij oudere kinderen en volwassenen).
Bijwerkingen
Bexsero
Volwassenen en kinderen ≥ 11 jaar:
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, misselijkheid, myalgie, artralgie, reacties op de injectieplaats (zoals pijn, erytheem, gevoeligheid en verharding), malaise.
Verder zijn gemeld: allergische (anafylactische) reacties, syncope, vasovagale reacties, meningeale prikkeling (zoals nekstijfheid of fotofobie), huiduitslag, koorts, injectieplaatsreacties (inclusief uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat, blaren, nodus die > 1 maand kan aanhouden), lymfadenopathie.
Zuigelingen en kinderen < 11 jaar:
Zeer vaak (> 10%): eetstoornissen, slaperigheid, ongewoon huilen, hoofdpijn, diarree, braken, huiduitslag (bij kinderen van 12 t/m 23 maanden), artralgie, koorts ≥ 38°C, reacties op de injectieplaats (zoals pijn, erytheem, zwelling, gevoeligheid en verharding), prikkelbaarheid.
Soms (0,1-1%): (febriele) insulten, bleekheid (zelden na booster), eczeem, koorts ≥ 40°C.
Zelden (0,01-0,1%): ziekte van Kawasaki, urticaria.
Verder zijn gemeld: allergische (anafylactische) reacties, hypotoon-hyporesponsieve episode, meningeale prikkeling (zoals nekstijfheid of fotofobie), syncope, vasovagale reacties, injectieplaatsreacties (inclusief uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat, blaren, nodus die > 1 maand kan aanhouden), lymfadenopathie.
Trumenba
Volwassenen en kinderen > 10 jaar:
Zeer vaak (> 10%): koude rillingen, moeheid, roodheid, zwelling en pijn op de injectieplaats. Hoofdpijn. Diarree, misselijkheid. Spier- en gewrichtspijn.
Vaak (1-10%): braken. Koorts > 38°C.
Verder zijn gemeld: allergische reacties.
Kinderen 1–2 jaar:
Zeer vaak (> 10%): suf voelen, prikkelbaarheid, verminderde eetlust, koorts en pijn, zwelling en roodheid op de injectieplaats.
Kinderen 2–10 jaar:
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, diarree, braken, spierpijn, gewrichtspijn, koorts, vermoeidheid, en pijn, zwelling en roodheid op de injectieplaats.
Bijwerkingen
Volwassenen en ouderen:
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, pijn op de injectieplaats, malaise, myalgie. Vermoeidheid.
Vaak (1-10%): zwelling, roodheid, ecchymose, verharding op de injectieplaats. Zweten. Gewrichtspijn. Koorts, rillingen.
Soms (0,1-1%): jeuk, warmte op injectieplaats. Lymfadenopathie. Duizeligheid. Opvlieger. Diarree, misselijkheid.
Zelden (< 0,1%): overgevoeligheid, allergische reactie zoals huiduitslag, netelroos, jeuk, allergisch eczeem, angio-oedeem. Slaperigheid, paresthesie. Dyspneu. Asthenie, griepachtige verschijnselen.
Verder zijn gemeld: allergische reacties (in zeldzame gevallen leidend tot shock). Voorbijgaande trombocytopenie. Neuralgie, koortsstuipen, andere neurologische aandoeningen zoals encefalomyelitis, neuritis en het Guillain-Barrésyndroom. Vasculitis (zoals Henoch-Schönlein-purpura) met in zeer zeldzame gevallen voorbijgaande nierproblemen.
Kinderen van 3 tot 18 jaar:
Zeer vaak (> 10%): pijn, roodheid, zwelling, verharding op de injectieplaats. Hoofdpijn, sufheid. Verlies van eetlust. Buikpijn, misselijkheid. Prikkelbaarheid, geïrriteerdheid. Myalgie. Vermoeidheid, malaise.
Vaak (1-10%): ecchymose op injectieplaats. Zweten. Diarree, braken. Artralgie. Koorts, rillingen.
Soms (0,1-1%): warmte, jeuk op de injectieplaats. Trombocytopenie. Rusteloosheid. Duizeligheid. Buikpijn.
Verder zijn gemeld: allergische reacties (in zeldzame gevallen leidend tot shock). Voorbijgaande lymfadenopathie. Neuralgie, paresthesie, koortsstuipen, andere neurologische aandoeningen zoals encefalomyelitis, neuritis en het Guillain-Barrésyndroom. Vasculitis (zoals Henoch-Schönlein-purpura) met in zeer zeldzame gevallen voorbijgaande nierproblemen. Jeuk, huiduitslag.
Kinderen van 6 tot 36 maanden:
Zeer vaak (> 10%): pijn, gevoeligheid, erytheem op de injectieplaats. Hoofdpijn. Braken, diarree. Myalgie. Prikkelbaarheid, geïrriteerdheid, verlies van eetlust, abnormaal veel huilen, malaise, koorts, sufheid.
Vaak (1-10%): induratie, zwelling, ecchymose van de injectieplaats. Rillingen.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid.
Zelden (< 0,1%): Lokaal: uitslag, jeuk op de injectieplaats. Systemische allergische reacties zoals jeuk, papuleuze uitslag.
Verder is gemeld: anafylactische reactie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pijn) of gevoeligheid op de injectieplaats. Hoofdpijn. Sufheid, prikkelbaarheid, verlies van eetlust en huilen bij kinderen. Braken. Myalgie. Koorts (tussen dag 4 en dag 14). Asthenie.
Vaak (1-10%): roodheid, zwelling, bloeding, induratie op de injectieplaats. Misselijkheid. Artralgie. Huiduitslag.
Soms (0,1-1%): papels op injectieplaats. Buikpijn. Duizeligheid. Jeuk.
Zelden (0,01-0,1%): rinitis. Diarree.
Zeer zelden (< 0,01%): gele koorts vaccin-geassocieerde neurotrope ziekte (YEL-AND), gele koorts vaccin geassocieerde viscerotrope ziekte (YEL-AVD), aanvallen, aseptische meningitis.
Verder zijn gemeld: anafylaxie, angio-oedeem. Influenza-achtige verschijnselen. Paresthesie. Urticaria. Lymfadenopathie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): koorts.
Vaak (1-10%): reacties op de injectieplaats (erytheem, pijn, zwelling, uitslag). Prikkelbaarheid. Bovensteluchtweginfectie. Huiduitslag, maculopapuleuze uitslag, waterpokkenachtige uitslag.
Soms (0,1-1%): infecties zoals gastro-enteritis, faryngitis, otitis (media), conjunctivitis, viraal exantheem, virale infectie en influenza. Hoesten verstopte neus, luchtwegverstopping, loopneus. Anorexie. Gastro-enteritis, otitis (media) faryngitis, waterpokken, viraal exantheem, virale infectie. Diarree braken. Contacteczeem, roodheid, jeuk, netelroos. Ecchymose op injectieplaats, hematoom, induratie, malaise. Huilen, slapeloosheid, slaperigheid, asthenie, hoofdpijn.
Zelden (0,01-0,1%): lymfadenopathie, lymfadenitis, trombocytopenie. Apathie, agitatie, hypersomnie, afwijkende manier van lopen, koortsstuip, tremor. Acute conjunctivitis, tranende ogen, ooglidoedeem, irritatie. Oorpijn, Sinusitis, niezen, longstuwing, rinitis, piepende ademhaling, bronchitis, luchtweginfectie, pneumonie. Infectie, griepachtige ziekte. Buikpijn, misselijkheid, bloederige ontlasting, mondulcus. Overmatig blozen, atopisch eczeem, netelroosachtige uitslag, kneuzing, dermatitis, geneesmiddeleneruptie, huidinfectie. Skeletspierstelselpijn, spierpijn, stijfheid. Extravasatie. Hyperpigmentatie. Eczeem op injectieplaats, knobbel, warmte, verkleuring, ontsteking, stijfheid, oedeem, warm gevoel, warm bij aanraking.
Verder zijn gemeld: aplastische anemie, trombocytopenie (incl. ITP). CVA, (non–febriele) convulsies, Guillain–Barrésyndroom, myelitis transversa, facialisparalyse, ataxie, duizeligheid, paresthesie, flauwvallen. Pneumonitis. Encefalitis. Anafylaxie (incl. shock), angio–oedeem, perifeer oedeem. Stevens–Johnsonsyndroom, erythema multiforme, Henoch–Schönlein–purpura, secundaire bacteriële infectie van de huid en zachte weefsel (waaronder cellulitis). Postinfectieuze artritis.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met immunosuppressiva kan een verminderde immunologische respons veroorzaken.
Interacties
De immunologische respons kan verminderd zijn bij gelijktijdige immunosuppressieve behandeling.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de afweer onderdrukken is gecontra-indiceerd , zoals hooggedoseerde systemische corticosteroïden (bv. prednison 20 mg/dag gedurende ≥ 2 weken of 40 mg/dag gedurende > 1 week), biologicals of cytotoxische geneesmiddelen. Als het om een tijdelijke immunosuppressie gaat, de vaccinatie uitstellen tot de immuunfunctie zich heeft hersteld. Bij patiënten die gedurende 14 dagen of langer systemische corticosteroïden hebben gekregen, is het raadzaam de vaccinatie uit te stellen tot ten minste één maand na het voltooien van het schema.
Interacties
Combinatie met immunosuppressiva is gecontra-indiceerd.
Gevaccineerde personen moeten gedurende zes weken na vaccinatie geen salicylaten gebruiken vanwege toenemend risico van de ontwikkeling van het syndroom van Reye.
Kan gelijktijdig worden toegediend met BMR-vaccin, Hib-vaccin, hepatitis-B-vaccin, DTP-vaccin ('whole cell Pertussis') en oraal poliovirusvaccin; de vaccinaties in dat geval apart op afzonderlijke plaatsen toedienen. Bij een niet gelijktijdige toediening met levend BMR-vaccin een interval van één maand in acht nemen. Gelijktijdige toediening met tetravalente, pentavalente of hexavalente vaccins (bv. difterie, tetanus, acellulaire pertussis) zijn niet onderzocht.
Combinatie met 23–valent polysaccharide pneumokokkenvaccin vermindert de effectiviteit van varicella zostervaccin; gelijktijdig gebruik vermijden.
Bij toediening van bloedproducten die antilichamen tegen het varicella-zostervirus bevatten eveneens een interval van ten minste één maand aanhouden. Na een bloed- of plasmatransfusie, toediening van normaal humaan immunoglobuline of varicella-zoster-immunoglobuline, de vaccinatie met varicella-zostervaccin minstens vijf maanden uitstellen.
Zwangerschap
Vaccin-geïnduceerde maternale antistoffen kunnen de placenta passeren.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt als de ziekte een mogelijk risico inhoudt voor moeder of kind.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Levend-verzwakte vaccins kunnen de placenta passeren; in theorie kan dit infectie van de foetus veroorzaken.
Teratogenese: Bij de mens redelijke mate van ervaring; geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie tijdens de zwangerschap gebruiken. Volgens de fabrikant dient zwangerschap gedurende 1 maand na vaccinatie te worden vermeden.
Zwangerschap
Vaccins met levende (verzwakte) micro-organismen kunnen de placenta passeren en in theorie infectie van de foetus veroorzaken.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens.
Advies: Gebruik is volgens fabrikant gecontra–indiceerd.
Overig: Voorafgaand aan een vaccinatie zwangerschap uitsluiten en na vaccinatie gedurende 1 maand adequate anticonceptieve maatregelen nemen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Doorgaans gaan vaccin-geïnduceerde maternale immunoglobulinen over in de moedermelk. Deze kunnen bijdragen aan de bescherming van het kind tegen meningokokkenziekten.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Het gelekoortsvaccinvirus kan overgedragen worden op de zuigeling.
Farmacologisch effect: Bij overdracht van het virus kan bij de zuigeling ‘yellow fever vaccine associated neurotropic disease’ (YEL-AND) optreden. De zuigeling herstelt hier doorgaans van. Zie verder de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Advies: Het gebruik van dit vaccin óf het geven van borstvoeding ontraden. Indien vaccinatie nodig is, de borstvoeding onderbreken gedurende ten minste 2 weken na vaccinatie,
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is echter bekend dat sommige virussen in de moedermelk worden uitgescheiden.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding.
Contra-indicaties
Er zijn voor dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- acute infectieziekte, koorts;
- overgevoeligheid voor kippenei-eiwit.
Contra-indicaties
- actieve infectieziekte; matige of ernstige ziekte met koorts;
- symptomatische HIV-infectie;
- asymptomatische HIV-infectie, indien deze gepaard gaat met een verzwakte immuunfunctie;
- functiestoornis van de thymus (incl. myasthenia gravis, thymoom, thymectomie);
- andere vormen van immunosuppressie, hetzij erfelijk, idiopathisch of als gevolg van systemische corticosteroïden (hooggedoseerd), immunosuppressiva, radiotherapie of cytotoxica;
- kinderen jonger dan zes maanden;
- overgevoeligheid voor kippeneiwit.
Contra-indicaties
- bloeddyscrasieën, leukemie, lymfomen of andere maligne aandoeningen van het bloed- en lymfestelsel;
- immunosuppressieve therapie (incl. hoge doses corticosteroïden);
- ernstige immunodeficiëntie (zoals agammaglobulinemie, aids, symptomatische HIV-infectie of een leeftijdspecifiek CD4-percentage: < 25% (kinderen < 12 mnd.), < 20% (kinderen 12–36 mnd.), < 15% (kinderen 36–60 mnd.);
- familiegeschiedenis van congenitale of aangeboren immunodeficiëntie, tenzij ontvanger aangetoond immunocompetent is;
- actieve onbehandelde tuberculose;
- koorts > 38,5 °C.
Zie ook de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij personen die lijden aan een acute, ernstige met koorts gepaard gaande ziekte.
Bij toediening van Bexsero aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap), de ademhaling controleren gedurende 48–72 uur vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij zuigelingen met een voorgeschiedenis van onvolgroeide longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep zuigelingen, de vaccinatie niet onthouden of uitstellen.
Personen met een immunodeficiëntie (door immunosuppressiva of genetisch defect) kunnen een verminderde immunologische respons hebben.
Bij familiaire complementdeficiënties (bv. C5- of C3-deficiënties) of behandelingen die terminale complementactivatie remmen (bv. eculizumab) is er een vergroot risico op invasieve ziekte door Neisseria meningitidis B, ook na antilichaamontwikkeling na vaccinatie.
Niet toedienen aan personen met trombocytopenie of een bloedstollingsstoornis die een contra-indicatie voor intramusculaire injectie vormt, tenzij het mogelijke voordeel duidelijk opweegt tegen het risico van toediening.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld voor Bexsero bij volwassenen > 50 jaar en zuigelingen jonger dan 8 weken. Voor Trumenba zijn relatief weinig gegevens beschikbaar voor volwassenen 40–65 jaar en kinderen < 10 jaar en zijn geen gegevens beschikbaar voor volwassenen > 65 jaar en immuungecompromitteerde personen.
Waarschuwingen en voorzorgen
De vorming van antilichamen bij patiënten met endogene of iatrogene immunosuppressie kan ontoereikend zijn.
Na griepvaccinatie kunnen fout-positieve uitkomsten optreden in serologische testen met ELISA (voor detectie van antilichamen tegen HIV-1, hepatitis C en vooral HTLV-1).
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 6 maanden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet toedienen aan immuungecompromitteerde personen. Als het om een tijdelijke immunosuppressie gaat, de vaccinatie uitstellen tot de immuunfunctie zich heeft hersteld. Bij patiënten die gedurende 14 dagen of langer systemische corticosteroïden hebben gekregen, is het raadzaam de vaccinatie uit te stellen tot ten minste één maand na het voltooien van het schema.
HIV-infectie: Niet toedienen aan personen met een symptomatische HIV-infectie of met een asymptomatische HIV-infectie met bewijs van een verzwakte immuunfunctie. Bij een asymptomatische HIV-infectie de risico's afwegen tegen het voordeel van vaccinatie, omdat de vaccinatie zowel gevaarlijk als ondoeltreffend kan zijn. Kinderen ≥ 6 maanden van een HIV-besmette moeder mogen worden gevaccineerd als bevestigd is dat ze niet besmet zijn. Indien het kind HIV-positief is, een kinderarts consulteren.
YEL-AND: Neurotrope ziekte na gelekoortsvaccinatie (‘yellow fever vaccine associated neurotropic disease’: YEL-AND) is zeer zelden gemeld, soms fataal, binnen 1 maand na vaccinatie. Het kan zich manifesteren als ofwel encefalitis (met of zonder myelinisatie) of als een neurologische ziekte met betrokkenheid van het perifere zenuwstelsel (bv. syndroom van Guillain-Barré). Erfelijke of verworven immuundeficiëntie en een leeftijd ≥ 60 jaar of < 9 maanden (inclusief zuigelingen die aan het vaccin werden blootgesteld via borstvoeding) zijn mogelijke risicofactoren voor YEL-AND. Neurologische ziekte die niet voldoet aan de criteria van YEL-AND is gemeld, zoals aseptische meningitis of aanvallen zonder geassocieerde focale neurologische symptomen. Instrueer gevaccineerde om zich te melden bij klachten die wijzen op YEL-AND zoals hoge koorts met hoofdpijn of verwarring, persoonlijkheidsverandering of bij extreme vermoeidheid, stijve nek, aanvallen, niet meer kunnen bewegen of voelen in een deel van of het hele lichaam. Ze dienen verder hun eigen arts/verpleegkundige te informeren dat ze gevaccineerd zijn.
YEL-AVD: Viscerotrope ziekte na gelekoortsvaccinatie (‘yellow fever vaccine associated viscerotropic disease’: YEL-AVD) is zeer zelden gemeld binnen 10 dagen na vaccinatie, met koorts, vermoeidheid, spierpijn, hoofdpijn, hypotensie, met mogelijk snelle progressie naar leverinsufficiëntie met geelzucht, spiercytolyse, trombocytopenie, nierfalen en ademhalingsstilstand; bij 60% fataal. Een leeftijd ≥ 60 jaar en een voorgeschiedenis van een thymusdisfunctie of thymectomie zijn risicofactoren. Instrueer gevaccineerde om zich te melden bij klachten die wijzen op YEL-AVD zoals koorts, spierpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of hypotensie en om eigen arts/verpleegkundige te informeren dat ze gevaccineerd zijn.
Leeftijd: Voorzichtigheid is geboden bij personen > 60 jaar. Zij hebben meer kans op YEL-AND en YEL-AVD. Bij kinderen 6-8 maanden wordt vaccinatie in het algemeen niet aanbevolen vanwege het risico op YEL-AND.
Fout-positieve uitslagen bij testen voor flavivirus–gerelateerde ziekten zijn mogelijk, bijvoorbeeld voor dengue of Japanse encefalitis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Vanwege een risico van transmissie van het vaccinvirus tussen gezonde gevaccineerde individuen (die al dan niet een varicella-achtige uitslag ontwikkelen) en vatbare individuen (immuungecompromitteerden, zwangeren die niet eerder waterpokken hebben gehad, neonaten van moeders die niet eerder waterpokken hebben gehad) wordt geadviseerd gedurende de eerste zes weken na vaccinatie nauw contact te vermijden met deze personen.
immuungecompromitteerde patiënten zonder contra-indicatie vertonen mogelijk een verminderde immunologische respons; zorgvuldig controleren op verschijnselen van varicella.
Overweeg vaccinatie bij bepaalde immunodeficiëntie, zoals asymptomatische HIV-infectie, IgG subklasse deficiëntie, congenitale neutropenie, chronische granulomateuze ziekte of complementdeficiëntie, wanneer de voordelen opwegen tegen de risico's.
Er zijn geen gegevens over het beschermend effect of de immuunrespons bij seronegatieve personen met een leeftijd > 65 jaar.
Eigenschappen
Bexsero is een 4-componenten-eiwitvaccin met vier antigenen (NHBA, NadA, fHbp en PorA P1.4) die voorkomen op de oppervlakte van N. meningitidis serogroep B-bacteriën. Trumenba is een bivalent vaccin en bestaat uit twee varianten van recombinant gelipideerd factor H-bindend eiwit (fHbp), A en B. Immunisatie is bedoeld om de aanmaak te stimuleren van bactericide antilichamen die de oppervlakteantigenen herkennen en vervolgens de bacterie opruimen. De meningokokken B-vaccins beschermen niet tegen alle varianten van meningokokken B, omdat de circulerende stammen de antigenen in verschillende mate tot expressie brengen. Alleen de meningokokken die deze vaccinantigenen voldoende tot expressie brengen kunnen worden gedood met de door het vaccin geïnduceerde antilichamen; het 4-componentenvaccin (4C-MenB-vaccin, Bexsero) biedt bescherming tegen ca. 78% van de circulerende meningokokken B-stammen; de beschermingsduur is onduidelijk. Het bivalent vaccin (Trumenba) dekt naar schatting > 91% van de circulerende meningokokken B-stammen. De immunogeniciteit daalt na 6–12 maanden na de laatste dosis van de primaire vaccinatieserie (zowel bij 2 doses als bij 3 doses).
Eigenschappen
Geïnactiveerd influenzavaccin, geformuleerd met virosomen als drager/adjuvans, samengesteld uit zeer zuivere oppervlakte–antigenen uit stam A en B van het influenzavirus, gekweekt in bevruchte kippeneieren. Het vaccin bevat dus géén genetisch materiaal van het virus.
Eén injectie geeft meestal binnen twee tot drie weken na inenting bescherming; deze houdt gewoonlijk zes tot twaalf maanden aan. De samenstelling wordt elk jaar gebaseerd op de meest recente epidemiologische gegevens volgens richtlijnen van de WHO (noordelijk halfrond). Vaccinatie dient tijdig, bij voorkeur in het najaar, te geschieden.
Eigenschappen
Levend-verzwakt virusvaccin. Toediening geeft een subklinische infectie die leidt tot ontstaan van specifieke B- en T-cellen, en van neutraliserende antilichamen tegen het gelekoortsvirus. Een neutraliserende antilichaamtiter van 1:10 wordt verondersteld beschermend te werken. Bescherming ontwikkelt zich na circa 10 dagen; deze houdt in principe levenslang aan. Revaccinatie kan nodig zijn. Bescherming treedt op bij > 90% van de gevaccineerden.
Eigenschappen
Levend, verzwakt Varicella-zoster-virus (Oka/Merck-stam), gekweekt in menselijke diploïde cellen. Werking: na 2–4 weken. De kans op varicella is met 90% verminderd bij een wijdverspreide vaccinatie. Werkingsduur: 15 jaar in de populatie, bij zowel gevaccineerde als niet-gevaccineerde personen.
Groepsinformatie
meningokokkenvaccin type B hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
influenzavaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
gelekoortsvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
varicella-zostervaccin (Provarivax) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk