papillomavirusvaccin (2-valent)
haemophilus influenzae B-vaccin
BCG-vaccin (als vaccin)
meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y
Samenstelling
Cervarix XGVS GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml, wegwerpspuit 0,5 ml met injectienaald
1 dosis (0,5 ml) bevat humaan papillomavirus (HPV) type 16–L1-eiwit 20 microg en type 18–L1-eiwit 20 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Act-Hib Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Injectiepoeder
- Sterkte
- 10 microg
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit met solvens 0,5 ml
Na reconstitutie 20 microgram/ml. Gevriesdroogd polysaccharide-eiwitconjugaatvaccin, bestaande uit gezuiverd capsulair polyribosylribitolfosfaat (PRP) van Haemophilus influenzae type B dat is gekoppeld aan een zwak immunogeen tetanustoxoïd waardoor PRP-T wordt gevormd.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
BCG-vaccin AJV XGVS RIVM
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 0,75 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 doses + 1,0 ml oplosmiddel
Bevat per dosis à 0,1 ml: Mycobacterium bovis Danish 1331 0,075 mg, overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën per vaccindosis.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
MenQuadfi XGVS Aanvullende monitoring Sanofi Pasteur MSD nv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: polysaccharide van meningokokkengroep A 10 microg, -groep C 10 microg, -groep W135 10 microg en -groep Y 10 microg, alle geconjugeerd aan tetanustoxoïddragereiwit.
Menveo XGVS GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Poeder en oplossing voor injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon + solvens 0,5 ml in flacon
Bevat per set flacons: oligosaccharide van meningokokkengroep A 10 microg, -groep C 5 microg, -groep W135 5 microg en -groep Y 5 microg, alle geconjugeerd aan difterietoxoïddragereiwit.
Nimenrix XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon + wegwerpspuit 0,5 ml met solvens
Bevat per flacon: polysaccharide van meningokokkengroep A 5 microg, -groep C 5 microg, -groep W135 5 microg en -groep Y 5 microg, alle geconjugeerd aan tetanustoxoïddragereiwit.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Papillomavirusvaccin type 16, 18 maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Zie ook factsheet HPV-vaccinatie op lci.rivm.nl.
De commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad adviseert bij de vaccinatie tegen HPV aan alle groepen twee doses vaccin te geven (offlabelgebruik). Voor de leeftijdsgroep van 14 jaar en ouder betekent dat een vermindering van 3 naar 2 doses voor het 4-valente vaccin. Voorwaarde is wel dat de tijd tussen beide prikken ten minste zes maanden bedraagt. Voor jongere kinderen blijft het aantal doses gelijk. Zie voor meer informatie Aanpassing doses HPV-vaccinatie van de Gezondheidsraad.
Advies
Haemophilus influenzae B-vaccin kan bij de genoemde indicatie worden voorgeschreven.
Advies
Verwijs risicogroepen naar de GGD voor een BCG-vaccinatie. Risicogroepen zijn: kinderen < 12 jaar (met ten minste 1 ouder) afkomstig uit een land met hoge tuberculose-incidentie én reizigers met een lange reisduur naar of verblijf in nauw contact met lokale bevolking in hoog-endemische gebieden.
Advies
Meningokokkenvaccin type A, C, W135 en Y maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma. Naast de meningokokken ACWY-vaccinatie op de leeftijd van 14 maanden krijgen sinds 2020 14-jarigen standaard vanuit het Rijksvaccinatieprogramma een vaccinatie tegen meningokokkenziekte aangeboden. Het dragerschap van meningokokken neemt toe vanaf deze leeftijd. In deze leeftijd worden ook relatief veel ziektegevallen gezien. Vooral oudere tieners spelen een belangrijke rol in de verspreiding van de bacterie. Door juist deze groep te vaccineren, worden dus niet alleen zijzelf beschermd, maar wordt ook groepsbescherming opgebouwd.
Zie ook Meningokokken-ACWY-vaccinatie van het LCI.
Indicaties
- Preventie van premaligne ano-genitale laesies (van cervix, vulva en vagina en anus) en baarmoederhalskanker en anale kanker veroorzaakt door humaan papillomavirus (HPV) typen 16 en 18 vanaf een leeftijd van 9 jaar.
Indicaties
- Actieve immunisatie van zuigelingen en peuters tegen door Haemophilus influenzae type B veroorzaakte invasieve infecties zoals bacteriële meningitis, sepsis, epiglottitis, artritis en cellulitis.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen tuberculose.
Gerelateerde informatie
Indicaties
MenQuadfi
- Kinderen ≥ 1 jaar en volwassenen: actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis-groepen A, C, W135 en Y.
Menveo
- Kinderen ≥ 2 jaar en volwassenen: actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis-groepen A, C, W135 en Y.
Nimenrix
- Kinderen ≥ 6 weken en volwassenen: actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis-groepen A, C, W135 en Y.
Doseringen
Het vaccin heeft volgens de bijsluiter een registratie voor een 3‑dosesschema. Het offlabelgebruik volgens een 2‑dosesschema is echter voldoende onderbouwd in de literatuur en in het advies van de Gezondheidsraad. Ook in het Rijksvaccinatieprogramma wordt bij de HPV-vaccinatie vanaf 2023 gevaccineerd volgens een 2‑dosesschema.
Actieve immunisatie
Volwassenen en kinderen vanaf 9 jaar
Volgens advies Gezondheidsraad): i.m. 2 doses met minimaal 6 maanden ertussen. Bij voorkeur binnen 1 jaar toedienen. Bij het afmaken van een al eerder opgestart 3-dosesschema: 0, 1 en 6-maandenschema aanhouden. Het minimuminterval tussen de eerste en tweede vaccinatie is 3 weken (21 dagen); het minimuminterval tussen de tweede en derde vaccinatie is 120 dagen. Verkorte intervallen alleen in uitzonderingsgevallen, gebruik bij voorkeur de streefintervallen voor een optimale werking. Zie ook factsheet HPV-vaccinatie op lci.rivm.nl.
Immuungecompromitteerde personen en personen met HIV
Volgens LCI-richtlijn: i.m. drie doses (0, 1 en 6 maanden).
Toediening
- De suspensie goed schudden voor gebruik;
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur toedienen in de deltaspier van de bovenarm of in het hogere anterolaterale gebied van de dij, Niet intravasculair of intradermaal toedienen;
- Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Doseringen
Actieve immunisatie tegen Haemophilus influenzae type B
i.m. 3 injecties met een interval van één maand indien de eerste injectie vóór de leeftijd van 6 maanden plaatsvindt, gevolgd door een boosterinjectie rond de leeftijd van 11–12 maanden. Wanneer de eerste vaccinatie plaatsvindt op de leeftijd van 6–12 maanden, 2 injecties toedienen met een interval van 1–2 maanden, gevolgd door een boosterinjectie op de leeftijd van 14–18 maanden. Wanneer de eerste vaccinatie plaatsvindt ná de leeftijd van 12 maanden, is slechts 1 injectie nodig.
Gewoonlijk vindt vaccinatie tegen infecties veroorzaakt door Haemophilus influenzae plaats in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma met behulp van het combinatievaccin DaKTP-Hib-HepB op de leeftijd van 6–9 weken, 3, 4 en 11 maanden.
Toediening
- Krachtig schudden na reconstitutie totdat het poeder volledig is opgelost en daarna direct toedienen;
- Intramusculair toedienen; niet intraveneus. Bij zuigelingen in de anterolaterale zijde van de dij en bij oudere kinderen in de deltaspier;
- Bij een bloedingsrisico mag het (diep) subcutaan worden toegediend;
- Bij toediening samen met andere vaccins, niet in dezelfde spuit mengen, en verschillende injectieplaatsen gebruiken.
Doseringen
Actieve immunisatie tegen tuberculose
Volwassenen en kinderen ≥ 1 jaar
Intracutaan: eenmalig 0,1 ml (= 0,075mg overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën).
Kinderen < 1 jaar
Intracutaan: eenmalig 0,05 ml (= 0,0375 mg).
Toediening
- Langzaam toedienen in ca. 10 seconden ter hoogte van de distale aanhechting van de m. deltoideus, ongeveer halverwege de bovenarm.
- Niet i.v. toedienen.
Doseringen
MenQuadfi
Volwassenen en kinderen vanaf 1 jaar
i.m. één dosis van 0,5 ml. De noodzaak en timing van een boosterdosis na primaire immunisatie met 1 dosis zijn nog niet vastgesteld. MenQuadfi kan als boosterdosis worden gegeven aan personen die eerder een meningokokkenvaccin met dezelfde serogroepen hebben gekregen. Een boosterdosis overwegen bij een aanzienlijke kans op blootstelling aan meningokokken A, wanneer langer dan ongeveer een jaar eerder een dosis is ontvangen.
In het kader van het Rijksvaccinatieprogramma krijgen kinderen 1 dosis op de leeftijd van 14 maanden (MenQuadfi) en op de leeftijd van 14 jaar (NImenrix).
Menveo
Volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar
i.m. één dosis van 0,5 ml. De noodzaak van een boosterdosis na primaire immunisatie met 1 dosis is nog niet vastgesteld. Een boosterdosis overwegen bij een aanzienlijke kans op blootstelling aan meningokokken A, wanneer meer dan ongeveer een jaar eerder een dosis is ontvangen. Menveo kan als boosterdosis worden gegeven aan personen die eerder zijn gevaccineerd met een ander meningokokkenvaccin.
Nimenrix
Zuigelingen van 6 weken tot 6 maanden
i.m. 3 doses van 0,5 ml, waarvan de eerste 2 doses met 2 maanden tussentijd worden gegeven en de derde dosis (booster) op de leeftijd van 12 maanden.
Kinderen 6-12 maanden
i.m. 2 doses van 0,5 ml, waarvan de tweede dosis (booster) op een leeftijd van 12 maanden wordt gegeven, ten minste 2 maanden na de eerste dosis. Overweeg bij een verhoogd risico op invasieve meningokokkenziekte als gevolg van blootstelling aan serogroep W135 en Y een schema van 3 doses, waarvan de eerste 2 doses met 2 maanden tussentijd worden gegeven en de derde dosis (booster) op een leeftijd van 12 maanden, ten minste 2 maanden na de tweede dosis.
Volwassenen en kinderen vanaf 12 maanden
i.m. 1 dosis van 0,5 ml. Overweeg een tweede dosis van 0,5 ml bij kinderen 12-14 maanden met een verhoogd risico op invasieve meningokokkenziekte als gevolg van blootstelling aan serogroep W135 en Y na een tussenperiode van 2 maanden. Overweeg bij eerder gevaccineerde personen een boosterdosis van 0,5 ml in de volgende gevallen: als de dosis langer dan ca. een jaar geleden is gegeven én er een verhoogd risico is op blootstelling aan meningokokken A; als de eerste dosis is gegeven op de leeftijd van 12-23 maanden én er een verhoogd risico is op blootstelling aan meningokokken A, C, W-135 en Y. Nimenrix kan worden gegeven aan personen die eerder zijn gevaccineerd met een ander meningokokkenvaccin.
In het kader van het Rijksvaccinatieprogramma krijgen kinderen 1 dosis op de leeftijd van 14 maanden (MenQuadfi) en op de leeftijd van 14 jaar (NImenrix).
Toediening
- Intramusculair toedienen in de anterolaterale zijde van de dij (heeft de voorkeur bij kinderen < 1 jaar) of in de deltaspier in de bovenarm; niet s.c. of i.v. toedienen;
- Bij toediening samen met andere vaccins verschillende injectieplaatsen gebruiken;
- Wees voorzichtig bij personen met trombocytopenie of een bloedstollingsstoornis; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Spierpijn. Vermoeidheid. Reacties op de injectieplaats zoals pijn, roodheid en zwelling.
Vaak (1-10%): artralgie. Koorts. Misselijkheid, braken, diarree en buikpijn. Jeuk, huiduitslag, urticaria.
Soms (0,1-1%): duizeligheid. Bovenste luchtweginfectie. Overige reacties op de injectieplaats zoals induratie en lokale paresthesie.
Verder zijn gemeld: ernstige allergische reacties (incl. anafylactische en anafylactoïde reacties, angio-oedeem). Syncope of vasovagale reacties, soms gepaard met tonisch-klonische bewegingen. Lymfadenopathie.
Er zijn meldingen van langdurige (≥ 2 mnd. tot jaren) klachten, met name vermoeidheid. Andere langdurige klachten zijn hoofdpijn, duizeligheid, syncope, menstruatiestoornissen, misselijkheid, koorts, malaise, aandachtstoornis, onprettig gevoel in de skeletspieren. De causaliteit is onvoldoende aangetoond noch uitgesloten; het RIVM is aan nader onderzoek bezig.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reactie op de injectieplaats (roodheid, pijn, zwelling en/of ontsteking). Prikkelbaarheid, rusteloosheid. Gebrek aan eetlust.
Vaak (1-10%): huilen (oncontroleerbaar of abnormaal). Braken, diarree. Koorts (soms boven 39° C).
Soms (0,1-1%): (atypische) huiduitslag.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties zoals angio–oedeem, larynxoedeem, anafylactische en anafylactoïde reactie, (gegeneraliseerde) huiduitslag, jeuk, urticaria. Convulsies (met of zonder koorts), vasovagale reactie. Oedeem van de onderste ledematen, meestal na de primaire injecties, soms gepaard gaand met cyanose, roodheid, purpura en overmatig huilen; deze verschijnselen verdwijnen zonder sequelae binnen 24 uur.
Bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschap): apneu.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): suppuratieve lymfadenitis, met name bij overdosering in jonge kinderen. Koorts, hoofdpijn.
Zelden (0,01- 0,1%): gedissemineerde BCG-lupus, BCG-botinfecties of gegeneraliseerde BCG-infecties. Abces. Allergische reacties, incl. anafylactische reacties.
Zeer zelden (< 0,01%): erytheem en pijn op de injectieplaats. Vergroting van de cervicale of axillaire lymfeklieren. Syncope, convulsie.
Verder zijn gemeld: apneu (bij kinderen geboren na ≤ 28 weken zwangerschapsduur). Verharding, ulceratie en verharding op de injectieplaats. Zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): koorts, vermoeidheid, slaperigheid, prikkelbaarheid, hoofdpijn, malaise. Spierpijn. Verlies van eetlust. Reactie op de injectieplaats (pijn, zwelling; roodheid of een verharding van ≤ 5 cm).
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree. Artralgie. Rillingen. Huiduitslag. Hematoom op de injectieplaats, verharding of roodheid van meer dan 5 cm.
Soms (0,1-1%): duizeligheid, hypo-esthesie. Slapeloosheid, huilen. Andere reactie op de injectieplaats (induratie, jeuk, warmte, verdoofd gevoel). Jeuk elders, urticaria. Pijn in de ledematen.
Zelden (0,01- 0,1%): lymfadenopathie. Koortsstuip.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid (incl. anafylaxie, bronchospasme, gezichtsoedeem, angio-oedeem). Tonische convulsie, syncope, paresthesie, hypotonie. Uitgebreide zwelling van het gevaccineerde ledemaat, vaak met erytheem en soms inclusief een nabijgelegen gewricht, of zwelling van het gehele ledemaat.
Bij kinderen van 12-23 maanden ook zeer vaak sufheid.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie.
Interacties
Immunosuppressiva verminderen mogelijk de werkzaamheid.
Bij toediening samen met andere vaccins, niet in dezelfde spuit mengen en verschillende injectieplaatsen gebruiken.
Interacties
Na vaccinatie met BCG-vaccin ten minste een interval van 4 weken aanhouden tussen toediening van twee levende vaccins.
Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de afweer onderdrukken is gecontra-indiceerd, zie ook rubriek Contra-indicaties.
Kan gelijktijdig worden gegeven met geïnactiveerde of levende vaccins, waaronder BMR-vaccin.
Als ze niet gelijktijdig worden toegediend, moet een interval van minimaal vier weken worden aangehouden tussen de toediening van twee levende vaccins.
Interacties
Immunosuppressieve middelen verminderen mogelijk de werkzaamheid.
Menveo: Er zijn geen gegevens over de veiligheid en immunogeniciteit indien gelijktijdig toegediend met andere kindervaccinaties bij kinderen van 2 tot 10 jaar.
Waar mogelijk Nimenrix gelijktijdig toedienen met een tetanustoxoïd (TT)-bevattend vaccin; anders Nimenrix ten minste één maand vóór het TT-bevattend vaccin toedienen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij ruim 10.000 zwangerschappen zijn geen schadelijke effecten waargenomen. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Zwangerschap
Levend-verzwakte vaccins kunnen de placenta passeren; in theorie kan dit infectie van de foetus veroorzaken.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie (risico op besmetting) tijdens de zwangerschap gebruiken.
Zwangerschap
Vaccin-geïnduceerde maternale antistoffen kunnen de placenta passeren.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. De beperkte hoeveelheid gegevens bij dieren laten geen aanwijzingen voor schadelijkheid zien.
Advies: Kan bij een reële kans op een besmetting tijdens de zwangerschap worden toegediend, omdat de ziekte een mogelijk risico inhoudt voor moeder of kind.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Bij toediening tijdens lactatie worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Doorgaans gaan vaccin-geïnduceerde maternale immunoglobulinen over in de moedermelk. Deze kunnen bijdragen aan de bescherming van het kind tegen meningokokkenziekten.
Overig: Het is onwaarschijnlijk dat deze antistoffen uitgescheiden in de moedermelk schadelijk zouden zijn voor het borstgevoede kind.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- acute infectieziekte met hoge koorts;
- overgevoeligheid voor tetanustoxoïd.
Contra-indicaties
- positieve reactie van Mantoux;
- acute ernstige ziekte met koorts of gegeneraliseerde geïnfecteerde huidaandoening;
- maligne aandoeningen (zoals lymfoom of leukemie);
- acute virale of bacteriële infecties;
- primaire of secundaire immunodeficiënties, waaronder HIV-infectie;
- behandeling met systemische corticosteroïden of een andere immunosuppressieve behandeling, waaronder radiotherapie. Ook voor kinderen bij blootstelling in de baarmoeder of via borstvoeding, zolang een postnatale invloed op de immuunstatus van het kind mogelijk blijft en ten minste 6 maanden na de geboorte.
Contra-indicaties
- acute, (ernstige) febriele infectieziekte;
- overgevoeligheid voor tetanus- of difterietoxoïd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij personen die lijden aan een ernstige ziekte met koorts.
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij personen met een verzwakte immuunrespons. Deze personen kunnen mogelijk onvoldoende reageren op het vaccin.
De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld. Vaccinatie is geen vervanging voor routinematige cervicale screening of voor voorzorgsmaatregelen tegen blootstelling aan HPV en soa's.
Er zijn relatief weinig gegevens beschikbaar over immunogeniciteit en veiligheid bij meisjes jonger dan 9 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het vaccin kan het optreden van ziekte niet volledig voorkomen. Het vaccin biedt geen bescherming tegen andere serotypen van Haemophilus influenzae dan serotype B, noch tegen meningitis van andere oorsprong. Patiënten met een immunodeficiëntie (door immunosuppressiva, HIV, functionele of anatomische asplenie of genetisch defect) vertonen een verminderde immunologische respons. Immunisatie met dit vaccin vervangt niet de standaard immunisatie tegen tetanus.
Bij primaire immunisatie in zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschap) is er het risico van apneu; respiratoire functies gedurende 48–72 uur monitoren, in het bijzonder voor kinderen met een nog niet volledig ontwikkeld ademhalingsstelsel. Gezien het voordeel van vaccineren bij deze groep groot is, vaccinatie níet uitstellen bij deze kinderen óf het ze onthouden.
In verband met de kans op hematoomvorming voorzichtig bij trombocytopenie of bloedstollingsstoornissen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Enige dagen na vaccinatie treedt op de plaats van injectie een verharding op. Deze zal geleidelijk verminderen en vervolgens overgaan in een lokale laesie die enige weken later kan ulcereren. Deze lokale laesie geneest vanzelf en laat een oppervlakkig litteken achter. Het heeft geen behandeling of bandage nodig, ook het gebruik van pleisters vermijden.
Gevallen van immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) zijn gemeld na aanvang van antiretrovirale therapie bij met hiv geïnfecteerde kinderen of na aanvang van een behandeling voor andere ernstige immunodeficiënties bij kinderen die eerder de BCG-vaccinatie hadden ontvangen. Symptomen zoals adenitis, etterige afscheiding, ulceraties en abcessen van de huid en koorts kunnen optreden binnen weken tot maanden na aanvang van immunotherapie.
Een positieve respons op de tuberculose huidtest betekent niet altijd dat er een goede immuniteit is bereikt tegen tuberculose. Een negatieve respons langere tijd na vaccinatie betekent niet dat er geen bescherming is. Revaccinatie is in dit geval niet noodzakelijk.
Houd rekening met mogelijk verminderde gevoeligheid van de gebruikte Mycobacterium bovis stam voor isoniazide bij behandeling van bepaalde complicaties.
Kans op abcesvorming en suppuratieve lymfadenitis is verhoogd bij overdosering of een te diepe injectie.
Gedurende 3 maanden geen andere vaccinaties geven in de arm die wordt gebruikt voor BCG-vaccinatie vanwege risico op regionale lymfadenitis. Andere, gelijktijdig toegediende vaccins injecteren in de andere arm.
Bij de toediening aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het vaccin biedt geen bescherming tegen andere Neisseria meningitidis-groepen dan A, C, W135 en Y. Patiënten met een immunodeficiëntie of die met immunosuppressiva worden behandeld, kunnen een verminderde of helemaal geen immunologische respons vertonen. Immunisatie met dit vaccin vervangt niet de standaard immunisatie tegen difterie of tetanus.
Bij familiaire complementdeficiënties (bv. C5- of C3-deficiënties) of behandelingen die terminale complementactivatie remmen (bv. eculizumab) is er een vergroot risico op invasieve ziekte door Neisseria meningitidis A, C, W135 en Y, ook na antilichaamontwikkeling na vaccinatie.
Overweeg een boostervaccinatie bij een bijzonder risico op blootstelling aan serogroep A en het langer dan ongeveer een jaar geleden is dat een quadrivalent vaccin is toegediend. Afname van bactericide antilichaamtiters tegen serogroep A is gemeld; de klinische relevantie hiervan is onbekend.
De veiligheid en werkzaamheid Menveo bij kinderen jonger dan 2 jaar en bij ouderen > 65 jaar zijn niet vastgesteld.
De veiligheid en werkzaamheid MenQuadfi bij kinderen jonger dan 1 jaar zijn nog niet vastgesteld.
Eigenschappen
Humaan papillomavirusvaccin. Recombinant vaccin, bereid van de gezuiverde virusachtige deeltjes ('viruslike particles' = VLP) van het hoofdcapside-L1-eiwit van HPV type 16 en 18. Uit dierexperimenteel onderzoek wordt verondersteld dat de werkzaamheid van L1-VLP-vaccins gemedieerd wordt door de ontwikkeling van een humorale immuunrespons. Het eiwit is geadsorbeerd op gehydrateerd aluminiumhydroxide evenals 3–O-desacyl-4'-monofosforyllipide A (MPL) van het adjuvantsysteem. Het papillomavirusvaccin is een profylactisch vaccin. Het heeft geen effect op actieve HPV-infecties of klinisch manifeste ziekte.
Eigenschappen
Vaccin met dood, bacterieel materiaal. De koppeling van capsulair polyribosylribitolfosfaat (PRP) aan tetanustoxoïd induceert een T-cel afhankelijke immunorespons bij jonge kinderen met als resultaat een IgG anti-PRP respons met immunologisch geheugen. PRP alléén blijkt bij jonge kinderen onvoldoende bescherming te bieden. Het vaccin biedt geen bescherming tegen bacteriële meningitis, die wordt veroorzaakt door de niet-gekapselde vorm van Haemophilus influenzae type B, Neisseria meningitidis of Streptococcus pneumoniae.
Eigenschappen
Bacillus Calmette Guérin (BCG) is een levend verzwakte stam van de bovine tuberkelbacterie Mycobacterium bovis, Danish strain 1331. Vaccinatie geeft een specifiek immuniserende werking tegen tuberculose. De immuniteit die wordt verkregen, varieert en wordt opgebouwd na 4–6 weken.
Eigenschappen
Quadrivalent meningokokkenvaccin; capsulaire oligo- of polysacchariden geconjugeerd aan dragereiwit. Induceert (complementgemedieerd) de productie van bactericide antilichamen tegen capsulaire oligo/polysacchariden van groep A, C, W135 en Y. Een maand na vaccinatie is bij 70–99% van de gevaccineerden een bactericide antistofrespons opgewekt afhankelijk van de leeftijd en serogroep. Volgens het LCI is het nog onduidelijk hoe lang een meningokokken ACWY-vaccin bescherming biedt; de hoeveelheid antistoffen lijkt 3 tot 5 jaar na vaccinatie af te nemen, zeker als kinderen al jong zijn gevaccineerd, evenals de vaccineffectiviteit. Na toediening op de leeftijd van 11 jaar of ouder is de werkingsduur van het vaccin minimaal 10 jaar.
Groepsinformatie
papillomavirusvaccin (2-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
haemophilus influenzae B-vaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
BCG-vaccin (als vaccin) hoort bij de groep vaccins.
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk