pneumokokkenvaccin (10-valent)
papillomavirusvaccin (9-valent)
bof-/mazelen-/rubellavaccin
pneumokokkenvaccin (23-valent)
Samenstelling
Synflorix (polyvalent, van 10 kapseltypen) XGVS GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per ml: serotypen 1, 5, 6B, 7F, 9V, 14 en 23F: 2 microg; serotype 4, 18C en 19F: 6 microg. Is geconjugeerd aan Haemophilus influenza dragereiwit (proteïne D), tetanustoxoïd of difterietoxoïd en is geadsorbeerd aan aluminiumfosfaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Gardasil 9 XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis (0,5 ml): humaan papillomavirus (HPV) type 6-L1-eiwit 30 microg, type 11–L1-eiwit 40 microg, type 16–L1-eiwit 60 microg, type 18–L1-eiwit 40 microg, type 31-L1-eiwit 20 microg, type 33-L1-eiwit 20 microg, type 45-L1-eiwit 20 microg, type 52-L1-eiwit 20 microg, type 58-L1-eiwit 20 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
MMRVaxPro XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- 1 dosis + 0,5 ml oplosmiddel
Bevat per dosis: levend verzwakt bofvirus (stam Jeryl Lynn) ten minste 12,5 × 10³ CCID 50 (50% 'cell culture infective dose' ), levend verzwakt mazelenvirus (stam Enders' Edmonston) ten minste 1 × 10³ CCID 50 , en levend verzwakt rubellavirus (stam Wistar RA 27/3) ten minste 1 × 10³ CCID 50. Bevat tevens: sorbitol en sporen neomycinesulfaat en kippenei-eiwit.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Pneumovax 23
(polyvalent, van 23 kapseltypen)
Bijlage 2
Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml, wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat 50 microg/ml met de volgende serotypen: 1, 2, 3, 4, 5, 6B, 7F, 8, 9N, 9V, 10A, 11A, 12F, 14, 15B, 17F, 18C, 19A, 19F, 20, 22F, 23F en 33F. Conserveermiddel: fenol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Het 10-valent geconjugeerd pneumokokkenvaccin maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma. De richtlijn Pneumokokkenziekte op de site van het RIVM informeert over de actieve immunisatie met behulp van een pneumokokkenvaccin.
Advies
Voor dit 9-valente papillomavirusvaccin is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
De commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad adviseert bij de vaccinatie tegen HPV aan alle groepen twee doses vaccin te geven (offlabelgebruik). Voor de leeftijdsgroep van 15 jaar en ouder betekent dat een vermindering van 3 naar 2 doses. Voorwaarde is wel dat het interval tussen beide doses ten minste zes maanden bedraagt. Voor jongere kinderen blijft het aantal doses gelijk. Zie voor meer informatie Aanpassing doses HPV-vaccinatie van de Gezondheidsraad.
Advies
Het bof-/mazelen-/rubella-vaccin is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).
Advies
De richtlijn Pneumokokkenziekte op de site van het RIVM informeert over de actieve immunisatie met behulp van een pneumokokkenvaccin. De Gezondheidsraad heeft in 2018 een Advies uitgebracht over Vaccinatie tegen pneumokokken bij ouderen. In het licht van de COVID-19-pandemie heeft de Gezondheidsraad in april 2020 een aanvullend advies uitgebracht. Zie voor meer informatie de factsheet Pneumokokkenvaccinatie op LCI.RIVM.nl.
Aan de vergoeding van dit pneumokokkenvaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen invasieve ziekten, pneumonie en acute otitis media veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij zuigelingen en kinderen vanaf de leeftijd van 6 weken tot 5 jaar.
Indicaties
- Actieve immunisatie van personen > 9 jaar tegen:
- Premaligne laesies en carcinomen van cervix, vulva, vagina en anus veroorzaakt door HPV-typen waartegen dit vaccin werkzaam is;
- Genitale wratten (condylomata acuminata) veroorzaakt door specifieke HPV-typen.
Indicaties
Actieve immunisatie tegen bof, mazelen en rubella (laatste ook wel rodehond genoemd) bij een leeftijd van > 12 maanden; soms kan het wenselijk zijn kinderen van 9–12 maanden te vaccineren.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen ziekte veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae, waarvan de serotypen in het vaccin zijn opgenomen, bij personen vanaf de leeftijd van 2 jaar.
Doseringen
Actieve immunisatie:
Te vroeg geboren zuigelingen (< 37 weken):
4 doses, waarvan de eerste 3 doses met een interval van ten minste 1 maand worden gegeven en de vierde dosis ten minste 6 maanden na de derde dosis.
Zuigelingen 6 weken–6 maanden:
4 doses, waarvan de eerste 3 doses met een interval van ten minste 1 maand worden gegeven en de vierde dosis ten minste 6 maanden na de derde dosis en vanaf een leeftijd van 9 maanden (bij voorkeur op de leeftijd van 12–15 maanden). Als onderdeel van een routinematig immunisatieprogramma kan een alternatief schema worden gevolgd: 3 doses, waarvan de eerste 2 doses met een interval van 2 maanden worden gegeven en de derde dosis ten minste 6 maanden na de tweede dosis en vanaf een leeftijd van 9 maanden (bij voorkeur op de leeftijd van 12–15 maanden).
Zuigelingen 7–11 maanden:
3 doses, waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 1 maand worden gegeven en de derde dosis in het tweede levensjaar met een interval van ten minste 2 maanden na de tweede dosis.
Kinderen 1–5 jaar:
2 doses met een interval van ten minste 2 maanden; de noodzaak voor een boostervaccinatie is niet vastgesteld.
Het middel kan gelijktijdig worden toegediend met andere pediatrische vaccins volgens de aanbevolen immunisatieschema's mits toegediend op verschillende injectieplaatsen.
De vaccinatie toedienen door middel van een i.m.-injectie, bij voorkeur in het anterolaterale gedeelte van de dij bij zuigelingen en in de deltaspier van de bovenarm bij jonge kinderen.
Doseringen
De fabrikant adviseert een 3‑dosesschema. Het offlabelgebruik volgens een 2‑dosesschema is echter voldoende onderbouwd in de literatuur en in het advies van de Gezondheidsraad. Ook in het Rijksvaccinatieprogramma wordt bij de HPV-vaccinatie vanaf 2023 gevaccineerd volgens een 2‑dosesschema.
Actieve immunisatie
Volwassenen en kinderen vanaf 9 jaar
Volgens advies Gezondheidsraad): i.m. 2 doses met minimaal 6 maanden ertussen. Bij voorkeur binnen 1 jaar toedienen. Bij het afmaken van een al eerder opgestart 3-dosesschema: 0, 1 en 6-maandenschema aanhouden. Het minimuminterval tussen de eerste en tweede vaccinatie is 3 weken (21 dagen); het minimuminterval tussen de tweede en derde vaccinatie is 120 dagen. Verkorte intervallen alleen in uitzonderingsgevallen, gebruik bij voorkeur de streefintervallen voor een optimale werking. Zie ook factsheet HPV-vaccinatie op lci.rivm.nl.
Immuungecompromitteerde personen en personen met HIV
Volgens LCI-richtlijn: i.m. drie doses (0, 1 en 6 maanden).
Toediening
- De suspensie goed schudden voor gebruik;
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur toedienen in de deltaspier van de bovenarm of in het hogere anterolaterale gebied van de dij, Niet intravasculair, subcutaan of intradermaal toedienen;
- Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Doseringen
Als actieve immunisatie tegen bof/mazelen/rubella
Volwassenen en kinderen > 12 mnd.
0,5 ml.
Kinderen 9–12 mnd.
0,5 ml. Daarna op de leeftijd van 12–15 mnd. een tweede dosis (0,5 ml) geven.
De suspensie dient uitsluitend te worden bereid met de bijgeleverde reconstitutievloeistof. Het volledig gesuspendeerde vaccin is helder en oranje-geel van kleur. Het vaccin i.m. of s.c. toedienen; bij trombocytopenie of een stollingsstoornis alleen s.c. toedienen. Niet intravasculair toedienen.
Indien het vaccin gelijktijdig moet worden gegeven met een ander injecteerbaar vaccin, de vaccins altijd op verschillende injectieplaatsen toedienen. In andere gevallen een tussentijd van ten minste vier weken aanhouden.
Bij jonge kinderen injecteren in het anterolaterale gebied van de dij; bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen injecteren in de deltaspier.
Doseringen
Het vaccin toedienen uiterlijk twee weken vóór een electieve splenectomie of start van chemotherapie of een andere immunosuppressieve behandeling. Na voltooiing van chemo- of radiotherapie de vaccinatie met een tussentijd van minimaal 3 maanden geven; bij intensieve of langdurige therapie kan een langere tussentijd aangewezen zijn.
Actieve immunisatie tegen infecties veroorzaakt door pneumokokken:
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar:
Primaire vaccinatie: eenmalig 0,5 ml i.m. of s.c.
Revaccinatie: eenmalig 0,5 ml i.m. of s.c. bij personen die meer kans hebben op een ernstige pneumokokkeninfectie en die langer dan 5 jaar geleden een pneumokokkenvaccin kregen toegediend of bij hen waarbij een snelle daling van de antilichaamniveaus tegen pneumokokken wordt vastgesteld. Overweeg voor bepaalde bevolkingsgroepen (bv. personen zonder milt, kinderen met nefrotisch syndroom of sikkelcelziekte) met een bekend groot risico van fatale pneumokokkeninfecties, revaccinatie na 3 jaar. Revaccinatie met een tussentijd van minder dan 3 jaar wordt niet aanbevolen vanwege meer kans op (systemische) bijwerkingen.
Bij voorkeur intramusculair toedienen in de m. deltoideus of lateraal halverwege de dij bij jonge kinderen. Niet intraveneus of intradermaal toedienen.
Een griepvaccinatie kan gelijktijdig worden toegediend, mits geïnjecteerd in een andere ledemaat.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pijn, roodheid en zwelling op de injectieplaats, koorts ≥ 38°C (leeftijd < 2 jaar), prikkelbaarheid, slaperigheid, verminderde eetlust.
Vaak (1-10%): reacties op injectieplaats zoals induratie, koorts > 39°C bij leeftijd < 2 jaar. Na boostervaccinatie tevens: koorts ≥ 38°C bij leeftijd 2–5 jaar.
Soms (0,1-1%): reacties op injectieplaats zoals jeuk, hematoom, hemorragie en nodule, abnormaal huilen, apneu bij zeer premature kinderen (≤28 weken zwangerschap), diarree, braken, huiduitslag. Na de boostervaccinatie tevens: diffuse zwelling gevaccineerde ledemaat, jeuk, hoofdpijn, misselijkheid (leeftijd 2–5 jaar), koorts > 40ºC bij leeftijd < 2 jaar of > 39ºC bij leeftijd 2–5 jaar.
Zelden (0,01-0,1%): allergische reacties zoals dermatitis, atopische dermatitis, eczeem, (koorts)stuipen, urticaria, hypotoon-hyporesponsieve episode.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie, angio-oedeem, ziekte van Kawasaki.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats zoals erytheem, pijn en zwelling. Hoofdpijn.
Vaak (1-10%): reactie op de injectieplaats zoals hematoom, jeuk. Koorts. Duizeligheid. Vermoeidheid. Misselijkheid.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Syncope (soms gepaard gaand met tonisch-klonische bewegingen). Braken. Urticaria. Artralgie, myalgie. Asthenie, rillingen, malaise.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheid.
Verder zijn gemeld (bij quadrivalent HPV-vaccin met gemeenschappelijke L1-HPV-eiwitten van 4 HPV-typen): cellulitis op de injectieplaats. Immuungemedieerde trombocytopenie. Anafylactoïde reacties, bronchospasme. Acute gedissemineerde encefalomyelitis, Guillain-Barré-syndroom.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reactie op de injectieplaats, koorts. Artralgie, artritis (zelden chronisch; bij volwassen vrouwen meest frequent, bij kinderen minst frequent).
Vaak (1–10%): huiduitslag.
Soms (0,1-1%): infectie van de bovenste luchtwegen. Diarree, braken. Urticaria.
Verder zijn gemeld: prikkelbaarheid. Hoofdpijn, encefalopathie, (febriele) convulsie, ataxie, paresthesie, polyneuropathie, duizeligheid, syncope, Guillain–Barrésyndroom. Optische neuritis (o.a. retrobulbaire neuritis, papillitis), conjunctivitis, retinitis. Sensorineurale doofheid, otitis media. Regionale lymfadenopathie, trombocytopenie. Anafylactische reacties, purpura, jeuk, huidverharding, Stevens–Johnsonsyndroom. Panniculitis, vasculitis. Spierpijn. Malaise, perifeer oedeem. Aseptische meningitis, orchitis, epididymitis, parotitis, mazelen, bof, rodehond. Hoest, bronchospasmen, pneumonie.
Abusievelijke toediening bij personen met een ernstig verzwakt immuunsysteem heeft geleid tot mazelen-encefalitis, pneumonitis en overlijden.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale reacties zoals erytheem, oedeem, verharding, gevoeligheid, zwelling. warmte en pijn. Koorts (≤ 38,8° C).
Zelden (< 0,01%): cellulitis op de plaats van injectie. Uitgebreide zwelling van gevaccineerde arm of cellulitis (op injectieplaats).
Verder zijn gemeld: hemolytische anemie, leukocytose, lymfadenitis, lymfadenopathie, trombocytopenie. AnafylactoÏde reacties, angioneurotisch oedeem, serumziekte. Koortsstuipen, syndroom van Guillain-Barré, hoofdpijn, paresthesie, radiculo-neuropathie. Misselijkheid, braken. huiduitslag, urticaria. Artralgie, artritis, myalgie. Asthenie, rillingen, koorts, malaise, verminderde mobiliteit van of perifeer oedeem in geïnjecteerde ledemaat.
Interacties
Bij combinatie met immunosuppressieve therapie wordt mogelijk geen adequate respons op de vaccinatie bereikt.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva of van immunoglobulinen kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie. Combinatie met een immunosuppressieve therapie is gecontra–indiceerd, uitgezonderd corticosteroïden die lokaal óf in een lage dosis parenteraal worden toegediend.
Na bloed- of plasmatransfusies of na de toediening van humane immunoglobulinen de vaccinatie minstens 3 maanden uitstellen; humane immunoglobulinen zo mogelijk niet eerder dan 1 maand ná vaccinatie met bof–, mazelen–, rubellavaccin geven.
Het vaccin kan de gevoeligheid van de huid voor tuberculine tijdelijk onderdrukken; een tuberculinetest vóór, tijdens of 4–6 weken ná de vaccinatie uitvoeren.
Interacties
Gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva, oncolytica of radiotherapie kan de respons op het vaccin nadelig beïnvloeden.
Gelijktijdig toedienen met varicella-zoster vaccin Zostavax laat in een kleinschalig onderzoek een verminderde immunogeniciteit van het varicella-zostervaccin zien. Het risico op ontwikkeling van herpes zoster is echter niet vergroot.
Zwangerschap
Antistoffen kunnen de placenta passeren.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens. De beschikbare gegevens over de toediening van vaccins met geïnactiveerde micro-organismen of delen daarvan wijzen niet op een groter risico op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt. De fabrikant adviseert de vaccinatie uit te stellen tot na de zwangerschap.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend. Er zijn geen gevallen van congenitaal rubella syndroom gemeld bij vrouwen die onbewust zwanger waren terwijl ze werden gevaccineerd met een rubellabevattend vaccin.
Advies: Gebruik is volgens fabrikant gecontra-indiceerd. Lareb ontraadt vaccinatie met een verzwakt levend virus vaccin.
Overig: De fabrikant adviseert een vruchtbare vrouw anticonceptieve maatregelen te nemen tot één maand na de vaccinatie. Een vaccinatie bij vrouwen die onbewust zwanger waren is geen reden om de zwangerschap te beëindigen.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: onbekend.
Farmacologisch effect: Er zijn geen negatieve effecten bekend.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ervaring bij ruim 90 lacterende vrouwen liet geen nadelige effecten bij de zuigeling zien.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is wel bekend dat het rubellavirus overgaat in de moedermelk.
Advies: Als een moeder geen of onvoldoende antistoffen heeft tegen rode hond (rubella), kan zij gevaccineerd worden met BMR (bof, mazelen en rode hond) vaccin tijdens de borstvoedingsperiode. Dit kan al vlak na de bevalling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- acute ernstige ziekte met koorts;
- overgevoeligheid voor één van de dragereiwitten.
Contra-indicaties
- Acute, ernstige ziekte met koorts.
Contra-indicaties
- Acute infecties met koorts;
- Actieve, onbehandelde tuberculose;
- Bloeddyscrasieën, leukemie, lymfoom of andere maligne neoplasma van het bloed– of lymfestelsel;
- Ernstige stoornissen in het afweermechanisme, waaronder humorale of cellulaire (primaire of verworven) immunodeficiëntie met inbegrip van:
- gecombineerde immunodeficiëntie;
- agammaglobulinemie;
- AIDS of symptomatische HIV–infectie;
- een leeftijdspecifiek CD4+ T–lymfocytenpercentage < 25% (leeftijd < 12 mnd.), < 20% (12–35 mnd.) en < 15% (leeftijd 36–59 mnd.).
- Familiaire geschiedenis van congenitale of erfelijke immunodeficiëntie, tenzij ontvanger van vaccin aangetoond immunocompetent is.
Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Contra-indicaties
Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
De bescherming tegen otitis media is substantieel lager dan tegen invasieve ziekten.
Gegevens over veiligheid en immunogeniciteit zijn beschikbaar voor met hiv geïnfecteerde zuigelingen (asymptomatisch of met milde symptomen volgens de WHO-classificatie), HIV-negatieve zuigelingen geboren uit HIV-positieve moeders, kinderen met sikkelcelziekte en kinderen met een milt disfunctie. Deze zijn niet beschikbaar voor personen in andere specifieke immuungecompromitteerde groepen. Vaccinatie moet dan per individueel geval worden beoordeeld.
Het vaccin vervangt niet het 23-valent pneumokokken-polysaccharidevaccin bij kinderen ouder dan twee jaar met aandoeningen die meer kans geven aan invasieve ziekten door Streptococcus pneumoniae zoals sikkelcelanemie, asplenie, HIV-infectie, chronische ziekten of andere immuuncompromitterende aandoeningen; indien van toepassing een interval van ten minste acht weken aanhouden tussen de toediening van Synflorix (10-valent vaccin) en het 23-valent vaccin.
Aanbevolen wordt profylactisch antipyretische medicatie toe te dienen bij gelijktijdige toediening met vaccins met hele pertussiscellen en bij epileptische stoornissen of koortsstuipen in de voorgeschiedenis; er zijn echter aanwijzingen dat profylactische toediening van paracetamol de immuunrespons op Synflorix zou kunnen reduceren; de klinische relevantie is onbekend.
Bij de toediening van de primaire immunisatieserie aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.
Veiligheid en werkzaamheid van Synflorix zijn bij kinderen ouder dan 5 jaar nog niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij personen met een verzwakte immuunrespons. Deze personen kunnen mogelijk onvoldoende reageren op het vaccin.
Vaccinatie is geen vervanging voor routinematige cervicale screening of voor voorzorgsmaatregelen tegen blootstelling aan HPV en soa's.
Vaccinatie is alleen voor profylactisch gebruik en heeft geen effect op actieve HPV-infecties of al aanwezige ziekte veroorzaakt door HPV; het voorkomt dus geen laesies ten gevolge van HPV bij personen die ten tijde van vaccinatie al met HPV zijn besmet.
Gebruik voor het hele vaccinatieschema dezelfde vaccins; er zijn geen gegevens rond veiligheid, immunogeniciteit of werkzaamheid bij overstap naar bivalente of quadrivalente HPV-vaccins. Bij eerdere vaccinatiereeks met 3 doses van een quadrivalent vaccin tegen HPV-typen 6, 11, 16 en 18, kan gevaccineerd worden met 3 doses Gardasil 9.
De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld.
Veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 9 jaar en bij vrouwen ≥ 27 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij allergische aandoeningen, anafylactoïde reacties ten gevolge van kippenei-eiwit, convulsies of hersenletsel in de (familie)anamnese en tevens bij recente trombocytopenie.
Indien het vaccin binnen 72 uur na blootstelling aan natuurlijke mazelen wordt toegediend, kan nog een beperkte bescherming worden verkregen. Kinderen van 9–12 maanden geven soms onvoldoende reactie op het vaccin vanwege circulerende antilichamen afkomstig van de moeder en/of onvoldoende ontwikkeling van het immuunsysteem. Het kan echter nodig zijn toch te vaccineren, bv. bij uitbraaksituaties, dagopvang of een reis naar een regio waar mazelen frequent voorkomt.
Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 9 mnd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij ziekte met significante koorts, andere infecties of wanneer een systemische reactie een aanzienlijk risico zou kunnen vormen, behalve wanneer uitstel een nog groter risico zou zijn.
Zo snel mogelijk vaccineren na het vaststellen van de diagnose (a)symptomatische HIV-infectie.
De antilichaamrespons na vaccinatie kan verminderd zijn bij patiënten met een onderdrukt afweersysteem (bv. genetisch defect, HIV–infectie, immunosuppressieve behandeling (geneesmiddelen, radiotherapie, splenectomie) na de eerste of tweede dosis. Sommige patiënten vertoonden een significante verbetering van de antilichaamrespons gedurende de periode van 2 jaar volgend op het einde van de chemotherapie of immunosuppressieve therapie, vooral bij een groter interval tussen het einde van de behandeling en de start van de vaccinatie.
Vaccin is mogelijk niet doeltreffend bij het voorkomen van een infectie als gevolg van een schedelbasisfractuur of van uitwendig contact met cerebrospinaal vocht.
Een noodzakelijke profylactische behandeling tegen een pneumokokken-infectie met antibiotica niet onderbreken na de vaccinatie.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Eigenschappen
Bevat kapselpolysacchariden van tien Streptococcus pneumoniae-serotypen. Het geeft geen immuniteit tegen de overige serotypen, behalve het kruisreactieve serotype 19A.
Eigenschappen
Humaan papillomavirusvaccin. Recombinant vaccin, bereid van de gezuiverde virusachtige deeltjes ('viruslike particles' = VLP) van het hoofdcapside-L1-eiwit van HPV type 6, 11, 16, 18, 31, 33, 45, 52 en 58. Uit dierexperimenteel onderzoek wordt verondersteld dat de werkzaamheid van L1 VLP-vaccins gemedieerd wordt door de ontwikkeling van een humorale immuunrespons. Het eiwit is geadsorbeerd op amorf aluminiumhydroxyfosfaatsulfaat adjuvans. De verwachting is dat Gardasil 9 bescherming biedt tegen de HPV-typen die verantwoordelijk zijn voor circa 90% van de gevallen van cervixcarcinoom, meer dan 95% van de gevallen van adenocarcinoom in situ (AIS), 75–85% van de gevallen van hooggradige cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN 2/3), 85–90% van de gevallen van aan HPV gerelateerd vulvacarcinoom, 90–95% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige vulvaire intra-epitheliale neoplasie (VIN 2/3), 80–85% van de gevallen van aan HPV gerelateerd vaginacarcinoom, 75–85% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige vaginale intraepitheliale neoplasie (VaIN 2/3), 90–95% van de gevallen van aan HPV gerelateerd anuscarcinoom, 85–90% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige anale intra-epitheliale neoplasie (AIN 2/3) en 90% van de gevallen van genitale wratten. De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld.
Eigenschappen
Vaccin met levend-verzwakte virale antigenen. Werkt immuniserend tegen bof, mazelen en rubella (rodehond). De werking berust op de vorming van circulerende antistoffen en een immunologisch geheugen.
Eigenschappen
Bevat 23 Streptococcus pneumoniae-serotypen, die ca. 90% van de invasieve pneumokokkeninfecties veroorzaken. De beschermende antilichaamtiters, specifiek voor elk kapseltype, verschijnen 2–3 weken na de inenting maar kunnen al na 3–5 jaar na de vaccinatie afnemen, soms sneller (bv. bij kinderen en ouderen). De immuniteitsduur is niet precies bekend.
Groepsinformatie
pneumokokkenvaccin (10-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
papillomavirusvaccin (9-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
bof-/mazelen-/rubellavaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
pneumokokkenvaccin (23-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk