Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

amoxicilline/​clavulaanzuur

penicillinen J01CR02

Sluiten

flucloxacilline

penicillinen J01CF05

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Amoxicilline/Clavulaanzuur oraal Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor orale suspensie '125/31,25/5 ml'
Verpakkingsvorm
100 ml

Bevat per ml: amoxicilline (als trihydraat) 25 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 6,25 mg.

Toedieningsvorm
Poeder voor orale suspensie '250/62,5/5 ml'
Verpakkingsvorm
100 ml

Bevat per ml: amoxicilline (als trihydraat) 50 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 12,5 mg.

Toedieningsvorm
Tablet '500/125', sommige omhuld

Bevat per tablet: amoxicilline (als trihydraat) 500 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 125 mg.

Toedieningsvorm
Tablet '875/125', omhuld

Bevat per tablet: amoxicilline (als trihydraat) 875 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 125 mg.

Amoxicilline/Clavulaanzuur parenteraal Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof '500/50'
Verpakkingsvorm
flacon

Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 500 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 50 mg.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof '500/100'
Verpakkingsvorm
flacon

Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 500 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 100 mg.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof '1000/100'
Verpakkingsvorm
flacon

Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 1000 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 100 mg.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof '1000/200'
Verpakkingsvorm
flacon

Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 1000 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 200 mg.

Toedieningsvorm
Poeder voor infusievloeistof '2000/200'
Verpakkingsvorm
flacon

Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 2000 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 200 mg.

Augmentin GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Poeder voor orale suspensie 'suikervrij'
Verpakkingsvorm
30 ml

Bevat per ml: amoxicilline (als trihydraat) 100 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 12,5 mg.

Toedieningsvorm
Tablet '500/125'

Bevat per tablet: amoxicilline (als trihydraat) 500 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 125 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Floxapen (als Na-zout) Aurobindo Pharma bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
250 mg, 500 mg, 1000 mg

Floxapen (als Mg-zout) Aurobindo Pharma bv

Toedieningsvorm
Poeder voor orale suspensie
Sterkte
25 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 100 ml

Flucloxacilline (als Na-zout) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
250 mg, 500 mg
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1000 mg, 2000 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

In het algemeen: Er is geen reden voor brede blinde toepassing van de relatief kostbare breed-spectrum penicillinen. Als behandeling met een breed-spectrum penicilline wél is gewenst, heeft voor orale toediening amoxicilline de voorkeur vanwege de betere absorptie en lagere frequentie van bijwerkingen zoals diarree en exantheem. De Commissie adviseert de toepassing van amoxicilline/clavulaanzuur te reserveren voor infecties door micro-organismen die resistent zijn tegen amoxicilline, door vorming van clavulaanzuur-gevoelige β-lactamasen.

Een acute rinosinusitis geneest vrijwel altijd vanzelf. Pijnstillers (paracetamol), stomen en de nasale toediening van een zoutoplossing of een decongestivum kunnen verlichting geven van de klachten. Antibiotica zijn doorgaans niet nodig. Geef antibiotica bij vermoeden van een bacteriële ontsteking en ernstig ziek zijn en overweeg antibiotica bij een verminderde weerstand en bij koorts die langer dan 5 dagen aanhoudt of opnieuw optreedt.

Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende 3 dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur.

Bij de behandeling van otitis media acuta gaat de voorkeur uit naar een afwachtend beleid met adequate pijnbestrijding. Is na 3 dagen het effect op pijn en/of koorts onvoldoende dan wordt begonnen met een antimicrobiële behandeling met amoxicilline. Bij risicogroepen (zie link) en bij forse algemene ziekteverschijnselen wordt direct begonnen met een antimicrobiële behandeling. Als na 48 uur een effect uitblijft wordt amoxicilline vervangen door amoxicilline/clavulaanzuur.

Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score 0–1, PSI-klasse I–II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur; bij een aspiratiepneumonie wel de combinatie amoxicilline/clavulaanzuur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI-klasse: III–IV) is intraveneuze toediening van benzylpenicilline of amoxicilline (als monotherapie) aangewezen. Gebruik van breed-spectrum antibiotica als amoxicilline/clavulaanzuur is in dit geval niet rationeel op basis van de verwachte pathogenen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score > 2, PSI-klasse: V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. cefalosporine (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score > 2, PSI-klasse: V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (ciprofloxacine met ofwel cefotaxim of ceftriaxon of cefuroxim). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum vooral bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen kan vanzelf overgaan; overweeg in de eerstelijnszorg daarom in overleg met de patiënte een afwachtend beleid (met zo nodig pijnstilling). Ga bij risicogroepen, waaronder zwangeren, mannen en kinderen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling meteen met een voorkeursmiddel, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren en kinderen ook amoxicilline/clavulaanzuur.

Ga bij een cystitis bij personen behorend tot een risicogroep, waaronder zwangeren en mannen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur.

Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.

Ga bij een cystitis bij personen behorende tot een risicogroep, waaronder kinderen < 12 jaar, direct over tot medicamenteuze behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. Bij kinderen met cystitis is nitrofurantoïne eerste keus, en is amoxicilline/clavulaanzuur het alternatief. Bij kinderen met een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie is amoxicilline/clavulaanzuur eerste keus, tweede keus is cotrimoxazol, of toegepast in de tweedelijnszorg, ceftibuten.

Uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen met hygiënische maatregelen proberen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur (zoals amoxicilline/clavulaanzuur, het is hierbij 1e keus). Bij paronychia, bij uitbreiding van de infectie na niet-medicamenteuze maatregelen en als er geen sprake is van abcesvorming, heeft amoxicilline/clavulaanzuur de voorkeur.

Na een tekenbeet kan worden afgewacht of preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Erythema migrans behandelen met doxycycline. Amoxicilline (monotherapie) of azitromycine zijn een alternatief als doxycycline gecontra-indiceerd is.

Advies

Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum-penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende 3 dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum-penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur. Flucloxacilline is minder effectief dan feneticilline, omdat feneticilline ook effect heeft op een deel van de anaerobe mond-keelflora. Verder zijn Groep A-streptokokken (GAS) veel gevoeliger voor feneticilline dan voor flucloxacilline.

Een acute rinosinusitis geneest vrijwel altijd vanzelf. Pijnstillers (paracetamol), stomen en de nasale toediening van een zoutoplossing of een decongestivum kunnen verlichting geven van de klachten. Antibiotica zijn doorgaans niet nodig. Geef wel antibiotica bij vermoeden van een bacteriële ontsteking én ernstig ziek zijn. Overweeg antibiotica bij een verminderde weerstand en bij koorts die langer dan 5 dagen aanhoudt of opnieuw optreedt. Voor de keuze van antibiotica wanneer deze aangewezen zijn, zie acute rinosinusitis.

Flucloxacilline komt pas voor behandeling van een bacteriële community acquired pneumonie (CAP) in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling, zie hiertoe: community-acquired neumonie (CAP). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Bacteriële huidinfecties: probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij hardnekkige klachten van een folliculitis komt flucloxacilline in aanmerking. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur en is oraal flucloxacilline een alternatief. Bij diepe huidinfecties (zoals cellulitis, erysipelas en ecthyma-ulcus) zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline (zoals flucloxacilline) de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij een furunkel met het risico van een gecompliceerd beloop, meer kans op endocarditis, bij aanwezigheid van een kunstgewricht of bij een verminderde weerstand of onvoldoende genezing, komt flucloxacilline in aanmerking. Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur.

Offlabel-indicatie: Endocarditisprofylaxe is geïndiceerd bij een hoogrisico-patiënt die een hoogrisico-ingreep ondergaat. Geef eenmalig flucloxacilline 30–60 min voorafgaand aan een ingreep bij geïnfecteerd (huid)weefsel, óf amoxicilline bij een tandheelkundige ingreep of bij een ingreep in de tractus digestivus of urogenitalis. Clindamycine of vancomycine is een alternatief bij een penicilline-allergie, afhankelijk van de soort ingreep. Dat geldt ook als de patiënt ≤ 7 dagen voor de ingreep met een penicilline is behandeld. De behandeling van een infectieuze endocarditis bestaat uit langdurige behandeling met i.v.-antibiotica.

Flucloxacilline kan bij infectieuze endocarditis (IE) worden ingezet als empirische therapie óf als behandeling van een IE die is veroorzaakt door S. aureus of coagulase-negatieve stafylokokken (bij aangetoonde gevoeligheid). Zie voor uitgebreide (keuze-)informatie de SWAB-richtlijn Infectieuze endocarditis/2019.

Indicaties

Infecties door micro-organismen die gevoelig zijn voor de combinatie van amoxicilline en clavulaanzuur, zoals:

  • Acute bacteriële sinusitis;
  • Faryngitis, tonsillitis, peritonsillair abces;
  • Acute otitis media;
  • Acute exacerbaties van chronische bronchitis;
  • 'Community-acquired' pneumonie (CAP);
  • Cystitis, pyelonefritis, prostatitis;
  • Infecties van huid en weke-delen (bv. cellulitis, paronychia);
  • Een zich uitbreidende (faciale) cellulitis bij een ernstig dentaal abces;
  • (Profylaxe van) infectie door een dierenbeet;
  • Infecties van botten en gewrichten, in het bijzonder osteomyelitis.

De intraveneuze toediening is vooral voor de hierboven genoemde infecties, in ernstige vormen, en tevens bij:

  • Andere ernstige oor-, neus- en keelinfecties (bv. mastoïditis, epiglottitis);
  • Intra-abdominale infecties;
  • Infecties van de vrouwelijke geslachtsorganen;
  • Profylactisch tegen infecties die samenhangen met ingrijpende operaties zoals van de galwegen, het maag-darmkanaal, bekken, hoofd en nek.

Gerelateerde informatie

  • acute faryngotonsillitis
  • acute rinosinusitis
  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)
  • cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw
  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • otitis media acuta
  • urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Indicaties

Infecties, veroorzaakt door stafylokokken (vooral de penicillinaseproducerende stammen) die gevoelig zijn voor flucloxacilline, zoals bij:

  • hogereluchtweginfecties (bv. faryngitis, tonsillitis, sinusitis);
  • lagereluchtweginfecties (bv. pneumonie, bronchopneumonie, pulmonaal abces);
  • infecties van de huid en weke delen (bv. cellulitis, ecthyma ulcus, erysipelas, folliculitis, furunkel, impetigo, impetiginisatie van andere dermatosen, abcessen en wondinfectie);
  • intraveneus ook bij:
    • bot- en gewrichtsinfecties (bv. artritis, osteomyelitis);
    • endocarditis.

Daarnaast:

  • Offlabel: als endocarditisprofylaxe bij hoogrisicopatiënten die hoogrisico-ingrepen ondergaan (bv. bij ingrepen in geïnfecteerd weefsel).

Gerelateerde informatie

  • acute faryngotonsillitis
  • acute rinosinusitis
  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)
  • endocarditis

Doseringen

Let op! De preparaten verschillen onderling in de verhouding amoxicilline/clavulaanzuur en in de geschiktheid voor toediening bij kinderen of bij verminderde nierfunctie; houd hier rekening mee wanneer hoge doses amoxicilline nodig zijn, zodat onnodig hoge doses clavulaanzuur worden voorkomen.

Gedurende een hooggedoseerde therapie zorgen voor adequate urineproductie om kristalurie te voorkómen.

Klap alles open Klap alles dicht

Algemeen bij infecties

Volwassenen

Oraal (tabletten of evt. suspensie): 500/125 mg: 3×/dag; óf 875/125 mg: 2×/dag, óf bij de indicaties otitis media, sinusitis, lagere luchtweginfecties en urineweginfecties 875/125 mg 3×/dag; óf (met de suspensie) 1000/125 mg: 3×/dag, bij een niet-ernstige sinusitis of bij infecties van de huid en weke delen deze dosering (1000/125 mg) 2×/dag.

Intraveneus: 1000/200 mg: iedere 8 uur; óf 1000/100 mg: iedere 8–12 uur; óf 2000/200 mg: iedere 12 uur, bij zeer ernstige infecties iedere 8 uur.

Verminderde lever- of nierfunctie of dialyse: Zie onderin deze rubriek.

Kinderen ≥ 40 kg

Oraal (tabletten of evt. suspensie): volgens de fabrikant: 500/125 mg: 3×/dag; óf 875/125 mg: 2×/dag, óf bij de indicaties otitis media, sinusitis, lagere luchtweginfecties en urineweginfecties 875/125 mg 3×/dag; óf (met de suspensie) 1000/125 mg: 3×/dag, bij een niet-ernstige sinusitis of bij infecties van de huid en weke delen deze dosering (1000/125 mg) 2×/dag. Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 1500/375 mg per dag in 3 doses; bij ernstige infecties (gebruik product in verhouding 8:1) 2000/250 mg per dag in 2 doses, max. 3000/375 mg per dag in 3 doses.

Intraveneus: volgens de fabrikant: 1000/200 mg: iedere 8 uur; óf 1000/100 mg: iedere 8–12 uur; óf 2000/200 mg: iedere 12 uur, bij zeer ernstige infecties iedere 8 uur. Voor de intraveneuze doseervoorschriften bij ernstige infecties van het Kinderformularium zie de pagina amoxicilline/clavulaanzuur op het NKFK.

Verminderde lever- of nierfunctie of dialyse: Zie onderin deze rubriek.

Kinderen < 40 kg

Oraal (suspensie of eventueel tabletten): volgens de fabrikant: 20/5–60/15 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 3 deeldoseringen (er zijn géén gegevens bij kinderen < 2 jaar met > 40/10 mg per kg lichaamsgewicht per dag); óf 25/3,6 tot 45/6,4 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 2 deeldoseringen, bij otitis media, sinusitis of lagere luchtweginfecties tot 70/10 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 2 deeldoseringen (er zijn géén gegevens bij kinderen < 2 jaar met > 45/6,4 mg per kg lichaamsgewicht per dag en géén gegevens met deze verhouding amoxicilline/clavulaanzuur bij kinderen < 2 maanden); óf 40/5–80/10 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 3 deeldoseringen, max. 3000/375 mg/dag (er zijn géén gegevens bij kinderen < 1 maand met de 8:1 verhouding).

Oraal: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 50/12,5 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses (range conform fabrikant; 20/5 tot 60/15 mg/kg/dag), max. 1500/375 mg/dag, bij ernstige infecties (gebruik product in verhouding 8:1) 60/7,5 tot 80/10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses, max. 3000/375 mg/dag.

Intraveneus: Volgens de fabrikant: kinderen ≥ 3 maanden: 25/5 mg of 50/5 mg per kg lichaamsgewicht iedere 8 uur. Kinderen < 3 maanden of met een lichaamsgewicht < 4 kg: 25/5 mg of 50/5 mg per kg lichaamsgewicht iedere 12 uur. Voor de intraveneuze doseervoorschriften bij ernstige infecties van het Kinderformularium zie de pagina amoxicilline/clavulaanzuur op het NKFK.

Verminderde lever- of nierfunctie of dialyse: Zie onderin deze rubriek.

Acute bacteriële sinusitis

Volwassenen

Volgens de NHG-Standaard Acute rhinosinusitis (2014, en conform het SWAB-advies sinusitis 2015; zie onder Opmerkingen): 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 7 dagen.

Kinderen

Volgens de NHG-Standaard Acute rhinosinusitis (2014): 40/10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses; maximaal 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 7 dagen.

Acute (streptokokken)tonsillitis of -faryngitis

Volwassenen

Volgens de NHG-Standaard Acute keelpijn (2015): amoxicilline/clavulaanzuur 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 7 dagen.

Kinderen

Volgens de NHG-Standaard Acute keelpijn (2015): amoxicilline/clavulaanzuur 40/10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses (elke 8 uur); maximaal 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 7 dagen.

Acute otitis media

Volwassenen

Zie de standaarddosering 'Algemeen bij infecties'.

Kinderen

Volgens de NHG-Standaard ' Acute otitis media bij kinderen' (2014): 40/10 mg/kg lichaamsgewicht verdeeld over 3 doses (elke 8 uur). Behandelduur: 7 dagen.

Community-acquired pneumonie (CAP)

Volwassenen

Oraal: Volgens de SWAB-richtlijn CAP (2016): bij een milde pneumonie (zie C(U)RB-scores in de rubriek Advies) met een onbekende verwekker wordt oraal behandeld met andere antibiotica. Een aspiratiepneumonie behandelen met 500/125 mg 3×/dag (link naar adult.swabid.nl). De orale dosering is 500/125 mg 4×/dag als bekend is dat de pneumonie veroorzaakt wordt door de volgende verwekkers: Klebsiella pneumoniae , S. aureus (non-MRSA), H. influenzae (β-lactamase positief) of door anaeroben (links naar adult.swabid.nl). De behandelduur (niet genoemd op de SWAB-adviespagina's) is doorgaans 5–14 dagen. Een pneumonie veroorzaakt door een S. aureus ten minste 14 dagen behandelen (SWAB-richtlijn op p. 56).

Volgens de NHG-Standaard Acuut hoesten (2013) is de behandelduur bij een mogelijke aspiratiepneumonie 7 dagen.

Verminderde nierfunctie: pas de dosering aan conform het voorschrift onderin deze rubriek; volgens het advies van de Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie van KNMP/WINAp.

I.v.: Volgens de SWAB-richtlijn CAP (2016): bij een matig-ernstige of ernstige pneumonie (zie CURB-scores in de rubriek Advies) met een onbekende verwekker: gebruik deze combinatie alléén in geval van een aspiratiepneumonie, de dosering hierbij is 1000/200 mg 4×/dag (link naar adult.swabid.nl). De intraveneuze dosering is eveneens 1000/200 mg 4×/dag als bekend is dat de pneumonie veroorzaakt wordt de volgende verwekkers: Klebsiella pneumoniae , S. aureus (non-MRSA), H. influenzae (β-lactamase positief) of door anaeroben (links naar adult.swabid.nl). De behandelduur (niet genoemd op de SWAB-adviespagina's) is doorgaans 5–14 dagen. Een pneumonie veroorzaakt door een S. aureus ten minste 14 dagen behandelen (SWAB-richtlijn op p. 56).

Cystitis bij zwangeren

Zwangere vrouwen (vanaf 12 jaar)

Oraal: Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 5 dagen.

Cystitis bij kinderen < 12 jaar

Kinderen < 12 jaar

Oraal: Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): 50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 3 doses, maximaal 1500/375 mg per dag in 3 doses. Behandelduur: 3 dagen.

Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie (pyelonefritis, prostatitis)

Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar

Oraal: Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: niet-zwangere vrouwen gedurende 10 dagen, mannen gedurende 14 dagen. Bij een verblijfskatheter: zowel bij mannen als vrouwen, dosering idem; bij een goede respons op de therapie overwegen gedurende 7 dagen te behandelen. NB: Heroverweeg bij patiënten met een verblijfskatheter de indicatie hiervoor; vervang bij een persisterende indicatie hiervoor de katheter liefst voor de start, maar in elk geval vóór het einde van de kuur. Verwijs een zwangere met tekenen van weefselinvasie naar de tweedelijnszorg. Hetzelfde geldt voor patiënten met koorts of andere tekenen van weefselinvasie die niet verbeteren (of verslechteren, bv. ontwikkelen verwardheid) binnen 48 uur ondanks antibiotica of voor patiënten met een vermoedelijke (uro)sepsis (hypotensie, tachycardie, tachypneu, koude rillingen, verwardheid).

Kinderen < 12 jaar

Oraal: Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): bij kinderen < 40 kg: 50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses (volgens het Kinderformularium van het NKFK, waar de doseringen vandaan komen, max. 1500/375 mg/dag); bij kinderen ≥ 40 kg: 1500/375 mg in 3 doses (volgens het NKFK max. 3000/750 mg/dag in 3 doses, bij de indicatie 'bacteriële infecties'). Behandelduur: 10 dagen. Uitgezonderd zijn kinderen jonger dan 1 maand met koorts; zij dienen verwezen te worden naar de tweedelijnszorg. Hetzelfde geldt voor kinderen met een (vermoeden van) een urineweginfectie die ernstig ziek zijn en/of braken of voor kinderen van 1–3 maanden met koorts zonder focus. Verwijs eveneens als er geen sprake is van verbetering binnen 48 uur ondanks antibiotica.

(Profylaxe van) infecties van huid en weke delen

Algemeen

Volgens de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (2017) komt amoxicilline/clavulaanzuur in aanmerking bij acuut paronychia.

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden (2017) komt amoxicilline/clavulaanzuur in aanmerking bij een bijtwond(infectie). De preventieve behandeling bij bijtwonden instellen in geval van een hoog infectierisico; dit is het geval bij mensenbeet of kattenbeet, bijtwond aan hand, pols, been of voet, alle diepe prikbeten die niet afdoende te reinigen zijn, alle kneusbijtwonden waarbij beschadigd weefsel moeilijk te verwijderen is (bv. paardenbeet). Daarnaast is de profylaxe bij bijtwonden geïndiceerd bij: patiënten zonder milt, een (pre-existent) toegenomen kans op endocarditis, een kunstgewricht, of in geval van een verminderde weerstand (bv. diabetes mellitus, bij gebruik van corticosteroïden). Denk bij bijtwonden ook om de tetanusprofylaxe.

Volwassenen

Bij uitbreiding van de infectie bij een acuut paronychia (echter zonder abcesvorming) is de dosering 500/125 mg 3×/dag, gedurende 7 dagen.

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden (2017) bij een bijtwond(infectie): 500/125 mg 3×/dag (conform de SWAB-adviezen post-expositie profylaxe bijtwonden en therapie bijtwondinfectie). Behandelduur: als behandeling van een infectie: 7 dagen; preventief na een beet: 5 dagen.

Kinderen

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden (2017) komt amoxicilline/clavulaanzuur in aanmerking bij een bijtwond(infectie). Hierbij is de dosering 40/10 mg/kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 3 giften (max. 1500/375 mg/dag). Behandelduur: als behandeling van een infectie: 7 dagen; preventief na een beet: 5 dagen.

Profylaxe van infecties bij operatieve ingrepen

Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg

Intraveneus: Bij ingrepen < 1 uur: 1000/100 mg, 1000/200 mg of 2000/200 mg bij de inductie van de anesthesie.

Intraveneus: Bij ingrepen > 1 uur: 1000/100 mg, 1000/200 mg of 2000/200 mg bij de inductie van de anesthesie, gevolgd door maximaal 3 vervolgdoseringen van 1000/100 mg of 1000/200 mg in 24 uur.

Duidelijke klinische tekenen van een infectie tijdens een operatie vereisen postoperatief een gebruikelijke intraveneuze of orale behandeling.

Behandelduur: Deze is in het algemeen afhankelijk van de respons van de patiënt. Zonder controle (zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen) mag de behandelduur nooit langer zijn dan 14 dagen. Sommige infecties (zoals osteomyelitis) vereisen echter wel een langere behandelduur.

Ouderen: Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd alleen.

Verminderde leverfunctie: Voorzichtig doseren, controleer regelmatig de leverfunctie.

Verminderde nierfunctie

  • Volwassenen

    Advies Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie van KNMP/WINAp

    • Oraal: Bij oraal gebruik is geen dosisaanpassing (meer) nodig; het toepassen van de (voorheen aanbevolen) dosering van 875/125 mg 2×/dag blijkt geen geschikt alternatief; uit simulaties blijkt dat niet bij alle patiënten met een creatinineklaring < 30 ml/min de concentratie amoxicilline voldoende lang boven de MIC ligt. NB: De voorheen geadviseerde orale dosering van 875/125 mg 2×/dag bij een creatinineklaring van < 30 ml/min is daarnaast niet door de fabrikanten opgenomen in de officiële productinformatie CBG/EMA (en dus offlabel).
    • Intraveneus: In verband met de verlengde halfwaardetijd van zowel amoxicilline als clavulaanzuur én verhoogd risico op (ernstige) bijwerkingen van clavulaanzuur:
      • creatinineklaring 10-30 ml/min: geef amoxicilline/clavulaanzuur elke 12 uur en vul aan met amoxicilline totdat de standaard(dag)dosering amoxicilline passend bij de indicatie bereikt is.
      • creatinineklaring < 10 ml/min: normale begindosis voor de indicatie, gevolgd door amoxicilline 1000 mg 2×/dag en clavulaanzuur 100 mg per dag. Omdat clavulaanzuur in Nederland niet los beschikbaar is, wordt 1×/dag i.v. amoxicilline/clavulaanzuur 1000/100 mg gegeven en separaat nog i.v. amoxicilline 1000 mg 1×/dag (bv. 12 uur later).
    • Ook de SWAB-pagina amoxicilline/clavulaanzuur hanteert deze doseringen.

    Volgens de officiële productinformatie CBG/EMA

    • Oraal:
      • creatinineklaring > 30 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
      • creatinineklaring 10–30 ml/min: 500/125 mg 2×/dag;
      • creatinineklaring < 10 ml/min: 500/125 mg 1×/dag.
    • Intraveneus:
      • creatinineklaring > 30 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
      • creatinineklaring 10–30 ml/min: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 12 uur;
      • creatinineklaring < 10 ml/min: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 24 uur.
  • Kinderen
    • Volgens het Kinderformularium van het NKFK (amoxicilline/clavulaanzuur) bij kinderen > 3 maanden:
      • creatinineklaring 10-30 ml/min/1,73 m²: 100% van de normale keerdosis en toedieningsinterval van 12 uur;
      • creatinineklaring < 10 ml/min/1,73 m²: 100% van de normale keerdosis en toedieningsinterval van 24 uur.
      • NB. Voor kinderen > 3 maanden met een verminderde nierfunctie vermeldt de KNMP het voorschrift van het NKFK.
    • Volgens de officiële productinformatie CBG/EMA

      • Kinderen ≥ 40 kg

        • Oraal:
          • creatinineklaring > 30 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
          • creatinineklaring 10–30 ml/min: 500/125 mg 2×/dag;
          • creatinineklaring < 10 ml/min: 500/125 mg 1×/dag.
        • Intraveneus:
          • creatinineklaring > 30 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
          • creatinineklaring 10–30 ml/min: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 12 uur;
          • creatinineklaring < 10 ml/min: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 24 uur,
      • Kinderen < 40 kg

        • Oraal:
          • creatinineklaring > 30 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
          • creatinineklaring 10–30 ml/min: 15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht 2×/dag (max. 500/125 mg 2×/dag);
          • creatinineklaring < 10 ml/min: 15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht 1×/dag (max. 500/125 mg 1×/dag).
        • Intraveneus:
          • creatinineklaring > 30 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
          • creatinineklaring 10–30 ml/min: 25/5 mg per kg lichaamsgewicht iedere 12 uur;
          • creatinineklaring < 10 ml/min: 25/5 mg per kg lichaamsgewicht iedere 24 uur.

Nierfunctie-vervangende therapie

  • Volwassenen
    • Advies Werkgroep Geneesmiddelen bij dialyse van KNMP/WINAp
      • Oraal: Intermitterende hemodialyse, peritoneale dialyse: geen dosisaanpassing nodig.
      • Intraveneus:
        • Hemodialyse, peritoneale dialyse: geef amoxicilline/clavulaanzuur 1000/100 mg 2×/dag (elke 12 uur) en vul zo nodig (afhankelijk van de indicatie) aan met amoxicilline tot de standaard(dag)dosering amoxicilline passend bij de indicatie bereikt is.
        • Continue veno-veneuze hemodialyse en -hemo(dia)filtratie (CVVH en CVVH(D)F): amoxicilline standaarddosering passend bij de indicatie + clavulaanzuur standaarddosis 2×/dag (elke 12 uur). Bij kritisch zieke patiënten wordt gedurende de eerste behandeldagen in het algemeen hoog gedoseerd om de kans op onderbehandeling te voorkomen. Na de acute fase kan op geleide van de respons de dosering worden aangepast aan de nierfunctie om toxiciteit door cumulatie (van clavulaanzuur) te voorkomen.
      • Ook de SWAB-pagina amoxicilline/clavulaanzuur hanteert deze doseringen.
    • Volgens de officiële productinformatie CBG/EMA
      • Oraal: Hemodialyse: 500/125 mg elke 24 uur én 500/125 mg tijdens de dialyse én dit (500/125 mg) herhalen aan het einde van de dialysesessie.
      • Intraveneus: Hemodialyse: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 24 uur én een dosering van 500/100 mg aan het einde van de dialysesessie.
  • Kinderen
    • Volgens de officiële productinformatie CBG/EMA
      • Kinderen ≥ 40 kg
        • Oraal: Hemodialyse: 500/125 mg elke 24 uur én 500/125 mg tijdens de dialyse én dit (500/125 mg) herhalen aan het einde van de dialysesessie.
        • Intraveneus: Hemodialyse: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 24 uur én een dosering van 500/100 mg aan het einde van de dialysesessie.
      • Kinderen < 40 kg
        • Oraal: Hemodialyse: 15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht elke 24 uur èn 15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht vlak voor de dialyse en dit (15/3,75 mg/kg) herhalen aan het einde van de dialysesessie.
        • Intraveneus: Hemodialyse: 25/5 mg per kg lichaamsgewicht elke 24 uur èn daarnaast 12,5/2,5 mg per kg lichaamsgewicht toedienen aan het einde van de dialysesessie.
      • Ook de Werkgroep Geneesmiddelen bij dialyse van KNMP/WINAp hanteert deze doseringen.

Toediening

  • Oraal: De tabletten héél innemen. De suspensie en tabletten bij voorkeur innemen bij de maaltijd, dit vanwege een betere gastro-intestinale tolerantie. Voor kinderen van 2–12 jaar (13–37 kg) is de suspensie beschikbaar; deze schudden voor gebruik.
  • Intraveneus: Alle sterkten, behalve 2000/200 mg, toedienen als langzame i.v.-injectie gedurende 3–4 minuten óf als een i.v.-infusie gedurende 30–40 minuten; de sterkte 2000/200 mg en bij i.v.-toediening bij kinderen < 3 maanden alleen via i.v. infusie toedienen.

Doseringen

Bij dit geneesmiddel wordt in bepaalde situaties (ook) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op Flucloxacilline van tdm-monografie.org.

Klap alles open Klap alles dicht

Behandeling van infecties in het algemeen

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

Oraal: volgens de fabrikant: bij de geregistreerde infecties als deze niet-ernstig of matig-ernstig zijn: 500 mg iedere 8 uur, gedurende 5–10 dagen. Bij ernstige infecties kan deze orale dosering verdubbeld worden.

Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK (en conform de fabrikant): bij niet-ernstige infecties in algemene zin bij kinderen van 12–18 jaar: 500 mg iedere 8 uur gedurende 5–10 dagen. Bij ernstige infecties bij een lichaamsgewicht ≥ 30 kg: 3000 mg/dag verdeeld over 3 doses, gedurende 5–10 dagen; bij een lichaamsgewicht < 30 kg: 100 mg/kg/dag in 3 doses. Bij infecties bij cystische fibrose kan volgens het Kinderformularium vanaf 1 maand tot 18 jaar gebruikt worden: 50–100 mg/kg/24 uur in 3–4 doses, max. 6 g/24 uur.

Intraveneus (bij chronische, recidiverende en bij ernstige infecties óf bij slechte absorptie): volgens de fabrikanten: Floxapen en CF: ernstige infecties: 250–1000 mg iedere 4–6 uur via i.v. infusie gedurende 20–30 min. Eventueel max. 2000 mg iedere 6 uur via i.v. infusie gedurende 20–30 min; nooit meer dan 2 g in één keer als infuus toedienen. Minder ernstige infecties: 250 mg via i.v. injectie iedere 6 uur. Aurobindo: ernstige infecties: tot 8 g/dag verdeeld over 3 of 4 doses (iedere 6 of 8 uur) via i.v. infusie, eventueel (max.) 2000 mg iedere 4 uur over 20–30 min (max. 12 g/dag). Matig-ernstige infecties: i.v. 1–6 g verdeeld over 3 tot 6 doses.

Intraveneus: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 1–6 g/24 uur in 4–6 doses, max. 12 g/24 uur. Maximaal 2 g/dosis. Bij infecties bij cystische fibrose: 150–200 mg/kg/24 uur in 4–6 doses, max. 12 g/dag.

Intramusculair (bij chronische, recidiverende infecties óf bij slechte absorptie): volgens de fabrikanten: minder ernstige infecties: Floxapen en CF: 250 mg iedere 6 uur. Aurobindo: 1–6 g verdeeld over 3 tot 6 doses; nooit meer dan 2 g via een enkelvoudige i.m. bolusinjectie toedienen.

Intrapleuraal: Volwassenen: 500 mg 1×/per dag opgelost in 5–10 ml fysiologische zoutoplossing.

Intra-articulair: Volwassenen: 500 mg 1×/per dag opgelost in 2–4 ml water voor injectie.

Kinderen < 12 jaar

Oraal: volgens de fabrikant: 25–50 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld in 3–4 doses, maar gebruikelijk is bij kinderen van 2–12 jaar 250 mg iedere 8 uur en bij kinderen tot 2 jaar 125 mg iedere 8 uur. Bij ernstige infecties kan de dosis worden verdubbeld.

Oraal: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij kinderen tot 12 jaar in algemene zin bij niet-ernstige infecties: 25–50 mg/kg/dag in 3 doses; max. 1500 mg/dag. Bij ernstige infecties en een lichaamsgewicht < 30 kg: 100 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses; bij een lichaamsgewicht ≥ 30 kg: 3000 mg/dag verdeeld over 3 doses. Behandelduur: 5–10 dagen. Bij infecties bij cystische fibrose kan volgens het Kinderformularium vanaf de leeftijd van 1 maand gebruikt worden: 50–100 mg/kg/24 uur in 3–4 doses, max. 6 g/24 uur.

Intraveneus/intramusculair: volgens de fabrikanten: gewoonlijk geeft men kinderen van 2–12 jaar de helft van de dagdosis voor volwassenen en kinderen tot 2 jaar een kwart van de dagdosis voor volwassenen. Matig-ernstige infecties: 25–50 mg/kg lichaamsgewicht/dag, verdeeld over 3–4 doses (i.m. of i.v. injectie); ernstige infecties: tot 100 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 3–4 doses (i.v.-injectie of infusie), max. 33 mg/kg lichaamsgewicht per i.v.-injectie of infusie. Volgens fabrikant Aurobindo: voor kinderen van 10–14 jaar gewoonlijk 1,5–2 g/dag en voor kinderen van 6–10 jaar 0,75–1,5 g/dag verdeeld over 3–4 gelijke doses.

Intraveneus: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij kinderen van 1 maand tot 12 jaar bij ernstige infecties: 100 mg/kg/24 uur in 4–6 doses, max. 200 mg/kg/24 uur maar niet hoger dan 12 g/24 uur. Maximaal 2 g/dosis. Bij infecties bij cystische fibrose: 150–200 mg/kg/24 uur in 4–6 doses, max. 12 g/dag.

Neonaten van 1 week tot 4 weken

Intraveneus: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Bij een geboortegewicht < 2000 g: 75 mg/kg/24 uur in 3 doses; bij een geboortegewicht ≥ 2000 g: 100 mg/kg/24 uur in 4 doses. Bij neonaten kan men bij infecties veroorzaakt door S. aureus de dosering ophogen tot 150 mg/kg/24 uur in 6 doses.

Neonaten < 1 week oud

Intraveneus: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Bij een geboortewicht < 2000 g: 50 mg/kg/24 uur in 2 doses; bij een geboortegewicht ≥ 2000 g: 75 mg/kg/24 uur in 3 doses. Bij neonaten kan men bij infecties veroorzaakt door S. aureus de dosering ophogen tot 150 mg/kg/24 uur in 6 doses.

Bacteriële huidinfecties (NHG)

Volwassenen

Oraal: bij oppervlakkige huidinfecties: folliculitis (alleen bij hardnekkige klachten), impetigo vulgaris (crustosa of bullosa) óf bij impetiginisatie: 500 mg iedere 6 uur gedurende 7 dagen. Deze informatie komt uit: tabel 1 en 3 van de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (2019).

Oraal: bij diepe huidinfecties: bij cellulitis, erysipelas, ecthyma-ulcus: 500 mg iedere 6 uur, bij cellulitis/erysipelas gedurende 10–14 dagen; bij een ecthyma-ulcus gedurende 10 dagen. Bij een furunkel met risico op een gecompliceerd beloop (boven de lijn van mondhoek tot oor, een verhoogd risico op endocarditis, bij aanwezigheid van een kunstgewricht of een verminderde weerstand) óf bij een niet-genezende furunkel: 500 mg iedere 6 uur gedurende 7 dagen. Deze informatie komt uit: tabel 2 en 3 van de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (2019). Zie de link hierboven achter het voorschrift voor oppervlakkige huidinfecties.

Kinderen

Oraal: bij oppervlakkige huidinfecties: bij folliculitis (alleen bij hardnekkige klachten), bij impetigo (crustosa of bullosa) óf bij impetiginisatie: bij kinderen: 40 mg/kg lichaamsgewicht/dag, verdeeld over 3 doses (max. 1500 mg/dag), gedurende 7 dagen. Deze informatie komt uit: tabel 1 en 3 van de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (2019). Zie de link bij de leeftijdscategorie Volwassenen.

Oraal: bij diepe huidinfecties: bij cellulitis, erysipelas, ecthyma-ulcus: 40 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses (max. 1500 mg/dag), bij cellulitis/erysipelas gedurende 10–14 dagen; bij een ecthyma-ulcus gedurende 10 dagen. Bij een furunkel met risico op een gecompliceerd beloop (boven de lijn van mondhoek tot oor, een verhoogd risico op endocarditis, bij aanwezigheid van een kunstgewricht of een verminderde weerstand) óf bij een niet-genezende furunkel: 40 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses (max. 1500 mg/dag), gedurende 7 dagen. Deze informatie komt uit: tabel 2 en 3 van de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (2019). Zie de link bij de leeftijdscategorie Volwassenen.

Offlabel: Endocarditisprofylaxe bij hoogrisicopatiënten die hoogrisico-ingrepen ondergaan

Volwassenen

Oraal, i.m. of i.v.: Volgens het SWAB-advies endocarditis profylaxe, bij ingrepen in geïnfecteerd weefsel (bv. incisie van een huidabces, ontlasten van een furunkel): 2 g, 30–60 min vóór de ingreep. Voor meer informatie over welke patiënten in aanmerking komen voor endocarditisprofylaxe en/of bij welke ingrepen dit is, zie: de NHG-Behandelrichtlijn Endocarditisprofylaxe (2016) (met samenvatting van de indicaties die voor de huisarts relevant zijn) of de SWAB-sectie Endocarditis profylaxe.

Kinderen

Oraal, i.m. of i.v.: Volgens het SWAB-advies endocarditis profylaxe, bij ingrepen in geïnfecteerd weefsel (bv. incisie van een huidabces, ontlasten van een furunkel): 50 mg/kg lichaamsgewicht, max. 2 g, 30–60 min. vóór de ingreep. Voor meer informatie over welke patiënten in aanmerking komen voor endocarditisprofylaxe en/of bij welke ingrepen dit is, zie de links onder de leeftijdscategorie Volwassenen.

Verminderde nierfunctie

  • Oraal: Geen dosisaanpassing nodig.
  • Intraveneus

    • GFR ≥ 10 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
    • Bij een creatinineklaring < 10 ml/min:
      • Volwassenen:
        • Volgens de werkgroep 'Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie' van de KNMP: Dosisaanpassing is alleen nodig bij intraveneus gebruik van een hoge dosering flucloxacilline (8–12 g/dag) gedurende een langere periode. Overweeg na 10 dagen een spiegelbepaling en overweeg om de dosering te verlagen in overleg met een infectioloog, (ziekenhuis)apotheker of het antibioticateam. Een spiegelbepaling heeft alleen zin als ook de MIC van het te bestrijden micro-organisme bekend is. Overweeg spiegelbepaling met name om onderbehandeling te voorkomen.
        • Volgens de fabrikant: overweeg dosisverlaging óf verlenging van het toedieningsinterval, aanbevolen voor volwassenen met een creatinineklaring < 10 ml/min is 1 g elke 8–12 uur. Ook de SWAB-pagina flucloxacilline vermeldt dit voorschrift, behalve voor de indicatie behandeling van endocarditis; geef dan max. 6 g/24 uur per continue infusie.
      • Kinderen: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: Dosisaanpassing is alleen nodig bij intraveneus gebruik van een hoge dosering flucloxacilline (150–200 mg/kg/dag) gedurende een langere periode. Overweeg na 10 dagen een spiegelbepaling en overweeg om de dosering te verlagen. Een spiegelbepaling heeft alleen zin als ook de MIC van het te bestrijden micro-organisme bekend is. Overweeg spiegelbepaling met name om onderbehandeling te voorkomen.

Nierfunctie-vervangende therapie

  • Volgens de fabrikant is aanpassing van de dosering tijdens of na dialyse niet noodzakelijk, omdat flucloxacilline niet of nauwelijks wordt verwijderd door dialyse.
  • Bij intermitterende hemodialyse, continue venoveneuze hemodialyse(CVVH)/hemo(dia)filtratie (CVVH(D)F) of peritoneale dialyse (CAPD) bij volwassenen: Volgens de Werkgroep 'Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie en dialyse' van de KNMP: Dosisaanpassing is alleen nodig bij intraveneus gebruik van een hoge dosering flucloxacilline (8–12 g/dag) gedurende een langere periode. Overweeg na 10 dagen een spiegelbepaling en overweeg om de dosering te verlagen in overleg met een infectioloog, (ziekenhuis)apotheker of het antibioticateam. Een spiegelbepaling heeft alleen zin als ook de MIC van het te bestrijden micro-organisme bekend is. Overweeg spiegelbepaling met name om onderbehandeling te voorkomen.
  • Zie voor de doseervoorschriften volgens SWAB bij CAPD, hemodialyse of CAV / VVHD de SWAB-pagina flucloxacilline (voor volwassenen).

Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.

Toediening

  • Oraal: De capsules en orale suspensie innemen op een lege maag, bv. 1 uur vóór of 2 uur ná de maaltijd. De suspensie schudden voor gebruik. De capsules heel innemen met veel water, bij voorkeur een vol glas;
  • Bij ernstige en levensbedreigende infecties heeft de intraveneuze toediening de voorkeur; bij minder ernstige infecties kán ook intramusculair toegediend worden;
  • I.v.- en i.m.-injectie: na reconstitutie van het poeder voor injectievloeistof volgens de aanwijzingen van de fabrikant, de injectie langzaam toedienen, de infusievloeistof in 20–30 min infunderen.
  • Aminoglycosiden kunnen niet in dezelfde infusievloeistof worden toegediend vanwege neerslagvorming;
  • De injectievloeistof is niet geschikt voor subconjunctivale of lokale toediening in het oog, of als een intrathecale injectie.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): diarree.

Vaak (1-10%): misselijkheid, braken. Candidiasis van huid en slijmvliezen.

Soms (0,1-1%): dyspepsie. Huiduitslag, jeuk, urticaria. Hoofdpijn, duizeligheid. Lichte stijging van leverenzymwaarden (ASAT/ALAT).

Zelden (0,01-0,1%): erythema multiforme. Reversibele leukopenie (incl. neutropenie), trombocytopenie. Bij gebruik van de i.v.-toedieningsvorm: (trombo)flebitis.

Verder zijn gemeld: overgroei van niet-gevoelige micro-organismen (bij langdurig gebruik). Met antibiotica-geassocieerde colitis (incl. pseudomembraneuze colitis en hemorragische colitis). Vasculitis, angio-oedeem, anafylaxie, serumziekte-achtig syndroom. Kounissyndroom (acuut allergisch coronair syndroom). Reversibele hyperreactiviteit, convulsies (bij verminderde nierfunctie of bij hoge doses), aseptische meningitis. Hepatitis, cholestatische geelzucht (soms fataal verlopend). Acute gegeneraliseerde met exantheem gepaard gaande pustulosus (AGEP), toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), dermatitis exfoliativa bullosa, geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom). Interstitiële nefritis, kristalurie (vnl. bij intraveneuze toediening, hoge doses en verminderde urineproductie; kan overgaan in nierfalen). Hemolytische anemie, verlenging van de bloedingstijd en protrombinetijd, reversibele agranulocytose. Trombocytose.

Bij orale toediening: zwarte haartong, tandverkleuring.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Soms (> 0,1%): gastro-intestinale bijwerkingen zoals misselijkheid, braken en diarree (in het algemeen van niet-ernstige en voorbijgaande aard, vaker voorkomend bij parenterale toediening). Huiduitslag, purpura en urticaria.

Zeer zelden (< 0,01%): angio-oedeem, vooral bij parenterale toediening: anafylactische shock. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP). Pseudomembraneuze colitis. Interstitiële nefritis. Bij hoge i.v.-dosering bij nierinsufficiëntie: neurologische afwijkingen zoals convulsies. Hepatitis, cholestatische icterus (dodelijke afloop is gemeld), veranderde uitslagen van leverfunctietesten. Koorts en gewrichts- en/of spierpijn (soms > 48 uur na de start van de behandeling). Hemolytische anemie, neutropenie (incl. agranulocytose), eosinofilie, trombocytopenie. HAGMA bij gelijktijdig gebruik van paracetamol en doorgaans bij aanwezigheid van risicofactoren (zie rubriek Interacties).

Verder zijn gemeld: pijnlijk of brandend gevoel in de slokdarm, oesofagitis. Hypokaliëmie (vooral bij aanwezigheid van risicofactoren voor een lage kaliumspiegel).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Bij met antibiotica geassocieerde colitis is het gebruik van geneesmiddelen die de darmperistaltiek vertragen gecontra-indiceerd.

De bactericide werking van penicillinen wordt in vitro geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden); het klinisch belang hiervan is alleen aangetoond bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.

Van methotrexaat wordt de renale klaring verminderd door amoxicilline; dit kan leiden tot het eerder bereiken van toxische waarden van methotrexaat.

De werking van vitamine K-antagonisten kan worden versterkt; een aanpassing van de dosering van de vitamine K-antagonist kan nodig zijn.

Bij gebruik van mycofenolaatmofetil verlaagt amoxicilline/clavulaanzuur de dalspiegel van de actieve metaboliet mycofenolzuur (MPA) met ca. 50%; de patiënt nauwkeurig vervolgen tijdens en vlak na de antibioticumkuur. Een dosisaanpassing is pas noodzakelijk bij het ontstaan van transplantaatdisfunctie; de veranderde dalspiegel hoeft geen accurate weergave van de totale blootstelling aan MPA te zijn.

Bij comedicatie met hepatotoxische geneesmiddelen is de kans op ernstige, fataal verlopende hepatische bijwerkingen groter.

Gelijktijdige toediening met allopurinol kan allergische huidreacties opwekken.

Fenylbutazon en probenecide verlengen de plasmahalfwaardetijd van amoxicilline door vermindering van de tubulaire secretie. Gelijktijdig gebruik met probenecide wordt door de fabrikant van amoxicilline/clavulaanzuur niet aanbevolen; dit kan resulteren in langdurig verhoogde bloedspiegels van amoxicilline, maar niet van clavulaanzuur.

Interacties

Bacteriostatische antibiotica (bv. tetracyclinen, macroliden) antagoneren de werking van penicillinen in vitro. Klinisch is dit alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.

Bij combinatie met paracetamol is metabole acidose met een verhoogde anion gap (HAGMA) gemeld. Met name patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie, sepsis en ondervoeding hebben een hoge kans op HAGMA, vooral als maximale doses paracetamol worden gebruikt. Na gelijktijdige toediening controleren op 5-oxoproline in de urine, om zuur-base aandoeningen, met name HAGMA, op te sporen. Wanneer de behandeling met flucloxacilline wordt voorgezet na het staken van paracetamol op HAGMA blijven controleren gedurende het gebruik van flucloxacilline. Volgens Lareb is het vrouwelijk geslacht ook een mogelijke risicofactor voor deze verzuring van het bloed bij gelijktijdig gebruik van flucloxacilline en paracetamol. Ook van invloed lijken aandoeningen van de lever (vooral leverziekte als gevolg van chronisch alcoholgebruik) en een vegetarisch dieet. Voor meer informatie hierover, zie Metabole acidose door gebruik van paracetamol en flucloxacilline op lareb.nl.

De eliminatie van penicillinen, waaronder flucloxacilline, kan door remming van de tubulaire secretie worden vertraagd door fenylbutazon, probenecide en in mindere mate door acetylsalicylzuur en indometacine. De plasmaspiegel van flucloxacilline neemt hierdoor toe. Van de combinatie met probenecide kan volgens de fabrikant therapeutisch gebruik gemaakt worden.

Zwangerschap

Amoxicilline en clavulaanzuur passeren de placenta.

Teratogenese: Er is ruime ervaring bij de mens; er geen aanwijzingen voor een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen.

Farmacologisch effect: Profylactische behandeling met amoxicilline/clavulaanzuur bij vrouwen met voortijdige scheuring van het amnion laat in een enkele studie zien dat amoxicilline/clavulaanzuur samenhangt met meer kans op necrotische enterocolitis bij pasgeborenen.

Advies: Kan worden gebruikt.

Overig: Het gebruik van aspartaambevattende geneesmiddelen wordt ontraden bij zwangere vrouwen met fenylketonurie (PKU). Benzylalcohol (in sommige suspensies) kan zich ophopen en leiden tot metabole acidose.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Flucloxacilline passeert de placenta. De serumconcentratie bij de foetus bedraagt ½–¼ van die van de moeder.

Teratogenese: Bij de mens is er ruime ervaring met flucloxacilline tijdens de zwangerschap en zijn er geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, zowel amoxicilline als clavulaanzuur in geringe hoeveelheden.

Farmacologisch effect: De kans op een allergische reactie bij het kind is minimaal. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed; wees alert op het ontstaan van een schimmelinfectie van de slijmvliezen van en diarree bij de zuigeling.

Advies: Kan worden gebruikt.

Overig: Benzylalcohol (in sommige suspensies) kan zich ophopen en leiden tot metabole acidose.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in moedermelk: Ja, in geringe mate.

Farmacologisch effect: De kans op een allergische reactie bij de zuigeling is zeer klein. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed. Dit leidt hooguit tot diarree.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • Ernstige overgevoeligheid voor penicillinen en cefalosporinen (m.n. eerste en tweede generatie cefalosporinen);
  • In de voorgeschiedenis door deze combinatie geïnduceerde:
    • geelzucht;
    • leverfunctiestoornis;
    • acute gegeneraliseerde met exantheem gepaard gaande pustulosus (AGEP).

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor andere β-lactam-antibiotica zoals penicillinen, cefalosporinen en carbapenems;
  • door flucloxacilline geïnduceerde geelzucht of leverfunctiestoornis in de voorgeschiedenis;
  • door flucloxacilline geïnduceerde acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP) in de voorgeschiedenis.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vermijd gebruik indien mononucleosis (infectie met EBV) wordt vermoed of is bevestigd in verband met de hoge kans op morbilliforme huiduitslag.

Vóór toediening zorgvuldig nagaan of de patiënt overgevoelig is voor penicillinen of cefalosporinen, omdat kruisovergevoeligheid kan bestaan met andere penicillinen en cefalosporinen (met name eerste en sommige van de tweede generatie, maar bv. niet met cefuroxim).

Wees voorzichtig bij:

  • de atopische patiënt;
  • een verminderde leverfunctie;
  • toediening aan een zuigeling wiens moeder allergisch is voor penicillinen;
  • een patiënt met een natriumbeperkt dieet, als hoge intraveneuze doses worden gegeven.

Controles bij langdurige toepassing: Controleer in geval van langdurige toepassing de nier- en leverfunctie en het bloedbeeld regelmatig. Hepatische bijwerkingen komen vooral voor bij mannen en ouderen – en zeer zelden bij kinderen – en kunnen verband houden met langdurige (> 2 weken) of herhaalde behandeling. De symptomen ontstaan meestal gedurende of kort na de behandeling, maar soms pas na enkele weken tot 3 maanden.

Kristalurie: Zorg voor voldoende vloeistofinname en urineproductie om het risico op kristalurie te verminderen tijdens de toediening van amoxicilline in hoge doses. Controleer de openingen van verblijfskatheters regelmatig, omdat hoge doses amoxicilline bij kamertemperatuur kunnen neerslaan in de urine.

Overgroei door niet-gevoelige micro-organismen komt voor; controleer bij langdurige toepassing regelmatig op superinfecties. Overweeg bij optreden van ernstige diarree, de diagnose pseudomembraneuze colitis; in dit geval, evenals bij optreden van hemorragische colitis, het gebruik staken.

Ook bij overgevoeligheidsreacties het gebruik staken. Overweeg bij het optreden van een koortsig gegeneraliseerd erythema met pustula, de diagnose acute gegeneraliseerde met exantheem gepaard gaande pustulosus (AGEP) overwegen en ook dan de behandeling direct staken. AGEP is een contra-indicatie voor toekomstige behandeling met amoxicilline/clavulaanzuur.

Hoge doseringen kunnen de kans op convulsies vergroten bij verminderde nierfunctie, bij een aandoening van de hersenvliezen, toevallen in de anamnese of behandelde epilepsie.

De oppervlakkige verkleuring van de tanden, met name bij de suspensies, kan gewoonlijk worden verwijderd door tandenpoetsen.

Beïnvloeding van diagnostische testen: Voor het bepalen van glucose in de urine alleen enzymatische testmethoden toepassen. Clavulaanzuur kan een fout-positieve uitslag van de Coombs-test geven (door non-specifieke binding van IgG en albumine aan de membranen van rode bloedcellen). Ook de 'Platelia® Aspergillus EIA'-test (van Bio-Rad Laboratories) kan fout-positief zijn.

Hulpstoffen:

  • Aspartaam, in sommige suspensies, kan schadelijk zijn voor mensen met homozygote fenylketonurie (PKU). Houd rekening met de hoeveelheid fenylalanine die door aspartaam wordt geleverd. Er zijn geen klinische of non-klinische gegevens beschikbaar over gebruik van aspartaam bij zuigelingen < 12 weken.
  • Benzylalcohol, in sommige suspensies, bij voorkeur niet gebruiken bij pasgeborenen < 4 weken vanwege ernstige bijwerkingen (zoals het ‘gasping’-syndroom) én niet langer dan één week gebruiken bij kinderen < 3 jaar, vanwege stapeling. Gebruik van benzylalcohol bij een nier- of leverfunctiestoornis kan door ophoping leiden tot metabole acidose.
  • Natriumbenzoaat, in sommige suspensies, kan geelzucht bij pasgeborenen < 4 weken verergeren. Dit kan overgaan in kernicterus (ophoping van ongeconjugeerd bilirubine in hersenweefsel).
  • Wees voorzichtig met natrium, in sommige injectievloeistoffen, bij een natriumarm dieet.

Waarschuwingen en voorzorgen

Ernstige en incidenteel dodelijke gevallen van penicilline-overgevoeligheid komen vaker voor bij een (anamnestisch) doorgemaakte penicilline-overgevoeligheid; dit vóór toediening nagaan. Er kan kruisovergevoeligheid voor en kruisresistentie met andere β-lactamantibiotica optreden, zoals met cefalosporinen. Ernstige anafylactische reacties vereisen onmiddellijke behandeling met o.a. adrenaline.

Bij patiënten met mononucleosis infectiosa of lymfatische leukemie bedacht zijn op het zeer frequent voorkomen van exanthemen.

Bij langdurige behandeling de nierfunctie controleren. Houd bij een verminderde nierfunctie rekening met het magnesiumgehalte van de suspensie.

Overweeg de kaliumspiegel periodiek te controleren bij intraveneus gebruik, met name bij hogere doses. Besteed aandacht aan het risico op hypokaliëmie als flucloxacilline wordt toegediend in combinatie met hypokaliëmie-inducerende diuretica, of als er andere risicofactoren voor hypokaliëmie bestaan (bv. ondervoeding, niertubulusstoornis). Door flucloxacilline geïnduceerde hypokaliëmie kan resistent zijn voor kaliumsuppletie, en kan levensbedreigend zijn.

Wees voorzichtig bij patiënten met een gestoorde leverfunctie, met een ernstige onderliggende ziekte en met een leeftijd > 50 jaar, omdat bij hen de bijwerkingen op de lever ernstig kunnen zijn en fataal kunnen verlopen. Controleer bij langdurige behandeling (bij bv. osteomyelitis, endocarditis) de leverfunctie regelmatig. Bij het optreden van leverfunctiestoornissen de behandeling met flucloxacilline direct staken. Hepatitis en cholestatische icterus kunnen tot 2 maanden na staken van de behandeling nog optreden en het beloop kan in sommige gevallen een aantal maanden duren. Er zijn aanwijzingen dat er meer kans op leverschade is, bij patiënten met het HLA-8*5701-allel; echter, omdat slechts enkele patiënten (1:500–1:1000 dragers van het allel) hiervan ook echt leverschade ontwikkelen, is routineonderzoek naar dit allel niet aanbevolen.

Overgroei door niet-gevoelige micro-organismen, met name bacteriën en schimmels, kan door langdurige toepassing in sommige gevallen ontstaan.

Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP): Gegeneraliseerd erytheem met pustulae en koorts na aanvang van de behandeling kan een symptoom zijn van AGEP. AGEP is één van de ernstigere reactiepatronen op geneesmiddelen; het ontstaat vaak enkele dagen na de eerste toediening van een geneesmiddel, óf na enkele weken. Na het staken van het geneesmiddel verdwijnen de klachten doorgaans binnen enkele dagen; soms duurt het echter langer en ontstaan o.a. secundaire huidinfecties, complicaties aan lever, nieren of longen, en verder sepsis. In geval de diagnose AGEP wordt vastgesteld de behandeling staken en flucloxacilline nooit meer toepassen (zie ook de rubriek Contra-indicaties).

Slokdarmklachten zijn gemeld, wisselend van een pijnlijk en/of brandend gevoel in de slokdarm tot oesofagitis. De stof flucloxacilline zelf lijkt irritatie te veroorzaken. Sommige patiënten bij wie dit is opgetreden zijn behandeld met een H2-antagonist of protonpompremmer.

Wees voorzichtig bij porfyrie in de voorgeschiedenis.

Bij kinderen jonger dan 6 maanden kan door een vertraagde renale klaring de serumconcentratie relatief hoger zijn. Speciale aandacht is vereist bij pasgeborenen in verband met het risico van hyperbilirubinemie; na parenterale hoge dosering kan flucloxacilline bij een geelgekleurde baby, kernicterus induceren door verdringing van bilirubine van de eiwitbindingsplaatsen.

Hulpstoffen

  • Wees voorzichtig met natrium, in de poeders voor injectievloeistoffen, bij een natriumarm dieet;
  • Natriumbenzoaat, in de suspensie, kan geelzucht bij pasgeborenen < 4 weken oud verergeren;
  • Wees voorzichtig met sucrose, in de suspensie, bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.

Overdosering

Symptomen

Vooral bij nierfunctiestoornissen kunnen convulsies optreden. Maag-darmklachten. Verstoring van de water- en elektrolytenbalans. Kristalurie met nierfalen.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met amoxicilline/clavulaanzuur contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

Gastro-intestinale symptomen, verstoring water- en elektrolytenbalans.

Therapie

Symptomatisch. Overweeg toediening van geactiveerde kool en eventueel een osmotisch laxans (bv. natriumsulfaat).

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met flucloxacilline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

β-Lactam-antibioticum. Amoxicilline is een bactericide antibioticum uit de groep aminopenicillinen. Remming van één of meerdere enzymen (penicillinebindende eiwitten (PBE's)) in de biosynthese van bacterioglycanen door amoxicilline leidt tot verzwakking van de celwand van de bacterie, vaak gevolgd door cellysis en celdood. De tijd boven de minimaal remmende concentratie (MIC), op de plek van de infectie, wordt gezien als de grootste determinant voor de activiteit van amoxicilline. Het werkingsspectrum is breed en omvat Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen. Amoxicilline is gevoelig voor β-lactamasen (penicillinasen). De meeste stafylokokken produceren penicillinase, waardoor ze resistent worden voor amoxicilline; wanneer ze als gevoelig gerapporteerd worden voor benzylpenicilline, kunnen ze beschouwd worden als gevoelig voor amoxicilline.

Clavulaanzuur is een β-lactamaseremmer. Door de combinatie met clavulaanzuur wordt amoxicilline beschermd tegen afbraak door de meeste algemeen voorkomende β-lactamasen; het geeft géén bescherming tegen β-lactamasen uit de moleculaire klassen B (metallo-β-lactamasen), C en D.

Over het algemeen gevoelig zijn:

  • Aeroob Gram-positief: Enterococcus faecalis, Gardnerella vaginalis, Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), coagulase negatieve-stafylokokken (meticilline-gevoelig) incl. Staphylococcus saprophyticus (ampicilline gevoelig), Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae (penicilline-gevoelig), Streptococcus pyogenes, andere β-hemolytische streptokokken en de Streptococcus viridans-groep.
  • Aeroob Gram-negatief: Actinobacillus actinomycetemcomitans, Capnocytophaga spp., Eikenella corrodens, Moraxella catarrhalis, Neisseria gonorrhoeae, Pasteurella multocida en Raoultella spp.
  • Anaeroob: Bacteroides fragilis, Fusobacterium nucleatum en Prevotella spp.

Verworven resistentie kan een probleem zijn bij:

  • Aeroob Gram-positief: Enterococcus faecium.
  • Aeroob Gram-negatief: Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis en Proteus vulgaris.

Inherent resistent zijn:

  • Aeroob Gram-positief: alle meticilline-resistente stafylokokken (bv. MRSA).
  • Aeroob Gram-negatief: Acinetobacter spp., Citrobacter freundii, Enterobacter spp., Legionella pneumophila, Morganella morganii, Providencia spp., Pseudomonas spp., Serratia spp. en Stenotrophomonas maltophilia.
  • Anaeroob: Chlamydia trachomatis, Chlamydophila pneumonia, Chlamydophila psittaci, Coxiella burneti en Mycoplasma pneumoniae.

Kinetische gegevens

F ca. 70% (amoxicilline, clavulaanzuur).
T max oraal 1–2½ uur (amoxicilline, clavulaanzuur).
V d 0,3–0,4 l/kg (amoxicilline) en 0,2 l/kg (clavulaanzuur).
Overig Er is distributie naar abdominaal weefsel incl. galblaas, huid-, vet- en spierweefsel, synoviaal- en peritoneaal vocht, gal en pus. Relatief slechte penetratie in het CZS, ca. 20% bij ontstoken hersenvliezen.
Metabolisering Amoxicilline gedeeltelijk (ca. 10–25%), clavulaanzuur wordt uitgebreid gemetaboliseerd. De metaboliet van amoxicilline, penicilloïnezuur, heeft géén antibacteriële activiteit, maar heeft wel allergene eigenschappen.
Eliminatie Voor 60–70% (amoxicilline) en 40–65% (clavulaanzuur) onveranderd binnen 6 uur met de urine. Clavulaanzuur wordt ook als metaboliet uitgescheiden met de urine, feces en uitgeademde lucht. Hemodialyse kan zowel amoxicilline als clavulaanzuur uit de circulatie verwijderen. Peritoneale dialyse is niet in staat amoxicilline uit de circulatie te verwijderen. Clavulaanzuur wordt uit de circulatie verwijderd door peritoneale dialyse.
T 1/2el ca. 1,1 uur (amoxicilline) en ca. 0,9 uur (clavulaanzuur), bij ernstige nierfunctiestoornissen 6–15 uur (amoxicilline) en 2,6–4 uur (clavulaanzuur). Amoxicilline bij neonaat en zuigeling 3-4 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Semisynthetisch bactericide β-lactamantibioticum. Flucloxacilline remt de crosslinking van peptidoglycanen in de celwand, wat uiteindelijk leidt tot lysis en celdood. Het werkingsspectrum is (zeer) smal en omvat Gram-positieve bacteriën, waaronder stafylokokken (ook β-lactamaseproducerende stammen) en streptokokken. De werking van flucloxacilline is afhankelijk van de tijd dat de spiegel boven de minimaal inhiberende concentratie (MIC) van de bacterie voor het antibioticum uitkomt. Combinatie met een aminoglycoside kan synergistisch werken. Kruisresistentie tussen penicillinen onderling en met cefalosporinen komt voor.

Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn:

  • aeroob Gram-positief: Staphylococcus aureus (meticilline gevoelig; 'MSSA'), Staphylococcus epidermidis, β-hemolytische streptokokken Groep A (GAS, Streptococcus pyogenes), Groep B (GBS, Streptococcus agalactiae), Streptococcus pneumoniae en Streptococcus viridans.
  • anaeroob: Clostridium perfringens en Clostridium tetani.

Resistentie kan een probleem zijn bij: Haemophilus influenzae, en bij coagulase negatieve Staphylococcus spp (resistentie tot 80% in Nederland).

Resistent zijn:

  • aeroob Gram-positief: Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium en meticilline resistente stafylokokken (MRSA en MRSE).
  • aeroob Gram-negatief: Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis, Pseudomonas aeruginosa en Serratia maltophilia.

De meeste van deze gegevens zijn gebaseerd op Duitse resistentiedata en kunnen mogelijk licht afwijken van de Nederlandse situatie.

Kinetische gegevens

Resorptie oraal ca. 55% (nuchter).
T max i.m. ca. ½ uur, oraal 1 uur.
V d ca. 0,24 l/kg. Bij neonaten: ca. 0,45 l/kg.
Overig flucloxacilline verspreidt zich goed naar de meeste weefsels, bij ontstoken hersenvliezen in een kleine hoeveelheid naar de cerebrospinale vloeistof.
Eiwitbinding ca. 95%.
Metabolisering ca. 10% tot een actieve metaboliet (5-hydroxymethylflucloxacilline), ca. 5% tot een inactieve metaboliet.
Eliminatie vnl. met de urine (o.a. tubulaire secretie), ca. 55% onveranderd. Flucloxacilline wordt niet door hemodialyse verwijderd uit de circulatie, voor peritoneale dialyse is dit onbekend.
T 1/2el gem. 60 minuten; na orale toediening bereik 63–93 min, na i.v. toediening bereik 47,5–68 min, bij een verminderde nierfunctie langer en bij afwezige nierfunctie 3 uur. Er is enige extrarenale klaring. Bij neonaten: ca. 2,6 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

amoxicilline/clavulaanzuur hoort bij de groep penicillinen.

  • amoxicilline (J01CA04) Vergelijk
  • benzathinebenzylpenicilline (J01CE08) Vergelijk
  • benzylpenicilline (J01CE01) Vergelijk
  • feneticilline (J01CE05) Vergelijk
  • fenoxymethylpenicilline (J01CE02) Vergelijk
  • flucloxacilline (J01CF05) Vergelijk
  • piperacilline/tazobactam (J01CR05) Vergelijk

Groepsinformatie

flucloxacilline hoort bij de groep penicillinen.

  • amoxicilline (J01CA04) Vergelijk
  • amoxicilline/clavulaanzuur (J01CR02) Vergelijk
  • benzathinebenzylpenicilline (J01CE08) Vergelijk
  • benzylpenicilline (J01CE01) Vergelijk
  • feneticilline (J01CE05) Vergelijk
  • fenoxymethylpenicilline (J01CE02) Vergelijk
  • piperacilline/tazobactam (J01CR05) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • penicillinen

Indicaties

  • acute faryngotonsillitis
  • acute rinosinusitis
  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)
  • cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw
  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • otitis media acuta
  • urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • penicillinen

Indicaties

  • acute faryngotonsillitis
  • acute rinosinusitis
  • bacteriële huidinfecties
  • community-acquired pneumonie (CAP)
  • endocarditis

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".