U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

rupatadine

antihistaminica, systemisch | R06AX28

Sluiten

levocetirizine

antihistaminica, systemisch | R06AE09

Sluiten

dimetindeen

antihistaminica, systemisch | R06AB03

Sluiten

Samenstelling

Rupafin (als fumaraat) Focus Care bv

Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
120 ml, met spuitje van 5 ml

Conserveermiddel: methylparahydroxybenzoaat. Bevat tevens: propyleenglycol, saccharose (300 mg/ml).

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg

Rupatadine (als fumaraat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Levocetirizine (dihydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
5 mg
Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
0,5 mg/ml
Verpakkingsvorm
200 ml

Conserveermiddel: methyl- en propylparahydroxybenzoaat.

Xyzal (dihydrochloride) UCB Pharma bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
5 mg
Toedieningsvorm
Drank
Sterkte
0,5 mg/ml
Verpakkingsvorm
200 ml

Conserveermiddel: methyl- en propylparahydroxybenzoaat.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Fenistil (waterstofmaleaat) GlaxoSmithKline Consumer Healthcare bv

Toedieningsvorm
Druppelvloeistof
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
20 ml

Conserveermiddel: benzoëzuur. Bevat tevens: propyleenglycol (100 mg/ml).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.

Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rhinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.

Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica (zoals rupatadine) worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.

Advies

Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.

Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rhinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.

Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica (zoals levocetirizine) worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.

Advies

Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.

Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.

Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica (zoals dimetindeen) worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.

Op basis van de ernst kan gekozen worden voor een sterker, dan wel zwakker sederend middel. Houd bij de keuze van het antihistaminicum rekening met de halfwaardetijd.

Indicaties

Symptomatische behandeling van allergische rinitis en urticaria bij volwassenen en kinderen van 2 jaar en ouder met een lichaamsgewicht van ten minste 10 kg.

Gerelateerde informatie

  • allergische rinitis
  • conjunctivitis
  • jeuk

Indicaties

  • Symptomatische behandeling van allergische rinitis (incl. persisterende klachten).
  • (Chronische) urticaria.

Gerelateerde informatie

  • allergische rinitis
  • conjunctivitis
  • jeuk

Indicaties

  • Behandeling van allergische aandoeningen die berusten op het vrijkomen van histamine (allergie van het directe type), zoals hooikoorts, niet–seizoengebonden allergische rinitis, urticaria.

Gerelateerde informatie

  • allergische rinitis
  • jeuk

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Allergische rinitis en urticaria:

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:

10 mg 1×/dag.

Kinderen 2–12 jaar:

Drank: bij een lichaamsgewicht ≥ 25 kg: 5 mg (= 5 ml drank) 1×/dag; bij ≥ 10 kg en < 25 kg: 2,5 mg (= 2,5 ml drank) 1×/dag.

De tabletten en de drank òf zonder voedsel innemen (water nadrinken) òf met voedsel.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Allergische rinitis, chronische urticaria:

Volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar:

5 mg 1×/dag.

Kinderen van 2 tot 6 jaar:

1,25 mg (2,5 ml drank) 2×/dag.

Kinderen van 1 tot 2 jaar:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 0,25 mg/kg/dag, verdeeld over 2 doses, max. 2,5 mg/dag.

Gebruik bij nierfunctiestoornis (volwassenen): creatinineklaring: 30–49 ml/min: 5 mg iedere twee dagen; creatinineklaring 10–29 ml/min: 5 mg iedere drie dagen.

Bij leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig.

Dosering

1 ml = ca. 20 druppels = 1 mg.

Klap alles open Klap alles dicht

Allergische aandoeningen:

Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:

20–40 druppels 3×/dag. Bij neiging tot slaperigheid 40 druppels 's avonds en 20 druppels 's morgens.

Kinderen van 1 tot 12 jaar:

2 druppels per kilogram lichaamsgewicht per dag in 3 doses.

De druppelvloeistof mag niet worden blootgesteld aan hoge temperaturen: de druppels toevoegen aan lauwe voeding of geef ze onverdund op een theelepel.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): slaperigheid, hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, asthenie. Droge mond.

Soms (0,1-1%): verhoogde eetlust, gewichtstoename, dorst, malaise, koorts. Concentratiestoornis, irritatie. Neusbloeding, rinitis, droge neus, hoesten, droge keel, keelpijn, faryngitis. Misselijkheid, dyspepsie, braken, buikpijn, obstipatie, diarree. Huiduitslag. Rugpijn, spierpijn, gewrichtspijn. Verhoging van creatine fosfokinase, abnormale leverfunctiewaarden.

Zelden (0,01–0,1%): tachycardie, hartkloppingen. Overgevoeligheidsreacties waaronder anafylaxie, angio-oedeem en urticaria.

Bij kinderen (drank):

Vaak (1–10%): hoofdpijn, slaperigheid.

Soms (0,1–1%): hoge luchtweginfecties, influenza. Duizeligheid, vermoeidheid. Misselijkheid. Eczeem, nachtelijk zweten. Neutropenie, eosinofilie.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): slaperigheid, vermoeidheid, hoofdpijn. Droge mond. Bij kinderen ook: diarree, obstipatie. Slaapstoornis.

Soms (0,1-1%): asthenie. Buikpijn.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid inclusief anafylaxie, angio-oedeem. Hartkloppingen, tachycardie. Dyspneu. Convulsie, paresthesie, duizeligheid, syncope, tremor, dysgeusie. Vertigo. Visusstoornissen zoals wazig zien, oculogyratie. Agressie, agitatie, hallucinatie, depressie, slapeloosheid, nachtmerries, zelfmoordgedachten. Toegenomen eetlust, misselijkheid, braken, diarree. Hepatitis, afwijkende leverfunctietest. Dysurie, urineretentie. Huiduitslag zoals urticaria, erythema fixatum, jeuk. Myalgie, artralgie. Oedeem. Gewichtstoename.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (>10%): vermoeidheid.

Vaak (1-10%): slaperigheid, zenuwachtigheid.

Zelden (0,01-0,1%): prikkelbaarheid, hoofdpijn, duizeligheid. Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, droge mond of keel.

Zeer zelden (< 0,01%): anafylactoïde reacties inclusief gezichtsoedeem, farynxoedeem, huiduitslag, spierspasmen, dyspneu.

Verder zijn gemeld: jeuk, urticaria, exsudatieve multiforme erytheem.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Wees voorzichtig bij comedicatie met sterke CYP3A4-remmers (zoals imidazool-antimycotica, sommige HIV-proteaseremmers, claritromycine); gebruik van grapefruitsap wordt ontraden.

Het is nog onduidelijk of rupatadine zelf (via het CYP-enzymsysteem) invloed heeft op geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte.

Asymptomatische creatinekinase toenamen zijn soms gemeld in klinische studies met rupatadine; wees daarom voorzichtig bij combinatie met statinen.

Interacties met centraal dempende middelen kunnen niet worden uitgesloten.

Antihistaminica beïnvloeden immuuntherapie bij allergie.

Interacties

Interacties met centraal dempende middelen kunnen niet worden uitgesloten.

Antihistaminica beïnvloeden immuuntherapie bij allergie.

Interacties

Alcohol en andere centraal dempende stoffen kunnen de centrale werking van dimetindeen versterken.

Combinatie met stoffen met anticholinerge werking zoals tricyclische antidepressiva, parasympathicolytische antiparkinsonmiddelen of sommige antipsychotica geeft een versterkt anticholinerg effect.

Antihistaminica beïnvloeden immuuntherapie bij allergie.

Zwangerschap

Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.

Zwangerschap

Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Zwangerschap

Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Sedatie van de zuigeling is de belangrijkste bijwerking na maternaal gebruik van antihistaminica. Daarnaast kan ook slecht drinken en een droge mond optreden. De kans hierop is het grootst bij gebruik van de oudere antihistaminica.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.

Lactatie

Overgang in moedermelk: Onbekend. Ja, in geringe mate (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 10 ml/min).
  • overgevoeligheid voor piperazinederivaat of hydroxyzine.

Contra-indicaties

  • prostaathyperplasie met urineretentie;
  • acuut glaucoom;
  • gebruik bij kinderen jonger dan één jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

Rupatadine tot tienmaal de therapeutische dosis gaf geen effecten op het ECG. Wees desondanks voorzichtig bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, aanhoudende proaritmische condities, en congenitale of verworven QT-verlenging.

Gebruik bij verminderde nier- of leverfunctie, óf bij een leeftijd < 2 jaar óf een lichaamsgewicht < 10 kg wordt niet aanbevolen wegens onvoldoende gegevens over veiligheid en werkzaamheid. Een hogere gevoeligheid bij ouderen (> 65 jaar) kan niet worden uitgesloten.

Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.

De hulpstof propyleenglycol kan bij langdurig gebruik en/of gebruik van hoge doses, ernstige bijwerkingen geven, vooral bij een verlaagd metabolisme ervan, zoals bij jonge kinderen. Er gelden doseringslimieten; zie de informatie van de EMA: Questions and answers on propylene glycol (pdf 0,2 MB) hierover.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij een predispositie tot urineretentie (bv. ruggenmergletsel, prostaatvergroting).

Wees voorzichtig bij patiënten met epilepsie of met een risico op convulsie.

Intermitterende allergische rinitis (< 4 dagen/week of gedurende < 4 weken) behandelen wanneer de symptomen optreden en staken als deze zijn verdwenen. In geval van persisterende allergische rinitis, gedurende de blootstelling aan allergenen, een continue behandeling overwegen. Met cetirizine (racemaat) is momenteel ervaring opgedaan met één jaar doorbehandelen bij chronische urticaria en chronische allergische rinitis.

Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten. Houd een 'wash out' periode van 3 dagen aan.

Het reactievermogen kan in individuele gevallen verminderd zijn.

Bij stoppen kan jeuk optreden, ook wanneer deze niet aanwezig was voor start van de behandeling. De jeuk kan spontaan verdwijnen of soms herstart van de behandeling vereisen.

De veiligheid en werkzaamheid zijn onvoldoende aangetoond bij kinderen < 2 jaar. Er zijn daarnaast géén specifieke gegevens beschikbaar voor kinderen met een nierfunctiestoornis.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Gebruik is gecontra-indiceerd bij kinderen jonger dan een jaar, omdat het sedatief effect kan leiden tot perioden met ademhalingsstilstand tijdens de slaap.

Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.

Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.

De hulpstof propyleenglycol kan bij langdurig gebruik en/of gebruik van hoge doses, ernstige bijwerkingen geven, vooral bij een verlaagd metabolisme ervan, zoals bij jonge kinderen. Er gelden doseringslimieten; zie de informatie van de EMA: Questions and answers on propylene glycol (pdf 0,2 MB) hierover.

Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Voor meer informatie over een vergiftiging met rupatidine zie de stofmonografie via het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen
Bij volwassenen: sufheid. Bij kinderen: in het begin agitatie en rusteloosheid, gevolgd door sufheid.

Zie voor symptomen en behandeling de monografie levocetirizine via www.vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Selectieve H1-receptorantagonist. In vitro studies met hoge doseringen suggereren ook een anti-inflammatoire werking o.a. door remming van degranulatie van mestcellen en vrijkomen van cytokinen.

Kinetische gegevens

Fonbekend; rupatadine ondergaat een uitgebreid first-pass-effect.
T maxca. 30–45 min.
Eiwitbindingca. 99%.
Metaboliseringin de lever door vnl. CYP3A4 tot o.a. actief desloratadine.
Eliminatievnl. in de vorm van metabolieten, ca. 61% met de feces, 35% met de urine.
T 1/2el6–9 uur, bij kinderen ca. 12–16 uur (drank).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Levocetirizine, de werkzame (R)-enantiomeer van cetirizine, is een selectieve H1-receptorantagonist. Heeft slechts bij hoge doseringen een sederende werking.

Kinetische gegevens

Resorptiesnel en compleet.
T maxca. 1 uur.
V d0,4 l/kg.
Eiwitbindingca. 90%.
Metaboliseringin de lever, gering (< 14%).
Eliminatievoornamelijk onveranderd, grotendeels met de urine (ca. 85%) via glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie. Levocetirizine wordt niet effectief verwijderd door hemodialyse.
T 1/2el6–10 uur bij volwassenen. Bij kinderen met ca. 24% versneld. Bij nierinsufficiëntie vertraagd.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

H1-receptorantagonist met een centraal aangrijpingspunt en een sederende en anticholinerge werking.

Kinetische gegevens

T max2–2½ uur.
Metaboliseringin de lever, gedeeltelijk.
Eliminatievnl. met de feces.
T 1/2elcirca 6 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

rupatadine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.

  • acrivastine (R06AX18) Vergelijk
  • alimemazine (R06AD01) Vergelijk
  • cetirizine (R06AE07) Vergelijk
  • chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
  • cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
  • clemastine (R06AA04) Vergelijk
  • cyclizine (R06AE03) Vergelijk
  • desloratadine (R06AX27) Vergelijk
  • dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
  • ebastine (R06AX22) Vergelijk
  • fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
  • hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
  • ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
  • levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
  • loratadine (R06AX13) Vergelijk
  • meclozine (R06AE05) Vergelijk
  • meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
  • mizolastine (R06AX25) Vergelijk
  • oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
  • promethazine (R06AD02) Vergelijk

Groepsinformatie

levocetirizine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.

  • acrivastine (R06AX18) Vergelijk
  • alimemazine (R06AD01) Vergelijk
  • cetirizine (R06AE07) Vergelijk
  • chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
  • cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
  • clemastine (R06AA04) Vergelijk
  • cyclizine (R06AE03) Vergelijk
  • desloratadine (R06AX27) Vergelijk
  • dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
  • ebastine (R06AX22) Vergelijk
  • fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
  • hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
  • ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
  • loratadine (R06AX13) Vergelijk
  • meclozine (R06AE05) Vergelijk
  • meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
  • mizolastine (R06AX25) Vergelijk
  • oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
  • promethazine (R06AD02) Vergelijk
  • rupatadine (R06AX28) Vergelijk

Groepsinformatie

dimetindeen hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.

  • acrivastine (R06AX18) Vergelijk
  • alimemazine (R06AD01) Vergelijk
  • cetirizine (R06AE07) Vergelijk
  • chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
  • cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
  • clemastine (R06AA04) Vergelijk
  • cyclizine (R06AE03) Vergelijk
  • desloratadine (R06AX27) Vergelijk
  • ebastine (R06AX22) Vergelijk
  • fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
  • hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
  • ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
  • levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
  • loratadine (R06AX13) Vergelijk
  • meclozine (R06AE05) Vergelijk
  • meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
  • mizolastine (R06AX25) Vergelijk
  • oxomemazine (R06AD08) Vergelijk
  • promethazine (R06AD02) Vergelijk
  • rupatadine (R06AX28) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antihistaminica, systemisch

Indicaties

  • allergische rinitis
  • conjunctivitis
  • jeuk

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antihistaminica, systemisch

Indicaties

  • allergische rinitis
  • conjunctivitis
  • jeuk

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • antihistaminica, systemisch

Indicaties

  • allergische rinitis
  • jeuk

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".