Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

tekenencefalitisvaccin

vaccins J07BA01

Sluiten

bof-/​mazelen-/​rubellavaccin

vaccins J07BD52

Sluiten

hepatitis A-vaccin

vaccins J07BC02

Sluiten

japanse-encefalitisvaccin

vaccins J07BA02

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

FSME-Immun XGVS Pfizer bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
4,8 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Gezuiverd, geïnactiveerd virusvaccin (Neudörflstam). Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide. Bevat tevens humaan albumine en sporen van gentamicine, neomycine, formaldehyde, protaminesulfaat.

FSME-Immun Junior XGVS Pfizer bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
4,8 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,25 ml

Gezuiverd, geïnactiveerd virusvaccin (Neudörflstam). Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide. Bevat tevens humaan albumine en sporen van gentamicine, neomycine, formaldehyde, protaminesulfaat.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

MMRVaxPro XGVS Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Verpakkingsvorm
1 dosis + 0,5 ml oplosmiddel

Bevat per dosis: levend verzwakt bofvirus (stam Jeryl Lynn) ten minste 12,5 × 10³ CCID 50 (50% 'cell culture infective dose' ), levend verzwakt mazelenvirus (stam Enders' Edmonston) ten minste 1 × 10³ CCID 50 , en levend verzwakt rubellavirus (stam Wistar RA 27/3) ten minste 1 × 10³ CCID 50. Bevat tevens: sorbitol en sporen neomycinesulfaat en kippenei-eiwit.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Avaxim Bijlage 2 Sanofi SA

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
320 E/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Havrix 1440 Bijlage 2 GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
1440 E/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 1 ml

Havrix Junior Bijlage 2 GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
1440 E/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Vaqta Adult Bijlage 2 Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
50 E/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 1 ml

Vaqta Junior Bijlage 2 Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Sterkte
50 E/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Ixiaro XGVS Valneva

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Gezuiverd vaccin: geïnactiveerd virus (SA 14-14-2-stam), geproduceerd in Vero–cellen en geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd. Bevat tevens: natriummetabisulfiet en sporen van protaminesulfaat en formaldehyde.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor tekenencefalitisvaccin is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.

Advies

Het bof-/mazelen-/rubella-vaccin is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).

Advies

Pre-expositieprofylaxe van hepatitis A met een hepatitis A-vaccin komt in aanmerking bij personen met een verhoogd risico op een hepatitis A-virusinfectie. Kies als postexpositieprofylaxe voor contacten van de indexpatiënt voor passieve immunisatie met immunoglobuline en/of actieve immunisatie met een hepatitis A-vaccin. Dit is afhankelijk van comorbiditeit, leeftijd en de tijd die is verstreken sinds het eerste waarschijnlijke besmettelijke contact met de indexpatiënt. De behandeling van hepatitis A is vooral symptomatisch.

Aan de vergoeding van hepatitis A-vaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Advies

Vaccinatie met Japanse-encefalitisvaccin overwegen bij personen die beroepshalve gedurende het transmissieseizoen een maand of langer op het platteland verblijven bij een toegenomen expositie, zoals wonen of werken in de nabijheid van rijstvelden of varkens in gebieden waar de ziekte voorkomt; en bij personen die langer dan 6 maanden verblijven in gebieden waar de ziekte voorkomt, afhankelijk van woonplaats, omstandigheden, werkzaamheden en reisplannen. Verder wordt vaccinatie aanbevolen voor laboratoriummedewerkers met risico van blootstelling aan het Japanse-encefalitisvirus. Bescherming treedt op bij circa 97% van de gevaccineerden een week na de tweede dosis.

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen tekenmeningo-encefalitis (TBE).

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen bof, mazelen en rubella bij volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden:
    • In kader van het Rijksvaccinatieprogramma:
      • Kinderen op de leeftijd 14 maanden en rond de leeftijd van 3 jaar;
      • Kinderen tussen de 6 en 14 maanden die een reëel risico lopen op mazelen (vervroegde BMR-vaccinatie), bv. een reis naar een land waar mazelen veel voorkomt, contact met een mazelenpatiënt verblijf in een COA-opvanglocatie);
    • Vrouwen met een kinderwens en zonder beschermende antistoffen tegen rodehond ter preventie van het congenitaal rubellasyndroom;
    • Sommige reizigers die landen bezoeken waar mazelen veel voorkomt;
    • Personen die beroepsmatig risico lopen op mazelen;
    • Ongevaccineerde personen bij uitbraken en/of sommige contacten naar aanleiding van een geval en na blootstelling mazelen (postexpositieprofylaxe).

Zie voor meer informatie factsheet BMR en de LCI-richtlijnen bof, mazelen en rodehond op lci.rivm.nl.

Zie ook rubriek zwangerschap.

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen een hepatitis A-virusinfectie bij mensen die kans lopen op blootstelling aan het hepatitis A-virus.

Gerelateerde informatie

  • hepatitis A

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen Japanse-encefalitis bij volwassenen en kinderen vanaf een leeftijd van 2 maanden.

Doseringen

Bij, met name zeer jonge, kinderen kan koorts optreden na de eerste vaccinatie die binnen 24 uur doorgaans afneemt. Bij een voorgeschiedenis van koortsconvulsies of hoge koorts na vaccinatie, een antipyreticum als premedicatie en/of behandeling overwegen.

Klap alles open Klap alles dicht

Immunisatie tekenencefalitis

Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar

FSME-Immun: primaire vaccinatie bestaat uit i.m. 3 doses van 0,5 ml. De tweede dosis 1 tot 3 maanden na de eerste dosis toedienen; voor een snelle immuunrespons kan de tweede dosis ook 2 weken na de eerste gegeven worden. De derde dosis 5–12 maanden na de tweede dosis toedienen. De eerste en tweede dosis bij voorkeur toedienen in de winter, de derde dosis binnen hetzelfde tekenseizoen of ten minste vóór de start van het volgende tekenseizoen.

Revaccinatie: i.m. 1 dosis van 0,5 ml. De eerste revaccinatie 3 jaar na de laatste dosis van de primaire vaccinatie. Volgende revaccinaties 5 jaar na de laatste revaccinatie toedienen; bij personen > 60 jaar echter een interval van maximaal 3 jaar tussen revaccinaties aanhouden. Bij vaccinatie-intervallen langer dan aanbevolen is bescherming mogelijk onvoldoende. Bij een onderbroken vaccinatieschema van ten minste 2 voorgaande doses, is een enkelvoudige inhaaldosis voldoende voor het voortzetten van het vaccinatieschema.

Kinderen > 1 jaar en < 16 jaar

FSME-Immun Junior: primaire vaccinatie bestaat uit i.m. 3 doses van 0,25 ml. De tweede dosis 1 tot 3 maanden na de eerste dosis geven; voor een snelle immuunrespons kan de tweede dosis ook 2 weken na de eerste gegeven worden. De derde dosis 5–12 maanden na de tweede dosis toedienen. De eerste en tweede dosis bij voorkeur toedienen in de winter, de derde dosis binnen hetzelfde tekenseizoen of ten minste vóór de start van het volgende tekenseizoen.

Revaccinatie: i.m. 1 dosis van 0,25 ml. De eerste revaccinatie 3 jaar na de laatste dosis van de primaire vaccinatie. Volgende revaccinaties: minimaal 5 jaar na de laatste revaccinatie toedienen. Bij vaccinatie-intervallen langer dan aanbevolen is bescherming mogelijk onvoldoende. Bij een onderbroken vaccinatieschema van ten minste 2 voorgaande doses, is een enkelvoudige inhaaldosis voldoende voor het voortzetten van het vaccinatieschema.

Overweeg bij personen met een verzwakte immuunstatus (incl. die behandeld worden met immunosuppressiva), vier weken na de tweede dosis de antilichaamtiter te bepalen. Als er geen aanwijzingen zijn voor seroconversie overweeg dan de tweede dosis te herhalen. Dit geldt ook voor één van de volgende doses.

Toediening

  • De suspensie zwenken voor gebruik;
  • Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier; bij kinderen jonger dan 18 maanden in het anterolaterale gedeelte van de dij. Niet intravasculair toedienen;
  • In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend; zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Actieve immunisatie tegen bof/mazelen/rubella

Volwassenen

i.m. of s.c. 1 dosis à 0,5 ml.

Voor medewerkers in de gezondheidszorg geldt een ander schema, zie Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg op lci.rivm.nl.

Kinderen ≥ 14 maanden

In kader van het Rijksvaccinatieprogramma: 2 doses à 0,5 ml, waarvan de eerste dosis op de leeftijd van 14 maanden en de tweede dosis op de leeftijd rond 3 jaar (startcohort 2022).

Kinderen geboren in 2016 tot en met 2021 krijgen de tweede dosis op de leeftijd van 5 t/m 9 jaar, zie BMR inhaalcampagne.

Kinderen 6-13 maanden

In bepaalde gevallen is het wenselijk de BMR-vaccinatie eerder te geven, bijvoorbeeld bij reizen naar een regio waar mazelen frequent voorkomt, contact met een mazelenpatiënt en verblijf in een COA opvanglocatie. Bij leeftijd 12-13 maanden: de eerste dosis in kader van RVP vervroegd geven. Bij leeftijd 6-11 maanden: geef vervroegd een extra dosis (BMR-0) naast die op de leeftijd van 14 maanden en 3 jaar, vanwege de grotere kans op vaccinfalen ten gevolge van nog aanwezige maternale antistoffen en een verminderd immuunsysteem. Zie voor meer informatie Afweging BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden en de LCI-Richtlijn Mazelen op lci.rivm.nl.

Postexpositieprofylaxe mazelen

Volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden

Zuigelingen tot de leeftijd van 9 maanden die gezinscontact zijn van een mazelenpatiënt, niet-immune zwangeren en immuungecompromitteerden passief immuniseren met immunoglobuline. Na toediening van immunoglobuline dient BMR-vaccinatie bij voorkeur minimaal 3 maanden te worden uitgesteld. Buiten deze groepen BMR-vaccinatie geven.

Vaccineer zo snel mogelijk, liefst < 72 uur maar anders ook daarna om herbesmetting en/of herintroductie op het kinderdagverblijf te voorkomen. Zie voor meer informatie Stroomschema maatregelen contacten op lci.rivm.nl. Bij 6-11 maanden: geef vervroegd een extra dosis (BMR-0) naast die op de leeftijd van 14 maanden en 3 jaar, vanwege de grotere kans op vaccinfalen ten gevolge van nog aanwezige maternale antistoffen en een verminderd immuunsysteem; Bij leeftijd 12-13 maanden: de eerste dosis in kader van RVP vervroegd geven. Zie de richtlijn Mazelen voor de geadviseerde PEP in verschillende situaties en voor het bepalen van de uiterste toedieningsdag.

Toediening

  • Subcutaan of intramusculair toedienen; bij trombocytopenie of een stollingsstoornis alleen s.c. toedienen. Niet intravasculair toedienen.
  • Bij jonge kinderen injecteren in het anterolaterale gebied van de dij; bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen injecteren in de deltaspier.

Doseringen

De verschillende hepatitis-A-vaccins zijn onderling uitwisselbaar.

Klap alles open Klap alles dicht

Immunisatie tegen hepatitis A

Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar

Avaxim (≥ 16 jaar): een dosis van 160 U i.m. en na 6–12 maanden nogmaals een dosis van 160 U.

Havrix (≥ 16 jaar): een dosis van 1440 E i.m. en na 6–12 maanden nogmaals een dosis van 1440 E.

Vaqta Adult (≥ 18 jaar): een dosis van 50 E i.m. en na 6–12 maanden nogmaals een dosis van 50 E; bij HIV-geïnfecteerde volwassenen na 6 maanden de tweede dosis toedienen.

Kinderen

Havrix junior (1–15 jaar): een dosis van 720 E i.m. en na 6–12 maanden nogmaals een dosis van 720 E.

Vaqta Junior (1–17 jaar): een dosis van 25 E i.m. en na 6–18 maanden nogmaals een dosis van 25 E.

Bescherming: De beschermingsduur van de eerste dosis is ten minste 1 jaar. Voor langdurige bescherming is een tweede dosis nodig, bij voorkeur 6–12 maanden na de eerste dosis; bij het verstrijken van de termijn hoeft de serie echter niet opnieuw te worden gestart. Na de tweede dosis duurt de bescherming volgens het LCR ten minste 30–40 jaar bij immuuncompetente personen.

Toediening

  • Voor toediening goed schudden zodat een homogene suspensie ontstaat.
  • De injectievloeistof i.m. toedienen in de regio deltoideae, bij jonge kinderen in het anterolaterale deel van de dij. Niet toedienen in de bilstreek wegens wisselende hoeveelheden vetweefsel in deze regio welke bijdragen aan schommelingen in de doeltreffendheid. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.
  • Bij blootstelling aan, of veel kans op besmetting met hepatitis A-virus kan het vaccin gelijktijdig met immunoglobulinen worden toegediend, echter op afzonderlijke injectieplaatsen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Primaire vaccinatie

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 3 jaar

De primaire vaccinatie moet ten minste 1 week vóór de potentiële blootstelling voltooid zijn. De primaire vaccinatie bestaat uit 2 afzonderlijke doses van 0,5 ml (= 2 × 6 AU (antigeen-eenheden)): de eerste dosis volgens normaal schema op dag 0 en de tweede op dag 28. Alternatief snel schema bij volwassenen (18–65 jaar): de tweede dosis 7 dagen na de eerste dosis toedienen. Er zijn gegevens dat bij volwassenen de tweede dosis eventueel tot maximaal 11 maanden na de eerste dosis toegediend kan worden.

Kinderen > 2 maanden en < 3 jaar

De primaire vaccinatie moet ten minste 1 week vóór de potentiële blootstelling voltooid zijn. Primaire vaccinatie bestaat uit 2 afzonderlijke doses van 0,25 ml (= 2 × 3 AU): de eerste dosis volgens normaal schema op dag 0 en de tweede op dag 28.

Boostervaccinatie

Algemeen

Bij verwachte hernieuwde blootstelling aan het virus, een boosterdosis (derde dosis) geven vóór de blootstelling, binnen 12–24 maanden na de primaire vaccinatie. Personen die voortdurend meer kans op Japanse-encefalitis hebben (personen die continu in endemische gebieden verblijven, laboratoriummedewerkers) standaard de boosterdosis toedienen binnen 12 maanden na de primaire vaccinatie. Ouderen ontwikkelen in het algemeen lagere antistoftiters en komen zo nodig ook in aanmerking voor een boosterdosis. Langetermijngegevens bij volwassenen t/m 65 jaar suggereren dat 10 jaar na een eerste boosterdosis, voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan het virus, een tweede booster (vierde dosis) gegeven moet worden; bij kinderen zijn er geen gegevens over een tweede boosterdosis.

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 3 jaar

Eenmalige boosterdosis van 0,5 ml.

Kinderen > 14 maanden < 3 jaar

Eenmalige boosterdosis van 0,25 ml.

Het vaccin bij volwassenen en kinderen i.m. in de deltaspier toedienen; bij baby's i.m. toedienen in het anterolaterale gebied van de dij. Subcutane toediening kan leiden tot een suboptimale immuunrespons, daarom alleen bij trombocytopenie of een stollingsstoornis s.c. toedienen. Nooit intravasculair toedienen.

Bijwerkingen

Volwassenen en kinderen > 16 jaar:

Zeer vaak (> 10%): pijn en gevoeligheid op de injectieplaats.

Vaak (1-10%): vermoeidheid, malaise. Misselijkheid. Hoofdpijn. Artralgie, myalgie.

Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Braken. Koorts. Bloeding op injectieplaats.

Zelden (0,01-0,1%): reacties op injectieplaats (zoals erytheem, verharding, zwelling, jeuk, paresthesie, warmte). Slaperigheid. Buikpijn, diarree. Vertigo. Overgevoeligheidsreactie.

Verder zijn gemeld: gestoorde gewrichtsbeweging op injectieplaats zoals gewrichtspijn, knobbels en ontsteking. Visusstoornissen (troebel zien, fotofobie), pijn aan het oog. Tinnitus. Dyspneu. Rugpijn, zwelling van gewricht, nekpijn, spierstijfheid (incl. nekstijfheid), pijn in extremiteit. Loopstoornis, duizeligheid, neuritis, neuralgie, convulsies, encefalitis, demyelinisatie (acute gedissemineerde encefalomyelitis, Guillain-Barré-syndroom, myelitis), meningisme, aseptische meningitis, (facialis)parese, hypo-esthesie, paresthesie. Huiduitslag, o.a. erytheem, jeuk, urticaria, hyperhidrose. Tachycardie. Griepachtige verschijnselen, asthenie, oedeem. Anafylactische reactie. Verergering van een auto-immuunziekte. Herpes zosterinfectie.

Kinderen < 16 jaar:

Zeer vaak (> 10%): pijn en gevoeligheid op de injectieplaats.

Vaak (1-10%): zwelling, erytheem en verharding rond injectieplaats. Anorexie. Rusteloosheid, slaapstoornissen. Hoofdpijn. Koorts (vaker bij jonge kinderen en na de eerste vaccinatie). Vermoeidheid, malaise. Misselijkheid, braken. Hoofdpijn. Myalgie.

Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Buikpijn. Artralgie. Koude rillingen.

Zelden (0,01-0,1%): jeuk op injectieplaats. Sensorische afwijkingen, duizeligheid, vertigo. Diarree, dyspepsie. Urticaria.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid, anafylaxie. Encefalitis, (koorts)convulsie, meningisme, motore disfunctie (hemiparese/hemiplegie, gelaatsparese, paralyse/parese, neuritis), Guillain-Barré-syndroom. Afname gezichtsvermogen, fotofobie, pijn aan het oog. Tinnitus. Dyspneu. Huiduitslag, erytheem, jeuk, hyperhidrose. Nekpijn, skeletspierstijfheid (incl. nekstijfheid), pijn in extremiteit. Loopstoornis, griepachtige verschijnselen, asthenie, oedeem.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): reactie op de injectieplaats, koorts. Artralgie, artritis (zelden chronisch; bij volwassen vrouwen meest frequent, bij kinderen minst frequent).

Vaak (1–10%): huiduitslag.

Soms (0,1-1%): infectie van de bovenste luchtwegen. Diarree, braken. Urticaria.

Verder zijn gemeld: prikkelbaarheid. Hoofdpijn, encefalopathie, (febriele) convulsie, ataxie, paresthesie, polyneuropathie, duizeligheid, syncope, Guillain–Barrésyndroom. Optische neuritis (o.a. retrobulbaire neuritis, papillitis), conjunctivitis, retinitis. Sensorineurale doofheid, otitis media. Regionale lymfadenopathie, trombocytopenie. Anafylactische reacties, purpura, jeuk, huidverharding, Stevens–Johnsonsyndroom. Panniculitis, vasculitis. Spierpijn. Malaise, perifeer oedeem. Aseptische meningitis, orchitis, epididymitis, parotitis, mazelen, bof, rodehond. Hoest, bronchospasmen, pneumonie.

Abusievelijke toediening bij personen met een ernstig verzwakt immuunsysteem heeft geleid tot mazelen-encefalitis, pneumonitis en overlijden.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): prikkelbaarheid, hoofdpijn, vermoeidheid, slaperigheid. Asthenie. Reactie op de injectieplaats (pijn, gevoeligheid, warmte, zwelling, erytheem, knobbel).

Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, diarree, anorexie, buikpijn. Koorts, malaise. Myalgie, artralgie. Ecchymose, zwelling of verharding van injectieplaats. Pijn in geïnjecteerde arm.

Soms (0,1-1%): jeuk, hematoom en doof gevoel op de injectieplaats. Koude rillingen, griepachtige aandoening, pijn. Bovensteluchtweginfectie, faryngitis, congestie van de ademhalingswegen, rinitis, neusverstopping, hoest. Lymfadenopathie. Oorpijn. Opvliegers. Flatulentie. Jeuk. Duizeligheid. Huiduitslag, urticaria. Stijve spieren. Paresthesie.

Zelden (0,01-0,1%): branderig gevoel op injectieplaats. Pijn op de borst. Bronchitis, faryngeaal oedeem, sinusaandoening, infectieuze gastro-enteritis. Jeukend oog, fotofobie, tranende ogen. Droge mond, mondzweer. Nachtzweten. Verhoogde transaminasewaarden (mild, reversibel). Hypo-esthesie. Apathie, slapeloosheid. Migraine, slaperigheid. Tremor. Spierkrampen, spiertrillingen. Menstruatiestoornissen.

Verder zijn gemeld: anafylaxie, allergische reacties zoals anafylactische reactie, hypotensie, serumziekte-achtige symptomen, vasovagale syncope, angio-oedeem, gegeneraliseerd oedeem, erythema multiforme. Neuritis, convulsies, Guillain-Barrésyndroom, transverse myelitis, encefalopathie. Vasculitis. Trombocytopenie, trombocytopenische purpura.

Bij kleine kinderen komen vooral voor: prikkelbaarheid, koorts, diarree en verder dehydratie, slaperigheid, slapeloosheid en huilen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Myalgie. Vermoeidheid. Pijn op de injectieplaats.

Vaak (1-10%): misselijkheid. Griepachtige verschijnselen, koorts. Reacties (erytheem, verharding, zwelling, jeuk) op de injectieplaats.

Soms (0,1-1%): (draai)duizeligheid, migraine. Koude rillingen, malaise, asthenie. Braken, diarree, buikpijn. Huiduitslag, jeuk, hyperhidrose. Lymfadenopathie. Artralgie, musculoskeletale stijfheid. Stijging van leverenzymwaarden.

Zelden (0,01-0,1%): tachycardie, palpitaties. Dyspneu. Paresthesie, neuritis, smaakstoornis. Syncope. Urticaria, erytheem. Pijn in de ledematen. Ooglidoedeem. Perifeer oedeem. Trombocytopenie.

Bij kinderen tot 3 jaar zeer vaak: koorts (ca. 29%), griepachtige verschijnselen, diarree, prikkelbaarheid.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Immunosuppressiva kunnen de respons op het vaccin nadelig beïnvloeden.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva of van immunoglobulinen kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie. Combinatie met een immunosuppressieve therapie is gecontra–indiceerd, uitgezonderd corticosteroïden die lokaal óf in een lage dosis parenteraal worden toegediend.

Na bloed- of plasmatransfusies of na de toediening van humane immunoglobulinen de vaccinatie minstens 3 maanden uitstellen; humane immunoglobulinen zo mogelijk niet eerder dan 1 maand ná vaccinatie met bof–, mazelen–, rubellavaccin geven.

Het vaccin kan de gevoeligheid van de huid voor tuberculine tijdelijk onderdrukken; een tuberculinetest vóór, tijdens of 4–6 weken ná de vaccinatie uitvoeren.

Kan gelijktijdig met hepatitis A-vaccin, pneumokokkenconjugaatvaccin en andere vaccinaties voor kinderen worden toegediend. Bij gelijktijdig toedienen van een ander levendvirusvaccin, de vaccins op verschillende injectieplaatsen toedienen, anders een tussentijd van ten minste vier weken aanhouden.

Interacties

Gelijktijdige toediening van specifiek hepatitis A-immunoglobuline is mogelijk (verschillende injectieplaatsen gebruiken), maar kan leiden tot relatief lagere antilichaamtiters van hepatitis A-virus. Indien gelijktijdige toediening met andere vaccins noodzakelijk is deze op afzonderlijke injectieplaatsen toedienen.

Bij behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.

Interacties

Bij behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.

Er is (bij volwassenen) geen interferentie met de immuunrespons op het hepatitis A-vaccin of rabiësvaccin; deze kunnen dus tegelijkertijd toegediend worden.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend. Er zijn geen gevallen van congenitaal rubellasyndroom gemeld bij vrouwen die onbewust zwanger waren terwijl ze werden gevaccineerd met een rubellabevattend vaccin. In post-marketingonderzoek werd congenitaal rubellasyndroom vastgesteld die in verband gebracht werd met een rubellavaccinstam na onbedoelde vaccinatie met een BMR-vaccin.

Advies: Gebruik is volgens fabrikant gecontra-indiceerd. Lareb ontraadt vaccinatie met een verzwakt levend virus vaccin.

Overig: De fabrikant adviseert een vruchtbare vrouw anticonceptieve maatregelen te nemen tot één maand na de vaccinatie. Een vaccinatie bij vrouwen die onbewust zwanger waren is geen reden om de zwangerschap te beëindigen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onbekend. Bij dieren, onvoldoende gegevens. Aangenomen wordt dat het risico voor de foetus te verwaarlozen is.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren wisselende uitkomsten: bij toediening van twee doses aanwijzingen voor schadelijkheid (onvolledige ossificatie van het skelet); bij toediening van drie doses werd geen schadelijkheid gezien.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (bij veel kans op infectie).

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Antistoffen van de moeder kunnen via de moedermelk bij de baby terechtkomen en deze beschermen.

Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is wel bekend dat het rubellavirus overgaat in de moedermelk.

Advies: Als een moeder geen of onvoldoende antistoffen heeft tegen rode hond (rubella), kan zij gevaccineerd worden met BMR (bof, mazelen en rode hond) vaccin tijdens de borstvoedingsperiode. Dit kan al vlak na de bevalling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen. Er zijn voorts geen negatieve effecten bekend van het vaccineren tijdens de lactatie.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Niet waarschijnlijk omdat de systemische blootstelling van de moeder verwaarloosbaar klein is. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • actieve infectieziekte gepaard gaande met koorts;
  • ernstige overgevoeligheid voor kippeneiwit;
  • overgevoeligheid voor gentamicine of neomycine.

Contra-indicaties

  • Acute infecties met koorts;
  • Actieve, onbehandelde tuberculose;
  • Bloeddyscrasieën, leukemie, lymfoom of andere maligne neoplasma van het bloed– of lymfestelsel;
  • Ernstige stoornissen in het afweermechanisme, waaronder humorale of cellulaire (primaire of verworven) immunodeficiëntie met inbegrip van:
    • gecombineerde immunodeficiëntie;
    • agammaglobulinemie;
    • AIDS of symptomatische HIV–infectie;
    • een leeftijdspecifiek CD4+ T–lymfocytenpercentage < 25% (leeftijd < 12 mnd.), < 20% (12–35 mnd.) en < 15% (leeftijd 36–59 mnd.);
  • Familiaire geschiedenis van congenitale of erfelijke immunodeficiëntie, tenzij ontvanger van vaccin aangetoond immunocompetent is.

Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Interacties.

Contra-indicaties

  • met hoge koorts gepaard gaande ziekte;
  • Havrix tevens: overgevoeligheid voor neomycine of formaldehyde.

Contra-indicaties

  • actieve, ernstige infectieziekte gepaard gaande met koorts;
  • overgevoeligheid voor natriummetabisulfiet;
  • de tweede dosis is gecontra–indiceerd indien na de eerste dosis een overgevoeligheidsreactie is opgetreden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Het vaccin biedt géén bescherming tegen infecties veroorzaakt door Borrelia spp. (bv. ziekte van Lyme) die eveneens door tekenbeten worden overgebracht. De symptomen ervan kunnen lijken op die van een tekenencefalitis.

Wees voorzichtig bij auto-immuunziekten. Weeg het risico op TBE-infectie en het risico op een ongunstig effect van het vaccin op het verloop van de auto-immuunziekte af.

Wees ook voorzichtig bij bestaande hersenaandoeningen. In geval van een tekenbeet vóór of binnen 2 weken na de eerste vaccinatie kan het toedienen van een tweede dosis het ontstaan van tekenencefalitis niet voorkomen.

Bij personen met een verzwakte immuunstatus wordt aangeraden de antilichaamtiters te controleren en zo nodig te revaccineren. Bij serologische testen rekening houden met eventueel reeds bestaande antistoffen tegen andere flavivirussen (bv. Japanse encefalitisvirus, gelekoortsvirus, denguevirus) vanwege kruisreactiviteit die kan leiden tot valspositieve resultaten.

Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend. Het risico op lokale bijwerkingen is echter toegenomen. Relatief weinig gegevens wijzen op een vergelijkbare immuunrespons voor subcutane -, in vergelijking met intramusculaire boostervaccinatie. Er zijn geen gegevens voor subcutane toediening bij kinderen, adolescenten en volwassenen > 60 jaar. Er zijn geen gegevens over primaire immunisatie via subcutane toediening.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij allergische aandoeningen, anafylactoïde reacties ten gevolge van kippenei-eiwit, convulsies of hersenletsel in de (familie)anamnese en tevens bij recente trombocytopenie.

Indien het vaccin binnen 72 uur na blootstelling aan natuurlijke mazelen wordt toegediend, kan nog een beperkte bescherming worden verkregen.

Kinderen < 1 jaar geven soms onvoldoende reactie op het vaccin vanwege circulerende antilichamen afkomstig van de moeder en/of onvoldoende ontwikkeling van het immuunsysteem. Het kan echter nodig zijn toch extra te vaccineren, bv. bij uitbraaksituaties of reizen naar een regio waar mazelen frequent voorkomt. Zie Afweging BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Zoals bij elk vaccin kan het zijn dat een beschermende immuunrespons niet gehaald wordt bij alle gevaccineerden. Immunodeficiëntie of behandeling met immunosuppressiva kan de immuunrespons verminderen; bepaal de antistofrespons om zeker te zijn van bescherming tegen het virus. Wacht zo mogelijk tot de immunosuppressieve therapie afgelopen is.

Mensen die opgroeiden in gebieden waar geelzucht hoog endemisch is en/of mensen met een ziektegeschiedenis van geelzucht, kunnen immuun zijn voor hepatitis A; in dit geval is vaccinatie niet nodig. Bepaal bij deze mensen de hepatitis A-antistoffen. Seropositiviteit voor hepatitis A is geen contra-indicatie; de vaccinatie is gelijk te verdragen als het geval is bij seronegatieve mensen.

Wegens de lange incubatietijd van hepatitis A is het mogelijk dat een niet-herkende infectie reeds aanwezig is ten tijde van de toediening. Het vaccin biedt dan mogelijk geen bescherming tegen deze infectie.

Wees voorzichtig bij leveraandoeningen, vanwege onvoldoende gegevens.

Hulpstof: fenylalanine in Havrix en Avaxim kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU).

Waarschuwingen en voorzorgen

Niet intramusculair toedienen bij bloedingsstoornis zoals hemofilie of trombocytopenie of behandeling met anticoagulantia, vanwege het risico van bloedingen op de injectieplaats. Subcutane toediening leidt mogelijk tot een suboptimale respons.

De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen jonger dan 2 maanden zijn niet vastgesteld.

Eigenschappen

Gezuiverd, geïnactiveerd tekenencefalitisvirusvaccin. Toediening leidt tot het ontstaan van anti-FSME antilichamen (= 'Frühsommer-Meningoenzephalitis') tegen het tekenencefalitisvirus, een flavivirus en veroorzaker van tekenencefalitis. Binnen twee weken na de eerste dosis is nog geen beschermend effect te verwachten. Na de tweede dosis treedt bij circa 90% seroconversie op, na de derde dosis bij circa 98%. Het beschermend effect duurt ten minste drie jaar.

Eigenschappen

Vaccin met levend-verzwakte virale antigenen. Werkt immuniserend tegen bof, mazelen en rubella (rodehond). De werking berust op de vorming van circulerende antistoffen en een immunologisch geheugen.

Eigenschappen

Vaccin van geïnactiveerd hepatitis A-virus (Avaxim van GBM-stam, Havrix van HM 175-stam, Vaqta van CR326F-stam) geadsorbeerd aan een aluminiumverbinding. Na vaccinatie worden bij vrijwel iedereen specifieke antilichamen tegen het hepatitis A-virus gevormd en is een hoog percentage tegen het virus beschermd. De immuniteit treedt snel in; binnen twee weken is circa 90% van de immunocompetente patiënten beschermd, na een maand circa 100%. Serologische gegevens tonen aan dat mensen die op primaire vaccinatie reageren, 3–5 jaar tegen hepatitis A beschermd zijn.

Eigenschappen

Vaccin, aard van het antigeen: dood, viraal. Japanse-encefalitis is een infectieziekte (met het Japanse-encefalitis(JE)-virus, een flavivirus) met neurologische verschijnselen, die vooral voorkomt in de landelijke gebieden in Oost–Azië, van India tot Japan. Het JE-virus wordt overgebracht door een nachtactieve mug, waarbij varkens en wilde vogels het reservoir zijn. Het Japanse-encefalitisvaccin wekt bij ca. 97% van de gevaccineerden (volwassenen) een week na de tweede dosis beschermende antistoftiters op, na immunisatie volgens het snelle schema bij ca. 99%.

Groepsinformatie

tekenencefalitisvaccin hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Groepsinformatie

bof-/mazelen-/rubellavaccin hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Groepsinformatie

hepatitis A-vaccin hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Groepsinformatie

japanse-encefalitisvaccin hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Indicaties

  • hepatitis A

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".