Advies

De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is vooral niet-medicamenteus. Alle behandelingen zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief. Bij PDS waarbij obstipatie op de voorgrond staat (PDS-C), zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS waarbij diarree op de voorgrond staat (PDS-D), zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan, kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan als laatste stap bij uitzondering een antidepressivum worden overwogen, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis.

Behandelplan

De effectiviteit van de meeste voorgeschreven middelen is voor de brede PDS-patiëntengroep onvoldoende vastgesteld. Daarom is het van belang de patiënt vooraf goed te informeren over het te verwachten effect van de geneesmiddelen en om tijdens behandeling regelmatig te evalueren. Staak het gebruik bij onvoldoende effectiviteit. Zie voor prikkelbaredarmsyndroom met vooral obstipatie (PDS-C), prikkelbaredarmsyndroom met vooral diarree (PDS-D) respectievelijk PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan de drie verschillende stappenplannen.

Prikkelbaredarmsyndroom met vooral obstipatie (PDS-C)

  1. Bespreek niet-medicamenteus beleid

    • Geef voorlichting over de aard en prognose van de klachten, maak daarbij gebruik van de informatie op Thuisarts.nl.
    • Voor aanvullende adviezen bij PDS-C zie Obstipatie of de NHG-Standaard obstipatie 1.
    • Neem ongerustheid weg over een onderliggende ernstige aandoening of slechte prognose.
    • Bespreek dat het vermijden van bepaalde activiteiten en voedingsmiddelen ongewenst is en bespreek of er verandering aangebracht kan worden in factoren die spanningen veroorzaken.
    • Geef adviezen over dieet volgens de Richtlijnen goede voeding 2015.
    • Overweeg het gebruik van psylliumvezels als zelfzorg als mogelijke aanvulling op de adviezen over goede voeding, wanneer deze adviezen onvoldoende verbetering geven, of wanneer de voeding te weinig vezels bevat.
    • Overweeg verwijzing naar de diëtist voor voedingsadvies over bv. een gepersonaliseerd laag-FODMAP-dieet (FODMAP = fermenteerbare oligosachariden, disachariden, monosachariden en polyolen).
    • Adviseer voldoende lichaamsbeweging volgens de Beweegrichtlijnen 2017.
    • Overweeg een psychologische behandeling.
    • Wees terughoudend met het gebruik van probiotica.

    Overweeg de volgende stap bij onvoldoende effect van het niet-medicamenteuze beleid.

    Toelichting

    Er is geen eenduidige verklaring gevonden voor de klachten van PDS. Er is geen verhoogd risico op het ontstaan van ernstige darmziekten. Het individuele beloop van de klachten is niet te voorspellen. Spanningen kunnen de klachten wel verergeren en ongerustheid kan een belangrijke rol spelen bij het in stand houden van de klachten. De ongerustheid bespreken kan klachten reduceren. Het onnodig vermijden van bepaalde activiteiten en voedingsmiddelen uit angst dat de klachten optreden is ongewenst en moet besproken worden.

    Als één of enkele duidelijk voedingsgerelateerde triggers zoals gasvormers, lactose, overmatig vet, pittige kruiden, cafeïne, alcohol, kunstmatige zoetstoffen en tarwezemelen te identificeren zijn, kan de voeding hierop aangepast worden. Uitgangspunt is het behoud van een gezond voedingspatroon. Overweeg als mogelijke aanvulling op de adviezen over goede voeding het gebruik van psylliumvezels als zelfzorg, vrij verkrijgbaar bij de drogist of reformzaken (bij voorkeur zonder hulpstoffen zoals aspartaam, inuline of sorbitol). Bespreek hierbij dat het gebruik van psylliumvezels met name in de eerste week toename van buikklachten kan geven en adviseer de vochtinname aan te passen op grond van de consistentie van de ontlasting (d.w.z. veel vocht bij obstipatie en weinig vocht bij diarree). Verwijzing naar een diëtist voor voedingsadvies kan zinvol zijn wanneer er meerdere voedingsgerelateerde triggers bestaan of wanneer er sprake is van een onevenwichtig voedingspatroon. Bovendien kan een diëtist een gepersonaliseerd laag-FODMAP-dieet adviseren. Een glutenvrij dieet wordt ontraden.

    Psychologische behandelingen zijn effectief voor het verminderen van darmklachten. Behandelingen met de insteek van fysieke en geestelijke ontspanning hebben de voorkeur; voorbeelden zijn mindfulness-based cognitieve therapie, relaxatietherapie en hypnotherapie. Verwijs ook naar een psycholoog bij kenmerken die wijzen op een eetstoornis of een onderliggende angst- of paniekstoornis.

    Wees terughoudend met het gebruik van probiotica. Er is wetenschappelijk geen sterk bewijs dat het werkt en er is weinig tot niets bekend over langetermijneffecten of –bijwerkingen. Wanneer patiënten het zelf willen uitproberen, is er geen reden om het af te raden. Adviseer dan een proefperiode van 8 weken en geef aan dat ze moeten stoppen als het niet effectief is. Eventueel kan na een periode van een aantal weken een ander soort probioticum worden uitgeprobeerd. 1 2

  2. Overweeg laxantia

    Overweeg één van de volgende laxantia:

    Alternatief bij bijwerkingen van macrogol:

    Psylliumzaad met veel vocht innemen.

    Evalueer het gebruik na 2 weken en probeer het laxans te staken. Bij voortgezet gebruik, evalueer na weer 4 weken en vervolgens regelmatig. Geef bij langdurig gebruik de laagst werkzame dosis.

    Ga naar stap 3 bij onvoldoende effect van behandeling met laxantia.

    Toelichting

    In het algemeen zijn laxantia werkzaam en veilig bij de behandeling van obstipatie. Probleem van gebruik van laxantia bij PDS met obstipatie is dat de bijwerkingen van sommige laxantia kunnen overlappen met de symptomen van PDS, zoals flatulentie, buikpijn en krampen. Bij PDS-C wordt als laxans bij voorkeur gekozen voor psylliumzaad of macrogol met of zonder elektrolyten. Macrogol kan soms buikklachten geven, als alternatief kan dan magnesiumhydroxide worden overwogen. In de NHG-Standaard is onderscheid gemaakt tussen psylliumvezels als zelfzorg en psylliumzaad als medicamenteus beleid 1. Het effect van psyllium wordt bewerkstelligd door de vezels die in de zaadhuid zitten. Qua zelfzorg (Stap 1 van dit stappenplan) is er gekozen voor de naamgeving psylliumvezels omdat dit aansluit bij de meeste verpakkingen die de patiënt bij drogist of reformzaak kan kopen. Psylliumzaad (uit Stap 2 van het stappenplan) is te verkrijgen bij de apotheek.

    Ephor adviseert bij ouderen macrogol (met elektrolyten) als middel van voorkeur voor de behandeling van chronische obstipatie vanwege bewezen effectiviteit, het gunstige bijwerkingenprofiel en het kleine interactiepotentieel. Psyllium wordt door Ephor als mogelijk middel geadviseerd voor de behandeling van obstipatie vanwege aangetoonde effectiviteit en een klein interactiepotentieel bij een kleine groep bestudeerde ouderen. Macrogol heeft ten op zichte van psyllium minder bijwerkingen (minder flatulentie en een opgeblazen gevoel), een gunstiger gebruiksgemak en een beter onderbouwde effectiviteit 3.

  3. Overweeg linaclotide

    Overweeg bij onvoldoende effect van niet-medicamenteuze behandeling en laxantia:

    Evalueer het effect na ≥ 4 weken en heroverweeg de behandeling indien na 12 weken onvoldoende veranderd is in het ontlastingspatroon en/of pijnklachten. Bij gecontinueerd gebruik, evalueer het effect (minimaal) jaarlijks.

    Toelichting

    Linaclotide kan worden voorgeschreven in de eerste lijn en kan de pijn en obstipatie verminderen. Het is belangrijk de patiënt voor te lichten dat met name in de eerste week ernstige diarree kan ontstaan 1 2.

  4. Overweeg alleen bij uitzondering proefbehandeling met een antidepressivum

    Overweeg alleen bij uitzondering bij PDS met obstipatie op de voorgrond, die onvoldoende baat heeft bij behandeling met niet-medicamenteuze adviezen en behandeling met een laxans en/of behandeling met linaclotide, een proefbehandeling met een antidepressivum. Kies een middel op geleide van de symptomen, het bijwerkingenprofiel, eventuele comorbiditeit en houd rekening met contra-indicaties.

    SSRI's (voorkeur bij PDS-C)

    TCA

    Bij hyponatriëmie bij SSRI-gebruik, vervang de SSRI door een TCA.

    Beoordeel na 4-6 weken het effect. Hoog de dosis eventueel op (bij een TCA met kleine stapjes) bij onvoldoende effect. Na 12 weken herbeoordelen en staken bij onvoldoende effect, of bij veel bijwerkingen en weinig ervaren effectiviteit. Bij voldoende effect, continueer de medicatie en bespreek na 6 maanden het wel/niet stoppen.

    Let op

    Bij keuze voor een SSRI bij ouderen, kies bij voorkeur een SSRI met zo min mogelijk interacties en een milder bijwerkingenpatroon, zoals citalopram 1 4. (Kwetsbare) ouderen zijn extra gevoelig voor de bijwerkingen van TCA’s (o.a. verwardheid), geef daarom bij hen een extra lage dosering. Binnen de TCA’s heeft nortriptyline de voorkeur bij ouderen vanwege het relatief gunstige bijwerkingenprofiel 1 5.

    Toelichting

    Na langdurig gebruik bij voorkeur afbouwen (fluoxetine kan vanwege de lange halfwaardetijd in één keer worden gestopt). Voor afbouwschema’s zie het Multidisciplinaire document Afbouwen SSRI's en SNRI's en Psychiatrienet.

    Het gebruik van een antidepressivum bij PDS is offlabel. De veronderstelde werking is als neuromodulator. Een hypothese is dat één van de oorzaken van PDS een verstoorde darm-hersen-as is en dat antidepressiva de neurotransmitter serotonine zowel in de hersenen als in de darmen beïnvloeden. Het voorschrijven van antidepressiva bij PDS is onder andere gebaseerd op de anticholinerge effecten van deze medicatie (bij TCA’s) en doordat de remming van de heropname van serotonine dunnere ontlasting kan veroorzaken (bij SSRI’s). Bovendien beïnvloeden antidepressiva eventuele psychische comorbiditeit. Overweeg alleen bij uitzondering antidepressiva, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis. Psychologische behandelingen zijn effectief voor het verminderen van darmklachten. Zowel TCA’s als SSRI’s kunnen een effect hebben op andere PDS-klachten dan pijn. SSRI’s zorgen eerder voor een dunnere ontlasting en kunnen daarom de voorkeur hebben bij PDS-C. Omdat TCA’s ook anticholinerg werken en dus voor verstopping zorgen hebben ze de voorkeur bij PDS-D. Op basis van onderzoek lijken TCA’s pijnklachten te kunnen verminderen met name door de pijnmodulatie. Er is onvoldoende bewijs dat SSRI’s effect hebben op pijnklachten. Als comorbide affectieve klachten en/of als angstklachten op de voorgrond staan gaat de voorkeur uit naar een SSRI 1 2.

Het gebruik van parasympathicolytica zoals mebeverine en scopolaminebutyl wordt ontraden bij de behandeling van PDS, omdat er onvoldoende bewijs is voor de effectiviteit bij PDS.

Prikkelbaredarmsyndroom met vooral diarree (PDS-D)

  1. Bespreek niet-medicamenteus beleid

    • Geef voorlichting over de aard en prognose van de klachten, maak daarbij gebruik van de informatie op Thuisarts.nl.
    • Neem ongerustheid weg over een onderliggende ernstige aandoening of slechte prognose.
    • Bespreek dat het vermijden van bepaalde activiteiten en voedingsmiddelen ongewenst is en bespreek of er verandering aangebracht kan worden in factoren die spanningen veroorzaken.
    • Geef adviezen over dieet volgens de Richtlijnen goede voeding 2015.
    • Overweeg het gebruik van psylliumvezels als zelfzorg als mogelijke aanvulling op de adviezen over goede voeding, wanneer deze adviezen onvoldoende verbetering geven, of wanneer de voeding te weinig vezels bevat.
    • Overweeg verwijzing naar de diëtist voor voedingsadvies over bv. een gepersonaliseerd laag-FODMAP-dieet (FODMAP = fermenteerbare oligosachariden, disachariden, monosachariden en polyolen).
    • Adviseer voldoende lichaamsbeweging volgens de Beweegrichtlijnen 2017.
    • Overweeg een psychologische behandeling.
    • Wees terughoudend met het gebruik van probiotica.

    Overweeg de volgende stap bij onvoldoende effect van het niet-medicamenteuze beleid.

    Toelichting

    Er is geen eenduidige verklaring gevonden voor de klachten van PDS. Er is geen verhoogd risico op het ontstaan van ernstige darmziekten. Het individuele beloop van de klachten is niet te voorspellen. Spanningen kunnen de klachten wel verergeren en ongerustheid kan een belangrijke rol spelen bij het in stand houden van de klachten. De ongerustheid bespreken kan klachten reduceren. Het onnodig vermijden van bepaalde activiteiten en voedingsmiddelen uit angst dat de klachten optreden is ongewenst en moet besproken worden.

    Als één of enkele duidelijk voedingsgerelateerde triggers zoals gasvormers, lactose, overmatig vet, pittige kruiden, cafeïne, alcohol, kunstmatige zoetstoffen en tarwezemelen te identificeren zijn, kan de voeding hierop aangepast worden. Uitgangspunt is het behoud van een gezond voedingspatroon. Overweeg als mogelijke aanvulling op de adviezen over goede voeding het gebruik van psylliumvezels als zelfzorg, vrij verkrijgbaar bij de drogist of reformzaken (bij voorkeur zonder hulpstoffen zoals aspartaam, inuline of sorbitol). Bespreek hierbij dat het gebruik van psylliumvezels met name in de eerste week toename van buikklachten kan geven en adviseer de vochtinname aan te passen op grond van de consistentie van de ontlasting (d.w.z. veel vocht bij obstipatie en weinig vocht bij diarree). Verwijzing naar een diëtist voor voedingsadvies kan zinvol zijn wanneer er meerdere voedingsgerelateerde triggers bestaan of wanneer er sprake is van een onevenwichtig voedingspatroon. Bovendien kan een diëtist een gepersonaliseerd laag-FODMAP-dieet adviseren. Een glutenvrij dieet wordt ontraden.

    Psychologische behandelingen zijn effectief voor het verminderen van darmklachten. Behandelingen met de insteek van fysieke en geestelijke ontspanning hebben de voorkeur; voorbeelden zijn mindfulness-based cognitieve therapie, relaxatietherapie en hypnotherapie. Verwijs ook naar een psycholoog bij kenmerken die wijzen op een eetstoornis of een onderliggende angst- of paniekstoornis.

    Wees terughoudend met het gebruik van probiotica. Er is wetenschappelijk geen sterk bewijs dat het werkt en er is weinig tot niets bekend over langetermijneffecten of –bijwerkingen. Wanneer patiënten het zelf willen uitproberen, is er geen reden om het af te raden. Adviseer dan een proefperiode van 8 weken en geef aan dat ze moeten stoppen als het niet effectief is. Eventueel kan na een periode van een aantal weken een ander soort probioticum worden geprobeerd. 1 2

  2. Overweeg volumevergrotend laxans

    Met weinig vocht innemen.

    Ga naar stap 3 bij onvoldoende effect van een volumevergrotend laxans.

    Toelichting

    In de NHG-Standaard is onderscheid gemaakt tussen psylliumvezels als zelfzorg en psylliumzaad als medicamenteus beleid 1. Het effect van psyllium wordt bewerkstelligd door de vezels die in de zaadhuid zitten. Qua zelfzorg (Stap 1 van dit stappenplan) is er gekozen voor de naamgeving psylliumvezels omdat dit aansluit bij de meeste verpakkingen die de patiënt bij drogist of reformzaak kan kopen. Psylliumzaad (uit Stap 2 van het stappenplan) is te verkrijgen bij de apotheek.

  3. Overweeg loperamide

    Overweeg als symptomatische behandeling:

    Streef naar de laagst mogelijke effectieve dosering.

    Ga naar stap 4 bij onvoldoende effect van een behandeling met loperamide.

    Toelichting

    Er zijn enkele studies verricht naar het effect van loperamide bij PDS. Bij patiënten met vooral diarree blijkt loperamide de defecatiefrequentie te verlagen en de consistentie van de feces te verbeteren.

  4. Overweeg alleen bij uitzondering proefbehandeling met een antidepressivum

    Overweeg alleen bij uitzondering bij PDS met diarree op de voorgrond, die onvoldoende baat heeft bij behandeling met niet-medicamenteuze adviezen en behandeling met een volumevergrotend laxans en/of behandeling met loperamide, een proefbehandeling met een antidepressivum. Kies een middel op geleide van de symptomen, het bijwerkingenprofiel, eventuele comorbiditeit en houd rekening met contra-indicaties.

    TCA (voorkeur bij PDS-D)

    Als comorbide affectieve klachten en/of als angstklachten op de voorgrond staan gaat de voorkeur uit naar een SSRI:

    SSRI's

    Bij hyponatriëmie bij SSRI-gebruik, vervang de SSRI door een TCA.

    Beoordeel na 4-6 weken het effect. Hoog de dosis eventueel op (bij een TCA met kleine stapjes) bij onvoldoende effect. Na 12 weken herbeoordelen en staken bij onvoldoende effect, of bij veel bijwerkingen en weinig ervaren effectiviteit. Bij voldoende effect, continueer de medicatie en bespreek na 6 maanden het wel/niet stoppen.

    Let op

    (Kwetsbare) ouderen zijn extra gevoelig voor de bijwerkingen van TCA’s (o.a. verwardheid), geef daarom bij hen een extra lage dosering. Binnen de TCA’s heeft nortriptyline de voorkeur bij ouderen vanwege het relatief gunstige bijwerkingenprofiel 1 5. Bij keuze voor een SSRI bij ouderen, kies bij voorkeur een SSRI met zo min mogelijk interacties en een milder bijwerkingenpatroon, zoals citalopram 1 4.

    Toelichting

    Na langdurig gebruik bij voorkeur afbouwen (fluoxetine kan vanwege de lange halfwaardetijd in één keer worden gestopt). Voor afbouwschema’s zie het Multidisciplinaire document Afbouwen SSRI's en SNRI's en Psychiatrienet.

    Het gebruik van een antidepressivum bij PDS is offlabel. De veronderstelde werking is als neuromodulator. Een hypothese is dat één van de oorzaken van PDS een verstoorde darm-hersen-as is en dat antidepressiva de neurotransmitter serotonine zowel in de hersenen als in de darmen beïnvloeden. Het voorschrijven van antidepressiva bij PDS is onder andere gebaseerd op de anticholinerge effecten van deze medicatie (bij TCA’s) en doordat de remming van de heropname van serotonine dunnere ontlasting kan veroorzaken (bij SSRI’s). Bovendien beïnvloeden antidepressiva eventuele psychische comorbiditeit. Overweeg alleen bij uitzondering antidepressiva, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis. Psychologische behandelingen zijn effectief voor het verminderen van darmklachten. Zowel TCA’s als SSRI’s kunnen een effect hebben op andere PDS-klachten dan pijn. SSRI’s zorgen eerder voor een dunnere ontlasting en kunnen daarom de voorkeur hebben bij PDS-C. Omdat TCA’s ook anticholinerg werken en dus voor verstopping zorgen hebben ze de voorkeur bij PDS-D. Op basis van onderzoek lijken TCA’s pijnklachten te kunnen verminderen met name door de pijnmodulatie. Er is onvoldoende bewijs dat SSRI’s effect hebben op pijnklachten. Als comorbide affectieve klachten en/of als angstklachten op de voorgrond staan gaat de voorkeur uit naar een SSRI 1 2.

Het gebruik van parasympathicolytica zoals mebeverine en scopolaminebutyl wordt ontraden bij de behandeling van PDS, omdat er onvoldoende bewijs is voor de effectiviteit bij PDS.

Prikkelbaredarmsyndroom met pijnklachten op de voorgrond

  1. Bespreek niet-medicamenteus beleid

    • Geef voorlichting over de aard en prognose van de klachten, maak daarbij gebruik van de informatie op Thuisarts.nl.
    • Voor aanvullende adviezen bij PDS-C zie Obstipatie of de NHG-Standaard obstipatie 1.
    • Neem ongerustheid weg over een onderliggende ernstige aandoening of slechte prognose.
    • Bespreek dat het vermijden van bepaalde activiteiten en voedingsmiddelen ongewenst is en bespreek of er verandering aangebracht kan worden in factoren die spanningen veroorzaken.
    • Geef adviezen over dieet volgens de Richtlijnen goede voeding 2015.
    • Overweeg het gebruik van psylliumvezels als zelfzorg als mogelijke aanvulling op de adviezen over goede voeding, wanneer deze adviezen onvoldoende verbetering geven, of wanneer de voeding te weinig vezels bevat.
    • Overweeg verwijzing naar de diëtist voor voedingsadvies over bv. een gepersonaliseerd laag-FODMAP-dieet (FODMAP = fermenteerbare oligosachariden, disachariden, monosachariden en polyolen).
    • Adviseer voldoende lichaamsbeweging volgens de Beweegrichtlijnen 2017.
    • Overweeg een psychologische behandeling.
    • Wees terughoudend met het gebruik van probiotica.

    Overweeg de volgende stap bij onvoldoende effect van het niet-medicamenteuze beleid.

    Toelichting

    Er is geen eenduidige verklaring gevonden voor de klachten van PDS. Er is geen verhoogd risico op het ontstaan van ernstige darmziekten. Het individuele beloop van de klachten is niet te voorspellen. Spanningen kunnen de klachten wel verergeren en ongerustheid kan een belangrijke rol spelen bij het in stand houden van de klachten. De ongerustheid bespreken kan klachten reduceren. Het onnodig vermijden van bepaalde activiteiten en voedingsmiddelen uit angst dat de klachten optreden is ongewenst en moet besproken worden.

    Als één of enkele duidelijk voedingsgerelateerde triggers zoals gasvormers, lactose, overmatig vet, pittige kruiden, cafeïne, alcohol, kunstmatige zoetstoffen en tarwezemelen te identificeren zijn, kan de voeding hierop aangepast worden. Uitgangspunt is het behoud van een gezond voedingspatroon. Overweeg als mogelijke aanvulling op de adviezen over goede voeding het gebruik van psylliumvezels als zelfzorg, vrij verkrijgbaar bij de drogist of reformzaken (bij voorkeur zonder hulpstoffen zoals aspartaam, inuline of sorbitol). Bespreek hierbij dat het gebruik van psylliumvezels met name in de eerste week toename van buikklachten kan geven en adviseer de vochtinname aan te passen op grond van de consistentie van de ontlasting (d.w.z. veel vocht bij obstipatie en weinig vocht bij diarree). Verwijzing naar een diëtist voor voedingsadvies kan zinvol zijn wanneer er meerdere voedingsgerelateerde triggers bestaan of wanneer er sprake is van een onevenwichtig voedingspatroon. Bovendien kan een diëtist een gepersonaliseerd laag-FODMAP-dieet adviseren. Een glutenvrij dieet wordt ontraden.

    Psychologische behandelingen zijn effectief voor het verminderen van darmklachten. Behandelingen met de insteek van fysieke en geestelijke ontspanning hebben de voorkeur; voorbeelden zijn mindfulness-based cognitieve therapie, relaxatietherapie en hypnotherapie. Verwijs ook naar een psycholoog bij kenmerken die wijzen op een eetstoornis of een onderliggende angst- of paniekstoornis.

    Wees terughoudend met het gebruik van probiotica. Er is wetenschappelijk geen sterk bewijs dat het werkt en er is weinig tot niets bekend over langetermijneffecten of –bijwerkingen. Wanneer patiënten het zelf willen uitproberen, is er geen reden om het af te raden. Adviseer dan een proefperiode van 8 weken en geef aan dat ze moeten stoppen als het niet effectief is. Eventueel kan na een periode van een aantal weken een ander soort probioticum worden uitgeprobeerd. 1 2

  2. Overweeg pijnmedicatie

    Overweeg één van de volgende middelen:

    Evalueer na 8 weken het effect van pepermuntolie en staak indien effect uitblijft.

    Toelichting

    Bij behoefte aan het gebruik van pijnmedicatie kan het gebruik van paracetamol overwogen worden. Het gebruik van NSAID’s en opioïden wordt ontraden 1. Pepermuntolie is vrij verkrijgbaar in verschillende toedieningsvormen. Adviseer maagsapresistente (MSR) capsules om de kans op irritatie van maag en slokdarm te verkleinen. De lokale werking zorgt ervoor dat het colon zich ontspant. 1 2 Maagsapresistente pepermuntoliecapsules lijken een klein positief effect te hebben op de buikpijn of algemene klachten zonder veel extra bijwerkingen.

  3. Overweeg alleen bij uitzondering proefbehandeling met een antidepressivum

    Overweeg alleen bij uitzondering bij PDS met obstipatie op de voorgrond, die onvoldoende baat heeft bij behandeling met niet-medicamenteuze adviezen en behandeling met paracetamol en/of behandeling pepermuntolie, een proefbehandeling met een antidepressivum. Kies een middel op geleide van de symptomen, het bijwerkingenprofiel, eventuele comorbiditeit en houd rekening met contra-indicaties.

    TCA (voorkeur bij PDS met pijn op de voorgrond)

    Als comorbide affectieve klachten en/of als angstklachten op de voorgrond staan gaat de voorkeur uit naar een SSRI:

    SSRI's

    Bij hyponatriëmie bij SSRI-gebruik, vervang de SSRI door een TCA.

    Beoordeel na 4-6 weken het effect. Hoog de dosis eventueel op (bij een TCA met kleine stapjes) bij onvoldoende effect. Na 12 weken herbeoordelen en staken bij onvoldoende effect, of bij veel bijwerkingen en weinig ervaren effectiviteit. Bij voldoende effect, continueer de medicatie en bespreek na 6 maanden het wel/niet stoppen.

    Let op

    (Kwetsbare) ouderen zijn extra gevoelig voor de bijwerkingen van TCA’s (o.a. verwardheid), geef daarom bij hen een extra lage dosering. Binnen de TCA’s heeft nortriptyline de voorkeur bij ouderen vanwege het relatief gunstige bijwerkingenprofiel 1 5. Bij keuze voor een SSRI bij ouderen, kies bij voorkeur een SSRI met zo min mogelijk interacties en een milder bijwerkingenpatroon, zoals citalopram 1 4.

    Toelichting

    Na langdurig gebruik bij voorkeur afbouwen (fluoxetine kan vanwege de lange halfwaardetijd in één keer worden gestopt). Voor afbouwschema’s zie het Multidisciplinaire document Afbouwen SSRI's en SNRI's en Psychiatrienet.

    Het gebruik van een antidepressivum bij PDS is offlabel. De veronderstelde werking is als neuromodulator. Een hypothese is dat één van de oorzaken van PDS een verstoorde darm-hersen-as is en dat antidepressiva de neurotransmitter serotonine zowel in de hersenen als in de darmen beïnvloeden. Het voorschrijven van antidepressiva bij PDS is onder andere gebaseerd op de anticholinerge effecten van deze medicatie (bij TCA’s) en doordat de remming van de heropname van serotonine dunnere ontlasting kan veroorzaken (bij SSRI’s). Bovendien beïnvloeden antidepressiva eventuele psychische comorbiditeit. Overweeg alleen bij uitzondering antidepressiva, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis. Psychologische behandelingen zijn effectief voor het verminderen van darmklachten. Zowel TCA’s als SSRI’s kunnen een effect hebben op andere PDS-klachten dan pijn. SSRI’s zorgen eerder voor een dunnere ontlasting en kunnen daarom de voorkeur hebben bij PDS-C. Omdat TCA’s ook anticholinerg werken en dus voor verstopping zorgen hebben ze de voorkeur bij PDS-D. Op basis van onderzoek lijken TCA’s pijnklachten te kunnen verminderen met name door de pijnmodulatie. Er is onvoldoende bewijs dat SSRI’s effect hebben op pijnklachten. Als comorbide affectieve klachten en/of als angstklachten op de voorgrond staan gaat de voorkeur uit naar een SSRI 1 2.

Het gebruik van parasympathicolytica zoals mebeverine en scopolaminebutyl wordt ontraden bij de behandeling van PDS, omdat er onvoldoende bewijs is voor de effectiviteit bij PDS.

Achtergrond

Definitie

Kenmerkend voor het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) zijn terugkerende episodes van buikpijn die samenhangen met veranderingen en/of wisselingen in het ontlastingspatroon in vorm en/of frequentie. De diagnose wordt gesteld aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek en in afwezigheid van alarmsymptomen zoals rectaal bloedverlies en onbedoeld en onverklaard gewichtsverlies. De Rome-IV-criteria voor PDS (zie tabel 1 van de NHG-Standaard Prikkelbaredarmsyndroom) zijn opgesteld voor onderzoeksdoeleinden maar daarna steeds meer gebruikt als diagnostische criteria voor PDS in de tweedelijnszorg. Huisartsen hanteren deze criteria in beperkte mate, waarbij een van de belangrijkste verschillen tussen het diagnostische proces in de huisartsenpraktijk en dat in de Rome-criteria is, dat huisartsen PDS diagnosticeren bij een kortere ziektegeschiedenis.

Symptomen

PDS is het meest voorkomende chronische darmprobleem. Kenmerkende klachten zijn:

  • buikpijn en/of buikkrampen;
  • problemen met de stoelgang (diarree en/of obstipatie);
  • opgeblazen/opgezette buik, gasvorming, winderigheid.

Daarnaast komen voor:

  • maagklachten;
  • brandend maagzuur;
  • hoofdpijn;
  • pijn in de rug;
  • vermoeidheid.

Op basis van de klachten zijn er drie subtypen:

  • PDS met vooral obstipatie (PDS-C);
  • PDS met vooral diarree (PDS-D);
  • PDS met pijnklachten op de voorgrond.

Het beloop van de klachten is episodisch, periodes met klachten worden afgewisseld met klachtenvrije periodes.

Behandeldoel

Doel is de patiënt gerust te stellen en de klachten minder hinderlijk te maken.

Uitgangspunten

De behandeling van PDS is vooral niet-medicamenteus en bestaat naast uitleg en voorlichting voornamelijk uit leefstijladviezen. Voorlichting is essentieel om de patiënt gerust te stellen. Behandelingen van PDS zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief, gemiddeld bij 1 op de 5. Daarom is het belangrijk van te voren te bespreken wat reële verwachtingen zijn over effectiviteit van de behandeling.

Bij PDS-C zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS-D zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan alleen bij uitzondering als laatste stap een antidepressivum worden overwogen (offlabel), bij voorkeur pas nadat psychologische behandeling gestart is.

Het gebruik van probiotica en parasympathicolytica zoals mebeverine en scopolaminebutyl wordt ontraden bij de behandeling van PDS vanwege het ontbreken van bewijs voor effectiviteit.