Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

baricitinib

immunosuppressiva, selectieve L04AA37

Sluiten

anifrolumab

immunosuppressiva, selectieve L04AA51

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Olumiant XGVS Eli Lilly Nederland

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
2 mg, 4 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Saphnelo XGVS Aanvullende monitoring AstraZeneca bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
150 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 2 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.

Baricitinib kan bij RA worden ingezet, na falen van een tweede csDMARD of een bDMARD.

De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulstherapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van ernstig eczeem. Bij de keuze van de zalf- of crèmebasis is de ervaring en voorkeur van de patiënt doorslaggevend. Als lokale therapie onvoldoende effect sorteert, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.

De plaatsbepaling van JAK remmers binnen de NVDV-richtlijn Constitutioneel eczeem 2019 is nog niet vastgesteld. Zie het standpunt Baricitinib (2021) op nvdv.nl voor aanbevelingen voor het voorschrijven van baricitinib bij volwassenen met constitutioneel eczeem .

Voor baricitinib is voor de indicatie alopecia areata geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Indicaties

  • Matige tot ernstige reumatoïde artritis bij volwassen patiënten, die onvoldoende reageren op één of meer DMARD's of deze niet verdragen. Als monotherapie of in combinatie met methotrexaat.
  • Matig tot ernstig constitutioneel eczeem bij volwassenen die in aanmerking komen voor systemische therapie.
  • Ernstige alopecia areata bij volwassenen.

Gerelateerde informatie

  • Reumatoïde artritis
  • constitutioneel eczeem

Indicaties

  • Adjuvante therapie bij volwassenen met matige tot ernstige, actieve auto-antilichaampositieve systemische lupus erythematodes (SLE), ondanks standaardbehandeling.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Reumatoïde artritis

Volwassenen tot 75 jaar

4 mg 1×/dag. Overweeg bij stabiele ziekteactiviteit de dosering te verlagen naar 2 mg 1×/dag.

Volwassenen vanaf 75 jaar of patiënten met een voorgeschiedenis van chronische of recidiverende infecties

2 mg 1×/dag.

Constitutioneel eczeem

Volwassenen tot 75 jaar

4 mg 1×/dag. Overweeg bij stabiele ziekteactiviteit de dosering te verlagen naar 2 mg 1×/dag. Bij geen verbetering na 8 weken overweeg de behandeling te staken.

Tijdens de behandeling kan zonodig tevens een lokaal corticosteroïd worden gebruikt. Een lokale calcineurine-remmer is ook mogelijk, maar deze alleen gebruiken bij probleemgebieden zoals het gezicht, de hals, intertrigineuze gebieden en de genitaliën.

Volwassenen vanaf 75 jaar of patiënten met een voorgeschiedenis van chronische of recidiverende infecties

2 mg 1×/dag.

Alopecia areata

Volwassenen tot 75 jaar

4 mg 1×/dag. Overweeg bij stabiele ziekteactiviteit de dosering te verlagen naar 2 mg 1×/dag. Bij geen verbetering na 36 weken overweeg de behandeling te staken.

Volwassenen vanaf 75 jaar of patiënten met een voorgeschiedenis van chronische of recidiverende infecties

2 mg 1×/dag.

Bij gelijktijdig gebruik van sterke OAT3-remmers (bv. probenecide): 2 mg 1×/dag.

Bij ouderen (≥ 75 jaar): 2 mg 1×/dag. De klinische ervaring is zeer beperkt.

Verminderde nierfunctie: bij creatinineklaring 30–60 ml/min: 2 mg 1×/dag; niet gebruiken bij een creatinineklaring < 30 ml/min.

Verminderde leverfunctie: bij een milde of matig-ernstige leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig; niet gebruiken bij een ernstige leverfunctiestoornis.

Toediening: innemen met of zonder voedsel, op een moment naar keuze.

Doseringen

Bij een voorgeschiedenis van infuusgerelateerde reacties kan premedicatie (bijv. een antihistaminicum) worden toegediend voorafgaand aan de toediening.

Klap alles open Klap alles dicht

Systemische lupus erythematodes

Volwassenen

I.v. 300 mg 1×/ 4 weken als infusie gedurende 30 minuten.

Gemiste dosis: als een geplande infusie is gemist, de behandeling zo snel mogelijk toedienen. Houd tussen doses minimaal een interval van 14 dagen aan.

Verminderde lever- of nierfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig. Er is geen ervaring met ernstige nierinsufficiëntie of terminale nierinsufficiëntie.

Toediening

  • Na verdunning met NaCl 0,9% oplossing voor injectie, toedienen in 30 minuten via een intraveneuze infuuslijn met een steriele, inline filter van 0,2 of 0,22 micron met lage eiwitbinding.
  • Niet toedienen als een intraveneuze push- of bolusinjectie.
  • Vertraag of onderbreek infusiesnelheid bij ontwikkeling van een infusiereactie.

Bijwerkingen

Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum

Longembolie Soms

Algemeen en toedieningsplaats

Zwelling aangezicht Soms

Bloed en lymfestelsel

Neutropenie Soms
Trombocytose Vaak

Bloedvaten

Diepe veneuze trombose Soms

Huid en onderhuid

Acne Vaak
Rash Vaak
Urticaria Soms

Infecties

Bovenste-luchtweginfectie Zeer vaak
Diverticulitis Soms
Epiglottitis Zeer vaak
Faryngitis Zeer vaak
Folliculitis Vaak
Gastro-enteritis Vaak
Herpes simplex Vaak
Herpes zoster Vaak
Laryngitis Zeer vaak
Pneumonie Vaak
Sinusitis Zeer vaak
Tonsillitis Zeer vaak
Urineweginfectie Vaak

Maagdarmstelsel

Buikpijn Vaak
Nausea Vaak

Onderzoeken

Alanine-aminotransferase verhoogd Vaak
Aspartaataminotransferase verhoogd Soms
Creatinekinase verhoogd Vaak
Gewicht verhoogd Soms

Stofwisseling en voeding

Hypercholesterolemie Zeer vaak
Hypertriglyceridemie Soms

Zenuwstelsel

Hoofdpijn Vaak
  • Herpes zoster vaak bij RA, soms bij alopecia areata en zeer zelden bij CE.
  • Folliculitis bij alopecia areata, op de hoofdhuid bij hernieuwde haargroei.
  • Trombocytose > 600×109.
  • Verhoogd ALAT ≥ 3× de 'upper limit of normal range' (ULN).
  • Verhoogd creatinekinase > 5× de ULN.
  • Neutropenie < 1×109 cellen/l.
  • Verhoogd ASAT ≥ 3× de ULN. Vaak bij alopecia areata.
  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie, bronchitis.

Vaak (1-10%): overgevoeligheid, infuusgerelateerde reactie. Luchtweginfectie, herpeszosterinfectie.

Soms (0,1-1%): anafylaxie.

Gemeld zijn: maligne neoplasmata (met inbegrip van niet-melanome vormen van huidkanker).

Infuusgerelateerde reacties waren licht of matig in intensiteit (de meest voorkomende symptomen waren hoofdpijn, misselijkheid, braken, vermoeidheid en duizeligheid), meest gemeld aan het begin van de behandeling, bij de eerste en tweede infusie, met minder meldingen bij daaropvolgende infusies.

Anifrolumab verhoogt het risico op infecties van de luchtwegen en herpes zoster (verspreide gevallen van herpes zoster zijn waargenomen). SLE-patiënten die ook immunosuppressiva gebruiken, kunnen een hoger risico lopen op infecties met herpes zoster.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Combinatie met 'biological' DMARD's, biologische immunomodulatoren of andere JAK-remmers wordt ontraden omdat een risico op additieve immunosuppressie niet kan worden uitgesloten. Bij RA zijn gegevens beperkt over combinatie met krachtige immunosuppressiva (zoals azathioprine, tacrolimus, ciclosporine). Bij constitutioneel eczeem en alopecia areata is de combinatie niet onderzocht en wordt deze niet aanbevolen.

Bij patiënten die een OAT3-remmer met een hoog remmend potentieel gebruiken (bv. probenecide), de dosering van baricitinib aanpassen (zie rubriek Dosering). Wees voorzichtig bij combinatie van baricitinib met leflunomide of teriflunomide omdat het een verhoogde blootstelling aan baricitinib kan geven.

Combinatie met levende, verzwakte vaccins wordt niet aanbevolen.

Interacties

Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.

Niet gebruiken in combinatie met biologische behandelingen. Het is niet onderzocht in combinatie met andere biologische behandelingen, waaronder B-cel gerichte behandelingen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens, bij dieren teratogeen gebleken.

Farmacologisch effect: Bij dieren is een ongunstig effect op de botontwikkeling in utero waargenomen.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Overig: Vrouwen die zwanger kunnen worden dienen effectieve anticonceptie toe te passen tijdens en ten minste 1 week na de behandeling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Er zijn onvoldoende gegevens. Dieronderzoeken bieden geen uitsluitsel over reproductietoxiciteit. Een mogelijk effect op conceptie en innesteling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Gebruik ontraden tijdens de zwangerschap en bij vrouwen die zwanger kunnen worden en geen anticonceptie gebruiken, tenzij strikt noodzakelijk.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Risico voor zuigelingen kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Zie de rubriek Zwangerschap.

Contra-indicaties

Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Controleer vooraf op tuberculose (TB). Niet toepassen bij actieve TB. Overweeg voor start met baricitinib anti-TB therapie bij niet eerder behandelde, latente TB.

Controleer vooraf op viraal hepatitis B en C. In de klinische onderzoeken waren patiënten met een actieve hepatitis B of C uitgesloten van deelname. Patiënten positief voor hepatitis C-antilichamen, maar negatief voor hepatitis C-virus-RNA mochten deelnemen. Patiënten met antilichamen tegen het hepatitis B-surface en core-antigeen (dus anti-HBs en anti-HBc) maar zonder HBsAg: monitoren op de expressie van hepatitis B-DNA. Bij expressie hiervan de behandeling onderbreken of een gespecialiseerde arts op dit gebied raadplegen.

Laboratoriummonitoring: behandeling niet beginnen of voortzetten bij een ANC < 1 × 109 cellen/liter, een ALC < 0,5 × 109 cellen/liter of een hemoglobinegehalte < 5 mmol/liter.

Beoordeel na 12 weken de lipidenparameters; bij verhoogde waarden behandelen volgens de geldende richtlijnen.

Verhoging levertransaminasen: dosisafhankelijke verhoging van ALAT en ASAT zijn gemeld. De meeste gevallen van verhoging waren asymptomatisch en voorbijgaand. Onderbreek tijdelijk de behandeling bij verhoogde ALAT- of ASAT-waarden en vermoeden van leverschade, tot door het geneesmiddel geïnduceerde leverschade is uitgesloten.

Als een infectie optreedt, de patiënt monitoren; de behandeling tijdelijk staken als standaardbehandeling van de infectie niet effectief is. Behandeling pas hervatten nadat de infectie verdwenen is.

Virale heractivatie is gemeld, waaronder gevallen van reactivatie van het herpesvirus (bv. herpes zoster, herpes simplex). Staak de behandeling bij optreden van herpes zoster totdat de verschijnselen zijn verdwenen.

Staak behandeling bij ernstige allergische of anafylactische reactie. Gevallen van overgevoeligheid zijn gemeld.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (LE), zoals hogere leeftijd, obesitas, een medische voorgeschiedenis met DVT/LE of bij operatief ingrijpen en daardoor immobilisatie. Staak de behandeling bij symptomen van DVT/LE, evalueer en geef passende behandeling.

Het risico op maligniteiten waaronder lymfoom is bij patiënten met reumatoïde artritis verhoogd. Immunomodulerende middelen kunnen de kans op maligniteiten waaronder lymfomen doen toenemen.

Diverticulitis en gastro-intestinale perforatie zijn gemeld. Wees voorzichtig bij patiënten met divertikelziekte, vooral bij chronisch gebruik van middelen die het risico op diverticulitis kunnen verhogen zoals NSAID's, corticosteroïden en opioïden. Laat patiënten met (nieuwe) buikklachten direct contact opnemen.

Breng vaccinatiestatus op orde vóór aanvang van de behandeling, in overeenstemming met laatste vaccinatierichtlijnen.

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij een ernstige leverfunctiestoornis of bij kinderen (van 0–18 j.) zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder anafylaxie, zijn gemeld. Als een ernstige infuusgerelateerde of overgevoeligheidsreactie optreedt, toediening onmiddellijk onderbreken.

Infecties: ernstige en soms fatale infecties zijn waargenomen. Wees voorzichtig bij een chronische infectie of een voorgeschiedenis van recidiverende infecties vanwege het werkingsmechanisme. Niet starten bij een actieve infectie tot de infectie is verdwenen of voldoende behandeld. Instrueer patiënten om een arts te raadplegen bij symptomen van infectie. Overweeg bij ontwikkeling van een infectie of als deze niet reageert op de standaardbehandeling, de behandeling met anifrolumab te onderbreken tot de infectie is verdwenen.

Niet gebruiken bij actieve tuberculose (tbc). Overweeg behandeling van tbc voor start behandeling met anifrolumab bij patiënten met onbehandelde latente tbc. Patiënten met een voorgeschiedenis van actieve tbc of latente tbc bij wie een gepaste behandelingskuur niet kon worden bevestigd waren in het onderzoek uitgesloten.

Immunisatie: Overweeg vóór het starten van de behandeling voltooiing van alle gepaste vaccinaties in overeenstemming met de huidige vaccinatierichtlijnen. Gelijktijdig gebruik van levende of verzwakte vaccins dient te worden vermeden. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de immuunrespons op vaccins.

Maligniteit: De impact op de mogelijke ontwikkeling van maligniteiten is niet bekend. Maligne neoplasmata (met inbegrip van niet-melanome vormen van huidkanker) zijn gemeld. Wees voorzichtig bij bekende risicofactoren voor de ontwikkeling of terugkeer van maligniteiten. Wees voorzichtig om behandeling voort te zetten bij ontwikkeling van een maligniteit.

Onderzoek: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen en ouderen > 75 jaar zijn niet vastgesteld. Er is beperkte informatie bij personen ≥ 65 jaar. Anifrolumab is niet onderzocht bij patiënten met ernstige actieve lupus van het centrale zenuwstelsel of ernstige actieve lupus nefritis, een voorgeschiedenis van primaire immuundeficiëntie of van maligniteiten.

Overdosering

Voor informatie over een vergiftiging met baricitinib neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met anifrolumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Immunosuppressivum. Remt reversibel en selectief Januskinase (JAK)1 en JAK2. Januskinasen zijn enzymen die intracellulaire signalen van celoppervlaktereceptoren omzetten voor een aantal cytokinen en groeifactoren die een rol spelen bij hematopoëse, ontsteking en de afweerfunctie. Door een gedeeltelijke remming van de enzymactiviteit van JAK1 en JAK2 moduleert het intracellulaire signaalroutes van 'signal transducers and activators of transcription' (STAT's) .

Kinetische gegevens

T max ca. 1 uur (bereik 0,5–3 uur).
F ca. 79%.
V d ca. 1,1 l/kg.
Metabolisering in vitro < 10% door CYP3A4.
Eliminatie voornamelijk met de urine (onveranderd ca. 69%) en in de feces (onveranderd ca. 15%).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Humaan IgG1 kappa monoklonaal antilichaam, geproduceerd in muriene myeloom-cellen (NS0) met behulp van recombinant-DNA-technologie. Bindt met hoge specificiteit en affiniteit aan subeenheid 1 van de type I-interferonreceptor (IFNAR1), waardoor de biologische activiteit van type I-interferonen wordt geblokkeerd. Anifrolumab induceert ook de internalisering van IFNAR1, waardoor beschikbaar IFNAR1 op het celoppervlak voor receptorassemblage, vermindert. Blokkering van receptorgemedieerde type I-IFN-signalering remt IFN-responsieve genexpressie alsook 'downstream' inflammatoire en immunologische processen. Remming van type I-IFN blokkeert plasmaceldifferentiatie en normaliseert perifere T-cel-subsets, wat het evenwicht tussen adaptieve en aangeboren immuniteit dat bij SLE wordt ontregeld, herstelt.

Kinetische gegevens

V d centraal ca. 0,04 l/kg en perifeer ca. 0,05 l/kg.
Metabolisering zoals de meeste antilichamen via biodegradatie tot kleine peptiden of aminozuren.
Overig ongeveer 16 weken na de laatste dosis is serumconcentratie bij 95% van de patiënten ondecteerbaar.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

baricitinib hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • anifrolumab (L04AA51) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AA59) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AA26) Vergelijk
  • eculizumab (L04AA25) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AA18) Vergelijk
  • filgotinib (L04AA45) Vergelijk
  • leflunomide (L04AA13) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AA43) Vergelijk
  • sirolimus (L04AA10) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AA29) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AA44) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AA33) Vergelijk

Groepsinformatie

anifrolumab hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.

  • abatacept (L04AA24) Vergelijk
  • apremilast (L04AA32) Vergelijk
  • avacopan (L04AA59) Vergelijk
  • baricitinib (L04AA37) Vergelijk
  • belatacept (L04AA28) Vergelijk
  • belimumab (L04AA26) Vergelijk
  • eculizumab (L04AA25) Vergelijk
  • everolimus (bij transplantatie) (L04AA18) Vergelijk
  • filgotinib (L04AA45) Vergelijk
  • leflunomide (L04AA13) Vergelijk
  • mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
  • mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
  • ravulizumab (L04AA43) Vergelijk
  • sirolimus (L04AA10) Vergelijk
  • thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
  • tofacitinib (L04AA29) Vergelijk
  • upadacitinib (L04AA44) Vergelijk
  • vedolizumab (L04AA33) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Indicaties

  • Reumatoïde artritis
  • constitutioneel eczeem

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunosuppressiva, selectieve

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".