Samenstelling
Olumiant XGVS Eli Lilly Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2 mg, 4 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Soliris XGVS Alexion Pharma Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 30 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.
Baricitinib kan bij RA worden ingezet, na falen van een tweede csDMARD of een bDMARD.
De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulstherapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van ernstig eczeem. Bij de keuze van de zalf- of crèmebasis is de ervaring en voorkeur van de patiënt doorslaggevend. Als lokale therapie onvoldoende effect sorteert, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.
De plaatsbepaling van JAK remmers binnen de NVDV-richtlijn Constitutioneel eczeem 2019 is nog niet vastgesteld. Zie het standpunt Baricitinib (2021) op nvdv.nl voor aanbevelingen voor het voorschrijven van baricitinib bij volwassenen met constitutioneel eczeem .
Voor baricitinib is voor de indicatie alopecia areata geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
Bij paroxismale nachtelijke hemoglobinurie vermindert eculizumab de intravasculaire hemolyse en de transfusiebehoefte bij transfusie-afhankelijke patiënten. Er zijn aanwijzingen dat eculizumab daarnaast een positief effect heeft op overleving, de nierfunctie en het risico op trombo-embolische episoden bij (erytrocyten-) transfusie-afhankelijke patiënten met PNH. Er zijn beperkt gegevens beschikbaar over de baten/risico-balans van gebruik bij kinderen en tijdens de zwangerschap.
Bij atypisch hemolytisch-uremisch syndroom kent eculizumab een therapeutische meerwaarde ten opzichte van de standaardbehandeling bij patiënten waarbij plasmatherapie niet (voldoende) effectief is gebleken (plasmaresistente aHUS-patiënten). Vanwege beperkingen in de studieopzet (niet-vergelijkend en een zeer beperkt aantal patiënten) bestaat er grote onzekerheid over de grootte van het effect.
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling van refractaire gegeneraliseerde myasthenia gravis en neuromyelitis optica-spectrumstoornis.
Indicaties
- Matige tot ernstige reumatoïde artritis bij volwassen patiënten, die onvoldoende reageren op één of meer DMARD's of deze niet verdragen. Als monotherapie of in combinatie met methotrexaat.
- Matig tot ernstig constitutioneel eczeem bij volwassenen die in aanmerking komen voor systemische therapie.
- Ernstige alopecia areata bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Volwassenen en kinderen
- Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH); bewijs van klinische voordelen van de behandeling zijn aangetoond bij patiënten met hemolyse met één of meer klinische symptomen indicatief voor een hoge activiteit van de ziekte, ongeacht een voorgeschiedenis van transfusies;
- Atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS).
Volwassenen
- Refractaire gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG) bij patiënten die positief testen voor antilichamen tegen acetylcholinereceptoren (AChR).
- Neuromyelitis optica-spectrumstoornis (NMOSD) bij patiënten die positief testen voor antilichamen tegen aquaporine-4 (AQP4) met een recidiverend verloop van de ziekte.
Doseringen
Reumatoïde artritis
Volwassenen tot 75 jaar
4 mg 1×/dag. Overweeg bij stabiele ziekteactiviteit de dosering te verlagen naar 2 mg 1×/dag.
Volwassenen vanaf 75 jaar of patiënten met een voorgeschiedenis van chronische of recidiverende infecties
2 mg 1×/dag.
Constitutioneel eczeem
Volwassenen tot 75 jaar
4 mg 1×/dag. Overweeg bij stabiele ziekteactiviteit de dosering te verlagen naar 2 mg 1×/dag. Bij geen verbetering na 8 weken overweeg de behandeling te staken.
Tijdens de behandeling kan zonodig tevens een lokaal corticosteroïd worden gebruikt. Een lokale calcineurine-remmer is ook mogelijk, maar deze alleen gebruiken bij probleemgebieden zoals het gezicht, de hals, intertrigineuze gebieden en de genitaliën.
Volwassenen vanaf 75 jaar of patiënten met een voorgeschiedenis van chronische of recidiverende infecties
2 mg 1×/dag.
Alopecia areata
Volwassenen tot 75 jaar
4 mg 1×/dag. Overweeg bij stabiele ziekteactiviteit de dosering te verlagen naar 2 mg 1×/dag. Bij geen verbetering na 36 weken overweeg de behandeling te staken.
Volwassenen vanaf 75 jaar of patiënten met een voorgeschiedenis van chronische of recidiverende infecties
2 mg 1×/dag.
Bij gelijktijdig gebruik van sterke OAT3-remmers (bv. probenecide): 2 mg 1×/dag.
Bij ouderen (≥ 75 jaar): 2 mg 1×/dag. De klinische ervaring is zeer beperkt.
Verminderde nierfunctie: bij creatinineklaring 30–60 ml/min: 2 mg 1×/dag; niet gebruiken bij een creatinineklaring < 30 ml/min.
Verminderde leverfunctie: bij een milde of matig-ernstige leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig; niet gebruiken bij een ernstige leverfunctiestoornis.
Toediening: innemen met of zonder voedsel, op een moment naar keuze.
Doseringen
Voor gebruik het concentraat verdunnen tot een eindconcentratie van 5 mg/ml.
Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht ≥ 40 kg
Initiële fase: 600 mg 1×/week gedurende 4 weken via een intraveneus infuus met een inloopduur van 25–45 min (35 min ±10 min) bij volwassenen en 1–4 uur bij kinderen < 18 jaar. In de vijfde week starten met de onderhoudsfase.
Onderhoudsfase: 900 mg 1×/week in week 5, vervolgens eenmaal per 14 ±2 dagen via een intraveneus infuus met een inloopduur van 25–45 min (35 min ±10 min) bij volwassenen en 1–4 uur bij kinderen < 18 jaar.
Kinderen met een lichaamsgewicht < 40 kg
lichaamsgewicht 30–40 kg: initieel 600 mg 1×/week gedurende 2 weken, 900 mg 1×/week in week 3, daarna 900 mg elke 2 weken; lichaamsgewicht 20–30 kg: initieel 600 mg 1×/week gedurende 2 weken, 600 mg 1×/week in week 3, daarna 600 mg elke 2 weken; lichaamsgewicht 10–20 kg: initieel 600 mg 1×/week in week 1, 300 mg 1×/week in week 2, daarna 300 mg elke 2 weken; lichaamsgewicht 5–10 kg: initieel 300 mg 1×/week in week 1, 300 mg 1×/week in week 2, daarna 300 mg elke 3 weken. Toedienen via een intraveneus infuus met een inlooptijd van 1–4 uur.
Atypisch hemolytisch-uremisch syndroom
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht ≥ 40 kg
Initiële fase: 900 mg 1×/w. gedurende 4 weken via een intraveneus infuus met een inloopduur van 25–45 min (35 min ±10 min) bij volwassenen en 1–4 uur bij kinderen < 18 jaar. In de vijfde week starten met de onderhoudsfase.
Onderhoudsfase: 1200 mg eenmalig in de vijfde week en vervolgens eenmaal per 14 ±2 dagen via een intraveneus infuus met een inloopduur van 25–45 min (35 min ±10 min) bij volwassenen en 1–4 uur bij kinderen < 18 jaar.
Kinderen met een lichaamsgewicht < 40 kg
lichaamsgewicht 30–40 kg: initieel 600 mg 1×/week gedurende 2 weken, 900 mg 1×/week in week 3, daarna 900 mg elke 2 weken; lichaamsgewicht 20–30 kg: initieel 600 mg 1×/week gedurende 2 weken, 600 mg 1×/week in week 3, daarna 600 mg elke 2 weken; lichaamsgewicht 10–20 kg: initieel 600 mg 1×/week in week 1, 300 mg 1×/week in week 2, daarna 300 mg elke 2 weken; lichaamsgewicht 5–10 kg: initieel 300 mg 1×/week in week 1, 300 mg 1×/week in week 2, daarna 300 mg elke 3 weken. Toedienen via een intraveneus infuus met een inlooptijd van 1–4 uur.
Volwassenen en kinderen
Aanvullende dosering bij gelijktijdige plasmaferese of plasmawisseling: bij een meest recente dosis van 300 mg een aanvullende dosis van 300 mg per sessie binnen 1 uur na elke plasmaferese of plasmawisseling; bij een meest recente dosis van ≥ 600 mg een aanvullende dosis van 600 mg per sessie binnen 1 uur na elke plasmaferese of plasmawisseling. Bij infusie met vers ingevroren plasma en een meest recente dosis van ≥ 300 mg een aanvullende dosis van 300 mg geven 1 uur voor elke toediening van het plasma infuus.
Refractaire gegeneraliseerde myasthenia gravis
Volwassenen
Initiële fase: 900 mg 1×/w. gedurende 4 weken via een intraveneus infuus met een inloopduur van 25–45 min (35 ±10 min). In de vijfde week starten met de onderhoudsfase.
Onderhoudsfase: 1200 mg eenmalig in de vijfde week en vervolgens eenmaal per 14 ±2 dagen via een intraveneus infuus met een inloopduur van 25–45 min (35 ±10 min). Overweeg stoppen behandeling als na 12 weken geen klinische respons is bereikt.
Aanvullende dosering
Aanvullende dosering bij gelijktijdige plasmaferese of plasmawisseling: bij een meest recente dosis van 300 mg een aanvullende dosis van 300 mg per sessie binnen 1 uur na elke plasmaferese of plasmawisseling; bij een meest recente dosis van ≥ 600 mg een aanvullende dosis van 600 mg per sessie binnen 1 uur na elke plasmaferese of plasmawisseling. Bij infusie met vers ingevroren plasma en een meest recente dosis van ≥ 300 mg een aanvullende dosis van 300 mg geven 1 uur voor elke toediening van het plasma infuus.
Neuromyelitis optica-spectrumstoornis
Volwassenen
Initiële fase: 900 mg 1×/w. gedurende 4 weken via een intraveneus infuus met een inloopduur van 25–45 min (35 min ±10 min). In de vijfde week starten met de onderhoudsfase.
Onderhoudsfase: 1200 mg eenmalig in de vijfde week en vervolgens eenmaal per 14 ±2 dagen via een intraveneus infuus met een inloopduur van 25–45 min (35 min ±10 min).
Aanvullende dosering
Aanvullende dosering bij gelijktijdige plasmaferese of plasmawisseling: bij een meest recente dosis van 300 mg een aanvullende dosis van 300 mg per sessie binnen 1 uur na elke plasmaferese of plasmawisseling; bij een meest recente dosis van ≥ 600 mg een aanvullende dosis van 600 mg per sessie binnen 1 uur na elke plasmaferese of plasmawisseling. Bij infusie met vers ingevroren plasma en een meest recente dosis van ≥ 300 mg een aanvullende dosis van 300 mg geven 1 uur vóór elke toediening van het plasma-infuus.
Bij ouderen ≥ 65 jaar en mensen met een nierfunctiestoornis: is geen doseringsaanpassing nodig.
Bij een leverfunctiestoornis: er zijn geen gegevens bekend.
De patiënt gedurende 1 uur na infusie controleren. Bij een ongewenste reactie infusie vertragen of stopzetten. De totale infusieduur kan worden verlengd tot maximaal 2 uur voor volwassenen en 4 uur voor kinderen < 18 jaar. Bij gelijktijdige plasmaferese, plasmawisseling of infusie met vers ingevroren plasma zijn aanvullende doses nodig. Overweeg eventueel bij goed verdragen infusies in het ziekenhuis thuistoediening met aanvullende voorzorgsmaatregelen, zoals beschikbaarheid van spoedbehandeling van infusiereacties of anafylaxie.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Bloedneus | - |
---|---|
Dyspneu | - |
Hoesten | - |
Keelirritatie | - |
Longembolie | Soms |
Neusverstopping | - |
Orofaryngeale pijn | - |
Rhinorroe | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Extravasatie | - |
Influenza-achtige ziekte | - |
Koude rillingen | - |
Oedeem | - |
Pyrexie | - |
Reactie op infuusplaats | - |
Vermoeidheid | - |
Warmtegevoel | - |
Zwelling aangezicht | Soms |
Bloed en lymfestelsel
Abnormale stollingsfactor | - |
---|---|
Anemie | - |
Coagulopathie | - |
Hemolyse | - |
Leukopenie | - |
Lymfopenie | - |
Neutropenie | Soms |
Rodebloedcelagglutinatie | - |
Trombocytopenie | - |
Trombocytose | Vaak |
Bloedvaten
Angiopathie | - |
---|---|
Diepe veneuze trombose | Soms |
Hematoom | - |
Hypertensie | - |
Hypotensie | - |
Opvlieger | - |
Versnelde hypertensie | - |
Endocrien
Ziekte van Basedow | - |
---|
Hart
Angina pectoris | - |
---|---|
Hartkloppingen | - |
Huid en onderhuid
Acne | Vaak |
---|---|
Afgenomen huidpigmentatie | - |
Alopecia | - |
Dermatitis | - |
Droge huid | - |
Erytheem | - |
Huidhypopigmentatie | - |
Hyperhidrose | - |
Petechiae | - |
Pruritus | - |
Rash | Vaak |
Urticaria | Soms |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | - |
---|---|
Infusiegerelateerde overgevoeligheidsreactie | - |
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Abces | - |
---|---|
Artritis bacterieel | - |
Aspergillus-infectie | - |
Bovenste-luchtweginfectie | Zeer vaak |
Bronchitis | - |
Cellulitis | - |
Cystitis | - |
Diverticulitis | Soms |
Epiglottitis | Zeer vaak |
Faryngitis | Zeer vaak |
Folliculitis | Vaak |
Gastro-enteritis | Vaak |
Gastro-intestinale infectie | - |
Geslachts- en urinewegen gonokokkeninfectie | - |
Gingivitis | - |
Griep | - |
Haemophilus-infectie | - |
Herpes simplex | Vaak |
Herpes zoster | Vaak |
Impetigo | - |
Laryngitis | Zeer vaak |
Meningokokkenhersenvliesontsteking | - |
Meningokokkensepsis | - |
Nasofaryngitis | - |
Neisseria-infectie | - |
Onderste-luchtweginfectie | - |
Orale herpes | - |
Peritonitis | - |
Pneumonie | Vaak |
Schimmelinfectie | - |
Sepsis | - |
Septische shock | - |
Sinusitis | Zeer vaak |
Tonsillitis | Zeer vaak |
Urineweginfectie | Vaak |
Virale infectie | - |
Letsels, intoxicaties en complicaties
Infusie gerelateerde reactie | - |
---|
Lever en galwegen
Geelzucht | - |
---|
Maagdarmstelsel
Abdominale distensie | - |
---|---|
Braken | - |
Buikpijn | Vaak |
Diarree | - |
Dyspepsie | - |
Gastro-oesofageale refluxziekte | - |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | - |
Nieren en urinewegen
Dysurie | - |
---|---|
Hematurie | - |
Nierfunctie verminderd | - |
Onderzoeken
Alanine-aminotransferase verhoogd | Vaak |
---|---|
Aspartaataminotransferase verhoogd | Soms |
Coombs-test positief | - |
Creatinekinase verhoogd | Vaak |
Gamma-glutamyltransferase verhoogd | - |
Gewicht verhoogd | Soms |
Hematocriet verlaagd | - |
Hemoglobine verlaagd | - |
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Conjunctiva-irritatie | - |
---|---|
Gezichtsvermogen wazig | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | - |
---|---|
Vertigo | - |
Psyche
Abnormale dromen | - |
---|---|
Angst | - |
Depressie | - |
Insomnia | - |
Slaapstoornis | - |
Stemmingswisselingen | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Botpijn | - |
Gewrichtszwelling | - |
Myalgie | - |
Nekpijn | - |
Pijn in extremiteit | - |
Rugpijn | - |
Spierspasmen | - |
Trismus | - |
Stofwisseling en voeding
Hypercholesterolemie | Zeer vaak |
---|---|
Hypertriglyceridemie | Soms |
Verminderde eetlust | - |
Tumoren (inclusief cysten en poliepen)
Maligne melanoom | - |
---|---|
Myelodysplastisch syndroom | - |
Voortplantingsstelsel en borst
Menstruatiestoornis | - |
---|---|
Spontane peniserectie | - |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | - |
---|---|
Dysgeusie | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Paresthesie | - |
Syncope | - |
Tremor | - |
- Herpes zoster vaak bij RA, soms bij alopecia areata en zeer zelden bij CE.
- Folliculitis bij alopecia areata, op de hoofdhuid bij hernieuwde haargroei.
- Trombocytose > 600×109.
- Verhoogd ALAT ≥ 3× de 'upper limit of normal range' (ULN).
- Verhoogd creatinekinase > 5× de ULN.
- Neutropenie < 1×109 cellen/l.
- Verhoogd ASAT ≥ 3× de ULN. Vaak bij alopecia areata.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Bloedneus | Soms |
---|---|
Dyspneu | Soms |
Hoesten | Vaak |
Keelirritatie | Soms |
Longembolie | - |
Neusverstopping | Soms |
Orofaryngeale pijn | Vaak |
Rhinorroe | Soms |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Soms |
---|---|
Extravasatie | Zelden |
Influenza-achtige ziekte | Vaak |
Koude rillingen | Soms |
Oedeem | Soms |
Pyrexie | Vaak |
Reactie op infuusplaats | Soms |
Vermoeidheid | Vaak |
Warmtegevoel | Zelden |
Zwelling aangezicht | - |
Bloed en lymfestelsel
Abnormale stollingsfactor | Zelden |
---|---|
Anemie | Vaak |
Coagulopathie | Zelden |
Hemolyse | Zelden |
Leukopenie | Vaak |
Lymfopenie | Soms |
Neutropenie | - |
Rodebloedcelagglutinatie | Zelden |
Trombocytopenie | Soms |
Trombocytose | - |
Bloedvaten
Angiopathie | Soms |
---|---|
Diepe veneuze trombose | - |
Hematoom | Zelden |
Hypertensie | Vaak |
Hypotensie | Soms |
Opvlieger | Soms |
Versnelde hypertensie | Soms |
Endocrien
Ziekte van Basedow | Zelden |
---|
Hart
Angina pectoris | Soms |
---|---|
Hartkloppingen | Soms |
Huid en onderhuid
Acne | - |
---|---|
Afgenomen huidpigmentatie | Zelden |
Alopecia | Vaak |
Dermatitis | Zelden |
Droge huid | Soms |
Erytheem | Soms |
Huidhypopigmentatie | Soms |
Hyperhidrose | Soms |
Petechiae | Soms |
Pruritus | Vaak |
Rash | Vaak |
Urticaria | Soms |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | Soms |
---|---|
Infusiegerelateerde overgevoeligheidsreactie | Soms |
Overgevoeligheid | Soms |
Infecties
Abces | Soms |
---|---|
Artritis bacterieel | Zelden |
Aspergillus-infectie | Zelden |
Bovenste-luchtweginfectie | Vaak |
Bronchitis | Vaak |
Cellulitis | Soms |
Cystitis | Soms |
Diverticulitis | - |
Epiglottitis | - |
Faryngitis | - |
Folliculitis | - |
Gastro-enteritis | - |
Gastro-intestinale infectie | Soms |
Geslachts- en urinewegen gonokokkeninfectie | Zelden |
Gingivitis | Zelden |
Griep | Soms |
Haemophilus-infectie | Zelden |
Herpes simplex | - |
Herpes zoster | - |
Impetigo | Zelden |
Laryngitis | - |
Meningokokkenhersenvliesontsteking | Soms |
Meningokokkensepsis | Soms |
Nasofaryngitis | Vaak |
Neisseria-infectie | Soms |
Onderste-luchtweginfectie | Soms |
Orale herpes | Vaak |
Peritonitis | Soms |
Pneumonie | Vaak |
Schimmelinfectie | Soms |
Sepsis | Soms |
Septische shock | Soms |
Sinusitis | Soms |
Tonsillitis | - |
Urineweginfectie | Vaak |
Virale infectie | Soms |
Letsels, intoxicaties en complicaties
Infusie gerelateerde reactie | Soms |
---|
Lever en galwegen
Geelzucht | Zelden |
---|
Maagdarmstelsel
Abdominale distensie | Soms |
---|---|
Braken | Vaak |
Buikpijn | Vaak |
Diarree | Vaak |
Dyspepsie | Soms |
Gastro-oesofageale refluxziekte | Zelden |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | Soms |
Nieren en urinewegen
Dysurie | Soms |
---|---|
Hematurie | Soms |
Nierfunctie verminderd | Soms |
Onderzoeken
Alanine-aminotransferase verhoogd | Soms |
---|---|
Aspartaataminotransferase verhoogd | Soms |
Coombs-test positief | Zelden |
Creatinekinase verhoogd | - |
Gamma-glutamyltransferase verhoogd | Soms |
Gewicht verhoogd | - |
Hematocriet verlaagd | Soms |
Hemoglobine verlaagd | Soms |
Transaminasen verhoogd | Soms |
Oog
Conjunctiva-irritatie | Zelden |
---|---|
Gezichtsvermogen wazig | Soms |
Oor en evenwichtsorgaan
Tinnitus | Soms |
---|---|
Vertigo | Soms |
Psyche
Abnormale dromen | Zelden |
---|---|
Angst | Soms |
Depressie | Soms |
Insomnia | Vaak |
Slaapstoornis | Zelden |
Stemmingswisselingen | Soms |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | Vaak |
---|---|
Botpijn | Soms |
Gewrichtszwelling | Soms |
Myalgie | Vaak |
Nekpijn | Soms |
Pijn in extremiteit | Soms |
Rugpijn | Soms |
Spierspasmen | Soms |
Trismus | Zelden |
Stofwisseling en voeding
Hypercholesterolemie | - |
---|---|
Hypertriglyceridemie | - |
Verminderde eetlust | Soms |
Tumoren (inclusief cysten en poliepen)
Maligne melanoom | Zelden |
---|---|
Myelodysplastisch syndroom | Zelden |
Voortplantingsstelsel en borst
Menstruatiestoornis | Zelden |
---|---|
Spontane peniserectie | Soms |
Zenuwstelsel
Duizeligheid | Vaak |
---|---|
Dysgeusie | Vaak |
Hoofdpijn | Zeer vaak |
Paresthesie | Soms |
Syncope | Zelden |
Tremor | Soms |
Interacties
Combinatie met 'biological' DMARD's, biologische immunomodulatoren of andere JAK-remmers wordt ontraden omdat een risico op additieve immunosuppressie niet kan worden uitgesloten. Bij RA zijn gegevens beperkt over combinatie met krachtige immunosuppressiva (zoals azathioprine, tacrolimus, ciclosporine). Bij constitutioneel eczeem en alopecia areata is de combinatie niet onderzocht en wordt deze niet aanbevolen.
Bij patiënten die een OAT3-remmer met een hoog remmend potentieel gebruiken (bv. probenecide), de dosering van baricitinib aanpassen (zie rubriek Dosering). Wees voorzichtig bij combinatie van baricitinib met leflunomide of teriflunomide omdat het een verhoogde blootstelling aan baricitinib kan geven.
Combinatie met levende, verzwakte vaccins wordt niet aanbevolen.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties met eculizumab uitgevoerd.
Mogelijk kan op basis van het potentiële remmende effect van eculizumab op complementafhankelijke cytotoxiciteit van rituximab, het farmacodynamisch effect van rituximab verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens, bij dieren teratogeen gebleken.
Farmacologisch effect: Bij dieren is een ongunstig effect op de botontwikkeling in utero waargenomen.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Vrouwen die zwanger kunnen worden dienen effectieve anticonceptie toe te passen tijdens en ten minste 1 week na de behandeling.
Zwangerschap
Humaan IgG passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Gegevens uit een beperkt aantal zwangerschappen duiden niet op schadelijke effecten op de foetus of neonaat.
Farmacologisch effect: Eculizumab kan aanleiding geven tot remming van het terminale complement in de bloedsomloop van de foetus.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste vijf maanden na de laatste dosis.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Veel immunoglobulinen gaan over in de moedermelk.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
Zie de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor muizeneiwitten;
- een niet opgeloste infectie met Neisseria meningitidis;
- niet gevaccineerd zijn tegen Neisseria meningitidis tenzij profylactisch behandeld met geschikte antibiotica tot 2 weken na vaccinatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer vooraf op tuberculose (TB). Niet toepassen bij actieve TB. Overweeg voor start met baricitinib anti-TB therapie bij niet eerder behandelde, latente TB.
Controleer vooraf op viraal hepatitis B en C. In de klinische onderzoeken waren patiënten met een actieve hepatitis B of C uitgesloten van deelname. Patiënten positief voor hepatitis C-antilichamen, maar negatief voor hepatitis C-virus-RNA mochten deelnemen. Patiënten met antilichamen tegen het hepatitis B-surface en core-antigeen (dus anti-HBs en anti-HBc) maar zonder HBsAg: monitoren op de expressie van hepatitis B-DNA. Bij expressie hiervan de behandeling onderbreken of een gespecialiseerde arts op dit gebied raadplegen.
Laboratoriummonitoring: behandeling niet beginnen of voortzetten bij een ANC < 1 × 109 cellen/liter, een ALC < 0,5 × 109 cellen/liter of een hemoglobinegehalte < 5 mmol/liter.
Beoordeel na 12 weken de lipidenparameters; bij verhoogde waarden behandelen volgens de geldende richtlijnen.
Verhoging levertransaminasen: dosisafhankelijke verhoging van ALAT en ASAT zijn gemeld. De meeste gevallen van verhoging waren asymptomatisch en voorbijgaand. Onderbreek tijdelijk de behandeling bij verhoogde ALAT- of ASAT-waarden en vermoeden van leverschade, tot door het geneesmiddel geïnduceerde leverschade is uitgesloten.
Als een infectie optreedt, de patiënt monitoren; de behandeling tijdelijk staken als standaardbehandeling van de infectie niet effectief is. Behandeling pas hervatten nadat de infectie verdwenen is.
Virale heractivatie is gemeld, waaronder gevallen van reactivatie van het herpesvirus (bv. herpes zoster, herpes simplex). Staak de behandeling bij optreden van herpes zoster totdat de verschijnselen zijn verdwenen.
Staak behandeling bij ernstige allergische of anafylactische reactie. Gevallen van overgevoeligheid zijn gemeld.
Wees voorzichtig bij risicofactoren voor diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (LE), zoals hogere leeftijd, obesitas, een medische voorgeschiedenis met DVT/LE of bij operatief ingrijpen en daardoor immobilisatie. Staak de behandeling bij symptomen van DVT/LE, evalueer en geef passende behandeling.
Het risico op maligniteiten waaronder lymfoom is bij patiënten met reumatoïde artritis verhoogd. Immunomodulerende middelen kunnen de kans op maligniteiten waaronder lymfomen doen toenemen.
Diverticulitis en gastro-intestinale perforatie zijn gemeld. Wees voorzichtig bij patiënten met divertikelziekte, vooral bij chronisch gebruik van middelen die het risico op diverticulitis kunnen verhogen zoals NSAID's, corticosteroïden en opioïden. Laat patiënten met (nieuwe) buikklachten direct contact opnemen.
Breng vaccinatiestatus op orde vóór aanvang van de behandeling, in overeenstemming met laatste vaccinatierichtlijnen.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij een ernstige leverfunctiestoornis of bij kinderen (van 0–18 j.) zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij actieve systemische infecties. Patiënten kunnen vatbaarder zijn voor infecties, vooral bij ingekapselde bacteriën; ernstige infecties met Neisseria-spp. (andere dan Neissera meningitidis), waaronder gedissemineerde gonokokkeninfecties zijn gemeld. Adviseer patiënten over preventie van gonorroe.
Vóór aanvang van de therapie, immunisatie toedienen volgens de geldende immunisatierichtlijnen; minstens twee weken vóór aanvang van de therapie, de patiënt (re)vaccineren tegen meningokokkeninfectie (Neisseria meningitidis). Bij starten met eculizumab binnen 2 weken na meningokokkenvaccinatie, 2 weken profylactisch behandelen met geschikte antibiotica en tijdens de therapie goed letten op vroege tekenen van een meningokokkeninfectie (diverse serogroepen mogelijk) zoals koorts, hoofdpijn die gepaard gaat met koorts en/of stijve nek of fotosensibilisatie. Bij een meningokokkeninfectie treedt vaak sepsis op. Patiënten ≤ 18 jaar vaccineren tegen Haemophilus influenzae en pneumokokkeninfecties. Controleer op ziektesymptomen na aanbevolen vaccinatie; vaccinatie kan complement activeren en daardoor versterkte tekenen en symptomen geven van de onderliggende ziekte.
Staak behandeling bij het optreden van ernstige infusie- of overgevoeligheidsreacties.
Bij PNH: controleer op intravasculaire hemolyse door meting serumlactaatdehydrogenase (LDH)-spiegel; pas eventueel onderhoudsdosering aan (maximaal elke 12 dagen). Hemolyse is gemeld als een dosis is overgeslagen of toediening is uitgesteld. Bij staken van de behandeling minstens 8 weken intensief controleren op verschijnselen van ernstige intravasculaire hemolyse of andere reacties. Overweeg bij ernstige hemolyse bloedtransfusie, exsanguinatietransfusie, corticosteroïden, anticoagulantia of herstarten van eculizumab.
Bij aHUS: controleer op trombotische microangiopathie door bepaling van het trombocytenaantal, LDH in serum en serumcreatinine; pas eventueel de onderhoudsdosering aan (max. elke 12 dagen). Trombotische microangiopathie is gemeld als een dosis is overgeslagen of toediening is uitgesteld. De behandeling voor aHUS is in principe levenslang en mag alleen gestaakt worden wanneer dit medisch verantwoord is. Bij staken levenslang nauwgezet controleren op (zeer) ernstige complicaties door trombotische microangiopathie; complicaties zijn waargenomen 4 weken na staken en kunnen optreden zolang er niet behandeld wordt; bij optreden hiervan overwegen om de behandeling met eculizumab te hervatten.
Er is onvoldoende ervaring met het gebruik bij gestoorde leverfunctie. Er is weinig ervaring met het gebruik bij ouderen (≥ 65 j.).
Eculizumab is niet onderzocht bij kinderen met refractaire gMG of NMOSD.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met natrium, in de infusievloeistof, bij een natriumarmdieet.
Overdosering
Voor informatie over een vergiftiging met baricitinib neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Immunosuppressivum. Remt reversibel en selectief Januskinase (JAK)1 en JAK2. Januskinasen zijn enzymen die intracellulaire signalen van celoppervlaktereceptoren omzetten voor een aantal cytokinen en groeifactoren die een rol spelen bij hematopoëse, ontsteking en de afweerfunctie. Door een gedeeltelijke remming van de enzymactiviteit van JAK1 en JAK2 moduleert het intracellulaire signaalroutes van 'signal transducers and activators of transcription' (STAT's) .
Kinetische gegevens
T max | ca. 1 uur (bereik 0,5–3 uur). |
F | ca. 79%. |
V d | ca. 1,1 l/kg. |
Metabolisering | in vitro < 10% door CYP3A4. |
Eliminatie | voornamelijk met de urine (onveranderd ca. 69%) en in de feces (onveranderd ca. 15%). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectief immunosuppressivum. Recombinant gehumaniseerd monoklonaal IgG-antilichaam dat bindt aan het humane complementeiwit C5. Remt activering van het terminale complement. Hierdoor wordt bij patiënten met paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) intravasculaire hemolyse geblokkeerd. Bij atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS) wordt de trombotische microangiopathie geblokkeerd. Bij gMG wordt een Membrane Attack Complex (MAC) afhankelijke lysis en ontsteking op de neuromusculaire overgang (NMJ) geremd. Bij NMOSD remt het deze MAC- en C5-afhankelijke ontsteking en daarmee necrose van astrocyten, een verhoogde permeabiliteit van de bloed-hersenbarrière en het afsterven van oligodendrocyten en neuronen. Werking: begint tijdens het infuus. Werkingsduur: ca. 14 dagen.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,1 l/kg. |
Overig | Plasmawisseling leidt tot een vermindering van 50% van de eculizumabconcentratie. |
Metabolisering | in cellen van het reticulo-endotheliale systeem door lysosomale enzymen tot kleine peptiden en aminozuren. |
T 1/2el | gem. 11,5–12,5 dagen, bij kinderen 14,5–16 dagen. Bij plasmawisseling of plasma-infusie 1,3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
baricitinib hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.
- abatacept (L04AA24) Vergelijk
- anifrolumab (L04AA51) Vergelijk
- apremilast (L04AA32) Vergelijk
- avacopan (L04AA59) Vergelijk
- belatacept (L04AA28) Vergelijk
- belimumab (L04AA26) Vergelijk
- eculizumab (L04AA25) Vergelijk
- everolimus (bij transplantatie) (L04AA18) Vergelijk
- filgotinib (L04AA45) Vergelijk
- leflunomide (L04AA13) Vergelijk
- mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
- mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
- ravulizumab (L04AA43) Vergelijk
- sirolimus (L04AA10) Vergelijk
- thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
- tofacitinib (L04AA29) Vergelijk
- upadacitinib (L04AA44) Vergelijk
- vedolizumab (L04AA33) Vergelijk
Groepsinformatie
eculizumab hoort bij de groep immunosuppressiva, selectieve.
- abatacept (L04AA24) Vergelijk
- anifrolumab (L04AA51) Vergelijk
- apremilast (L04AA32) Vergelijk
- avacopan (L04AA59) Vergelijk
- baricitinib (L04AA37) Vergelijk
- belatacept (L04AA28) Vergelijk
- belimumab (L04AA26) Vergelijk
- everolimus (bij transplantatie) (L04AA18) Vergelijk
- filgotinib (L04AA45) Vergelijk
- leflunomide (L04AA13) Vergelijk
- mycofenolaatmofetil (L04AA06) Vergelijk
- mycofenolzuur (L04AA06) Vergelijk
- ravulizumab (L04AA43) Vergelijk
- sirolimus (L04AA10) Vergelijk
- thymocytenglobuline (L04AA04) Vergelijk
- tofacitinib (L04AA29) Vergelijk
- upadacitinib (L04AA44) Vergelijk
- vedolizumab (L04AA33) Vergelijk