Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

BCG-vaccin (als vaccin)

vaccins J07AN01

Sluiten

difterie-/​tetanus-/​poliovaccin

vaccins J07CA01

Sluiten

bof-/​mazelen-/​rubellavaccin

vaccins J07BD52

Sluiten

papillomavirusvaccin (9-valent)

vaccins J07BM03

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

BCG-vaccin AJV XGVS RIVM

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
0,75 mg/ml
Verpakkingsvorm
10 doses + 1,0 ml oplosmiddel

Bevat per dosis à 0,1 ml: Mycobacterium bovis Danish 1331 0,075 mg, overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën per vaccindosis.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

DTP-Vaccin Bijlage 2 Bilthoven Biologicals

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 1 ml

Bevat per ml: difterietoxoïd ≥ 5 IE, tetanustoxoïd ≥ 20 IE, geïnactiveerd gezuiverd poliomyelitisvaccin type 1: 40 DE (= D-antigeen eenheden), type 2: 4 DE, type 3: 7,5 DE.

Revaxis XGVS Sanofi SA

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Bevat per dosis (0,5 ml): difterietoxoïd ≥ 2 IE, tetanustoxoïd ≥ 20 IE, geïnactiveerd gezuiverd poliomyelitisvaccin type 1: 40 DE (= D-antigeen eenheden), type 2: 8 DE, type 3: 32 DE.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

MMRVaxPro XGVS Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Verpakkingsvorm
1 dosis + 0,5 ml oplosmiddel

Bevat per dosis: levend verzwakt bofvirus (stam Jeryl Lynn) ten minste 12,5 × 10³ CCID 50 (50% 'cell culture infective dose' ), levend verzwakt mazelenvirus (stam Enders' Edmonston) ten minste 1 × 10³ CCID 50 , en levend verzwakt rubellavirus (stam Wistar RA 27/3) ten minste 1 × 10³ CCID 50. Bevat tevens: sorbitol en sporen neomycinesulfaat en kippenei-eiwit.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Gardasil 9 XGVS Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Suspensie voor injectie
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Bevat per dosis (0,5 ml): humaan papillomavirus (HPV) type 6-L1-eiwit 30 microg, type 11–L1-eiwit 40 microg, type 16–L1-eiwit 60 microg, type 18–L1-eiwit 40 microg, type 31-L1-eiwit 20 microg, type 33-L1-eiwit 20 microg, type 45-L1-eiwit 20 microg, type 52-L1-eiwit 20 microg, type 58-L1-eiwit 20 microg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Verwijs risicogroepen naar de GGD voor een BCG-vaccinatie. Risicogroepen zijn: kinderen < 12 jaar (met ten minste 1 ouder) afkomstig uit een land met hoge tuberculose-incidentie én reizigers met een lange reisduur naar of verblijf in nauw contact met lokale bevolking in hoog-endemische gebieden.

Advies

Het DTP-vaccin maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma.

Aan de vergoeding van DTP-Vaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Advies

Het bof-/mazelen-/rubella-vaccin is opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).

Advies

Voor dit 9-valente papillomavirusvaccin is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

De commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad adviseert bij de vaccinatie tegen HPV aan alle groepen twee doses vaccin te geven (offlabelgebruik). Voor de leeftijdsgroep van 15 jaar en ouder betekent dat een vermindering van 3 naar 2 doses. Voorwaarde is wel dat het interval tussen beide doses ten minste zes maanden bedraagt. Voor jongere kinderen blijft het aantal doses gelijk. Zie voor meer informatie Aanpassing doses HPV-vaccinatie van de Gezondheidsraad.

  • ZIN-rapport 2024 papillomavirusvaccin (9-valent) Gardasil 9® ter preventie van HPV-gerelateerde premaligne laesies en carcinomen bij vrouwen na behandeling van voorstadia van cervixcarcinoom (CIN 2-3)

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen tuberculose.

Gerelateerde informatie

  • tuberculose

Indicaties

  • DTP-vaccin (leeftijd ≥ 5 jaar): primaire immunisatie of revaccinatie voor actieve immunisatie tegen difterie, tetanus en poliomyelitis.
  • Revaxis (leeftijd ≥ 6 jaar): revaccinatie voor actieve immunisatie tegen difterie, tetanus en poliomyelitis, volgend op een primaire vaccinatie.

Indicaties

  • Actieve immunisatie tegen bof, mazelen en rubella bij volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden:
    • In kader van het Rijksvaccinatieprogramma:
      • Kinderen op de leeftijd 14 maanden en rond de leeftijd van 3 jaar;
      • Kinderen tussen de 6 en 14 maanden die een reëel risico lopen op mazelen (vervroegde BMR-vaccinatie), bv. een reis naar een land waar mazelen veel voorkomt, contact met een mazelenpatiënt verblijf in een COA-opvanglocatie);
    • Vrouwen met een kinderwens en zonder beschermende antistoffen tegen rodehond ter preventie van het congenitaal rubellasyndroom;
    • Sommige reizigers die landen bezoeken waar mazelen veel voorkomt;
    • Personen die beroepsmatig risico lopen op mazelen;
    • Ongevaccineerde personen bij uitbraken en/of sommige contacten naar aanleiding van een geval en na blootstelling mazelen (postexpositieprofylaxe).

Zie voor meer informatie factsheet BMR en de LCI-richtlijnen bof, mazelen en rodehond op lci.rivm.nl.

Zie ook rubriek zwangerschap.

Indicaties

  • Actieve immunisatie van personen > 9 jaar tegen:
    • Premaligne laesies en carcinomen van cervix, vulva, vagina en anus veroorzaakt door HPV-typen waartegen dit vaccin werkzaam is;
    • Genitale wratten (condylomata acuminata) veroorzaakt door specifieke HPV-typen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Actieve immunisatie tegen tuberculose

Volwassenen en kinderen ≥ 1 jaar

Intracutaan: eenmalig 0,1 ml (= 0,075mg overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën).

Kinderen < 1 jaar

Intracutaan: eenmalig 0,05 ml (= 0,0375 mg).

Toediening

  • Langzaam toedienen in ca. 10 seconden ter hoogte van de distale aanhechting van de m. deltoideus, ongeveer halverwege de bovenarm.
  • Niet i.v. toedienen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Primaire immunisatie

Kinderen vanaf 5 jaar en volwassenen

DTP-vaccin: driemaal 1 dosis à 1 ml i.m.; de eerste twee doses met ten minste een maand tussentijd, de derde dosis ten minste 6 maanden na de tweede dosis. Indien het Rijksvaccinatieprogramma gevolgd wordt, heeft men op de leeftijd van 5 jaar echter de primaire immunisatie al doorlopen met het DKTP-vaccin.

Revaccinatie

Kinderen vanaf 6 jaar en volwassenen

Indien een volledige primaire immunisatie met DaKTP-(Hib-(HepB)) vaccin is ontvangen; DTP-vaccin: 1 ml i.m., indien het Rijksvaccinatieprogramma gevolgd wordt op de leeftijd van ca. 9 jaar. Revaxis: 0,5 ml i.m. Revaxis is ook geschikt als herhalingsvaccin volgend op een primaire immunisatie met geïnactiveerd poliomyelitis vaccin.

Toediening: voor gebruik het vaccin zwenken. I.m. toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. Revaxis kan onder bijzondere omstandigheden (bv. bloedstollingsstoornis) diep subcutaan worden toegediend.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Actieve immunisatie tegen bof/mazelen/rubella

Volwassenen

i.m. of s.c. 1 dosis à 0,5 ml.

Voor medewerkers in de gezondheidszorg geldt een ander schema, zie Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg op lci.rivm.nl.

Kinderen ≥ 14 maanden

In kader van het Rijksvaccinatieprogramma: 2 doses à 0,5 ml, waarvan de eerste dosis op de leeftijd van 14 maanden en de tweede dosis op de leeftijd rond 3 jaar (startcohort 2022).

Kinderen geboren in 2016 tot en met 2021 krijgen de tweede dosis op de leeftijd van 5 t/m 9 jaar, zie BMR inhaalcampagne.

Kinderen 6-13 maanden

In bepaalde gevallen is het wenselijk de BMR-vaccinatie eerder te geven, bijvoorbeeld bij reizen naar een regio waar mazelen frequent voorkomt, contact met een mazelenpatiënt en verblijf in een COA opvanglocatie. Bij leeftijd 12-13 maanden: de eerste dosis in kader van RVP vervroegd geven. Bij leeftijd 6-11 maanden: geef vervroegd een extra dosis (BMR-0) naast die op de leeftijd van 14 maanden en 3 jaar, vanwege de grotere kans op vaccinfalen ten gevolge van nog aanwezige maternale antistoffen en een verminderd immuunsysteem. Zie voor meer informatie Afweging BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden en de LCI-Richtlijn Mazelen op lci.rivm.nl.

Postexpositieprofylaxe mazelen

Volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden

Zuigelingen tot de leeftijd van 9 maanden die gezinscontact zijn van een mazelenpatiënt, niet-immune zwangeren en immuungecompromitteerden passief immuniseren met immunoglobuline. Na toediening van immunoglobuline dient BMR-vaccinatie bij voorkeur minimaal 3 maanden te worden uitgesteld. Buiten deze groepen BMR-vaccinatie geven.

Vaccineer zo snel mogelijk, liefst < 72 uur maar anders ook daarna om herbesmetting en/of herintroductie op het kinderdagverblijf te voorkomen. Zie voor meer informatie Stroomschema maatregelen contacten op lci.rivm.nl. Bij 6-11 maanden: geef vervroegd een extra dosis (BMR-0) naast die op de leeftijd van 14 maanden en 3 jaar, vanwege de grotere kans op vaccinfalen ten gevolge van nog aanwezige maternale antistoffen en een verminderd immuunsysteem; Bij leeftijd 12-13 maanden: de eerste dosis in kader van RVP vervroegd geven. Zie de richtlijn Mazelen voor de geadviseerde PEP in verschillende situaties en voor het bepalen van de uiterste toedieningsdag.

Toediening

  • Subcutaan of intramusculair toedienen; bij trombocytopenie of een stollingsstoornis alleen s.c. toedienen. Niet intravasculair toedienen.
  • Bij jonge kinderen injecteren in het anterolaterale gebied van de dij; bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen injecteren in de deltaspier.

Doseringen

De fabrikant adviseert een 3‑dosesschema. Het offlabelgebruik volgens een 2‑dosesschema is echter voldoende onderbouwd in de literatuur en in het advies van de Gezondheidsraad. Ook in het Rijksvaccinatieprogramma wordt bij de HPV-vaccinatie vanaf 2023 gevaccineerd volgens een 2‑dosesschema.

Klap alles open Klap alles dicht

Actieve immunisatie

Volwassenen en kinderen vanaf 9 jaar

Volgens advies Gezondheidsraad): i.m. 2 doses met minimaal 6 maanden ertussen. Bij voorkeur binnen 1 jaar toedienen. Bij het afmaken van een al eerder opgestart 3-dosesschema: 0, 1 en 6-maandenschema aanhouden. Het minimuminterval tussen de eerste en tweede vaccinatie is 3 weken (21 dagen); het minimuminterval tussen de tweede en derde vaccinatie is 120 dagen. Verkorte intervallen alleen in uitzonderingsgevallen, gebruik bij voorkeur de streefintervallen voor een optimale werking. Zie ook factsheet HPV-vaccinatie op lci.rivm.nl.

Immuungecompromitteerde personen en personen met HIV

Volgens LCI-richtlijn: i.m. drie doses (0, 1 en 6 maanden).

Toediening

  • De suspensie goed schudden voor gebruik;
  • Intramusculair toedienen, bij voorkeur toedienen in de deltaspier van de bovenarm of in het hogere anterolaterale gebied van de dij, Niet intravasculair, subcutaan of intradermaal toedienen;
  • Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.

Bijwerkingen

Soms (0,1-1%): suppuratieve lymfadenitis, met name bij overdosering in jonge kinderen. Koorts, hoofdpijn.

Zelden (0,01- 0,1%): gedissemineerde BCG-lupus, BCG-botinfecties of gegeneraliseerde BCG-infecties. Abces. Allergische reacties, incl. anafylactische reacties.

Zeer zelden (< 0,01%): erytheem en pijn op de injectieplaats. Vergroting van de cervicale of axillaire lymfeklieren. Syncope, convulsie.

Verder zijn gemeld: apneu (bij kinderen geboren na ≤ 28 weken zwangerschapsduur). Verharding, ulceratie en verharding op de injectieplaats. Zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): zwelling, roodheid, jeuk, pijn, verharding en nodule op injectieplaats. Misselijkheid. Lusteloosheid.

Vaak (1-10%): hoofdpijn. Koorts. Vertigo. Blauwe plek op de injectieplaats. Flauwvallen rond het moment van de vaccinatie (soms met myoclonieën).

Soms (0,1-1%): braken. Myalgie. Malaise. Lymfadenopathie.

Zelden (0,1-0,01%): artralgie.

Zeer zelden (< 0,01%): (atypische) huiduitslag (o.a. exantheem), urticaria, jeuk, angio-oedeem. Buikpijn, diarree. Oedeem (overgevoeligheidsreactie), zwelling van de injectie-arm (met roodheid en/of pijn).

Verder zijn gemeld: zwelling van bepaalde gezichtsdelen, nek, arm of andere lichaamsdelen ten gevolge van een allergische reactie, anafylactische reacties inclusief shock. Griepachtige symptomen, rillingen, bleekheid en asthenie (binnen enkele dagen optredend en verdwijnend). Convulsies, Guillain-Barrésyndroom, brachiale neuritis, tijdelijk paresthesie/hypo-esthesie of pijn van/in de gevaccineerde ledemaat.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): reactie op de injectieplaats, koorts. Artralgie, artritis (zelden chronisch; bij volwassen vrouwen meest frequent, bij kinderen minst frequent).

Vaak (1–10%): huiduitslag.

Soms (0,1-1%): infectie van de bovenste luchtwegen. Diarree, braken. Urticaria.

Verder zijn gemeld: prikkelbaarheid. Hoofdpijn, encefalopathie, (febriele) convulsie, ataxie, paresthesie, polyneuropathie, duizeligheid, syncope, Guillain–Barrésyndroom. Optische neuritis (o.a. retrobulbaire neuritis, papillitis), conjunctivitis, retinitis. Sensorineurale doofheid, otitis media. Regionale lymfadenopathie, trombocytopenie. Anafylactische reacties, purpura, jeuk, huidverharding, Stevens–Johnsonsyndroom. Panniculitis, vasculitis. Spierpijn. Malaise, perifeer oedeem. Aseptische meningitis, orchitis, epididymitis, parotitis, mazelen, bof, rodehond. Hoest, bronchospasmen, pneumonie.

Abusievelijke toediening bij personen met een ernstig verzwakt immuunsysteem heeft geleid tot mazelen-encefalitis, pneumonitis en overlijden.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats zoals erytheem, pijn en zwelling. Hoofdpijn.

Vaak (1-10%): reactie op de injectieplaats zoals hematoom, jeuk. Koorts. Duizeligheid. Vermoeidheid. Misselijkheid.

Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Syncope (soms gepaard gaand met tonisch-klonische bewegingen). Braken. Urticaria. Artralgie, myalgie. Asthenie, rillingen, malaise, knobbeltje op de injectieplaats.

Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheid.

Verder zijn gemeld (bij quadrivalent HPV-vaccin met gemeenschappelijke L1-HPV-eiwitten van 4 HPV-typen): cellulitis op de injectieplaats. Immuungemedieerde trombocytopenie. Anafylactoïde reacties, bronchospasme. Acute gedissemineerde encefalomyelitis, Guillain-Barré-syndroom.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Na vaccinatie met BCG-vaccin ten minste een interval van 4 weken aanhouden tussen toediening van twee levende vaccins.

Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de afweer onderdrukken is gecontra-indiceerd, zie ook rubriek Contra-indicaties.

Kan gelijktijdig worden gegeven met geïnactiveerde of levende vaccins, waaronder BMR-vaccin.

Als ze niet gelijktijdig worden toegediend, moet een interval van minimaal vier weken worden aangehouden tussen de toediening van twee levende vaccins.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva of van immunoglobulinen kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie. Combinatie met een immunosuppressieve therapie is gecontra–indiceerd, uitgezonderd corticosteroïden die lokaal óf in een lage dosis parenteraal worden toegediend.

Na bloed- of plasmatransfusies of na de toediening van humane immunoglobulinen de vaccinatie minstens 3 maanden uitstellen; humane immunoglobulinen zo mogelijk niet eerder dan 1 maand ná vaccinatie met bof–, mazelen–, rubellavaccin geven.

Het vaccin kan de gevoeligheid van de huid voor tuberculine tijdelijk onderdrukken; een tuberculinetest vóór, tijdens of 4–6 weken ná de vaccinatie uitvoeren.

Kan gelijktijdig met hepatitis A-vaccin, pneumokokkenconjugaatvaccin en andere vaccinaties voor kinderen worden toegediend. Bij gelijktijdig toedienen van een ander levendvirusvaccin, de vaccins op verschillende injectieplaatsen toedienen, anders een tussentijd van ten minste vier weken aanhouden.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie.

Zwangerschap

Levend-verzwakte vaccins kunnen de placenta passeren; in theorie kan dit infectie van de foetus veroorzaken.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie (risico op besmetting) tijdens de zwangerschap gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens laat geen aanwijzingen voor schadelijkheid zien.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend. Er zijn geen gevallen van congenitaal rubellasyndroom gemeld bij vrouwen die onbewust zwanger waren terwijl ze werden gevaccineerd met een rubellabevattend vaccin. In post-marketingonderzoek werd congenitaal rubellasyndroom vastgesteld die in verband gebracht werd met een rubellavaccinstam na onbedoelde vaccinatie met een BMR-vaccin.

Advies: Gebruik is volgens fabrikant gecontra-indiceerd. Lareb ontraadt vaccinatie met een verzwakt levend virus vaccin.

Overig: De fabrikant adviseert een vruchtbare vrouw anticonceptieve maatregelen te nemen tot één maand na de vaccinatie. Een vaccinatie bij vrouwen die onbewust zwanger waren is geen reden om de zwangerschap te beëindigen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Kan worden gebruikt. De fabrikant adviseert de vaccinatie uit te stellen tot na de zwangerschap.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Bij toediening tijdens lactatie worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.

Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen. Dit is aangetoond voor polioantistoffen.

Overig: Polioantistoffen geven de zuigeling in de eerste weken bescherming.

Advies: Vaccins met gedode/geïnactiveerde antigenen kunnen (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is wel bekend dat het rubellavirus overgaat in de moedermelk.

Advies: Als een moeder geen of onvoldoende antistoffen heeft tegen rode hond (rubella), kan zij gevaccineerd worden met BMR (bof, mazelen en rode hond) vaccin tijdens de borstvoedingsperiode. Dit kan al vlak na de bevalling.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ervaring bij ruim 90 lacterende vrouwen liet geen nadelige effecten bij de zuigeling zien.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • positieve reactie van Mantoux;
  • acute ernstige ziekte met koorts of gegeneraliseerde geïnfecteerde huidaandoening;
  • maligne aandoeningen (zoals lymfoom of leukemie);
  • acute virale of bacteriële infecties;
  • primaire of secundaire immunodeficiënties, waaronder HIV-infectie;
  • behandeling met systemische corticosteroïden of een andere immunosuppressieve behandeling, waaronder radiotherapie. Ook voor kinderen bij blootstelling in de baarmoeder of via borstvoeding, zolang een postnatale invloed op de immuunstatus van het kind mogelijk blijft en ten minste 6 maanden na de geboorte.

Contra-indicaties

  • acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts;
  • overgevoeligheid voor gentamicine, streptomycine of polymixine B.

Contra-indicaties

  • Acute infecties met koorts;
  • Actieve, onbehandelde tuberculose;
  • Bloeddyscrasieën, leukemie, lymfoom of andere maligne neoplasma van het bloed– of lymfestelsel;
  • Ernstige stoornissen in het afweermechanisme, waaronder humorale of cellulaire (primaire of verworven) immunodeficiëntie met inbegrip van:
    • gecombineerde immunodeficiëntie;
    • agammaglobulinemie;
    • AIDS of symptomatische HIV–infectie;
    • een leeftijdspecifiek CD4+ T–lymfocytenpercentage < 25% (leeftijd < 12 mnd.), < 20% (12–35 mnd.) en < 15% (leeftijd 36–59 mnd.);
  • Familiaire geschiedenis van congenitale of erfelijke immunodeficiëntie, tenzij ontvanger van vaccin aangetoond immunocompetent is.

Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Interacties.

Contra-indicaties

  • Acute, ernstige ziekte met koorts.

Waarschuwingen en voorzorgen

Enige dagen na vaccinatie treedt op de plaats van injectie een verharding op. Deze zal geleidelijk verminderen en vervolgens overgaan in een lokale laesie die enige weken later kan ulcereren. Deze lokale laesie geneest vanzelf en laat een oppervlakkig litteken achter. Het heeft geen behandeling of bandage nodig, ook het gebruik van pleisters vermijden.

Gevallen van immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) zijn gemeld na aanvang van antiretrovirale therapie bij met hiv geïnfecteerde kinderen of na aanvang van een behandeling voor andere ernstige immunodeficiënties bij kinderen die eerder de BCG-vaccinatie hadden ontvangen. Symptomen zoals adenitis, etterige afscheiding, ulceraties en abcessen van de huid en koorts kunnen optreden binnen weken tot maanden na aanvang van immunotherapie.

Een positieve respons op de tuberculose huidtest betekent niet altijd dat er een goede immuniteit is bereikt tegen tuberculose. Een negatieve respons langere tijd na vaccinatie betekent niet dat er geen bescherming is. Revaccinatie is in dit geval niet noodzakelijk.

Houd rekening met mogelijk verminderde gevoeligheid van de gebruikte Mycobacterium bovis stam voor isoniazide bij behandeling van bepaalde complicaties.

Kans op abcesvorming en suppuratieve lymfadenitis is verhoogd bij overdosering of een te diepe injectie.

Gedurende 3 maanden geen andere vaccinaties geven in de arm die wordt gebruikt voor BCG-vaccinatie vanwege risico op regionale lymfadenitis. Andere, gelijktijdig toegediende vaccins injecteren in de andere arm.

Bij de toediening aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij Guillain-Barrésyndroom of brachiale neuritis in de voorgeschiedenis na eerdere vaccinatie met tetanustoxoïd, zorgvuldig afwegen om te vaccineren.

Na subcutane injectie kan een heftige lokale reactie ontstaan, vaak gepaard gaande met stijging van de temperatuur tot hoge waarden gedurende 1–2 dagen; bij hoge uitzondering kan een steriel abces ontstaan. Grote reacties op de injectieplaats zoals grote zwelling van de ledemaat tot voorbij gewrichten zijn gerapporteerd; deze reacties ontstaan binnen 24–72 uur na vaccinatie en verdwijnen spontaan binnen 3–5 dagen.

Bij een immunosuppressieve behandeling of een immuundeficiëntie kan de immuunrespons op het DTP-vaccin uitblijven.

Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.

DTP-vaccin: de kleur van het vaccin is oranjerood. Indien de kleur geel of violet is, het vaccin niet gebruiken.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 5 jaar (DTP-vaccin) en < 6 jaar (Revaxis) zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij allergische aandoeningen, anafylactoïde reacties ten gevolge van kippenei-eiwit, convulsies of hersenletsel in de (familie)anamnese en tevens bij recente trombocytopenie.

Indien het vaccin binnen 72 uur na blootstelling aan natuurlijke mazelen wordt toegediend, kan nog een beperkte bescherming worden verkregen.

Kinderen < 1 jaar geven soms onvoldoende reactie op het vaccin vanwege circulerende antilichamen afkomstig van de moeder en/of onvoldoende ontwikkeling van het immuunsysteem. Het kan echter nodig zijn toch extra te vaccineren, bv. bij uitbraaksituaties of reizen naar een regio waar mazelen frequent voorkomt. Zie Afweging BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vaccinatie is geen vervanging voor routinematige cervicale screening of voor voorzorgsmaatregelen tegen blootstelling aan HPV en soa's.

Vaccinatie is alleen voor profylactisch gebruik en heeft geen effect op actieve HPV-infecties of al aanwezige ziekte veroorzaakt door HPV; het voorkomt dus geen laesies ten gevolge van HPV bij personen die ten tijde van vaccinatie al met HPV zijn besmet.

Gebruik voor het hele vaccinatieschema dezelfde vaccins; er zijn geen gegevens rond veiligheid, immunogeniciteit of werkzaamheid bij overstap naar bivalente of quadrivalente HPV-vaccins. Bij eerdere vaccinatiereeks met 3 doses van een quadrivalent vaccin tegen HPV-typen 6, 11, 16 en 18, kan gevaccineerd worden met 3 doses Gardasil 9.

De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld.

Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij personen met een verzwakte immuunrespons. Deze personen kunnen mogelijk onvoldoende reageren op het vaccin.

Veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 9 jaar en bij vrouwen ≥ 27 jaar.

Eigenschappen

Bacillus Calmette Guérin (BCG) is een levend verzwakte stam van de bovine tuberkelbacterie Mycobacterium bovis, Danish strain 1331. Vaccinatie geeft een specifiek immuniserende werking tegen tuberculose. De immuniteit die wordt verkregen, varieert en wordt opgebouwd na 4–6 weken.

Eigenschappen

De tetanus- en difteriecomponenten geven aanleiding tot vorming van toxineneutraliserende antistoffen en stimulering van het immunologische geheugen. De poliocomponent resulteert in humorale immuniteit, immunologisch geheugen en bescherming. Vaccin met dood, bacterieel materiaal (difterie, tetanus) en geïnactiveerd viraal materiaal (poliomyelitis).

Eigenschappen

Vaccin met levend-verzwakte virale antigenen. Werkt immuniserend tegen bof, mazelen en rubella (rodehond). De werking berust op de vorming van circulerende antistoffen en een immunologisch geheugen.

Eigenschappen

Humaan papillomavirusvaccin. Recombinant vaccin, bereid van de gezuiverde virusachtige deeltjes ('viruslike particles' = VLP) van het hoofdcapside-L1-eiwit van HPV type 6, 11, 16, 18, 31, 33, 45, 52 en 58. Uit dierexperimenteel onderzoek wordt verondersteld dat de werkzaamheid van L1 VLP-vaccins gemedieerd wordt door de ontwikkeling van een humorale immuunrespons. Het eiwit is geadsorbeerd op amorf aluminiumhydroxyfosfaatsulfaat adjuvans. De verwachting is dat Gardasil 9 bescherming biedt tegen de HPV-typen die verantwoordelijk zijn voor circa 90% van de gevallen van cervixcarcinoom, meer dan 95% van de gevallen van adenocarcinoom in situ (AIS), 75–85% van de gevallen van hooggradige cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN 2/3), 85–90% van de gevallen van aan HPV gerelateerd vulvacarcinoom, 90–95% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige vulvaire intra-epitheliale neoplasie (VIN 2/3), 80–85% van de gevallen van aan HPV gerelateerd vaginacarcinoom, 75–85% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige vaginale intraepitheliale neoplasie (VaIN 2/3), 90–95% van de gevallen van aan HPV gerelateerd anuscarcinoom, 85–90% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige anale intra-epitheliale neoplasie (AIN 2/3) en 90% van de gevallen van genitale wratten. De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld.

Groepsinformatie

BCG-vaccin (als vaccin) hoort bij de groep vaccins.

  • bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Groepsinformatie

difterie-/tetanus-/poliovaccin hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Groepsinformatie

bof-/mazelen-/rubellavaccin hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Groepsinformatie

papillomavirusvaccin (9-valent) hoort bij de groep vaccins.

  • BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
  • bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
  • chikungunya-vaccin (J07B) Vergelijk
  • choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
  • choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
  • COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
  • denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
  • difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
  • difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
  • gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
  • haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
  • hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
  • hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
  • hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
  • influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
  • japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
  • leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
  • meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
  • papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (21-valent) (J07AL02) Vergelijk
  • pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
  • pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
  • poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
  • rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
  • rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
  • RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
  • tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
  • tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
  • tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
  • varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Indicaties

  • tuberculose

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • vaccins

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".