Samenstelling
Allegra fexotabs (hydrochloride) XGVS OTC Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 120 mg
Fexofenadine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 180 mg
Fexofenadine (hydrochloride) OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 120 mg
Telfast (hydrochloride) Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 180 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Promethazine tablet (als hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 25 mg
Promethazine stroop (als hydrochloride) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Stroop
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 300 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Allerfre
OTC
Bijlage 2
Reckitt Benckiser Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Loratadine
OTC
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar
- Sterkte
- 10 mg
De orodispergeerbare tablet bevat tevens sorbitol en aspartaam (0,5 mg/tablet, overeenkomend met 0,25 mg fenylalanine).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Levocetirizine (dihydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Xyzal (dihydrochloride) UCB Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 200 ml
Conserveermiddel: methyl- en propylparahydroxybenzoaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Advies
Promethazine dient niet aan kinderen < 2 jaar gegeven te worden (o.a. vanwege een mogelijk verband met het 'sudden infant death syndrome') of aan ouderen vanwege de anticholinerge bijwerkingen.
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Voor de preventie of behandeling van reisziekte hebben niet-medicamenteuze adviezen de voorkeur boven medicamenteuze behandeling. Als niet-medicamenteuze adviezen onvoldoende helpen kan bij relatief ernstige, aanhoudende klachten een licht-sederend antihistaminicum (zoals cyclizine, cinnarizine of meclozine) overwogen worden. Bewijs voor de effectiviteit bij reisziekte is echter zeer beperkt, om deze reden wordt gebruik bij kinderen ontraden. Transdermale scopolamine kan worden overwogen bij volwassenen, indien langdurige preventie van reisziekte (zoals tijdens een lange zeereis) gewenst is.
Het gebruik van promethazine bij reisziekte wordt ontraden vanwege sterk sederende eigenschappen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel menthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Eerstegeneratie-antihistaminica (clemastine, dimetindeen, hydroxyzine en promethazine) kunnen kortdurend worden toegevoegd bij verstoring van de nachtrust door hevige jeuk bij urticaria bij volwassenen.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Aan de vergoeding van loratadine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Indicaties
- Seizoensgebonden allergische rinitis;
- Chronische idiopathische urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Allergische aandoeningen.
- Reisziekte.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Verlichting van symptomen van allergische rinitis.
- Symptomatische behandeling van chronische urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Symptomatische behandeling van allergische rinitis (incl. persisterende klachten).
- (Chronische) urticaria.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Allergische rinitis
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
120 mg 1×/dag.
Urticaria
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
180 mg 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: volgens de fabrikant is er geen dosisaanpassing nodig. Volgens de KNMP bij een creatinineklaring van 10-50 ml/min voorzichtigheidshalve de dosering verlagen naar 50% van de normale dosering.
Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Doseringen
Allergische aandoeningen
Volwassenen
Oraal: 15–150 mg per dag in verdeelde doses tijdens de maaltijden en 1–2 uur voor het slapen gaan. De laagste nog effectieve dosering kiezen.
Kinderen > 2 jaar
Oraal: 0,2 mg/kg lichaamsgewicht 2–4×/dag.
Reisziekte
Volwassenen en kinderen > 8 jaar
Oraal: 25 mg ½–1 uur voor vertrek, zo nodig na 8 uur herhalen.
Kinderen 2–7 jaar
Oraal: 0,2 mg/kg lichaamsgewicht 1 uur voor vertrek, zo nodig na 6–8 uur herhalen.
De tabletten in zijn geheel innemen met wat water.
Doseringen
Symptomatische behandeling allergische rinitis of chronische urticaria:
Volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar met een lichaamgewicht > 30 kg:
10 mg 1×/dag.
Kinderen 2–6 jaar:
Lichaamsgewicht ≤ 30 kg: 5 mg 1×/dag.
Lichaamsgewicht > 30 kg: 10 mg 1×/dag.
Bij leverinsufficiëntie: bij een milde of matige leverfunctiestoornis is aanpassing van de dosering niet nodig. Bij ernstige leverfunctiestoornis bij volwassenen en kinderen met lichaamsgewicht > 30 kg: aanvankelijk 10 mg elke 2 dagen; bij kinderen met lichaamsgewicht ≤ 30 kg: aanvankelijk 5 mg elke 2 dagen.
Bij nierfunctiestoornis: is aanpassing van de dosis niet nodig.
Bij ouderen: is aanpassing van de dosis niet nodig.
Toedieningsinformatie: de orodispergeerbare tablet op de tong houden tot deze volledig is opgelost.
Doseringen
Allergische rinitis, chronische urticaria
Volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar
5 mg 1×/dag.
Nierfunctiestoornis, volwassenen: bij een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–60 ml/min): 5 mg 1×/ 2 dagen; (creatinineklaring 15–29 ml/min) 5 mg 1×/3 dagen; bij een creatinineklaring < 15 ml/min en bij dialysepatiënten: gecontra-indiceerd; bij creatinineklaring > 60 ml/min geen dosisaanpassing nodig.
Nierfunctiestoornis, kinderen ≥ 6 jaar: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 2,5 mg 1×/dag; bij een creatinineklaring > 50 ml/min: geen dosisaanpassing nodig.
Kinderen van 2 tot 6 jaar
1,25 mg (2,5 ml drank) 2×/dag.
Nierfunctiestoornis: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 1,25 mg 1×/dag; bij een creatinineklaring > 50 ml/min: geen dosisaanpassing nodig.
Kinderen van 1 tot 2 jaar
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 0,25 mg/kg/dag, verdeeld over 2 doses, max. 2,5 mg/dag.
Nierfunctiestoornis: volgens het Kinderformularium van het NKFK: bij een creatinineklaring van 10–50 ml/min/1,73m²: 0,125 mg/kg 1×/dag; bij een creatinineklaring > 50 ml/min: geen dosisaanpassing nodig.
Bij leverfunctiestoornis is volgens de productinformatie geen dosisaanpassing nodig. Volgens Geneesmiddelen bij levercirrose de dosering bij Child-Pughscore 5–15 halveren.
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Mictiestoornis | - |
---|
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Droge neus | - |
---|---|
Dyspneu | ? |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Oedeem | - |
Pijn op de borst | ? |
Vermoeidheid | Soms |
Bloed en lymfestelsel
Agranulocytose | - |
---|---|
Hemolytische anemie | - |
Leukopenie | - |
Trombocytopenische purpura | - |
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|
Hart
Bradycardie | - |
---|---|
Hartkloppingen | ? |
Tachycardie | ? |
Ventriculaire tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Alopecia | - |
---|---|
Angio-oedeem | ? |
Erythema fixatum | - |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Pruritus | ? |
Rash | ? |
Urticaria | ? |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | ? |
---|---|
Overgevoeligheid | ? |
Lever en galwegen
Geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | - |
Leverfunctie afwijkend | - |
Maagdarmstelsel
Braken | - |
---|---|
Buikpijn | - |
Diarree | ? |
Droge mond | - |
Gastritis | - |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | - |
Nieren en urinewegen
Dysurie | - |
---|---|
Urineretentie | - |
Onderzoeken
Gewichtstoename | - |
---|---|
Voorbijgaande verhoging van de bloeddruk | - |
Oog
Accommodatieafwijking | - |
---|---|
Oculogyratie | - |
Wazig zien | ? |
Oor en evenwichtsorgaan
Vertigo | - |
---|
Psyche
Agitatie | - |
---|---|
Agressie | - |
Apathie | - |
Depressie | - |
Hallucinatie | - |
Insomnia | - |
Levendige dromen | ? |
Nachtmerrie | ? |
Slaapstoornis | ? |
Zelfmoordgedachte | - |
Zenuwachtigheid | ? |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | - |
Spierzwakte | - |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | - |
---|---|
Verminderde eetlust | - |
Zenuwstelsel
Anticholinerg syndroom | - |
---|---|
Concentratie gestoord | - |
Convulsie | - |
Duizeligheid | Vaak |
Dysgeusie | - |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Narcolepsie | - |
Paresthesie | - |
Restless legs-syndroom | - |
Sedatie | Vaak |
Somnolentie | - |
Syncope | - |
Tremor | - |
- Tachycardie en palpitaties vooral bij patiënten die een cardiovasculaire aandoening hebben of hebben gehad.
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Mictiestoornis | Soms |
---|
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Droge neus | ? |
---|---|
Dyspneu | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Oedeem | - |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | ? |
Bloed en lymfestelsel
Agranulocytose | Zelden |
---|---|
Hemolytische anemie | Zelden |
Leukopenie | Zelden |
Trombocytopenische purpura | Zeer zelden |
Bloedvaten
Hypotensie | Soms |
---|
Hart
Bradycardie | ? |
---|---|
Hartkloppingen | - |
Tachycardie | - |
Ventriculaire tachycardie | ? |
Huid en onderhuid
Alopecia | - |
---|---|
Angio-oedeem | ? |
Erythema fixatum | - |
Fotosensitiviteitsreactie | Soms |
Pruritus | - |
Rash | - |
Urticaria | ? |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | - |
---|---|
Overgevoeligheid | - |
Lever en galwegen
Geelzucht | Zeer zelden |
---|---|
Hepatitis | - |
Leverfunctie afwijkend | - |
Maagdarmstelsel
Braken | ? |
---|---|
Buikpijn | - |
Diarree | - |
Droge mond | Soms |
Gastritis | - |
Maag-darmfunctiestoornis | Soms |
Nausea | ? |
Obstipatie | - |
Nieren en urinewegen
Dysurie | - |
---|---|
Urineretentie | - |
Onderzoeken
Gewichtstoename | - |
---|---|
Voorbijgaande verhoging van de bloeddruk | ? |
Oog
Accommodatieafwijking | Soms |
---|---|
Oculogyratie | - |
Wazig zien | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Vertigo | - |
---|
Psyche
Agitatie | - |
---|---|
Agressie | - |
Apathie | ? |
Depressie | - |
Hallucinatie | - |
Insomnia | - |
Levendige dromen | - |
Nachtmerrie | - |
Slaapstoornis | - |
Zelfmoordgedachte | - |
Zenuwachtigheid | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | - |
Spierzwakte | Soms |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | - |
---|---|
Verminderde eetlust | Soms |
Zenuwstelsel
Anticholinerg syndroom | ? |
---|---|
Concentratie gestoord | ? |
Convulsie | - |
Duizeligheid | Soms |
Dysgeusie | - |
Extrapiramidale symptomen | ? |
Hoofdpijn | - |
Narcolepsie | ? |
Paresthesie | - |
Restless legs-syndroom | Soms |
Sedatie | Soms |
Somnolentie | Soms |
Syncope | - |
Tremor | - |
- Extrapiramidale verschijnselen bij hoge doses.
- Vooral bij kinderen: paradoxale stimulatie met slapeloosheid, nervositeit, tachycardie, tremoren en convulsies. Hallucinaties (bij hoge doses).
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Mictiestoornis | - |
---|
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Droge neus | - |
---|---|
Dyspneu | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Oedeem | - |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | Zeer zelden |
Bloed en lymfestelsel
Agranulocytose | - |
---|---|
Hemolytische anemie | - |
Leukopenie | - |
Trombocytopenische purpura | - |
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|
Hart
Bradycardie | - |
---|---|
Hartkloppingen | Zeer zelden |
Tachycardie | Zeer zelden |
Ventriculaire tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Alopecia | Zeer zelden |
---|---|
Angio-oedeem | Zeer zelden |
Erythema fixatum | - |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Pruritus | - |
Rash | Zeer zelden |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | Zeer zelden |
---|---|
Overgevoeligheid | Zeer zelden |
Lever en galwegen
Geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | - |
Leverfunctie afwijkend | Zeer zelden |
Maagdarmstelsel
Braken | - |
---|---|
Buikpijn | - |
Diarree | - |
Droge mond | Zeer zelden |
Gastritis | Zeer zelden |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | Zeer zelden |
Obstipatie | - |
Nieren en urinewegen
Dysurie | - |
---|---|
Urineretentie | - |
Onderzoeken
Gewichtstoename | ? |
---|---|
Voorbijgaande verhoging van de bloeddruk | - |
Oog
Accommodatieafwijking | - |
---|---|
Oculogyratie | - |
Wazig zien | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Vertigo | - |
---|
Psyche
Agitatie | - |
---|---|
Agressie | - |
Apathie | - |
Depressie | - |
Hallucinatie | - |
Insomnia | Soms |
Levendige dromen | - |
Nachtmerrie | - |
Slaapstoornis | - |
Zelfmoordgedachte | - |
Zenuwachtigheid | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | - |
Spierzwakte | - |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | Soms |
---|---|
Verminderde eetlust | - |
Zenuwstelsel
Anticholinerg syndroom | - |
---|---|
Concentratie gestoord | - |
Convulsie | Zeer zelden |
Duizeligheid | - |
Dysgeusie | - |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | Soms |
Narcolepsie | - |
Paresthesie | - |
Restless legs-syndroom | - |
Sedatie | - |
Somnolentie | Vaak |
Syncope | - |
Tremor | - |
- Bij kinderen vaak: hoofdpijn, zenuwachtigheid, vermoeidheid.
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Mictiestoornis | - |
---|
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Droge neus | - |
---|---|
Dyspneu | ? |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Soms |
---|---|
Oedeem | ? |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | Vaak |
Bloed en lymfestelsel
Agranulocytose | - |
---|---|
Hemolytische anemie | - |
Leukopenie | - |
Trombocytopenische purpura | - |
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|
Hart
Bradycardie | - |
---|---|
Hartkloppingen | ? |
Tachycardie | ? |
Ventriculaire tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Alopecia | - |
---|---|
Angio-oedeem | ? |
Erythema fixatum | ? |
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Pruritus | ? |
Rash | ? |
Urticaria | ? |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | ? |
---|---|
Overgevoeligheid | ? |
Lever en galwegen
Geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | ? |
Leverfunctie afwijkend | ? |
Maagdarmstelsel
Braken | ? |
---|---|
Buikpijn | Soms |
Diarree | ? |
Droge mond | Vaak |
Gastritis | - |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | ? |
Obstipatie | Vaak |
Nieren en urinewegen
Dysurie | ? |
---|---|
Urineretentie | ? |
Onderzoeken
Gewichtstoename | ? |
---|---|
Voorbijgaande verhoging van de bloeddruk | - |
Oog
Accommodatieafwijking | - |
---|---|
Oculogyratie | ? |
Wazig zien | ? |
Oor en evenwichtsorgaan
Vertigo | ? |
---|
Psyche
Agitatie | ? |
---|---|
Agressie | ? |
Apathie | - |
Depressie | ? |
Hallucinatie | ? |
Insomnia | ? |
Levendige dromen | - |
Nachtmerrie | ? |
Slaapstoornis | Vaak |
Zelfmoordgedachte | ? |
Zenuwachtigheid | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | ? |
---|---|
Myalgie | ? |
Spierzwakte | - |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | ? |
---|---|
Verminderde eetlust | - |
Zenuwstelsel
Anticholinerg syndroom | - |
---|---|
Concentratie gestoord | - |
Convulsie | ? |
Duizeligheid | ? |
Dysgeusie | ? |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Narcolepsie | - |
Paresthesie | ? |
Restless legs-syndroom | - |
Sedatie | - |
Somnolentie | Vaak |
Syncope | ? |
Tremor | ? |
- Bij kinderen ook vaak: diarree, obstipatie.
Interacties
Fexofenadine is een P-glycoproteïne (Pgp) en organische anion-transporterende polypeptiden (OATP)-substraat.
Gelijktijdig gebruik van Pgp-remmers erytromycine of ketoconazol verhoogt de plasmaspiegel van fexofenadine met een factor twee à drie (zonder effect op het QT-interval).
De blootstelling aan fexofenadine kan afnemen bij gelijktijdige toediening van de zwakke Pgp-inductor apalutamide. In onderzoek nam de AUC 30% af bij een enkele dosis van 30 mg fexofenadine.
Gelijktijdige inname van antacida die aluminium- en magnesiumhydroxide bevatten, vermindert de biologische beschikbaarheid; een tijdsinterval van twee uur aanhouden.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Interacties
In combinatie met adrenaline kan een bloeddrukdaling optreden in plaats van een bloeddrukverhoging; dit is niet het geval bij noradrenaline, dopamine of fenylefrine. Promethazine kan het hypotensieve effect van sommige antihypertensiva versterken.
Comedicatie met geneesmiddelen met een anticholinerge werking zoals sommige antidepressiva versterkt het anticholinerg effect. Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken de centrale werking van antihistaminica.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Interacties
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Interacties
Interacties met centraal dempende middelen kunnen niet worden uitgesloten.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Er is ruime ervaring tijdens de zwangerschap. Gegevens uit bijna 3000 zwangerschappen duiden niet op een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden.
Zwangerschap
Promethazine passeert de placenta.
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Hoge doseringen aan het eind van de zwangerschap geven kans op extrapiramidale stoornissen bij de pasgeborene. Bij toediening vlak voor de partus bestaat gevaar van neonatale ademhalingsdepressie.
Advies: Kan in een lage dosering worden gebruikt. Niet gebruiken vlak voor de partus vanwege neonatale ademhalingsdepressie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt. Bij vrouwen met fenylketonurie is het gebruik van preparaten die aspartaam bevatten (orodispergeerbare tablet) gecontra-indiceerd.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Levocetirizine is de actieve R-enantiomeer van cetirizine. Cetirizine laat geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen zien.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Een nadelig effect bij de zuigeling lijkt onwaarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Gebruik bij jonge kinderen zelf is gecontra-indiceerd vanwege het risico van sedatie, ademhalingsdepressie en de associatie met Sudden Infant Death Syndrome (SIDS ofwel wiegendood); apneu of SIDS is niet gemeld na het geven van borstvoeding.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. Preparaten die aspartaam bevatten: de metabolieten, inclusief fenylalanine, gaan in geringe mate over in de moedermelk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Bij kinderen met fenylketonurie dient de moeder in de periode van het geven van borstvoeding geen preparaten die aspartaam bevatten (orodispergeerbare tablet) te gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, waarschijnlijk. Cetirizine, het racemaat van levocetirizine, wordt uitgescheiden in de moedermelk. De relatief weinig gegevens wijzen niet op nadelige effecten bij de zuigeling.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- acute astma-aanval;
- epilepsie;
- coma;
- overgevoeligheid voor fenothiazinen;
- kinderen jonger dan 2 jaar (incl. prematuren en neonaten).
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 15 ml/min).
- overgevoeligheid voor piperazinederivaat of hydroxyzine.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig bij patiënten die een cardiovasculaire aandoening hebben (gehad) vanwege de kans op tachycardie en palpitaties.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Er zijn onvoldoende gegevens over de effectiviteit en veiligheid bij ouderen en bij mensen met een verminderde nier- of leverfunctie. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 12 jaar zijn niet vastgesteld.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen, leveraandoeningen, ulcus pepticum, prostaathypertrofie en urineretentie.
Wees tevens voorzichtig bij kinderen met slaapapneu (in de voorgeschiedenis), bij het vóorkomen van wiegendood ('sudden infant death') in het gezin, bij kinderen die minder gemakkelijk spontaan wakker worden en bij acuut zieke of gedehydreerde kinderen (in verband met een verhoogde incidentie van dystonie) of bij verschijnselen van het syndroom van Reye. Wees terughoudend bij kinderen < 6 jaar vanwege kanstoename van neuropsychiatrische bijwerkingen.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Hulpstof: Saccharose, in de drank, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen. Wees voorzichtig bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees terughoudend bij ernstige leveraandoeningen; indien toch toegepast de dosering verlagen, zie rubriek Dosering.
Bij patiënten met fenylketonurie de hoeveelheid overeenkomende fenylalanine in de orodispergeerbare tabletten doorberekenen in het voedingsvoorschrift.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten; bij een allergietest moet het gebruik van loratadine ten minste 48 uur vóór de test worden gestaakt.
De hulpstof propyleenglycol kan bij langdurig systemisch gebruik en/of hoge doses ernstige bijwerkingen hebben, vooral bij een verlaagd metabolisme ervan, zoals bij jonge kinderen. Er gelden doseringslimieten; zie de informatie van de EMA: Questions and answers on propylene glycol hierover.
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 2 jaar.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een predispositie tot urineretentie (bv. ruggenmergletsel, prostaatvergroting).
Wees voorzichtig bij patiënten met epilepsie of met een risico op convulsie.
Intermitterende allergische rinitis (< 4 dagen/week of gedurende < 4 weken) behandelen wanneer de symptomen optreden en staken als deze zijn verdwenen. In geval van persisterende allergische rinitis, gedurende de blootstelling aan allergenen, een continue behandeling overwegen. Met cetirizine (racemaat) is momenteel ervaring opgedaan met één jaar doorbehandelen bij chronische urticaria en chronische allergische rinitis.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten. Houd een 'wash out' periode van 3 dagen aan.
Het reactievermogen kan in individuele gevallen verminderd zijn.
Bij stoppen kan jeuk optreden, ook wanneer deze niet aanwezig was voor start van de behandeling. De jeuk kan spontaan verdwijnen of soms herstart van de behandeling vereisen.
De veiligheid en werkzaamheid zijn onvoldoende aangetoond bij kinderen < 2 jaar. Er zijn daarnaast géén specifieke gegevens beschikbaar voor kinderen met een nierfunctiestoornis.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
Bij kinderen vaak aanvankelijk stimulatie (zich uitend in opwinding, agitatie, agressie, (visuele) hallucinaties, tremoren, myoklonieën, convulsies, hyperthermie) en daarna depressie van het centrale zenuwstelsel (met uiteindelijk ernstige hypotensie en diep coma). Tachycardie komt regelmatig voor. Bij volwassenen komt initieel vaker depressie van het centrale zenuwstelsel voor (met o.a. convulsies, delier, cardiovasculaire symptomen (hyper- of hypotensie, tachycardie, aritmieën), ademhalingsdepressie, hypothermie), gevolgd door stimulatie (onrust, agitatie, verwardheid, hyperreflexie). Versterking van het anticholinerg effect, met bv. mydriase, droge slijmvliezen en huid, flushing, koorts, misselijkheid, braken, vertraagde maagontlediging, ileus en urineretentie. Daarnaast is het neuroleptisch maligne syndroom mogelijk.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling de monografie promethazine via vergiftigingen.info of op toxicologie.org/promethazine.
Overdosering
Symptomen
slaperigheid, hoofdpijn en tachycardie.
Zie voor symptomen en behandeling de stofmonografie loratadine op vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Bij volwassenen: sufheid. Bij kinderen: in het begin agitatie en rusteloosheid, gevolgd door sufheid.
Zie voor symptomen en behandeling de monografie levocetirizine via www.vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Niet-sederend H1-antihistaminicum (geen centraal aangrijpingspunt). Fexofenadine is een farmacologisch actieve metaboliet van terfenadine. Werking: binnen 1 uur, max. na 6 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | 1–3 uur. |
Metabolisering | nauwelijks. |
Eliminatie | waarschijnlijk vnl. met de feces, 10% onveranderd met de urine. |
T 1/2el | 11–15 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Fenothiazinederivaat. Sterkwerkend H1–receptorblokkerend antihistaminicum met een centraal aangrijpingspunt, heeft sterke sederende, anticholinerge en anti-emetische eigenschappen. Werking: na 20 min. Werkingsduur: 6–12 uur (antihistamine), 2–8 uur (sedatie).
Kinetische gegevens
Resorptie | goed (ca. 80%). |
F | ca. 25% (vanwege groot 'first pass'-effect). |
V d | ca. 13 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 80% . |
Metabolisering | in de lever tot sulfoxide-metaboliet en in mindere mate tot glucuroniden. De metabolieten zijn farmacologisch inactief. |
Eliminatie | voornamelijk in de vorm van metabolieten met urine en feces. Hemodialyse en hemoperfusie zijn niet effectief in het verwijderen van promethazine. |
T 1/2el | 7–14 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
H1-receptorantagonist zonder uitgesproken sederende of anticholinerge werking (geen centraal aangrijpingspunt) bij een dosis van 10 mg/dag. De werking treedt binnen 1-3 uur in, is maximaal binnen 8-12 uur en houdt ten minste 24 uur aan.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en praktisch volledig. Belangrijk 'first pass'-effect. |
T max | 1–2 uur (loratadine), 2–4 uur (actieve metaboliet). |
Eiwitbinding | 97–99% (loratadine). |
Metabolisering | in de lever via CYP3A4 en CYP2D6 tot o.a. actief desloratadine. |
Eliminatie | met de urine 40% en feces 42%, vnl. als geconjugeerde metabolieten. Hemodialyse verwijdert loratadine niet uit de circulatie. |
T 1/2el | ca. 8 uur (loratadine), ca. 28 uur (actieve metaboliet); bij chronische (alcoholische) leveraandoeningen zijn deze verlengd tot resp. ca. 24 en 37 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Levocetirizine, de werkzame (R)-enantiomeer van cetirizine, is een selectieve H1-receptorantagonist. Heeft slechts bij hoge doseringen een sederende werking.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en compleet. |
T max | ca. 1 uur. |
V d | 0,4 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 90%. |
Metabolisering | in de lever, gering (< 14%). |
Eliminatie | voornamelijk onveranderd, grotendeels met de urine (ca. 85%) via glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie. Levocetirizine wordt niet effectief verwijderd door hemodialyse. |
T 1/2el | 6–10 uur bij volwassenen. Bij kinderen met ca. 24% versneld. Bij nierinsufficiëntie vertraagd. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
fexofenadine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
promethazine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
loratadine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
levocetirizine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk