Samenstelling
Allegra fexotabs (hydrochloride) XGVS OTC Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 120 mg
Fexofenadine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 180 mg
Fexofenadine (hydrochloride) OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 120 mg
Telfast (hydrochloride) Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 180 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cinnarizine XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mizollen Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg
Bevat tevens: gedehydreerde castorolie 25 mg/tablet.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ketotifen stroop (als fumaraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Stroop (suikervrij)
- Sterkte
- 0,2 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 200 ml
Bevat tevens: ethanol (20 mg/ml).
Zaditen (als fumaraat) Alfasigma Nederland
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 1 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Navalit XGVS EFFIK Benelux NV/SA
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
Bevat per tablet: doxylamine(succinaat) 10 mg, pyridoxine(hydrochloride) 10 mg.
Xonvea XGVS Exeltis Healthcare
- Toedieningsvorm
- Tablet, maagsapresistent
Bevat per tablet: doxylamine(succinaat) 10 mg, pyridoxine(hydrochloride) 10 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Van geen enkel medicament is de werkzaamheid aangetoond bij de behandeling van (draai)duizeligheid (vertigo). Gebruik van medicatie, specifiek gericht op de duizeligheid, wordt daarom niet aanbevolen.
Voor de preventie of behandeling van reisziekte hebben niet-medicamenteuze adviezen de voorkeur boven medicamenteuze behandeling. Als niet-medicamenteuze adviezen onvoldoende helpen kan bij relatief ernstige, aanhoudende klachten een licht-sederend antihistaminicum (zoals cyclizine, cinnarizine of meclozine) overwogen worden. Bewijs voor de effectiviteit bij reisziekte is echter zeer beperkt, om deze reden wordt gebruik bij kinderen ontraden. Transdermale scopolamine kan worden overwogen bij volwassenen, indien langdurige preventie van reisziekte (zoals tijdens een lange zeereis) gewenst is.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica (zoals mizolastine) worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica (zoals ketotifen) worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Op basis van de indicatie kan gekozen worden voor een sterker, dan wel zwakker sederend middel. Houd bij de keuze van het antihistaminicum rekening met de halfwaardetijd.
Advies
Bij ernstig zwangerschapsbraken dat medicamenteus behandeld moet worden gaat op basis van ervaring de voorkeur uit naar meclozine met als tweede keus metoclopramide.
Voor doxylamine/pyridoxine is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Seizoensgebonden allergische rinitis;
- Chronische idiopathische urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Volwassenen:
- Vertigo van vestibulaire oorsprong.
- Allergische aandoeningen.
Volwassenen en kinderen vanaf 5 jaar:
- Profylaxe en behandeling van reisziekte.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden allergische rinoconjunctivitis;
- Urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Preventie en behandeling van allergische:
- rinitis;
- huidaandoeningen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap bij vrouwen ouder dan 18 jaar die niet reageren op een conservatief beleid (verandering levensstijl en dieet).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Allergische rinitis
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
120 mg 1×/dag.
Urticaria
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
180 mg 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: volgens de fabrikant is er geen dosisaanpassing nodig. Volgens de KNMP bij een creatinineklaring van 10-50 ml/min voorzichtigheidshalve de dosering verlagen naar 50% van de normale dosering.
Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Doseringen
Vertigo en allergische aandoeningen:
Volwassenen:
25–50 mg 2–3×/dag.
Reisziekte:
Volwassenen:
25–50 mg 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 25 mg elke 6–8 uur.
Kinderen 12–18 jaar:
25 mg 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 25 mg elke 6–8 uur.
Kinderen 5–12 jaar:
12,5 mg (een halve tablet) 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 12,5 mg elke 6–8 uur.
De tabletten met een ruime hoeveelheid water innemen, bij voorkeur tijdens de maaltijden.
Doseringen
Allergische rinoconjunctivitis en bij urticaria:
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:
10 mg 1 ×/dag.
Verminderde leverfunctie: volgens de productinformatie niet gebruiken (contra-indicatie) bij een significant verminderde leverfunctie. Zie voor het doseeradvies van de Stichting Health Base bij levercirrose de webpagina Systemische antihistaminica op geneesmiddelenbijlevercirrose.nl.
Doseringen
Bij verminderde aandacht, mogelijk door het sederende effect, de dosis verlagen.
Bij staken van de therapie met ketotifen, geleidelijk afbouwen over een periode van twee tot vier weken.
Preventie en behandeling van allergische aandoeningen
Volwassenen en kinderen > 6 jaar
1 mg 2×/dag; zo nodig 2 mg 2×/dag. Indien men makkelijk slaperig wordt, beginnen met 0,5 mg 's avonds, gevolgd door 0,5 mg 2×/dag; in ca. 5 dagen kan de gebruikelijke dagdosering worden bereikt.
Kinderen 3 –5 jaar
Begindosering 0,5 mg 2×/dag, eventueel verhogen tot maximaal 2 mg per dag.
Kinderen ≥ 6 maanden tot 3 jaar
0,5 mg 2×/dag.
Toediening: de doses innemen bij het ontbijt en avondeten.
Doseringen
Misselijkheid en braken bij zwangerschap
Volwassenen
2 capsules '10/10' of 2 tabletten '10/10' voor het slapengaan (dag 1). Bij voldoende effect, deze dosering handhaven. Bij aanhoudende klachten tot de middag van dag 2, voor het slapengaan 2 capsules '10/10' of 2 tabletten '10/10' (dag 2) en op dag 3 's ochtends 1 capsule '10/10' of 1 tablet '10/10' en voor het slapengaan 2 capsules '10/10' of 2 tabletten '10/10'. Bij aanhoudende symptomen op dag 3: vanaf dag 4 dosering verhogen naar 4 capsules '10/10' of 4 tabletten '10/10' per dag; 's ochtends 1 capsule '10/10' of 1 tablet '10/10', halverwege de dag 1 capsules '10/10' of 1 tablet '10/10' en voor het slapengaan 2 capsules '10/10' of 2 tabletten '10/10'. Maximaal 4 capsules '10/10' of 4 tabletten '10/10' per dag. Bouw geleidelijk af om plotselinge terugkeer van klachten te voorkomen. Niet innemen op basis van behoefte.
Verminderde nier- of leverfunctie: er zijn geen farmacokinetische onderzoeken gedaan; mogelijk moet de dosis worden aangepast afhankelijk van de mate van ernst van de nier-/leverinsufficientie.
Toediening
- Innemen op een lege maag met een glas water. Voedsel kan de vertraagde werking verder uitstellen en de absorptie verminderen.
- Heel doorslikken; niet kauwen, breken of fijnmalen.
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Hyperhydrosis | - |
---|---|
Lichenoïde keratose | - |
Misselijkheid | - |
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | ? |
---|---|
Verhoogde bronchiale secreties | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Benauwdheidsgevoel | - |
Drukkend gevoel op de borst | - |
Malaise | - |
Misselijk gevoel | - |
Perifeer oedeem | - |
Pijn op de borst | ? |
Vermoeidheid | Soms |
Bloed en lymfestelsel
Hemolytische anemie | - |
---|---|
Neutropenie | - |
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|---|
Orthostatische hypotensie | - |
Hart
Hartkloppingen | ? |
---|---|
Tachycardie | ? |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | ? |
---|---|
Erythema multiforme | - |
Huidreactie | - |
Hyperhidrose | - |
Lichtgevoeligheidsreacties | - |
Pruritus | ? |
Rash | ? |
Rash maculo-papulair | - |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Urticaria | ? |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | ? |
---|---|
Overgevoeligheid | ? |
Infecties
Cystitis | - |
---|
Lever en galwegen
Cholestatische geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | - |
Buikpijn | - |
Diarree | ? |
Droge mond | - |
Dyspepsie | - |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | - |
Opgezette buik | - |
Nieren en urinewegen
Dysurie | - |
---|---|
Urineretentie | - |
Onderzoeken
Gewichtstoename | - |
---|---|
Leverenzym verhoogd | - |
Oog
Accommodatiestoornis | - |
---|---|
Diplopie | - |
Gezichtsvermogen afgenomen | - |
Glaucoom | - |
Wazig zien | ? |
Oor en evenwichtsorgaan
Oorsuizen | - |
---|---|
Vertigo | - |
Psyche
Agitatie | - |
---|---|
Angst | - |
Depressie | - |
Desoriëntatie | - |
Insomnia | - |
Levendige dromen | ? |
Nachtmerrie | ? |
Prikkelbaarheid | - |
Slaapstoornis | ? |
Verwarde toestand | - |
Zenuwachtigheid | ? |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | - |
Spierstijfheid | - |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | - |
---|
Zenuwstelsel
Convulsie | - |
---|---|
Coördinatie afwijkend | - |
Duizeligheid | Vaak |
Dyskinesie | - |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Hypersomnie | - |
Migraine | - |
Paresthesie | - |
Parkinsonisme | - |
Presyncope | - |
Psychomotorische hyperactiviteit | - |
Sedatie | Vaak |
Somnolentie | - |
Tremor | - |
- Tachycardie en palpitaties vooral bij patiënten die een cardiovasculaire aandoening hebben of hebben gehad.
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Hyperhydrosis | Soms |
---|---|
Lichenoïde keratose | Soms |
Misselijkheid | Vaak |
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Verhoogde bronchiale secreties | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Benauwdheidsgevoel | - |
Drukkend gevoel op de borst | Zelden |
Malaise | - |
Misselijk gevoel | - |
Perifeer oedeem | - |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | Soms |
Bloed en lymfestelsel
Hemolytische anemie | - |
---|---|
Neutropenie | - |
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|---|
Orthostatische hypotensie | - |
Hart
Hartkloppingen | - |
---|---|
Tachycardie | Zelden |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | - |
---|---|
Erythema multiforme | - |
Huidreactie | - |
Hyperhidrose | - |
Lichtgevoeligheidsreacties | - |
Pruritus | - |
Rash | - |
Rash maculo-papulair | - |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | - |
---|---|
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Cystitis | - |
---|
Lever en galwegen
Cholestatische geelzucht | ? |
---|---|
Hepatitis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | Zelden |
---|---|
Braken | Soms |
Buikpijn | - |
Diarree | - |
Droge mond | Vaak |
Dyspepsie | Zelden |
Maag-darmfunctiestoornis | Soms |
Nausea | - |
Obstipatie | - |
Opgezette buik | - |
Nieren en urinewegen
Dysurie | - |
---|---|
Urineretentie | Soms |
Onderzoeken
Gewichtstoename | Vaak |
---|---|
Leverenzym verhoogd | - |
Oog
Accommodatiestoornis | Soms |
---|---|
Diplopie | - |
Gezichtsvermogen afgenomen | - |
Glaucoom | - |
Wazig zien | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Oorsuizen | - |
---|---|
Vertigo | - |
Psyche
Agitatie | - |
---|---|
Angst | - |
Depressie | - |
Desoriëntatie | - |
Insomnia | Zelden |
Levendige dromen | - |
Nachtmerrie | - |
Prikkelbaarheid | Zelden |
Slaapstoornis | - |
Verwarde toestand | - |
Zenuwachtigheid | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | - |
Spierstijfheid | ? |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | - |
---|
Zenuwstelsel
Convulsie | Zelden |
---|---|
Coördinatie afwijkend | Vaak |
Duizeligheid | Vaak |
Dyskinesie | ? |
Extrapiramidale symptomen | Zelden |
Hoofdpijn | - |
Hypersomnie | Soms |
Migraine | - |
Paresthesie | - |
Parkinsonisme | Zelden |
Presyncope | - |
Psychomotorische hyperactiviteit | - |
Sedatie | Vaak |
Somnolentie | Vaak |
Tremor | Zelden |
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Hyperhydrosis | - |
---|---|
Lichenoïde keratose | - |
Misselijkheid | - |
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Verhoogde bronchiale secreties | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Vaak |
---|---|
Benauwdheidsgevoel | - |
Drukkend gevoel op de borst | - |
Malaise | - |
Misselijk gevoel | - |
Perifeer oedeem | - |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Hemolytische anemie | - |
---|---|
Neutropenie | Zeer zelden |
Bloedvaten
Hypotensie | Soms |
---|---|
Orthostatische hypotensie | - |
Hart
Hartkloppingen | Soms |
---|---|
Tachycardie | Soms |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | Zeer zelden |
---|---|
Erythema multiforme | - |
Huidreactie | - |
Hyperhidrose | - |
Lichtgevoeligheidsreacties | - |
Pruritus | Zeer zelden |
Rash | Zeer zelden |
Rash maculo-papulair | - |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Urticaria | Zeer zelden |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | Zeer zelden |
---|---|
Overgevoeligheid | Zeer zelden |
Infecties
Cystitis | - |
---|
Lever en galwegen
Cholestatische geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | ? |
Buikpijn | Vaak |
Diarree | Vaak |
Droge mond | Vaak |
Dyspepsie | Vaak |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | - |
Opgezette buik | - |
Nieren en urinewegen
Dysurie | - |
---|---|
Urineretentie | - |
Onderzoeken
Gewichtstoename | Vaak |
---|---|
Leverenzym verhoogd | Soms |
Oog
Accommodatiestoornis | - |
---|---|
Diplopie | - |
Gezichtsvermogen afgenomen | - |
Glaucoom | - |
Wazig zien | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Oorsuizen | - |
---|---|
Vertigo | - |
Psyche
Agitatie | - |
---|---|
Angst | Soms |
Depressie | Soms |
Desoriëntatie | - |
Insomnia | - |
Levendige dromen | - |
Nachtmerrie | - |
Prikkelbaarheid | - |
Slaapstoornis | - |
Verwarde toestand | - |
Zenuwachtigheid | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | Soms |
---|---|
Myalgie | Soms |
Spierstijfheid | - |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | Vaak |
---|
Zenuwstelsel
Convulsie | - |
---|---|
Coördinatie afwijkend | - |
Duizeligheid | Vaak |
Dyskinesie | - |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Hypersomnie | - |
Migraine | - |
Paresthesie | - |
Parkinsonisme | - |
Presyncope | Zeer zelden |
Psychomotorische hyperactiviteit | - |
Sedatie | - |
Somnolentie | Vaak |
Tremor | - |
- Slaperigheid en asthenie vaak van voorbijgaande aard.
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Hyperhydrosis | - |
---|---|
Lichenoïde keratose | - |
Misselijkheid | - |
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Verhoogde bronchiale secreties | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Benauwdheidsgevoel | - |
Drukkend gevoel op de borst | - |
Malaise | - |
Misselijk gevoel | - |
Perifeer oedeem | - |
Pijn op de borst | - |
Vermoeidheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Hemolytische anemie | - |
---|---|
Neutropenie | - |
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|---|
Orthostatische hypotensie | - |
Hart
Hartkloppingen | - |
---|---|
Tachycardie | - |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | - |
---|---|
Erythema multiforme | Zeer zelden |
Huidreactie | Zeer zelden |
Hyperhidrose | - |
Lichtgevoeligheidsreacties | - |
Pruritus | - |
Rash | ? |
Rash maculo-papulair | - |
Stevens-Johnson-syndroom | Zeer zelden |
Urticaria | ? |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | - |
---|---|
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Cystitis | Soms |
---|
Lever en galwegen
Cholestatische geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | Zeer zelden |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | ? |
Buikpijn | - |
Diarree | ? |
Droge mond | Soms |
Dyspepsie | - |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | ? |
Obstipatie | - |
Opgezette buik | - |
Nieren en urinewegen
Dysurie | - |
---|---|
Urineretentie | - |
Onderzoeken
Gewichtstoename | Zelden |
---|---|
Leverenzym verhoogd | Zeer zelden |
Oog
Accommodatiestoornis | - |
---|---|
Diplopie | - |
Gezichtsvermogen afgenomen | - |
Glaucoom | - |
Wazig zien | - |
Oor en evenwichtsorgaan
Oorsuizen | - |
---|---|
Vertigo | - |
Psyche
Agitatie | Vaak |
---|---|
Angst | - |
Depressie | - |
Desoriëntatie | - |
Insomnia | Vaak |
Levendige dromen | - |
Nachtmerrie | - |
Prikkelbaarheid | Vaak |
Slaapstoornis | - |
Verwarde toestand | - |
Zenuwachtigheid | Vaak |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | - |
Spierstijfheid | - |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | - |
---|
Zenuwstelsel
Convulsie | ? |
---|---|
Coördinatie afwijkend | - |
Duizeligheid | Soms |
Dyskinesie | - |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | ? |
Hypersomnie | - |
Migraine | - |
Paresthesie | - |
Parkinsonisme | - |
Presyncope | - |
Psychomotorische hyperactiviteit | - |
Sedatie | Zelden |
Somnolentie | Zelden |
Tremor | - |
- Voornamelijk bij kinderen symptomen van stimulering van het centrale zenuwstelsel zoals opgewondenheid, prikkelbaarheid, slapeloosheid en nervositeit.
- Slaperigheid/sedatie, droge mond en duizeligheid kunnen aan het begin van de behandeling optreden, maar verdwijnen meestal spontaan bij voortzetting van de behandeling.
Bijwerkingen
Aangelegenheden met betrekking tot producten
Hyperhydrosis | - |
---|---|
Lichenoïde keratose | - |
Misselijkheid | - |
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Dyspneu | - |
---|---|
Verhoogde bronchiale secreties | Vaak |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Soms |
---|---|
Benauwdheidsgevoel | ? |
Drukkend gevoel op de borst | - |
Malaise | ? |
Misselijk gevoel | Soms |
Perifeer oedeem | Soms |
Pijn op de borst | ? |
Vermoeidheid | Vaak |
Bloed en lymfestelsel
Hemolytische anemie | Zelden |
---|---|
Neutropenie | - |
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|---|
Orthostatische hypotensie | Soms |
Hart
Hartkloppingen | ? |
---|---|
Tachycardie | ? |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | - |
---|---|
Erythema multiforme | - |
Huidreactie | - |
Hyperhidrose | ? |
Lichtgevoeligheidsreacties | Soms |
Pruritus | ? |
Rash | Soms |
Rash maculo-papulair | ? |
Stevens-Johnson-syndroom | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | - |
---|---|
Overgevoeligheid | ? |
Infecties
Cystitis | - |
---|
Lever en galwegen
Cholestatische geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | - |
Maagdarmstelsel
Bovenbuikpijn | - |
---|---|
Braken | Soms |
Buikpijn | ? |
Diarree | ? |
Droge mond | Vaak |
Dyspepsie | - |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | - |
Obstipatie | Vaak |
Opgezette buik | ? |
Nieren en urinewegen
Dysurie | ? |
---|---|
Urineretentie | Vaak |
Onderzoeken
Gewichtstoename | - |
---|---|
Leverenzym verhoogd | - |
Oog
Accommodatiestoornis | - |
---|---|
Diplopie | Soms |
Gezichtsvermogen afgenomen | ? |
Glaucoom | Soms |
Wazig zien | Vaak |
Oor en evenwichtsorgaan
Oorsuizen | Soms |
---|---|
Vertigo | ? |
Psyche
Agitatie | Zelden |
---|---|
Angst | ? |
Depressie | - |
Desoriëntatie | ? |
Insomnia | ? |
Levendige dromen | - |
Nachtmerrie | ? |
Prikkelbaarheid | ? |
Slaapstoornis | - |
Verwarde toestand | Soms |
Zenuwachtigheid | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | - |
Spierstijfheid | - |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | - |
---|
Zenuwstelsel
Convulsie | Zelden |
---|---|
Coördinatie afwijkend | - |
Duizeligheid | Vaak |
Dyskinesie | - |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | ? |
Hypersomnie | - |
Migraine | ? |
Paresthesie | ? |
Parkinsonisme | - |
Presyncope | - |
Psychomotorische hyperactiviteit | ? |
Sedatie | - |
Somnolentie | Zeer vaak |
Tremor | Zelden |
Interacties
Fexofenadine is een P-glycoproteïne (Pgp) en organische anion-transporterende polypeptiden (OATP)-substraat.
Gelijktijdig gebruik van Pgp-remmers erytromycine of ketoconazol verhoogt de plasmaspiegel van fexofenadine met een factor twee à drie (zonder effect op het QT-interval).
De blootstelling aan fexofenadine kan afnemen bij gelijktijdige toediening van de zwakke Pgp-inductor apalutamide. In onderzoek nam de AUC 30% af bij een enkele dosis van 30 mg fexofenadine.
Gelijktijdige inname van antacida die aluminium- en magnesiumhydroxide bevatten, vermindert de biologische beschikbaarheid; een tijdsinterval van twee uur aanhouden.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Interacties
Alcohol, andere centraal dempende stoffen en tricyclische antidepressiva kunnen de centrale werking van antihistaminica versterken en vice versa.
MAO-remmers kunnen de parasympathicolytische werking van antihistaminica versterken.
Antihistaminica kunnen symptomen van ototoxiciteit door bijvoorbeeld cisplatine, salicylaten en vancomycine maskeren.
Interacties
De combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica) is gecontra–indiceerd.
Wees voorzichtig bij comedicatie met sterke CYP3A4-remmers (zoals calciumantagonisten, macrolide-antibiotica, imidazool-antimycotica, HIV-proteaseremmers).
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Interacties
Incidenteel is een reversibele afname van het aantal trombocyten waargenomen bij combinatie met metformine; volgens de fabrikant is gelijktijdig gebruik van orale bloedglucoseverlagende middelen gecontra-indiceerd.
Ketotifen kan het effect van sedativa, hypnotica, andere antihistaminica, anticoagulantia en alcohol versterken. Ketotifen versterkt ook het effect van bronchodilatatoren; de frequentie van het gebruik van bronchodilatatoren verlagen.
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie en mogelijk ook de resultaten van allergologische huidtests.
Sorbitol in de stroop kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
Niet samen gebruiken met monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers). Deze verlengen en intensiveren de anticholinergische effecten van antihistaminica. Gelijktijdig gebruik is volgens de fabrikant gecontra-indiceerd.
Vermijd gelijktijdig gebruik van middelen die het CZS onderdrukken, waaronder alcohol, hypnotiserende sedativa en kalmerende middelen. Combinatie kan leiden tot ernstige slaperigheid.
Pyridoxine verzwakt door versnelde afbraak de werking van levodopa; dit antagonisme wordt niet waargenomen bij combinatie met een perifere decarboxylaseremmer.
Isoniazide en penicillamine kunnen de werking van pyridoxine storen en de behoefte aan vitmane B6 vergroeten.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Er is ruime ervaring tijdens de zwangerschap. Gegevens uit bijna 3000 zwangerschappen duiden niet op een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig gebruikt worden.
Zwangerschap
Cinnarizine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tot vlak voor de partus kan sedatie (ademhalingsdepressie) van de neonaat optreden.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Houd bij gebruik tot vlak voor de partus, rekening met mogelijke sufheid en ademhalingsdepressie bij de neonaat.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden, vooral tijdens het 1e trimester.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens.
Zwangerschap
Pyridoxine passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring met doxylamine bij de mens heeft geen schadelijke effecten laten zien. Pyridoxine wordt in verband gebracht met het mogelijk ontstaan van neuropathie bij langdurig gebruik > 25 mg/dag; er zijn geen aanwijzingen bij kortdurend gebruik van 40–50 mg/dag.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Een nadelig effect bij de zuigeling lijkt onwaarschijnlijk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Kan mogelijk sedatie en irritatie veroorzaken bij de zuigeling en de lactatie remmen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, waarschijnlijk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is volgens de fabrikant gecontra-indiceerd vanwege onvoldoende gegevens.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: doxylamine(succinaat): Vanwege de molecuulgrootte wordt overgang in de moedermelk verwacht. Pyridoxinehydrochloride: ja.
Farmacologisch effect: Opwinding, prikkelbaarheid en sedatie zijn gemeld bij zuigelingen die vermoedelijk zijn blootgesteld aan doxylaminesuccinaat via de moedermelk. Zuigelingen met apneu of andere respiratoire syndromen kunnen in het bijzonder gevoelig zijn voor de sedatieve effecten. Bij vermoedelijke blootstelling aan pyridoxinehydrochloride zijn geen meldingen van bijwerkingen.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- ziekte van Parkinson en extrapiramidale verschijnselen in de anamnese;
- overgevoeligheid voor antihistaminica;
- gebruik bij prematuren en neonaten.
Contra-indicaties
- significant verminderde leverfunctie;
- pre-existent verlengd QT-interval;
- klinisch significante hartaandoening of symptomatische aritmie in de anamnese, bradycardie;
- verstoord elektrolytenevenwicht, vooral hypokaliëmie.
Zie ook de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- Epilepsie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Lactatie en Interacties.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor antihistaminica, type ethanolaminederivaten.
- porfyrie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig bij patiënten die een cardiovasculaire aandoening hebben (gehad) vanwege de kans op tachycardie en palpitaties.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Er zijn onvoldoende gegevens over de effectiviteit en veiligheid bij ouderen en bij mensen met een verminderde nier- of leverfunctie. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 12 jaar zijn niet vastgesteld.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij prostaathyperplasie, pylorusstenose, urineretentie, epilepsie (focale cerebrale corticale laesies), cardiovasculaire aandoeningen en hypertensie. Dit middel kan door pupilverwijding de oogboldruk verhogen.
Vooral bij ouderen, vrouwen en na het innemen van doses boven 150 mg per dag is incidenteel verergering of optreden van extrapiramidale symptomen gedurende langdurige therapie gemeld. De dosering dient dan te worden verlaagd; bij aanhouden van de bijwerking de behandeling staken. (Kleine) kinderen zijn extra gevoelig voor cinnarizine (m.n. door penetratie in het centrale zenuwstelsel): niet gebruiken bij jonge kinderen.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten; het gebruik van cinnarizine drie dagen vóór de test staken.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Met name ouderen kunnen gevoelig zijn voor de sedatieve effecten van mizolastine, evenals voor de mogelijke gevolgen op de cardiale repolarisatie.
QT-intervalverlenging kan optreden bij daarvoor gevoelige personen; daarom letten op risicofactoren voor QT-verlenging (zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie).
Kleine veranderingen van bloedsuikergehalte en elektrolyten zijn mogelijk; risicopatiënten regelmatig controleren.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
De convulsiedrempel kan verlaagd worden.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Nier- en leverfunctie: er zijn onvoldoende gegevens om een doseringsaanbeveling te doen bij een nier- of leverfunctiestoornis. Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornis en ernstige leverfunctiestoornis.
Hulpstof: sorbitol in de stroop kan maag-darmklachten veroorzaken en licht laxerende werking hebben.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Anticholinerge eigenschappen: wees voorzichtig bij astma, een verhoogde oogdruk, nauwe-kamerhoekglaucoom, een stenoserende maagzweer, pyloroduodenale obstructie en blaashalsobstructie.
Voor de werkzaamheid bij hyperemesis gravidarum is er beperkt bewijs. In dit geval dient behandeling door een specialist plaats te vinden.
Interferentie met urineonderzoeken kan optreden; fout-positieve uitslagen van drugsonderzoeken naar methadon, opiaten en fencyclidine (PCP) kunnen optreden. Voer bij een positieve immunoassay-uitslag een bevestigende test, zoals gaschromatografie-massaspectrometrie (GC-MS), uit om de identiteit van de stof te bevestigen.
Niet onderzocht: De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar. Er zijn geen farmacokinetische onderzoeken gedaan bij patiënten met een verminderde nier– of leverfunctie.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
Overdosering
Symptomen
kinderen en ouderen: hyperthermie, tremoren, coördinatiestoornissen en athetose, convulsies, hallucinaties. Na een excitatiefase kan een diep coma optreden. Volwassenen: aanvankelijk sufheid en coma, meestal gevolgd door een excitatieperiode die opnieuw in coma overgaat en eindigt in ademhalingsdepressie/- stilstand en cardiovasculaire collaps.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie cinnarizine op vergiftigingen.info.
Overdosering
Zie voor informatie over symptomen en behandeling de monografie tweede generatie antihistaminica op vergiftigingen.info (zoek bv. op mizolastine).
Overdosering
Symptomen
Tachycardie, hypotensie, duizeligheid, verwardheid en desoriëntatie, sedatie, reversibel coma; speciaal bij kinderen: sterke opgewondenheid, convulsies.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling bij een vergiftiging met systemisch toegediend ketotifen vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Rusteloosheid, droge mond, verwijde pupillen, slaperigheid, draaiduizeligheid, mentale verwardheid en tachycardie. Bij toxische doses anticholinerge effecten waaronder toevallen, rabdomyolyse, acuut nierfalen en overlijden. Als toxische dosis doxylamine voor kinderen wordt een dosering van 1,8 mg/kg gemeld. Er is bij kinderen geen correlatie gevonden tussen de ingenomen hoeveelheid, de plasmaspiegel en de klinische symptomatologie.
Neem voor (meer) informatie over een vergiftiging met doxylamine/pyridoxine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum .
Eigenschappen
Niet-sederend H1-antihistaminicum (geen centraal aangrijpingspunt). Fexofenadine is een farmacologisch actieve metaboliet van terfenadine. Werking: binnen 1 uur, max. na 6 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | 1–3 uur. |
Metabolisering | nauwelijks. |
Eliminatie | waarschijnlijk vnl. met de feces, 10% onveranderd met de urine. |
T 1/2el | 11–15 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antihistaminicum met zwak sederende, zwak anticholinerge en sterke anti-emetische werking. Verhindert de meeste effecten van histamine op het gladde spierweefsel van het maag-darmkanaal, de uterus, de grote bloedvaten en de bronchiën. Werking: na 30 min. Werkingsduur: 4–6 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam en zeer variabel. |
T max | 1–4 uur. |
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | 20% met de urine, deels als onveranderde stof en deels als metaboliet, en 40% met de feces. |
T 1/2el | 3–4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve H1-receptorantagonist zonder anticholinerge werking. Niet centraal aangrijpend. Werkingsduur: 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
F | 65%. |
T max | ca. 1½ uur. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | in de lever tot inactieve metabolieten, vnl. via glucuronidering en daarnaast via het CYP3A4-enzymsysteem. |
T 1/2el | ca. 13 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Krachtige H1-receptorantagonist met een centraal aangrijpingspunt en een sederende en zeer zwak anticholinerge werking. In vitro is een stabiliserende werking op de mestcellen aangetoond.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en vrijwel volledig. |
F | ca. 50% door 'first pass'-effect. |
T max | 2–4 uur. |
Metabolisering | in de lever tot een nagenoeg inactief glucuronide metaboliet. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten (60–70%), via de urine. Ketotifen kan niet worden geëlimineerd door middel van dialyse. |
T 1/2el | bifasisch, resp. 3–5 uur en ca. 21 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van een antihistaminicum en vitamine B6. Doxylamine is een eerste generatie antihistaminicum. Het passeert de bloed-hersenbarrière en oefent een anti-emetische werking uit door selectief te binden aan H1-receptoren in de hersenen. Pyridoxine is vitamine B6 en een prodrug die voornamelijk wordt gemetaboliseerd in de lever. Pyridoxal 5'–fosfaat (PLP) is de belangrijkste actieve anti-emetische metaboliet. Het werkingsmechanisme van de combinatie van doxylamine en pyridoxine voor de behandeling van misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap is niet bekend.
Kinetische gegevens
Resorptie | voornamelijk in het jejunum. Voedsel vertraagt de absorptie van zowel doxylamine als pyridoxine. |
T max | 6–7,5 uur (doxylamine) en 4–5,5 uur (pyridoxine). |
Eliminatie | vnl. met de urine als metabolieten. |
T 1/2el | 10–12,6 uur (doxylamine) en 0,4–1,9 uur (pyridoxine). Voor pyridoxal-5-fosfaat, de belangrijkste metaboliet van pyridoxine: 81,6–454 uur. |
Metabolisering | doxylamine door N-dealkylering tot voornaamste metabolieten N-desmethyl-doxylamine en N,N-didesmethyl-doxylamine. Pyridoxine in pyridoxal, pyridoxal-5-fosfaat, pyridoxamine en pyridoxamine-5-fosfaat. |
Overig | de farmacokinetiek is vastgesteld bij gezonde, niet-zwangere volwassen vrouwen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
fexofenadine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
cinnarizine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
mizolastine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
ketotifen (systemisch) hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
doxylamine/pyridoxine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk