Samenstelling
Rupafin (als fumaraat) Focus Care bv
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 120 ml, met spuitje van 5 ml
Conserveermiddel: methylparahydroxybenzoaat. Bevat tevens: propyleenglycol, saccharose (300 mg/ml).
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Rupatadine (als fumaraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cinnarizine XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Aerius Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 150 ml
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar
- Sterkte
- 2,5 mg, 5 mg
Desloratadine Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 150 ml
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, orodispergeerbaar
- Sterkte
- 2,5 mg, 5 mg
Neoclarityn Organon Pharma BV
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mizollen Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg
Bevat tevens: gedehydreerde castorolie 25 mg/tablet.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Vanwege meer kans op sedatie en interacties bij gebruik van een sederend antihistaminicum, gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Het gebruik van een sederend antihistaminicum wordt afgeraden.
Van geen enkel medicament is de werkzaamheid aangetoond bij de behandeling van (draai)duizeligheid (vertigo). Gebruik van medicatie, specifiek gericht op de duizeligheid, wordt daarom niet aanbevolen.
Voor de preventie of behandeling van reisziekte hebben niet-medicamenteuze adviezen de voorkeur boven medicamenteuze behandeling. Als niet-medicamenteuze adviezen onvoldoende helpen kan bij relatief ernstige, aanhoudende klachten een licht-sederend antihistaminicum (zoals cyclizine, cinnarizine of meclozine) overwogen worden. Bewijs voor de effectiviteit bij reisziekte is echter zeer beperkt, om deze reden wordt gebruik bij kinderen ontraden. Transdermale scopolamine kan worden overwogen bij volwassenen, indien langdurige preventie van reisziekte (zoals tijdens een lange zeereis) gewenst is.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Offlabel: De aanpak bij chronische jeuk van onbekende oorsprong is gericht op symptoombestrijding. Lokale indifferente middelen hebben een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking. Voeg eventueel levomenthol en/of een lokaal anestheticum toe. Start orale antihistaminica bij onvoldoende effect. Bij falen van lokale middelen en orale antihistaminica kunnen in de tweedelijnszorg enkele andere opties overwogen worden.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Bij jeuk eerst de oorzaak van de jeuk achterhalen en deze zo mogelijk behandelen. Indien het wegnemen van de oorzaak niet mogelijk is, of bij onbekende oorzaak, proberen de jeuk te verminderen door symptomatische behandeling. Niet-medicamenteuze maatregelen kunnen daarbij worden aangewend evenals lokale of systemische behandeling. Systemische, niet-sederende, antihistaminica (zoals mizolastine) worden geadviseerd wanneer vrijmaking van histamine in de huid een rol speelt, zoals bij urticaria. Indien histamine geen of slechts geringe rol speelt bij het ontstaan van de jeuk, kunnen centraal aangrijpende antihistaminica worden gebruikt. Houd hierbij wel rekening met het sederende effect van deze middelen.
Indicaties
- Symptomatische behandeling van allergische rinitis en urticaria bij volwassenen en kinderen van 2 jaar en ouder met een lichaamsgewicht van ten minste 10 kg.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Volwassenen:
- Vertigo van vestibulaire oorsprong.
- Allergische aandoeningen.
Volwassenen en kinderen vanaf 5 jaar:
- Profylaxe en behandeling van reisziekte.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Verlichting van symptomen van:
- allergische rinitis;
- urticaria.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden allergische rinoconjunctivitis;
- Urticaria.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Allergische rinitis en urticaria
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
10 mg 1×/dag.
Kinderen 2–12 jaar
Drank: bij een lichaamsgewicht ≥ 25 kg: 5 mg (= 5 ml drank) 1×/dag; bij ≥ 10 kg en < 25 kg: 2,5 mg (= 2,5 ml drank) 1×/dag.
De tabletten en de drank ofwel zonder voedsel innemen (water nadrinken) ofwel met voedsel. Niet gelijktijdig gebruiken met grapefruit sap.
Doseringen
Vertigo en allergische aandoeningen:
Volwassenen:
25–50 mg 2–3×/dag.
Reisziekte:
Volwassenen:
25–50 mg 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 25 mg elke 6–8 uur.
Kinderen 12–18 jaar:
25 mg 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 25 mg elke 6–8 uur.
Kinderen 5–12 jaar:
12,5 mg (een halve tablet) 0,5–2 uur voor vertrek, zo nodig vervolgens 12,5 mg elke 6–8 uur.
De tabletten met een ruime hoeveelheid water innemen, bij voorkeur tijdens de maaltijden.
Doseringen
Allergische rinitis of urticaria
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
5 mg 1×/dag.
Kinderen ≥ 6 jaar en < 12 jaar
2,5 mg 1×/dag.
Kinderen > 1 jaar en < 6 jaar
2,5 ml (1,25 mg) drank 1×/dag.
Intermitterende allergische rinitis kan worden behandeld tijdens het optreden van symptomen. Persistente allergische rinitis kan eventueel worden doorbehandeld gedurende de perioden van blootstelling aan allergenen.
Verminderde leverfunctie: zie voor het doseeradvies van Stichting Health Base bij levercirrose de webpagina Systemische antihistaminica op geneesmiddelenbijlevercirrose.nl.
Toediening
- De omhulde tablet heel innemen met wat water.
- De orodispergeerbare tablet onmiddellijk na opening van de blisterverpakking op de tong leggen, waar deze direct uiteen zal vallen; in principe is het niet nodig water na te drinken.
Doseringen
Allergische rinoconjunctivitis en bij urticaria:
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:
10 mg 1 ×/dag.
Verminderde leverfunctie: volgens de productinformatie niet gebruiken (contra-indicatie) bij een significant verminderde leverfunctie. Zie voor het doseeradvies van de Stichting Health Base bij levercirrose de webpagina Systemische antihistaminica op geneesmiddelenbijlevercirrose.nl.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Bloedneus | Soms |
---|---|
Droge keel | Soms |
Droge neus | Soms |
Dyspneu | - |
Hoesten | Soms |
Keelpijn | Soms |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Vaak |
---|---|
Dorst | Soms |
Drukkend gevoel op de borst | - |
Malaise | Soms |
Pyrexie | Soms |
Vermoeidheid | Vaak |
Bloed en lymfestelsel
Neutropenie | - |
---|
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|
Hart
Hartkloppingen | Zelden |
---|---|
Tachycardie | Zelden |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | Zelden |
---|---|
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Pruritus | - |
Rash | Soms |
Urticaria | Zelden |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | Zelden |
---|---|
Overgevoeligheid | Zelden |
Infecties
Faryngitis | Soms |
---|---|
Rhinitis | Soms |
Lever en galwegen
Geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | - |
Maagdarmstelsel
Braken | Soms |
---|---|
Buikpijn | Soms |
Diarree | Soms |
Droge mond | Vaak |
Dyspepsie | Soms |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | Soms |
Obstipatie | Soms |
Nieren en urinewegen
Urineretentie | - |
---|
Onderzoeken
Bloed bilirubine verhoogd | - |
---|---|
Creatinefosfokinase verhoogd | Soms |
Gewichtstoename | Soms |
Leverenzym verhoogd | - |
QT verlengd | - |
Transaminasen verhoogd | Soms |
Oog
Accommodatiestoornis | - |
---|---|
Oogdroogheid | - |
Psyche
Abnormaal gedrag | - |
---|---|
Agressie | - |
Angst | - |
Depressie | - |
Hallucinatie | - |
Insomnia | - |
Prikkelbaarheid | Soms |
Zwaarmoedige stemming | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | Soms |
---|---|
Myalgie | Soms |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | Soms |
---|
Zenuwstelsel
Concentratie gestoord | Soms |
---|---|
Convulsie | - |
Coördinatie afwijkend | - |
Duizeligheid | Vaak |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Parkinsonisme | - |
Presyncope | - |
Psychomotorische hyperactiviteit | - |
Sedatie | - |
Somnolentie | Vaak |
Tremor | - |
- Bij kinderen (drank) Vaak: hoofdpijn, slaperigheid.
- Bij kinderen (drank) Soms: hoge luchtweginfecties, influenza. Duizeligheid, vermoeidheid. Misselijkheid. Eczeem, nachtelijk zweten. Neutropenie, eosinofilie.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Bloedneus | - |
---|---|
Droge keel | - |
Droge neus | - |
Dyspneu | - |
Hoesten | - |
Keelpijn | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | - |
---|---|
Dorst | - |
Drukkend gevoel op de borst | Zelden |
Malaise | - |
Pyrexie | - |
Vermoeidheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Neutropenie | - |
---|
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|
Hart
Hartkloppingen | - |
---|---|
Tachycardie | Zelden |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | - |
---|---|
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Pruritus | - |
Rash | - |
Urticaria | - |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | - |
---|---|
Overgevoeligheid | - |
Infecties
Faryngitis | - |
---|---|
Rhinitis | - |
Lever en galwegen
Geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | - |
Maagdarmstelsel
Braken | - |
---|---|
Buikpijn | - |
Diarree | - |
Droge mond | Vaak |
Dyspepsie | - |
Maag-darmfunctiestoornis | Soms |
Nausea | - |
Obstipatie | - |
Nieren en urinewegen
Urineretentie | Soms |
---|
Onderzoeken
Bloed bilirubine verhoogd | - |
---|---|
Creatinefosfokinase verhoogd | - |
Gewichtstoename | - |
Leverenzym verhoogd | - |
QT verlengd | - |
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Accommodatiestoornis | Soms |
---|---|
Oogdroogheid | - |
Psyche
Abnormaal gedrag | - |
---|---|
Agressie | - |
Angst | - |
Depressie | - |
Hallucinatie | - |
Insomnia | Zelden |
Prikkelbaarheid | Zelden |
Zwaarmoedige stemming | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | - |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | - |
---|
Zenuwstelsel
Concentratie gestoord | - |
---|---|
Convulsie | Zelden |
Coördinatie afwijkend | Vaak |
Duizeligheid | Vaak |
Extrapiramidale symptomen | Zelden |
Hoofdpijn | - |
Parkinsonisme | Zelden |
Presyncope | - |
Psychomotorische hyperactiviteit | - |
Sedatie | Vaak |
Somnolentie | Vaak |
Tremor | Zelden |
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Bloedneus | - |
---|---|
Droge keel | - |
Droge neus | - |
Dyspneu | Zeer zelden |
Hoesten | - |
Keelpijn | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | ? |
---|---|
Dorst | - |
Drukkend gevoel op de borst | - |
Malaise | - |
Pyrexie | - |
Vermoeidheid | Vaak |
Bloed en lymfestelsel
Neutropenie | - |
---|
Bloedvaten
Hypotensie | - |
---|
Hart
Hartkloppingen | Zeer zelden |
---|---|
Tachycardie | Zeer zelden |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | Zeer zelden |
---|---|
Fotosensitiviteitsreactie | ? |
Pruritus | Zeer zelden |
Rash | Zeer zelden |
Urticaria | Zeer zelden |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | Zeer zelden |
---|---|
Overgevoeligheid | Zeer zelden |
Infecties
Faryngitis | - |
---|---|
Rhinitis | - |
Lever en galwegen
Geelzucht | ? |
---|---|
Hepatitis | Zeer zelden |
Maagdarmstelsel
Braken | Zeer zelden |
---|---|
Buikpijn | Zeer zelden |
Diarree | Zeer zelden |
Droge mond | Vaak |
Dyspepsie | Zeer zelden |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | Zeer zelden |
Obstipatie | - |
Nieren en urinewegen
Urineretentie | - |
---|
Onderzoeken
Bloed bilirubine verhoogd | Zeer zelden |
---|---|
Creatinefosfokinase verhoogd | - |
Gewichtstoename | ? |
Leverenzym verhoogd | Zeer zelden |
QT verlengd | ? |
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Accommodatiestoornis | - |
---|---|
Oogdroogheid | ? |
Psyche
Abnormaal gedrag | ? |
---|---|
Agressie | ? |
Angst | - |
Depressie | - |
Hallucinatie | Zeer zelden |
Insomnia | Zeer zelden |
Prikkelbaarheid | - |
Zwaarmoedige stemming | ? |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | - |
---|---|
Myalgie | Zeer zelden |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | ? |
---|
Zenuwstelsel
Concentratie gestoord | - |
---|---|
Convulsie | Zeer zelden |
Coördinatie afwijkend | - |
Duizeligheid | Zeer zelden |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Parkinsonisme | - |
Presyncope | - |
Psychomotorische hyperactiviteit | Zeer zelden |
Sedatie | - |
Somnolentie | Zeer zelden |
Tremor | - |
- Bij kinderen jonger dan twee jaar is vaak (1-10%) gemeld: diarree, koorts en slapeloosheid, en met een onbekende frequentie: QT-verlenging, bradycardie, aritmie, abnormaal gedrag en agressie.
Bij kinderen jonger dan twee jaar is vaak (1-10%) gemeld: diarree, koorts en slapeloosheid, en met een onbekende frequentie: QT-verlenging, bradycardie, aritmie, abnormaal gedrag en agressie.
Bijwerkingen
Ademhalingsstelsel, borstkas en mediastinum
Bloedneus | - |
---|---|
Droge keel | - |
Droge neus | - |
Dyspneu | - |
Hoesten | - |
Keelpijn | - |
Algemeen en toedieningsplaats
Asthenie | Vaak |
---|---|
Dorst | - |
Drukkend gevoel op de borst | - |
Malaise | - |
Pyrexie | - |
Vermoeidheid | - |
Bloed en lymfestelsel
Neutropenie | Zeer zelden |
---|
Bloedvaten
Hypotensie | Soms |
---|
Hart
Hartkloppingen | Soms |
---|---|
Tachycardie | Soms |
Huid en onderhuid
Angio-oedeem | Zeer zelden |
---|---|
Fotosensitiviteitsreactie | - |
Pruritus | Zeer zelden |
Rash | Zeer zelden |
Urticaria | Zeer zelden |
Immuunsysteem
Anafylactische reactie | Zeer zelden |
---|---|
Overgevoeligheid | Zeer zelden |
Infecties
Faryngitis | - |
---|---|
Rhinitis | - |
Lever en galwegen
Geelzucht | - |
---|---|
Hepatitis | - |
Maagdarmstelsel
Braken | ? |
---|---|
Buikpijn | Vaak |
Diarree | Vaak |
Droge mond | Vaak |
Dyspepsie | Vaak |
Maag-darmfunctiestoornis | - |
Nausea | Vaak |
Obstipatie | - |
Nieren en urinewegen
Urineretentie | - |
---|
Onderzoeken
Bloed bilirubine verhoogd | - |
---|---|
Creatinefosfokinase verhoogd | - |
Gewichtstoename | Vaak |
Leverenzym verhoogd | Soms |
QT verlengd | - |
Transaminasen verhoogd | - |
Oog
Accommodatiestoornis | - |
---|---|
Oogdroogheid | - |
Psyche
Abnormaal gedrag | - |
---|---|
Agressie | - |
Angst | Soms |
Depressie | Soms |
Hallucinatie | - |
Insomnia | - |
Prikkelbaarheid | - |
Zwaarmoedige stemming | - |
Skeletspieren en bindweefsel
Artralgie | Soms |
---|---|
Myalgie | Soms |
Stofwisseling en voeding
Gestimuleerde eetlust | Vaak |
---|
Zenuwstelsel
Concentratie gestoord | - |
---|---|
Convulsie | - |
Coördinatie afwijkend | - |
Duizeligheid | Vaak |
Extrapiramidale symptomen | - |
Hoofdpijn | Vaak |
Parkinsonisme | - |
Presyncope | Zeer zelden |
Psychomotorische hyperactiviteit | - |
Sedatie | - |
Somnolentie | Vaak |
Tremor | - |
- Slaperigheid en asthenie vaak van voorbijgaande aard.
Interacties
Rupatidine wordt hoofdzakelijk gemetaboliseerd via CYP3A4. Gelijktijdige toediening met grapefruitsap verhoogt de systemische opname van rupatadine 3,5-maal; het bevat bestanddelen die CYP3A4 remmen. Grapefruitsap dient niet gelijktijdig gebruikt te worden.
Gebruik CYP3A4–remmer: vermijd gelijktijdige toediening van sterke CYP3A4-remmers (zoals imidazool-antimycotica, sommige HIV-proteaseremmers, claritromycine) en wees voorzichtig met matige CYP-3A4-remmers (erytromycine, fluconazol, diltiazem); gebruik van grapefruitsap wordt ontraden.
Het is nog onduidelijk of rupatadine zelf (via het CYP-enzymsysteem) invloed heeft op geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte.
Asymptomatische creatinekinase toenamen zijn soms gemeld in klinische studies met rupatadine; wees daarom voorzichtig bij combinatie met statinen.
Interacties met centraal dempende middelen kunnen niet worden uitgesloten.
Antihistaminica beïnvloeden immuuntherapie bij allergie.
Interacties
Alcohol, andere centraal dempende stoffen en tricyclische antidepressiva kunnen de centrale werking van antihistaminica versterken en vice versa. MAO-remmers kunnen de parasympathicolytische werking van antihistaminica versterken. Antihistaminica kunnen symptomen van ototoxiciteit door bijvoorbeeld cisplatine, salicylaten en vancomycine maskeren.
Interacties
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Alcoholintolerantie en -intoxicatie zijn gemeld; wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik.
Interacties
De combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica) is gecontra–indiceerd.
Wees voorzichtig bij comedicatie met sterke CYP3A4-remmers (zoals calciumantagonisten, macrolide-antibiotica, imidazool-antimycotica, HIV-proteaseremmers).
Antihistaminica beïnvloeden immunotherapie bij allergie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Cinnarizine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tot vlak voor de partus kan sedatie (ademhalingsdepressie) van de neonaat optreden.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken. Houd bij gebruik tot vlak voor de partus, rekening met mogelijke sufheid en ademhalingsdepressie bij de neonaat.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring met loratadine bij de mens laat geen schadelijke effecten zien. Aangezien desloratadine de actieve metaboliet is van loratadine, wordt er op theoretische gronden geen verschil verwacht. Gebruik van desloratadine bij > 1000 zwangerschappen duidt niet op schadelijke effecten op de zwangerschap of het kind.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden, vooral tijdens het 1e trimester.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Kan mogelijk sedatie en irritatie veroorzaken bij de zuigeling en de lactatie remmen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. De relatief weinig gegevens wijzen niet op nadelige effecten bij de zuigeling.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- ziekte van Parkinson en extrapiramidale verschijnselen in de anamnese;
- overgevoeligheid voor antihistaminica;
- gebruik bij prematuren en neonaten.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor loratadine.
Contra-indicaties
- significant verminderde leverfunctie;
- pre-existent verlengd QT-interval;
- klinisch significante hartaandoening of symptomatische aritmie in de anamnese, bradycardie;
- verstoord elektrolytenevenwicht, vooral hypokaliëmie.
Zie ook de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
QT-verlenging: Rupatadine tot tienmaal de therapeutische dosis gaf geen effecten op het ECG. Wees desondanks voorzichtig bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, aanhoudende proaritmische condities, en congenitale of verworven QT-verlenging.
Onderzoekgegevens: Gebruik bij verminderde nier- of leverfunctie, óf bij een leeftijd < 2 jaar óf een lichaamsgewicht < 10 kg wordt niet aanbevolen wegens onvoldoende gegevens over veiligheid en werkzaamheid. Een hogere gevoeligheid bij ouderen (> 65 jaar) kan niet worden uitgesloten.
Allergietesten: Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Hulpstof: Propyleenglycol in de drank bij een nier- of leverfunctiestoornis alleen gebruiken met extra controle op achteruitgang. Wees voorzichtig met propyleenglycol bij kinderen < 5 jaar, zeker in combinatie met andere middelen die propyleenglycol of ethanol bevatten.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij prostaathyperplasie, pylorusstenose, urineretentie, epilepsie (focale cerebrale corticale laesies), cardiovasculaire aandoeningen en hypertensie. Dit middel kan door pupilverwijding de oogboldruk verhogen. Vooral bij ouderen, vrouwen en na het innemen van doses boven 150 mg per dag is incidenteel verergering of optreden van extrapiramidale symptomen gedurende langdurige therapie gemeld. De dosering dient dan te worden verlaagd; bij aanhouden van de bijwerking de behandeling staken. (Kleine) kinderen zijn extra gevoelig voor cinnarizine (m.n. door penetratie in het centrale zenuwstelsel): niet gebruiken bij jonge kinderen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Ernstige nierinsufficiëntie: wees voorzichtig bij ernstige nierinsufficiëntie.
Insulten: wees voorzichtig bij patiënten met medische of familiegeschiedenis van insulten, vooral bij jonge kinderen.
Diagnose: bij kinderen jonger dan twee jaar is de diagnose rinitis meestal infectieus van aard.
Allergietesten: antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Onderzoeksgegevens: er is weinig ervaring m.b.t de werkzaamheid bij kinderen van 1–18 jaar. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 1 jaar zijn niet vastgesteld.
Hulpstof: aspartaam in de orodispergeerbare tablet kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU).
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Met name ouderen kunnen gevoelig zijn voor de sedatieve effecten van mizolastine, evenals voor de mogelijke gevolgen op de cardiale repolarisatie.
QT-intervalverlenging kan optreden bij daarvoor gevoelige personen; daarom letten op risicofactoren voor QT-verlenging (zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie).
Kleine veranderingen van bloedsuikergehalte en elektrolyten zijn mogelijk; risicopatiënten regelmatig controleren.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Voor meer informatie over een vergiftiging met rupatidine zie de stofmonografie via het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
kinderen en ouderen: hyperthermie, tremoren, coördinatiestoornissen en athetose, convulsies, hallucinaties. Na een excitatiefase kan een diep coma optreden. Volwassenen: aanvankelijk sufheid en coma, meestal gevolgd door een excitatieperiode die opnieuw in coma overgaat en eindigt in ademhalingsdepressie/- stilstand en cardiovasculaire collaps.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie cinnarizine op vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Slaperigheid, hoofdpijn en tachycardie. Incidentele meldingen van aritmieën en QT-verlenging. Bij kinderen zijn extrapiramidale symptomen en palpitaties gemeld.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling zie de stofmonografie desloratadine via de website van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Zie voor informatie over symptomen en behandeling de monografie tweede generatie antihistaminica op vergiftigingen.info (zoek bv. op mizolastine).
Eigenschappen
Selectieve H1-receptorantagonist. In vitro studies met hoge doseringen suggereren ook een anti-inflammatoire werking o.a. door remming van degranulatie van mestcellen en vrijkomen van cytokinen.
Kinetische gegevens
F | onbekend; rupatadine ondergaat een uitgebreid first-pass-effect. |
T max | ca. 30–45 min. |
Eiwitbinding | ca. 99%. |
Metabolisering | in de lever door vnl. CYP3A4 tot o.a. actief desloratadine. |
Eliminatie | vnl. in de vorm van metabolieten, ca. 61% met de feces, 35% met de urine. |
T 1/2el | 6–9 uur, bij kinderen ca. 12–16 uur (drank). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antihistaminicum met zwak sederende, zwak anticholinerge en sterke anti-emetische werking. Verhindert de meeste effecten van histamine op het gladde spierweefsel van het maag-darmkanaal, de uterus, de grote bloedvaten en de bronchiën. Werking: na 30 min. Werkingsduur: 4–6 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam en zeer variabel. |
T max | 1–4 uur. |
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | 20% met de urine, deels als onveranderde stof en deels als metaboliet, en 40% met de feces. |
T 1/2el | 3–4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Desloratadine, de belangrijkste actieve metaboliet van loratadine, is een selectieve H1-receptorantagonist. De antihistaminerge werking treedt in binnen 1 uur en houdt 24 uur aan. Desloratadine heeft geen centraal aangrijpingspunt.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
T max | ca. 3 uur. |
Overig | passage bloed-liquorbarrière: niet. |
Metabolisering | in de lever tot het actieve 3–hydroxydesloratadine, dat vervolgens glucuronidering ondergaat. |
Eliminatie | met de urine en feces (gelijke verhoudingen), ca. 87% als metabolieten. Geen eliminatie door hemodialyse. Eliminatie door peritoneale dialyse onbekend. |
T 1/2el | ca. 27 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve H1-receptorantagonist zonder anticholinerge werking. Niet centraal aangrijpend. Werkingsduur: 24 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
F | 65%. |
T max | ca. 1½ uur. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | in de lever tot inactieve metabolieten, vnl. via glucuronidering en daarnaast via het CYP3A4-enzymsysteem. |
T 1/2el | ca. 13 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
rupatadine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
Groepsinformatie
cinnarizine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
desloratadine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- mizolastine (R06AX25) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk
Groepsinformatie
mizolastine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (R06AX18) Vergelijk
- cetirizine (R06AE07) Vergelijk
- chloorcyclizine/cinnarizine (N07CA52) Vergelijk
- cinnarizine (N07CA02) Vergelijk
- clemastine (R06AA04) Vergelijk
- cyclizine (R06AE03) Vergelijk
- desloratadine (R06AX27) Vergelijk
- dimetindeen (R06AB03) Vergelijk
- doxylamine/pyridoxine (R06AA59) Vergelijk
- ebastine (R06AX22) Vergelijk
- fexofenadine (R06AX26) Vergelijk
- hydroxyzine (N05BB01) Vergelijk
- ketotifen (systemisch) (R06AX17) Vergelijk
- levocetirizine (R06AE09) Vergelijk
- loratadine (R06AX13) Vergelijk
- meclozine (R06AE05) Vergelijk
- meclozine/pyridoxine (R06AE55) Vergelijk
- promethazine (R06AD02) Vergelijk
- rupatadine (R06AX28) Vergelijk