tekenencefalitisvaccin
japanse-encefalitisvaccin
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin
tyfusvaccin (parenteraal)
Samenstelling
FSME-Immun XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 4,8 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Gezuiverd, geïnactiveerd virusvaccin (Neudörflstam). Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide. Bevat tevens humaan albumine en sporen van gentamicine, neomycine, formaldehyde, protaminesulfaat.
FSME-Immun Junior XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- 4,8 microg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,25 ml
Gezuiverd, geïnactiveerd virusvaccin (Neudörflstam). Geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide. Bevat tevens humaan albumine en sporen van gentamicine, neomycine, formaldehyde, protaminesulfaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ixiaro XGVS Valneva
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Gezuiverd vaccin: geïnactiveerd virus (SA 14-14-2-stam), geproduceerd in Vero–cellen en geadsorbeerd aan aluminiumhydroxide, gehydrateerd. Bevat tevens: natriummetabisulfiet en sporen van protaminesulfaat en formaldehyde.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Triaxis Polio
Bijlage 2
Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml gezuiverd difterietoxoïd ≥ 2 IE, gezuiverd pertussistoxoïde 2,5 microgram, gezuiverd pertussis filamenteus hemagglutinine (FHA) 5 microgram, gezuiverde pertussis fimbriae agglutinogenen 2 + 3 (FIM) 5 microgram, gezuiverd pertussispertactine 3 microgram, gezuiverd tetanustoxoïd ≥ 20 IE, geïnactiveerd gezuiverd poliovirus type 1: 29 DE (= D-antigeen eenheden), type 2: 7 DE, type 3: 26 DE.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Typhim Vi XGVS Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 0,05 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Gezuiverd capsulair polyoside Vi van Salmonella typhi (Ty 2-stam). Conserveermiddel: fenol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor tekenencefalitisvaccin is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.
Advies
Vaccinatie met Japanse-encefalitisvaccin overwegen bij personen die beroepshalve gedurende het transmissieseizoen een maand of langer op het platteland verblijven bij een toegenomen expositie, zoals wonen of werken in de nabijheid van rijstvelden of varkens in gebieden waar de ziekte voorkomt; en bij personen die langer dan 6 maanden verblijven in gebieden waar de ziekte voorkomt, afhankelijk van woonplaats, omstandigheden, werkzaamheden en reisplannen. Verder wordt vaccinatie aanbevolen voor laboratoriummedewerkers met risico van blootstelling aan het Japanse-encefalitisvirus. Bescherming treedt op bij circa 97% van de gevaccineerden een week na de tweede dosis.
Advies
DaKTP-vaccin maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Baby’s worden in Nederland ingeënt tegen kinkhoest wanneer ze 2 maanden oud zijn. De eerste maanden zijn ze dus nog niet beschermd tegen kinkhoest. Veel baby’s die de ziekte krijgen, krijgen deze dan ook de eerste maanden na de geboorte.
Vanaf eind 2019 krijgen vrouwen tijdens de zwangerschap een kinkhoestvaccinatie aangeboden vanuit het RVP, als aanvulling op de vaccinatie van zuigelingen in het RVP. De overgedragen antistoffen geven de jonge zuigeling bescherming in de periode dat deze nog niet door eigen vaccinatie beschermd is. Zie Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen op RIVM.nl.
Aan de vergoeding van difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Tyfusvaccin kan voor de genoemde indicatie worden voorgeschreven.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen tekenmeningo-encefalitis (TBE).
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen Japanse-encefalitis bij volwassenen en kinderen vanaf een leeftijd van 2 maanden.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen difterie, kinkhoest, tetanus én poliomyelitis bij personen ≥ 3 jaar, als booster volgend op een primaire immunisatie.
- Passieve immunisatie tegen kinkhoest bij jonge zuigelingen na immunisatie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen buiktyfus veroorzaakt door Salmonella typhi van personen ouder dan 2 jaar.
Doseringen
Bij, met name zeer jonge, kinderen kan koorts optreden na de eerste vaccinatie die binnen 24 uur doorgaans afneemt. Bij een voorgeschiedenis van koortsconvulsies of hoge koorts na vaccinatie, een antipyreticum als premedicatie en/of behandeling overwegen.
Immunisatie tekenencefalitis
Volwassenen en kinderen ≥ 16 jaar
FSME-Immun: primaire vaccinatie bestaat uit 3 doses van 0,5 ml. De tweede dosis 1 tot 3 maanden na de eerste dosis toedienen; voor een snelle immuunrespons kan de tweede dosis ook 2 weken na de eerste gegeven worden. De derde dosis 5–12 maanden na de tweede dosis toedienen. De eerste en tweede dosis bij voorkeur toedienen in de winter, de derde dosis binnen hetzelfde tekenseizoen of ten minste vóór de start van het volgende tekenseizoen.
Revaccinatie: 1 dosis van 0,5 ml. De eerste revaccinatie 3 jaar na de laatste dosis van de primaire vaccinatie. Opeenvolgende revaccinaties 5 jaar na de laatste revaccinatie toedienen; bij personen > 60 jaar echter een interval van maximaal 3 jaar tussen revaccinaties aanhouden. Bij vaccinatie-intervallen langer dan aanbevolen is bescherming mogelijk onvoldoende. Bij een onderbroken vaccinatieschema van ten minste 2 voorgaande doses, is een enkelvoudige inhaaldosis voldoende voor het voortzetten van het vaccinatieschema.
Kinderen > 1 jaar en < 16 jaar
FSME-Immun Junior: primaire vaccinatie bestaat uit 3 doses van 0,25 ml. De tweede dosis 1 tot 3 maanden na de eerste dosis geven; voor een snelle immuunrespons kan de tweede dosis ook 2 weken na de eerste gegeven worden. De derde dosis 5–12 maanden na de tweede dosis toedienen. De eerste en tweede dosis bij voorkeur toedienen in de winter, de derde dosis binnen hetzelfde tekenseizoen of ten minste vóór de start van het volgende tekenseizoen.
Revaccinatie: 1 dosis van 0,25 ml. De eerste revaccinatie 3 jaar na de laatste dosis van de primaire vaccinatie. Opeenvolgende revaccinaties: minimaal 5 jaar na de laatste revaccinatie toedienen. Bij vaccinatie-intervallen langer dan aanbevolen is bescherming mogelijk onvoldoende. Bij een onderbroken vaccinatieschema van ten minste 2 voorgaande doses, is een enkelvoudige inhaaldosis voldoende voor het voortzetten van het vaccinatieschema.
Overweeg bij personen met een verzwakte immuunstatus (incl. die behandeld worden met immunosuppressiva), vier weken na de tweede dosis de antilichaamtiter te bepalen. Indien vaccinatie blijkt te zijn mislukt de tweede dosis herhalen. Dit geldt ook voor één van de volgende doses.
- De suspensie zwenken voor gebruik.
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier; bij kinderen jonger dan 18 maanden in het anterolaterale gedeelte van de dij. Niet intravasculair toedienen.
- In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend; zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Doseringen
Primaire vaccinatie
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 3 jaar
De primaire vaccinatie moet ten minste 1 week vóór de potentiële blootstelling voltooid zijn. De primaire vaccinatie bestaat uit 2 afzonderlijke doses van 0,5 ml (= 2 × 6 AU (antigeen-eenheden)): de eerste dosis volgens normaal schema op dag 0 en de tweede op dag 28. Alternatief snel schema bij volwassenen (18–65 jaar): de tweede dosis 7 dagen na de eerste dosis toedienen. Er zijn gegevens dat bij volwassenen de tweede dosis eventueel tot maximaal 11 maanden na de eerste dosis toegediend kan worden.
Kinderen > 2 maanden en < 3 jaar
De primaire vaccinatie moet ten minste 1 week vóór de potentiële blootstelling voltooid zijn. Primaire vaccinatie bestaat uit 2 afzonderlijke doses van 0,25 ml (= 2 × 3 AU): de eerste dosis volgens normaal schema op dag 0 en de tweede op dag 28.
Boostervaccinatie
Algemeen
Bij verwachte hernieuwde blootstelling aan het virus, een boosterdosis (derde dosis) geven vóór de blootstelling, binnen 12–24 maanden na de primaire vaccinatie. Personen die voortdurend meer kans op Japanse-encefalitis hebben (personen die continu in endemische gebieden verblijven, laboratoriummedewerkers) standaard de boosterdosis toedienen binnen 12 maanden na de primaire vaccinatie. Ouderen ontwikkelen in het algemeen lagere antistoftiters en komen zo nodig ook in aanmerking voor een boosterdosis. Langetermijngegevens bij volwassenen t/m 65 jaar suggereren dat 10 jaar na een eerste boosterdosis, voorafgaand aan mogelijke blootstelling aan het virus, een tweede booster (vierde dosis) gegeven moet worden; bij kinderen zijn er geen gegevens over een tweede boosterdosis.
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 3 jaar
Eenmalige boosterdosis van 0,5 ml.
Kinderen > 14 maanden < 3 jaar
Eenmalige boosterdosis van 0,25 ml.
Het vaccin bij volwassenen en kinderen i.m. in de deltaspier toedienen; bij baby's i.m. toedienen in het anterolaterale gebied van de dij. Subcutane toediening kan leiden tot een suboptimale immuunrespons, daarom alleen bij trombocytopenie of een stollingsstoornis s.c. toedienen. Nooit intravasculair toedienen.
Doseringen
Boostervaccinatie tegen DKTP
Kinderen ≥ 3 jaar en volwassenen
i.m. eenmalig 1 dosis à 0,5 ml.
Bij adolescenten en volwassenen met een onbekende of onvolledige difterie- of tetanusvaccinatiestatus kan een enkele dosis worden toegediend als onderdeel van een vaccinatiereeks tegen kinkhoest en poliomyelitis en meestal ook tegen tetanus en difterie. Eventueel na 1 maand een aanvullende dosis van een vaccin dat entstoffen tegen difterie en tetanus bevat (dT-vaccin) toedienen, gevolgd door een derde dosis van een dT-bevattend vaccin zes maanden na de eerste dosis.
Triaxis Polio kan worden gebruikt voor revaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest met intervallen van 5 tot 10 jaar.
Passieve immunisatie zuigeling tegen kinkhoest
Zwangere vrouwen
i.m. eenmalig 1 dosis à 0,5 ml tijdens 2 e of 3 e trimester zwangerschap.
Toediening
- Voor gebruik goed schudden.
- Vaccin i.m. toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij kans op bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.
Doseringen
Actieve immunisatie tegen buiktyfus veroorzaakt door Salmonella typhi:
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar
Eenmaal 0,5 ml i.m. toedienen ten minste 2 weken vóór het risico van blootstelling. Bij blijvende blootstelling aan buiktyfus de vaccinatie iedere 3 jaar herhalen.
Intramusculair toedienen. Bij bloedingsrisico of zwaarlijvigheid kan subcutane toediening worden overwogen. In geen geval intravasculair toedienen.
Bij gelijktijdige toediening met andere vaccins deze toedienen op verschillende injectieplaatsen.
Bijwerkingen
Volwassenen en kinderen > 16 jaar:
Zeer vaak (> 10%): pijn en gevoeligheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): vermoeidheid, malaise. Misselijkheid. Hoofdpijn. Artralgie, myalgie.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Braken. Koorts. Bloeding op injectieplaats.
Zelden (0,01-0,1%): reacties op injectieplaats (zoals erytheem, verharding, zwelling, jeuk, paresthesie, warmte). Slaperigheid. Buikpijn, diarree. Vertigo. Overgevoeligheidsreactie.
Verder zijn gemeld: gestoorde gewrichtsbeweging op injectieplaats zoals gewrichtspijn, knobbels en ontsteking. Visusstoornissen (troebel zien, fotofobie), pijn aan het oog. Tinnitus. Dyspneu. Rugpijn, zwelling van gewricht, nekpijn, spierstijfheid (incl. nekstijfheid), pijn in extremiteit. Loopstoornis, duizeligheid, neuritis, neuralgie, convulsies, encefalitis, demyelinisatie (acute gedissemineerde encefalomyelitis, Guillain-Barré-syndroom, myelitis), meningisme, aseptische meningitis, (facialis)parese, hypo-esthesie, paresthesie. Huiduitslag, o.a. erytheem, jeuk, urticaria, hyperhidrose. Tachycardie. Griepachtige verschijnselen, asthenie, oedeem. Anafylactische reactie. Verergering van een auto-immuunziekte. Herpes zosterinfectie.
Kinderen < 16 jaar:
Zeer vaak (> 10%): pijn en gevoeligheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): zwelling, erytheem en verharding rond injectieplaats. Anorexie. Rusteloosheid, slaapstoornissen. Hoofdpijn. Koorts (vaker bij jonge kinderen en na de eerste vaccinatie). Vermoeidheid, malaise. Misselijkheid, braken. Hoofdpijn. Myalgie.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Buikpijn. Artralgie. Koude rillingen.
Zelden (0,01-0,1%): jeuk op injectieplaats. Sensorische afwijkingen, duizeligheid, vertigo. Diarree, dyspepsie. Urticaria.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid, anafylaxie. Encefalitis, (koorts)convulsie, meningisme, motore disfunctie (hemiparese/hemiplegie, gelaatsparese, paralyse/parese, neuritis), Guillain-Barré-syndroom. Afname gezichtsvermogen, fotofobie, pijn aan het oog. Tinnitus. Dyspneu. Huiduitslag, erytheem, jeuk, hyperhidrose. Nekpijn, skeletspierstijfheid (incl. nekstijfheid), pijn in extremiteit. Loopstoornis, griepachtige verschijnselen, asthenie, oedeem.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Myalgie. Vermoeidheid. Pijn op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): misselijkheid. Griepachtige verschijnselen, koorts. Reacties (erytheem, verharding, zwelling, jeuk) op de injectieplaats.
Soms (0,1-1%): (draai)duizeligheid, migraine. Koude rillingen, malaise, asthenie. Braken, diarree, buikpijn. Huiduitslag, jeuk, hyperhidrose. Lymfadenopathie. Artralgie, musculoskeletale stijfheid. Stijging van leverenzymwaarden.
Zelden (0,01-0,1%): tachycardie, palpitaties. Dyspneu. Paresthesie, neuritis, smaakstoornis. Syncope. Urticaria, erytheem. Pijn in de ledematen. Ooglidoedeem. Perifeer oedeem. Trombocytopenie.
Bij kinderen tot 3 jaar zeer vaak: koorts (ca. 29%), griepachtige verschijnselen, diarree, prikkelbaarheid.
Bijwerkingen
Volwassenen en adolescenten
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid. Artralgie, gewrichtszwelling, myalgie. Vermoeidheid, asthenie, koude rillingen. Pijn, zwelling, roodheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): diarree, braken. Koorts (≥ 38°C).
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, zoals urticaria, gezichtsoedeem en dyspneu. Lymfadenopathie. Convulsies, vasovagale syncope, syndroom van Guillain-Barré, aangezichtsverlamming, myelitis, brachiale neuritis, voorbijgaande paresthesie/hypo-esthesie van het gevaccineerde ledemaat, duizeligheid. Buikpijn. Pijn in gevaccineerde ledemaat. Malaise, bleekheid, uitgebreide zwelling van het ledemaat (vaak met roodheid en soms blaren, binnen 48 uur na vaccinatie en voorbijgaand na gemiddeld 4 dagen). Induratie op de injectieplaats.
Kinderen 3-6 jaar
Zeer vaak (> 10%): diarree. Vermoeidheid, asthenie, koorts (≥ 37,5°C). Pijn, zwelling, roodheid op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Braken, misselijkheid. Uitslag. Artralgie, gewrichtszwelling. Prikkelbaarheid. Dermatitis, bloeduitstorting, jeuk op de injectieplaats.
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, zoals urticaria, gezichtsoedeem en dyspneu. Lymfadenopathie. Convulsies, vasovagale syncope, syndroom van Guillain-Barré, aangezichtsverlamming, myelitis, brachiale neuritis, voorbijgaande paresthesie/hypo-esthesie van het gevaccineerde ledemaat, duizeligheid. Buikpijn. Pijn in gevaccineerde ledemaat. Malaise, bleekheid, uitgebreide zwelling van het ledemaat (vaak met roodheid en soms blaren, binnen 48 uur na vaccinatie en verdwijnt na gemiddeld 4 dagen). Induratie op de injectieplaats.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pijn op de injectieplaats. Myalgie. Malaise, vermoeidheid.
Vaak (1-10%): verharding, uitslag en/of zwelling op injectieplaats. Koorts. Hoofdpijn.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie waaronder shock, serumziekte. Vasovagale syncope. Astma. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Jeuk, uitslag, netelroos. Artralgie.
Bij kinderen als zeer vaak: verharding, uitslag en/of zwelling op injectieplaats. Hoofdpijn.
Interacties
Immunosuppressiva kunnen de respons op het vaccin nadelig beïnvloeden.
Interacties
Bij behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Er is (bij volwassenen) geen interferentie met de immuunrespons op het hepatitis A-vaccin of rabiësvaccin; deze kunnen dus tegelijkertijd toegediend worden.
Interacties
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Interacties
Bij immunosuppressieve behandeling of immunodeficiëntie valt geen adequate respons te verwachten.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren wisselende uitkomsten: bij toediening van twee doses aanwijzingen voor schadelijkheid (onvolledige ossificatie van het skelet); bij toediening van drie doses werd geen schadelijkheid gezien.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (bij veel kans op infectie).
Zwangerschap
Teratogenese: Met DKTP-vaccin is ruime ervaring opgedaan tijdens de zwangerschap. Er zijn geen aanwijzingen voor een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Vanaf 22 weken van de zwangerschap wordt een kinkhoestvaccinatie (DKT of DKTP, ook wel de 22-wekenprik) aangeboden vanuit het Rijksvaccinatieprogramma aan alle zwangere vrouwen. Hierdoor is de baby vanaf de geboorte beschermd tegen een kinkhoestinfectie. Vaccinatie tijdens de zwangerschap geldt als aanvulling op de bestaande vaccinatie van zuigelingen in het RVP. Zie Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen op RIVM.nl.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens. Toediening van vaccins met geïnactiveerde micro-organismen of delen daarvan wijzen niet op een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Antistoffen van de moeder kunnen via de moedermelk bij de baby terechtkomen en deze beschermen.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Niet waarschijnlijk omdat de systemische blootstelling van de moeder verwaarloosbaar klein is. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen. Dit is aangetoond voor polioantistoffen.
Overig: Polioantistoffen geven de zuigeling in de eerste weken bescherming.
Advies: Vaccins met gedode/geïnactiveerde antigenen kunnen worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- actieve infectieziekte gepaard gaande met koorts;
- ernstige overgevoeligheid voor kippeneiwit;
- overgevoeligheid voor gentamicine of neomycine.
Contra-indicaties
- actieve, ernstige infectieziekte gepaard gaande met koorts;
- overgevoeligheid voor natriummetabisulfiet;
- de tweede dosis is gecontra–indiceerd indien na de eerste dosis een overgevoeligheidsreactie is opgetreden.
Contra-indicaties
- acute, ernstige en met koorts gepaard gaande ziekte;
- encefalopathie met onbekende oorzaak binnen zeven dagen na eerdere inenting met een pertussis (kinkhoest) bevattend vaccin;
- overgevoeligheid voor neomycine, streptomycine of polymyxine B. Het vaccin kan sporen hiervan bevatten; zie voor een volledig overzicht van hulpstoffen de officiële productinformatie.
Contra-indicaties
- acute, ernstige met koorts gepaard gaande ziekte.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het vaccin biedt géén bescherming tegen infecties veroorzaakt door Borrelia spp. (bv. ziekte van Lyme) die eveneens door tekenbeten worden overgebracht. De symptomen ervan kunnen lijken op die van een tekenencefalitis.
Wees voorzichtig bij auto-immuunziekten zoals multiple sclerose of iridocyclitis, omdat vaccinatie een acute fase van deze ziekten kan uitlokken; ook voorzichtig bij bestaande hersenaandoeningen. In geval van een tekenbeet vóór of binnen 2 weken na de eerste vaccinatie kan het toedienen van een tweede dosis het ontstaan van tekenencefalitis niet voorkomen.
Bij personen met een verzwakte immuunstatus wordt aangeraden de antilichaamtiters te controleren en zo nodig te revaccineren. Bij serologische testen rekening houden met eventueel reeds bestaande antistoffen tegen andere flavivirussen (bv. Japanse encefalitisvirus, gelekoortsvirus, denguevirus) vanwege kruisreactiviteit die kan leiden tot valspositieve resultaten.
Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend. Het risico op lokale bijwerkingen is echter toegenomen. Relatief weinig gegevens wijzen op een vergelijkbare immuunrespons voor subcutane -, in vergelijking met intramusculaire boostervaccinatie. Er zijn geen gegevens voor subcutane toediening bij kinderen, adolescenten en volwassenen > 60 jaar. Er zijn geen gegevens over primaire immunisatie via subcutane toediening.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet intramusculair toedienen bij bloedingsstoornis zoals hemofilie of trombocytopenie of behandeling met anticoagulantia, vanwege het risico van bloedingen op de injectieplaats. Subcutane toediening leidt mogelijk tot een suboptimale respons.
De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen jonger dan 2 maanden zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij voorgeschiedenis van een ernstige of hevige reactie binnen 48 uur na een vorige vaccinatie met soortgelijke componenten.
Bij optreden van Guillain-Barrésyndroom binnen 6 weken na eerdere vaccinatie met tetanustoxoïd, zorgvuldig afwegen om te vaccineren.
Wees voorzichtig bij recent ontstane of progressieve neurologische aandoeningen, ongecontroleerde epilepsie of progressieve encefalopathie; Deze dienen eerst behandeld of gestabiliseerd te zijn.
De immunogeniciteit van het vaccin kan worden verminderd door een immunosuppressieve behandeling of immunodeficiëntie.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld voor kinderen < 3 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
De veiligheid en effectiviteit bij kinderen onder de 2 jaar zijn niet aangetoond. Vaccinatie vóór de leeftijd van twee jaar wordt niet aanbevolen, omdat buiktyfus weinig voorkomt bij de zuigeling. Daarnaast is de antistoffentiter na vaccinatie bij deze leeftijdscategorie mogelijk lager.
Bij immunosuppressieve behandeling of immunodeficiëntie valt geen adequate respons te verwachten.
Het vaccin beschermt niet tegen ziekte veroorzaakt door Salmonella paratyphi of niet-tyfoïde Salmonellae.
Voorzichtig bij personen met trombocytopenie of bloedingsstoornissen; na injectie ten minste twee minuten stevige druk uitoefenen (niet wrijven) op de injectieplaats.
Eigenschappen
Gezuiverd, geïnactiveerd tekenencefalitisvirusvaccin. Toediening leidt tot het ontstaan van anti-FSME antilichamen (= 'Frühsommer-Meningoenzephalitis') tegen het tekenencefalitisvirus, een flavivirus en veroorzaker van tekenencefalitis. Binnen twee weken na de eerste dosis is nog geen beschermend effect te verwachten. Na de tweede dosis treedt bij circa 90% seroconversie op, na de derde dosis bij circa 98%. Het beschermend effect duurt ten minste drie jaar.
Eigenschappen
Vaccin, aard van het antigeen: dood, viraal. Japanse-encefalitis is een infectieziekte (met het Japanse-encefalitis(JE)-virus, een flavivirus) met neurologische verschijnselen, die vooral voorkomt in de landelijke gebieden in Oost–Azië, van India tot Japan. Het JE-virus wordt overgebracht door een nachtactieve mug, waarbij varkens en wilde vogels het reservoir zijn. Het Japanse-encefalitisvaccin wekt bij ca. 97% van de gevaccineerden (volwassenen) een week na de tweede dosis beschermende antistoftiters op, na immunisatie volgens het snelle schema bij ca. 99%.
Eigenschappen
Gecombineerd vaccin tegen difterie, (acellulair) kinkhoest, tetanus en poliomyelitis (D(a)KTP). Aard van het antigenenmateriaal: dood, bacterieel (difterie, kinkhoest, tetanus); geïnactiveerd, viraal (poliomyelitis).
Eigenschappen
Specifiek immuniserende werking tegen buiktyfus (veroorzaakt door Salmonella typhi). Het vaccin bevat alleen het Vi-antigeen (virulentie-antigeen). De immuniteit ontstaat 2–3 weken na de injectie en houdt circa 3 jaar aan.
Groepsinformatie
tekenencefalitisvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
japanse-encefalitisvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
tyfusvaccin (parenteraal) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk