BCG-vaccin (als vaccin)
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin
papillomavirusvaccin (9-valent)
varicella-zostervaccin (Zostavax)
Samenstelling
BCG-vaccin AJV XGVS RIVM
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 0,75 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 doses + 1,0 ml oplosmiddel
Bevat per dosis à 0,1 ml: Mycobacterium bovis Danish 1331 0,075 mg, overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën per vaccindosis.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Boostrix GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: difterietoxoïd ≥ 2 IE, pertussistoxoïd 8 microgram, pertussis filamenteus hemagglutinine (FHA) 8 microg, pertussispertactine 2,5 microg, tetanustoxoïd ≥ 20 IE. Bevat tevens: aluminiumhydroxide, aluminiumfosfaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Gardasil 9 XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis (0,5 ml): humaan papillomavirus (HPV) type 6-L1-eiwit 30 microg, type 11–L1-eiwit 40 microg, type 16–L1-eiwit 60 microg, type 18–L1-eiwit 40 microg, type 31-L1-eiwit 20 microg, type 33-L1-eiwit 20 microg, type 45-L1-eiwit 20 microg, type 52-L1-eiwit 20 microg, type 58-L1-eiwit 20 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Zostavax XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- ≥ 29846 PFU/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon met oplosmiddel voor 0,65 ml
Kan sporen van gelatine, neomycine en residuele componenten van MRC-5-cellen bevatten.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Verwijs risicogroepen naar de GGD voor een BCG-vaccinatie. Risicogroepen zijn: kinderen < 12 jaar (met ten minste 1 ouder) afkomstig uit een land met hoge tuberculose-incidentie én reizigers met een lange reisduur naar of verblijf in nauw contact met lokale bevolking in hoog-endemische gebieden.
Advies
Voor DKT-vaccin is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling vastgesteld.
Baby’s worden in Nederland ingeënt tegen kinkhoest wanneer ze 2 maanden oud zijn. De eerste maanden zijn ze dus nog niet beschermd tegen kinkhoest. Veel baby’s die de ziekte krijgen, krijgen deze dan ook de eerste maanden na de geboorte. Vanaf eind 2019 krijgen vrouwen tijdens de zwangerschap een kinkhoestvaccinatie aangeboden (Boostrix). Hierdoor zijn baby's meteen vanaf de geboorte beschermd tegen kinkhoest. Zie op rijksvaccinatieprogramma.nl Maternale kinkhoest-vaccinatie . De invoering van maternale kinkhoestvaccinatie heeft consequenties voor het DKTP-Hib-HepB-vaccinatieschema voor zuigelingen, de postexpositieprofylaxe na blootstelling aan kinkhoest en voor het postexpositie-profylaxebeleid voor tetanus, zie Aanpassing postexpositieprofylaxe bij tetanus vanwege de invoering van maternale kinkhoestvaccinatie via DKT-vaccin op lci.rivm.nl.
Advies
Voor dit 9-valente papillomavirusvaccin is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
De commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad adviseert bij de vaccinatie tegen HPV aan alle groepen twee doses vaccin te geven (offlabelgebruik). Voor de leeftijdsgroep van 15 jaar en ouder betekent dat een vermindering van 3 naar 2 doses. Voorwaarde is wel dat het interval tussen beide doses ten minste zes maanden bedraagt. Voor jongere kinderen blijft het aantal doses gelijk. Zie voor meer informatie Aanpassing doses HPV-vaccinatie van de Gezondheidsraad.
Advies
Een cutane herpesinfectie verloopt in het algemeen niet ernstig en geneest meestal spontaan. Doorgaans kan volstaan worden met lokale behandeling met een indifferent middel met zinkoxide of zinksulfaat (eventueel met lidocaïne). Geef bij pijn paracetamol. Start bij acute herpes zoster neuralgie laagdrempelig met amitriptyline (bij ouderen nortriptyline). Orale antivirale behandeling met een nucleoside-analogon (aciclovir, famciclovir of valaciclovir) komt bij de herpesinfecties alleen in bepaalde situaties in aanmerking. Gezien het gebruiksgemak en de kosten gaat de voorkeur in het algemeen uit naar valaciclovir. De antivirale behandeling is slechts zinvol indien gestart binnen een bepaalde termijn na het verschijnen van de eerste symptomen. De lengte van deze termijn hangt af van het type infectie (herpes simplex of zoster, primo-infectie of recidief) en de immuunstatus van de patiënt.
Voor vaccinatie gaat de voorkeur uit naar een recombinant zostervaccin (RZV, Shingrix) boven een levend verzwakt zostervaccin (LZV, Zostavax), vanwege een betere effectiviteit, langere beschermingsduur en het feit dat een verminderde weerstand geen contra-indicatie is.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen tuberculose.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Boostervaccinatie tegen difterie, kinkhoest en tetanus bij personen ≥ 4 jaar.
- Passieve bescherming tegen kinkhoest bij jonge zuigelingen na immunisatie van de moeder tijdens de zwangerschap.
Indicaties
- Actieve immunisatie van personen > 9 jaar tegen:
- Premaligne laesies en carcinomen van cervix, vulva, vagina en anus veroorzaakt door HPV-typen waartegen dit vaccin werkzaam is;
- Genitale wratten (condylomata acuminata) veroorzaakt door specifieke HPV-typen.
Indicaties
- Preventie van herpes zoster (gordelroos) en daaraan gerelateerde postherpetische neuralgie bij volwassenen ≥ 50 jaar (secundaire preventie van Varicella-zosterinfectie).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Actieve immunisatie tegen tuberculose
Volwassenen en kinderen ≥ 1 jaar
Intracutaan: eenmalig 0,1 ml (= 0,075mg overeenkomend met 2–8 × 10 5 levende bacteriën).
Kinderen < 1 jaar
Intracutaan: eenmalig 0,05 ml (= 0,0375 mg).
Toediening
- Langzaam toedienen in ca. 10 seconden ter hoogte van de distale aanhechting van de m. deltoideus, ongeveer halverwege de bovenarm.
- Niet i.v. toedienen.
Doseringen
Revaccinatie
Kinderen ≥ 4 jaar en volwassenen
i.m. 1 dosis à 0,5 ml.
Bij adolescenten en volwassenen met een onbekende vaccinatiestatus of een incomplete vaccinatie tegen difterie, tetanus of kinkhoest: 2 extra doses van een difterie- en tetanusbevattend vaccin toedienen, 1 en 6 maanden na de eerste dosis.
Zwangeren
In het kader van het rijksvaccinatieprogramma (maternale kinkhoestvaccinatie) i.m. 1 dosis vanaf week 22 in de zwangerschap (22 wekenprik).
Toediening
- Voor gebruik het vaccin goed schudden.
- De injectievloeistof i.m. toedienen, bij voorkeur in de deltaspier. Niet intravasculair toedienen.
- In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij kans op bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.
Doseringen
De fabrikant adviseert een 3‑dosesschema. Het offlabelgebruik volgens een 2‑dosesschema is echter voldoende onderbouwd in de literatuur en in het advies van de Gezondheidsraad. Ook in het Rijksvaccinatieprogramma wordt bij de HPV-vaccinatie vanaf 2023 gevaccineerd volgens een 2‑dosesschema.
Actieve immunisatie
Volwassenen en kinderen vanaf 9 jaar
Volgens advies Gezondheidsraad): i.m. 2 doses met minimaal 6 maanden ertussen. Bij voorkeur binnen 1 jaar toedienen. Bij het afmaken van een al eerder opgestart 3-dosesschema: 0, 1 en 6-maandenschema aanhouden. Het minimuminterval tussen de eerste en tweede vaccinatie is 3 weken (21 dagen); het minimuminterval tussen de tweede en derde vaccinatie is 120 dagen. Verkorte intervallen alleen in uitzonderingsgevallen, gebruik bij voorkeur de streefintervallen voor een optimale werking. Zie ook factsheet HPV-vaccinatie op lci.rivm.nl.
Immuungecompromitteerde personen en personen met HIV
Volgens LCI-richtlijn: i.m. drie doses (0, 1 en 6 maanden).
Toediening
- De suspensie goed schudden voor gebruik;
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur toedienen in de deltaspier van de bovenarm of in het hogere anterolaterale gebied van de dij, Niet intravasculair, subcutaan of intradermaal toedienen;
- Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Doseringen
Actieve immunisatie voor de secundaire preventie van varicella-zosterinfectie
Volwassenen ≥ 50 jaar
Eén enkelvoudige dosis van 0,65 ml s.c. De behoefte aan een boosterdosis is niet bekend.
Toedieningsinformatie: s.c. of i.m. toedienen, bij voorkeur in het gebied van de deltaspier. Bij ernstige trombocytopenie of een stollingsstoornis: s.c. toedienen, om bloeding te voorkomen.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): suppuratieve lymfadenitis, met name bij overdosering in jonge kinderen. Koorts, hoofdpijn.
Zelden (0,01- 0,1%): gedissemineerde BCG-lupus, BCG-botinfecties of gegeneraliseerde BCG-infecties. Abces. Allergische reacties, incl. anafylactische reacties.
Zeer zelden (< 0,01%): erytheem en pijn op de injectieplaats. Vergroting van de cervicale of axillaire lymfeklieren. Syncope, convulsie.
Verder zijn gemeld: apneu (bij kinderen geboren na ≤ 28 weken zwangerschapsduur). Verharding, ulceratie en verharding op de injectieplaats. Zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale reacties zoals pijn, roodheid en zwelling op de injectieplaats. Hoofdpijn. Vermoeidheid, malaise. Slaperigheid. Prikkelbaarheid.
Vaak (1-10%): steriel abces op injectieplaats. Anorexie. Koorts. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Duizeligheid. Zwelling van de gevaccineerde ledemaat (soms incl. aangrenzende gewricht).
Soms (0,1-1%): lokale reacties zoals verharding op de injectieplaats. Lymfadenopathie. Griepachtige symptomen, bovensteluchtweginfectie, faryngitis. Hoesten. Concentratiestoornissen, syncope. Pijn. Conjunctivitis. Hyperhidrose, jeuk, huiduitslag. Artralgie, myalgie, skeletspier- of gewrichtsstijfheid.
Verder zijn gemeld: anafylactische en anafylactoïde reacties, urticaria, angio-oedeem, hypotone-hyporesponsieve episoden, convulsies (met of zonder koorts), opstijgende paralyse of ademhalingsverlamming (bv. Guillain-Barrésyndroom), asthenie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats zoals erytheem, pijn en zwelling. Hoofdpijn.
Vaak (1-10%): reactie op de injectieplaats zoals hematoom, jeuk. Koorts. Duizeligheid. Vermoeidheid. Misselijkheid.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie. Syncope (soms gepaard gaand met tonisch-klonische bewegingen). Braken. Urticaria. Artralgie, myalgie. Asthenie, rillingen, malaise.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheid.
Verder zijn gemeld (bij quadrivalent HPV-vaccin met gemeenschappelijke L1-HPV-eiwitten van 4 HPV-typen): cellulitis op de injectieplaats. Immuungemedieerde trombocytopenie. Anafylactoïde reacties, bronchospasme. Acute gedissemineerde encefalomyelitis, Guillain-Barré-syndroom.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): reactie op de injectieplaats (erytheem, pijn, jeuk, zwelling).
Vaak (1-10%): overige reacties op de injectieplaats (warmtegevoel, hematoom, induratie). Koorts. Huiduitslag. Pijn in ledemaat. Artralgie, myalgie. Hoofdpijn.
Soms (0,1-1%): lymfadenopathie (hals, oksel). Misselijkheid.
Zelden (0,01-0,1%: overgevoeligheidsreacties (incl. anafylaxie). Urticaria.
Zeer zelden (< 0,01%): varicella. Necrotiserende retinitis (bij gebruik van immunosuppressiva).
Verder zijn gemeld: herpes zoster (vaccinstam).
De frequentie van bijwerkingen was na een tweede injectie vergelijkbaar met na de eerste injectie.
Interacties
Na vaccinatie met BCG-vaccin ten minste een interval van 4 weken aanhouden tussen toediening van twee levende vaccins.
Gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die de afweer onderdrukken is gecontra-indiceerd, zie ook rubriek Contra-indicaties.
Kan gelijktijdig worden gegeven met geïnactiveerde of levende vaccins, waaronder BMR-vaccin.
Als ze niet gelijktijdig worden toegediend, moet een interval van minimaal vier weken worden aangehouden tussen de toediening van twee levende vaccins.
Interacties
Bij gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva kunnen mogelijk onvoldoende hoge antistoftiters worden bereikt.
Kan gelijktijdig worden toegediend met meningokokken ACWY-conjugaatvaccins, humaan papillomavirusvaccin, trivalent influenzavaccin en niet levend herpes zostervaccin. Er is geen onderzoek gedaan maar het is onwaarschijnlijk dat gelijktijdige toediening met andere geïnactiveerde vaccins of met immunoglobulinen zal resulteren in een klinisch relevante interferentie met de immuunresponsen. Houd ten minste 14 dagen aan tussen de 22 wekenprik en het coronavaccin.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie.
Interacties
Combinatie met immunosuppressiva (incl. hoge doses corticosteroïden) is gecontra-indiceerd, uitgezonderd lokale toediening (inhalatie, op de huid) of systemische toediening van een lage dosering van corticosteroïden.
Gelijktijdig toedienen met 23-valent polysaccharide-pneumokokkenvaccin laat in een kleinschalig onderzoek een verminderde immunogeniciteit van het varicella-zostervaccin zien. Het risico op ontwikkeling van herpes zoster is echter niet vergroot.
Kan gelijktijdig worden toegediend met influenzavaccin; de vaccinaties in dat geval op afzonderlijke plaatsen toedienen.
Zwangerschap
Levend-verzwakte vaccins kunnen de placenta passeren; in theorie kan dit infectie van de foetus veroorzaken.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie (risico op besmetting) tijdens de zwangerschap gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Er zijn er geen aanwijzingen voor een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) worden gebruikt.
Overig: Gebruik van 1 revaccinatiedosis in het 3e trimester wordt aanbevolen (tussen de 28 en 32 weken zwangerschap). In deze periode worden de meeste antistoffen via de placenta aan het ongeboren kind gegeven. Het duurt 2-4 weken voor een adequate antistofrespons optreedt. Als vrouwen tijdens het 3e trimester van de zwangerschap gevaccineerd zijn is ca. 90% van de zuigelingen in de eerste drie maanden na de geboorte beschermd tegen kinkhoest door overgedragen antistoffen. Deze antistoffen zorgen voor een kortetermijnbescherming tegen (de ernstige complicaties van) klinische kinkhoest bij de zuigeling tot deze zelf meerdere vaccinaties tegen kinkhoest heeft gehad. Vaccinatie tijdens de zwangerschap geldt als aanvulling op de bestaande vaccinatie van zuigelingen in het RVP. Zie op RIVM.nl Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt. De fabrikant adviseert de vaccinatie uit te stellen tot na de zwangerschap.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet veelvuldig van toepassing.
Vaccins met levende (verzwakte) micro-organismen kunnen de placenta passeren en in theorie infectie van de foetus veroorzaken.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens. Een infectie met het
Varicella-zostervirus (VZV) kan soms schadelijke effecten bij de foetus veroorzaken.
Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.
Overig: Voorafgaand aan een vaccinatie zwangerschap uitsluiten en na vaccinatie gedurende 1 maand adequate anticonceptieve maatregelen nemen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Bij toediening tijdens lactatie worden geen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Wel kunnen antistoffen van de moeder via de moedermelk bij de zuigeling terecht komen.
Advies: Vaccins met gedode/geïnactiveerde antigenen kunnen volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ervaring bij ruim 90 lacterende vrouwen liet geen nadelige effecten bij de zuigeling zien.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet veelvuldig van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is echter bekend dat sommige virussen in de moedermelk worden uitgescheiden.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding.
Contra-indicaties
- positieve reactie van Mantoux;
- acute ernstige ziekte met koorts of gegeneraliseerde geïnfecteerde huidaandoening;
- maligne aandoeningen (zoals lymfoom of leukemie);
- acute virale of bacteriële infecties;
- primaire of secundaire immunodeficiënties, waaronder HIV-infectie;
- behandeling met systemische corticosteroïden of een andere immunosuppressieve behandeling, waaronder radiotherapie. Ook voor kinderen bij blootstelling in de baarmoeder of via borstvoeding, zolang een postnatale invloed op de immuunstatus van het kind mogelijk blijft en ten minste 6 maanden na de geboorte.
Contra-indicaties
- acute, ernstige en met koorts gepaard gaande ziekte;
- encefalopathie met onbekende oorzaak binnen zeven dagen na eerdere inenting met een pertussis (kinkhoest)-bevattend vaccin;
- voorbijgaande trombocytopenie of neurologische complicaties (voor convulsies of hypotone-hyporesponsieve episoden) na eerdere vaccinatie tegen difterie en/of tetanus.
Contra-indicaties
- Acute, ernstige ziekte met koorts.
Contra-indicaties
- immunodeficiëntie;
- actieve onbehandelde tuberculose.
Zie ook de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Enige dagen na vaccinatie treedt op de plaats van injectie een verharding op. Deze zal geleidelijk verminderen en vervolgens overgaan in een lokale laesie die enige weken later kan ulcereren. Deze lokale laesie geneest vanzelf en laat een oppervlakkig litteken achter. Het heeft geen behandeling of bandage nodig, ook het gebruik van pleisters vermijden.
Gevallen van immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) zijn gemeld na aanvang van antiretrovirale therapie bij met hiv geïnfecteerde kinderen of na aanvang van een behandeling voor andere ernstige immunodeficiënties bij kinderen die eerder de BCG-vaccinatie hadden ontvangen. Symptomen zoals adenitis, etterige afscheiding, ulceraties en abcessen van de huid en koorts kunnen optreden binnen weken tot maanden na aanvang van immunotherapie.
Een positieve respons op de tuberculose huidtest betekent niet altijd dat er een goede immuniteit is bereikt tegen tuberculose. Een negatieve respons langere tijd na vaccinatie betekent niet dat er geen bescherming is. Revaccinatie is in dit geval niet noodzakelijk.
Houd rekening met mogelijk verminderde gevoeligheid van de gebruikte Mycobacterium bovis stam voor isoniazide bij behandeling van bepaalde complicaties.
Kans op abcesvorming en suppuratieve lymfadenitis is verhoogd bij overdosering of een te diepe injectie.
Gedurende 3 maanden geen andere vaccinaties geven in de arm die wordt gebruikt voor BCG-vaccinatie vanwege risico op regionale lymfadenitis. Andere, gelijktijdig toegediende vaccins injecteren in de andere arm.
Bij de toediening aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap) ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur overwegen vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.
Waarschuwingen en voorzorgen
De toediening van vaccins die pertussis (kinkhoest) bevatten zorgvuldig overwegen indien één van de volgende verschijnselen zijn opgetreden bij eerdere toediening ervan:
- hoge koorts (≥ 40 °C) binnen 48 uur na vaccinatie, die niet toe te schrijven is aan een andere oorzaak;
- collaps of een op shock gelijkende toestand binnen 48 uur na vaccinatie;
- aanhoudend (≥ 3 uur) en ontroostbaar huilen binnen 48 uur na vaccinatie;
- convulsies met of zonder koorts binnen drie dagen na vaccinatie.
Bij Guillain-Barrésyndroom of brachiale neuritis in de voorgeschiedenis na eerdere vaccinatie met tetanustoxoïd, zorgvuldig afwegen om te vaccineren.
Wees voorzichtig bij recent ontstane of progressieve neurologische aandoeningen; echter aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen de vaccinatie níet onthouden of uitstellen. Een familiegeschiedenis van convulsies die met koorts gepaard gaan vraagt speciale aandacht. Een familiegeschiedenis welke convulsies of wiegendood meldt of febriele convulsies, vormt geen contra-indicatie.
De immunogeniciteit van het vaccin kan worden verminderd door een immunosuppressieve behandeling of immuundeficiëntie.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld voor kinderen < 4 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij personen met een verzwakte immuunrespons. Deze personen kunnen mogelijk onvoldoende reageren op het vaccin.
Vaccinatie is geen vervanging voor routinematige cervicale screening of voor voorzorgsmaatregelen tegen blootstelling aan HPV en soa's.
Vaccinatie is alleen voor profylactisch gebruik en heeft geen effect op actieve HPV-infecties of al aanwezige ziekte veroorzaakt door HPV; het voorkomt dus geen laesies ten gevolge van HPV bij personen die ten tijde van vaccinatie al met HPV zijn besmet.
Gebruik voor het hele vaccinatieschema dezelfde vaccins; er zijn geen gegevens rond veiligheid, immunogeniciteit of werkzaamheid bij overstap naar bivalente of quadrivalente HPV-vaccins. Bij eerdere vaccinatiereeks met 3 doses van een quadrivalent vaccin tegen HPV-typen 6, 11, 16 en 18, kan gevaccineerd worden met 3 doses Gardasil 9.
De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld.
Veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 9 jaar en bij vrouwen ≥ 27 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel de vaccinatie uit bij personen die een matige tot ernstige met koorts gepaard gaande ziekte of een infectie hebben.
Adviseer gedurende de eerste zes weken na vaccinatie nauw contact te vermijden tussen gezonde gevaccineerde individuen die een varicella-achtige uitslag ontwikkelen en vatbare individuen (immuungecompromitteerden, zwangeren die niet eerder waterpokken of gordelroos hebben gehad, neonaten van moeders die niet eerder waterpokken of gordelroos hebben gehad) vanwege een risico van transmissie van het vaccinvirus.
Toediening aan patiënten met immunosuppressie of immunodeficiëntie kan resulteren in verspreide varicella-zostervirusziekte, met mogelijk fatale afloop.
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij personen met HIV, met of zonder bewijs van immunosuppressie. Bij personen met HIV en een bewezen/aangetoonde behouden immuunfunctie (CD4+ T celtelling ≥ 200 cellen/microl) lijkt vaccinatie met Zostavax veilig en werkzaam te zijn (fase II studie met zowel 1 als 2 doses).
De veiligheid en effectiviteit bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Eigenschappen
Bacillus Calmette Guérin (BCG) is een levend verzwakte stam van de bovine tuberkelbacterie Mycobacterium bovis, Danish strain 1331. Vaccinatie geeft een specifiek immuniserende werking tegen tuberculose. De immuniteit die wordt verkregen, varieert en wordt opgebouwd na 4–6 weken.
Eigenschappen
Gecombineerd vaccin tegen difterie, (acellulair) kinkhoest en tetanus (D(a)KT). Aard van het antigenenmateriaal: dood, bacterieel. Na revaccinatie wordt uitgegaan van een beschermingsduur van 10 jaar.
Eigenschappen
Humaan papillomavirusvaccin. Recombinant vaccin, bereid van de gezuiverde virusachtige deeltjes ('viruslike particles' = VLP) van het hoofdcapside-L1-eiwit van HPV type 6, 11, 16, 18, 31, 33, 45, 52 en 58. Uit dierexperimenteel onderzoek wordt verondersteld dat de werkzaamheid van L1 VLP-vaccins gemedieerd wordt door de ontwikkeling van een humorale immuunrespons. Het eiwit is geadsorbeerd op amorf aluminiumhydroxyfosfaatsulfaat adjuvans. De verwachting is dat Gardasil 9 bescherming biedt tegen de HPV-typen die verantwoordelijk zijn voor circa 90% van de gevallen van cervixcarcinoom, meer dan 95% van de gevallen van adenocarcinoom in situ (AIS), 75–85% van de gevallen van hooggradige cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN 2/3), 85–90% van de gevallen van aan HPV gerelateerd vulvacarcinoom, 90–95% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige vulvaire intra-epitheliale neoplasie (VIN 2/3), 80–85% van de gevallen van aan HPV gerelateerd vaginacarcinoom, 75–85% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige vaginale intraepitheliale neoplasie (VaIN 2/3), 90–95% van de gevallen van aan HPV gerelateerd anuscarcinoom, 85–90% van de gevallen van aan HPV gerelateerde hooggradige anale intra-epitheliale neoplasie (AIN 2/3) en 90% van de gevallen van genitale wratten. De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld.
Eigenschappen
Levend, verzwakt Varicella-zostervirus (Oka/Merck-stam), gekweekt in menselijke diploïde cellen. Werking: na 4 weken.
Groepsinformatie
BCG-vaccin (als vaccin) hoort bij de groep vaccins.
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
papillomavirusvaccin (9-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
varicella-zostervaccin (Zostavax) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk