Samenstelling
Comirnaty XGVS Aanvullende monitoring Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor dispersie voor injectie
- Sterkte
- 3 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat na verdunning per flacon (0,4 ml): 10 doses à 0,2 ml. Eén dosis bevat 3 microg tozinameran.
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor dispersie voor injectie
- Sterkte
- 10 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat na verdunning per flacon (1,3 ml): 10 (max. 13) doses à 0,2 ml. Eén dosis bevat 10 microg tozinameran.
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor dispersie voor injectie
- Sterkte
- 30 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat na verdunning per flacon (0,45 ml): 6 (max. 7) doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 30 microg tozinameran.
- Toedieningsvorm
- Dispersie voor injectie
- Sterkte
- 30 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat per flacon (2,25 ml): 6 (max. 7) doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 30 microg tozinameran.
Comirnaty bivalent Original/Omicron BA.1 XGVS Aanvullende monitoring Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Dispersie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat per flacon (2,25 ml): 6 (max. 7) doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 15 microg tozinameran en 15 microg riltozinameran.
Comirnaty bivalent Original/Omicron BA.4–5 XGVS Aanvullende monitoring Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Dispersie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat per flacon (2,25 ml): 6 doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 15 microg tozinameran en 15 microg famtozinameran.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cervarix XGVS GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml, wegwerpspuit 0,5 ml met injectienaald
1 dosis (0,5 ml) bevat humaan papillomavirus (HPV) type 16–L1-eiwit 20 microg en type 18–L1-eiwit 20 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de basisimmunisatie in het COVID-19 vaccinatieprogramma wordt gebruik gemaakt van Comirnaty. De herhaalvaccinatie (boosterdosis) is een bivalent mRNA-vaccin (Comirnaty of Spikevax Original/Omicron). Als er een contra-indicatie voor een mRNA-vaccin bestaat, bij bijzondere groepen, of op eigen verzoek kan het vaccin Jcovden (Janssen) of het vaccin Nuvaxovid (Novavax) gegeven worden als herhaalvaccinatie aan personen van 18 jaar en ouder. Voor meer informatie over COVID-19-vaccinatie zie de LCI-richtlijn COVID-19-vaccinatie op lci.rivm.nl.
De Gezondheidsraad adviseert om COVID-19 vaccinatie aan te bieden aan kinderen van 6 maanden tot 6 jaar met een ernstige onderliggende medische aandoening waardoor zij een verhoogd risico hebben op ernstig beloop van COVID-19. Het advies is om alleen deze groep COVID-19-vaccinatie met één van de twee mRNA-vaccins aan te bieden. Hiervoor is het vaccin van Pfizer (Comirnaty) voor kinderen jonger dan 5 jaar beschikbaar. Zie voor meer informatie het advies van de Gezondheidsraad.
Advies
Papillomavirusvaccin type 16, 18 maakt onderdeel uit van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Zie ook factsheet HPV-vaccinatie op lci.rivm.nl.
De commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad adviseert bij de vaccinatie tegen HPV aan alle groepen twee doses vaccin te geven (offlabelgebruik). Voor de leeftijdsgroep van 14 jaar en ouder betekent dat een vermindering van 3 naar 2 doses voor het 4-valente vaccin. Voorwaarde is wel dat de tijd tussen beide prikken ten minste zes maanden bedraagt. Voor jongere kinderen blijft het aantal doses gelijk. Zie voor meer informatie Aanpassing doses HPV-vaccinatie van de Gezondheidsraad.
Indicaties
- Actieve immunisatie ter preventie van 'coronavirus disease 2019' (COVID-19), veroorzaakt door SARS-CoV-2, bij volwassenen en kinderen ≥ 6 maanden.
- Comirnaty Original/Omicron BA.1, Comirnaty Original/Omicron BA.4–5: actieve immunisatie bij personen ≥ 12 jaar die eerder minstens één primaire vaccinatiekuur tegen COVID-19 hebben gekregen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Preventie van premaligne ano-genitale laesies (van cervix, vulva en vagina en anus) en baarmoederhalskanker en anale kanker veroorzaakt door humaan papillomavirus (HPV) typen 16 en 18 vanaf een leeftijd van 9 jaar.
Doseringen
Ter preventie van COVID-19
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
Comirnaty: basisimmunisatie: i.m. één dosis van 0,3 ml (30 microg) en na 21 dagen nogmaals één dosis van 0,3 ml. Bij ernstig immuungecompromitteerde personen kan ten minste 28 dagen na de tweede dosis een derde dosis worden gegeven.
Boosterdosis: i.m. 0,3 ml (30 microg), vanaf 3 maanden na de laatste vaccinatie van de basisserie (incl. eventuele additionele derde vaccinatie bij immuungecompromitteerde patiënten). Kan ook als heterologe boosterdosis worden gegeven aan personen die een basisserie met een ander mRNA-vaccin of een vectorvaccin hebben gekregen (heteroloog).
Comirnaty 'bivalent Original/Omicron BA.1' of Comirnaty 'bivalent Original/Omicron BA.4–5': boosterdosis: i.m. 0,3 ml (15/15 microg), vanaf 3 maanden na de laatste vorige dosis van een COVID-19-vaccin.
Kinderen 5–11 jaar
Comirnaty: basisimmunisatie: i.m. één dosis van 0,2 ml (10 microg) en volgens de fabrikant na 21 dagen nogmaals één dosis van 0,2 ml. De LCI-richtlijn geeft voor kinderen uit de (medisch-)hoogrisicogroep een interval van 4 weken (als dat niet lukt zo snel mogelijk binnen 8 weken) en voor overige (gezonde) kinderen een interval van 8 weken, met een uitloop naar 12 weken. Ernstig immuungecompromitteerde kinderen kunnen een derde dosis van 0,2 ml (10 microg) krijgen, ten minste 28 dagen na de tweede dosis. Bij bereiken van leeftijd van 12 jaar tijdens de basisimmunisatie de reeks voltooien met dezelfde dosis à 10 microgram.
Boosterdosis: i.m. 0,2 ml (10 microg), vanaf 6 maanden na de laatste vaccinatie van de basisserie (incl. eventuele additionele derde vaccinatie bij immuungecompromitteerde patiënten).
Kinderen 6 maanden - 4 jaar
Comirnaty: basisimmunisatie: i.m. 3 doses van 3 microgram waarvan de eerste 2 doses met een interval van 3 weken; derde dosis ten minste 8 weken na de tweede dosis. Bij bereiken van leeftijd van 5 jaar tijdens de vaccinatiekuur, de reeks voltooien met dezelfde dosis à 3 microgram.
Toediening
- Zie de LCI richtlijn COVID-19-vaccinatie voor de handleiding voor de juiste opslag, hantering en toediening van dit vaccin.
- Het concentraat na verdunning volgens de aanwijzingen van de fabrikant. De dispersie voor injectie (de 2,25 ml-flacon) niet verdunnen.
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier van de bovenarm of bij baby's en jonge kinderen in het anterolaterale deel van het bovenbeen. Als er niet in de bovenarm gevaccineerd kan worden, kan het vaccin in het bovenbeen worden toegediend.
- Wees voorzichtig bij personen met trombocytopenie, bloedstollingsstoornissen (zoals hemofilie) of personen die met anticoagulantia worden behandeld; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Doseringen
Het vaccin heeft volgens de bijsluiter een registratie voor een 3‑dosesschema. Het offlabelgebruik volgens een 2‑dosesschema is echter voldoende onderbouwd in de literatuur en in het advies van de Gezondheidsraad. Ook in het Rijksvaccinatieprogramma wordt bij de HPV-vaccinatie vanaf 2023 gevaccineerd volgens een 2‑dosesschema.
Actieve immunisatie
Volwassenen en kinderen vanaf 9 jaar
Volgens advies Gezondheidsraad): i.m. 2 doses met minimaal 6 maanden ertussen. Bij voorkeur binnen 1 jaar toedienen. Bij het afmaken van een al eerder opgestart 3-dosesschema: 0, 1 en 6-maandenschema aanhouden. Het minimuminterval tussen de eerste en tweede vaccinatie is 3 weken (21 dagen); het minimuminterval tussen de tweede en derde vaccinatie is 120 dagen. Verkorte intervallen alleen in uitzonderingsgevallen, gebruik bij voorkeur de streefintervallen voor een optimale werking. Zie ook factsheet HPV-vaccinatie op lci.rivm.nl.
Immuungecompromitteerde personen en personen met HIV
Volgens LCI-richtlijn: i.m. drie doses (0, 1 en 6 maanden).
Toediening
- De suspensie goed schudden voor gebruik;
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur toedienen in de deltaspier van de bovenarm of in het hogere anterolaterale gebied van de dij, Niet intravasculair of intradermaal toedienen;
- Wees voorzichtig bij trombocytopenie en bloedstollingsstoornissen; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen zijn mild tot matig-ernstig van aard, en verdwijnen binnen een paar dagen na vaccinatie.
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Diarree. Spierpijn, gewrichtspijn. Vermoeidheid. Koude rillingen, koorts (meestal na de 2e dosis). Pijn, zwelling op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): roodheid op de injectieplaats (zeer vaak bij kinderen 5-11 jaar). Misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): jeuk op de injectieplaats. Lymfadenopathie (vaak bij boosterdosis). Slapeloosheid. Pijn in de gevaccineerde arm. Malaise, asthenie. Overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, jeuk, urticuria, angio-oedeem). Verminderde eetlust. Hyperhidrose, nachtzweten. Lethargie.
Zelden (0,01-0,1%): acute perifere faciale paralyse; bij meldingen gezien na dag 3 tot dag 48 na vaccinatie.
Zeer zelden (0,001-0,01%): myocarditis, pericarditis.
Verder zijn gemeld: anafylaxie. Erythema multiforme. Paresthesie, hypo-esthesie. Uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat, zwelling van het gezicht bij eerder gebruik van huidvullers ('fillers'). Hevige menstruatie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Spierpijn. Vermoeidheid. Reacties op de injectieplaats zoals pijn, roodheid en zwelling.
Vaak (1-10%): artralgie. Koorts. Misselijkheid, braken, diarree en buikpijn. Jeuk, huiduitslag, urticaria.
Soms (0,1-1%): duizeligheid. Bovenste luchtweginfectie. Overige reacties op de injectieplaats zoals induratie en lokale paresthesie.
Verder zijn gemeld: ernstige allergische reacties (incl. anafylactische en anafylactoïde reacties, angio-oedeem). Syncope of vasovagale reacties, soms gepaard met tonisch-klonische bewegingen. Lymfadenopathie.
Er zijn meldingen van langdurige (≥ 2 mnd. tot jaren) klachten, met name vermoeidheid. Andere langdurige klachten zijn hoofdpijn, duizeligheid, syncope, menstruatiestoornissen, misselijkheid, koorts, malaise, aandachtstoornis, onprettig gevoel in de skeletspieren. De causaliteit is onvoldoende aangetoond noch uitgesloten; het RIVM is aan nader onderzoek bezig.
Interacties
Er is geen onderzoek uitgevoerd naar interacties, ook niet naar gelijktijdige toediening van andere vaccins.
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan, zoals bij andere vaccins, mogelijk resulteren in onvoldoende respons op de vaccinatie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan resulteren in een onvoldoende respons op de vaccinatie.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring met de mRNA-vaccins laat geen nadelige gevolgen zien voor de zwangerschap en het ongeboren kind.
Advies: Kan tijdens de hele zwangerschap worden gebruikt. De multidisciplinaire werkgroep COVID-19 en Zwangerschap adviseert alle zwangere vrouwen om zich te laten (her)vaccineren met een mRNA-vaccin. De zwangerschap zelf geeft namelijk een verhoogd risico op een ernstiger beloop van COVID-19, zeker in het 3e trimester. De werkgroep adviseert de boosterdosis om praktische redenen te laten toedienen na de 16e zwangerschapsweek, omdat de werkzaamheid tijdens de zwangerschap vooral in de tweede helft van belang is. Zie ook de informatiepaginaCOVID-19 op NVOG.nl.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij ruim 10.000 zwangerschappen zijn geen schadelijke effecten waargenomen. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Er worden geen nadelige gevolgen van coronavaccins verwacht. Antistoffen die de moeder aanmaakt na vaccinatie, zijn aangetoond in de moedermelk en kunnen bijdragen aan de bescherming van het kind.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Volgens de werkgroep COVID-19 en Zwangerschap kan vaccinatie plaatsvinden met een mRNA-vaccin bij vrouwen die borstvoeding geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Anafylaxie is gemeld; observeer nauwlettend direct na vaccinatie gedurende ten minste 15 minuten. Zorg zo nodig voor adequate behandeling. Bij optreden van anafylaxie na de eerste dosis, geen tweede dosis toedienen.
Stel vaccinatie uit bij acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts of een acute infectie. Bij aanwezigheid van een lichte infectie en/of laaggradige koorts hoeft de vaccinatie niet uitgesteld te worden.
Myocarditis en pericarditis zijn in zeer zeldzame gevallen gemeld, voornamelijk binnen 14 dagen na vaccinatie, vaker na de tweede dosis, en vaker bij jongere mannen. Het verloop van myocarditis en pericarditis na vaccinatie, lijkt niet te verschillen met het beloop van deze aandoeningen in het algemeen. Instrueer gevaccineerde personen om onmiddellijk medisch hulp in te schakelen bij symptomen die op myocarditis of pericarditis wijzen, zoals (acute en aanhoudende) pijn op de borst, dyspneu of palpitaties.
De werkzaamheid, veiligheid en immunogeniciteit van het vaccin zijn niet onderzocht bij immuungecompromitteerde personen of bij gelijktijdige immunosuppressieve behandeling; de immunologische respons kan verminderd zijn. De aanbeveling om een derde dosis te overwegen bij ernstig immuungecompromitteerde personen is gebaseerd op beperkt serologisch bewijs uit een reeks casussen van de klinische behandeling van patiënten met iatrogene immuniteitsstoornis na solide orgaantransplantatie.
De veiligheid en werkzaamheid van Comirnaty bij kinderen < 6 maanden en van Comirnaty Original/Omicron BA.1 of Original/Omicron BA.4–5 bij kinderen < 12 jaar staan nog niet vast, vanwege onvoldoende/geen gegevens.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij personen die lijden aan een ernstige ziekte met koorts.
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij personen met een verzwakte immuunrespons. Deze personen kunnen mogelijk onvoldoende reageren op het vaccin.
De volledige duur van de bescherming is nog niet vastgesteld. Vaccinatie is geen vervanging voor routinematige cervicale screening of voor voorzorgsmaatregelen tegen blootstelling aan HPV en soa's.
Er zijn relatief weinig gegevens beschikbaar over immunogeniciteit en veiligheid bij meisjes jonger dan 9 jaar.
Overdosering
Overdosering kan plaatsvinden door onjuiste verdunning van het vaccin. In geval van overdosering; monitor de vitale functies en behandel op basis van symptomen.
Eigenschappen
Chemisch zijn tozinameran en riltozinameran enkelstrengs 5'-capped 'boodschapper'-RNA (mRNA), geproduceerd door middel van een celvrije in vitro-transcriptie van de corresponderende DNA-templates. Deze coderen voor het virale spike-eiwit (S-eiwit) van respectievelijk Original en de Omicron BA.1 en BA.4–5 variant van SARS-CoV-2.
Het nucleoside-gemodificeerde mRNA in dit COVID-19-vaccin is geformuleerd in lipide-nanodeeltjes, waardoor afgifte van het niet-replicerende RNA in gastcellen mogelijk is om het S-antigeen van SARS-CoV-2 tot transiënte expressie te brengen. Het mRNA codeert voor het in de membraan verankerde S-eiwit over de volledige lengte met tweepuntsmutaties binnen de centrale helix. Mutatie van deze twee aminozuren tot proline vergrendelt het antigeen S in een prefusieconformatie die nodig is om een juiste immuunrespons op te wekken. Het vaccin leidt tot zowel neutraliserende antistoffen als cellulaire immuunresponsen op het spike-(S)-antigeen, wat mogelijk bijdraagt tot de bescherming tegen COVID-19.
Zoals met alle vaccins is het mogelijk dat vaccinatie met dit COVID-19-vaccin niet bij alle gevaccineerden bescherming biedt. Personen zijn mogelijk pas 7 dagen na hun tweede dosis van dit vaccin volledig beschermd. De beschermingsduur is onbekend; deze wordt met de lopende onderzoeken bepaald. Er zijn geen klinische verschillen in de werkzaamheid gevonden bij deelnemers aan de studie die risico liepen op een ernstige vorm van COVID-19, waaronder deelnemers met 1 of meer comorbiditeiten die het risico op een ernstige vorm van COVID-19 vergroten, zoals bv. astma, een BMI ≥ 30 kg/m², chronische longziekte, diabetes mellitus of hypertensie.
Eigenschappen
Humaan papillomavirusvaccin. Recombinant vaccin, bereid van de gezuiverde virusachtige deeltjes ('viruslike particles' = VLP) van het hoofdcapside-L1-eiwit van HPV type 16 en 18. Uit dierexperimenteel onderzoek wordt verondersteld dat de werkzaamheid van L1-VLP-vaccins gemedieerd wordt door de ontwikkeling van een humorale immuunrespons. Het eiwit is geadsorbeerd op gehydrateerd aluminiumhydroxide evenals 3–O-desacyl-4'-monofosforyllipide A (MPL) van het adjuvantsysteem. Het papillomavirusvaccin is een profylactisch vaccin. Het heeft geen effect op actieve HPV-infecties of klinisch manifeste ziekte.
Groepsinformatie
COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Spikevax) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vaccin, geïnactiveerd (Valneva) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vectorvaccin (Jcovden) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vectorvaccin (Vaxzevria) (J07BX03) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
papillomavirusvaccin (2-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Spikevax) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vaccin, geïnactiveerd (Valneva) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vectorvaccin (Jcovden) (J07BX03) Vergelijk
- COVID-19 vectorvaccin (Vaxzevria) (J07BX03) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J07CA02) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (zostavax) (J07BK02) Vergelijk