Samenstelling
Amoxicilline capsule/suspensie/tablet (als trihydraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 500 mg
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie, suikervrij
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml met maatlepel
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie, suikervrij
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml met maatlepel
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml met doseerlepel
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml met doseerlepel
Sommige poeders voor suspensie bevatten aspartaam en/of natriumbenzoaat.
- Toedieningsvorm
- Tablet 'Disper'
- Sterkte
- 375 mg, 500 mg, 750 mg, 1000 mg
Sommige dispers bevatten aspartaam, benzylalcohol, benzylbenzoaat en/of sorbitol.
Amoxicilline infusie/injectie (als Na-zout) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 2000 mg
Bevat 24 mg natrium per 100 mg poeder.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 250 mg, 500 mg, 1000 mg
Bevat ca. 6,3 mg natrium per 100 mg poeder.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Amoxicilline/Clavulaanzuur oraal Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie '25/6,25'
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
Bevat per ml: amoxicilline (als trihydraat) 25 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 6,25 mg. Kan tevens bevatten: aspartaam, benzylalcohol en natrium, in hoeveelheden die afhankelijk zijn van de fabrikant.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie '50/12,5'
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
Bevat per ml: amoxicilline (als trihydraat) 50 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 12,5 mg. Kan tevens bevatten: aspartaam, benzylalcohol, en natrium, in hoeveelheden die afhankelijk zijn van de fabrikant.
- Toedieningsvorm
- Tablet '500/125', sommige omhuld
Bevat per tablet: amoxicilline (als trihydraat) 500 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 125 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet '875/125', omhuld
Bevat per tablet: amoxicilline (als trihydraat) 875 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 125 mg.
Amoxicilline/Clavulaanzuur parenteraal Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof '500/50'
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 500 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 50 mg. De hoeveelheid natrium en kalium verschilt per fabrikant iets.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof '500/100'
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 500 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 100 mg. De hoeveelheid natrium en kalium verschilt per fabrikant iets.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof '1000/100'
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 1000 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 100 mg. De hoeveelheid natrium en kalium verschilt per fabrikant iets.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof '1000/200'
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 1000 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 200 mg. De hoeveelheid natrium en kalium verschilt per fabrikant iets.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof '2000/200'
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per flacon: amoxicilline (als Na-zout) 2000 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 200 mg. De hoeveelheid natrium en kalium verschilt per fabrikant iets.
Augmentin GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie 'suikervrij'
- Verpakkingsvorm
- 30 ml
Bevat per ml: amoxicilline (als trihydraat) 100 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 12,5 mg. Conserveermiddel: benzoëzuur. Bevat tevens: 3,2 mg/ml aspartaam (overeenkomend met 1,8 mg fenylalanine).
- Toedieningsvorm
- Tablet '500/125'
Bevat per tablet: amoxicilline (als trihydraat) 500 mg, clavulaanzuur (als K-zout) 125 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Algemeen: Indien behandeling met een breed-spectrum penicilline én orale toediening gewenst is, is hiertoe alleen amoxicilline beschikbaar.
Bij otitis media acuta gaat de voorkeur uit naar een afwachtend beleid met adequate pijnbestrijding. Is na drie dagen het effect op pijn en/of koorts onvoldoende dan starten met een antimicrobiële behandeling met amoxicilline. Bij risicogroepen en bij forse algemene ziekteverschijnselen direct starten met deze antimicrobiële behandeling.
Zie acute rinosinusitis voor de initiële therapie.
Bij acute faryngotonsillitis is pijnbestrijding met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende drie dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum penicillinen wordt gekozen voor de combinatie amoxicilline/clavulaanzuur.
Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score: 0–1, PSI-klasse: I–II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. In geval van een aspiratiepneumonie heeft de combinatie amoxicilline+clavulaanzuur de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI-klasse: III–IV) is intraveneuze toediening van amoxicilline óf benzylpenicilline aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI-klasse: V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. cefalosporine (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI-klasse: V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (ciprofloxacine met ofwel cefotaxim of ceftriaxon of cefuroxim). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Bij urineweginfecties is de farmacotherapie gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus), oraal fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline (alléén in combinatie met clavulaanzuur; dan 2e keus). Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start, in afwachting van een kweekuitslag met antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline (alléén in combinatie met clavulaanzuur, dan 2e keus) of cotrimoxazol (3e keus) en intramuraal met aminoglycosiden en i.v. cefalosporinen.
De medicamenteuze behandeling van soa’s is afhankelijk van het type verwekker en het resistentiepatroon. Maak de keuze voor een middel daarom op geleide van de diagnose. Geef voorlichting over veilig vrijen en partnerwaarschuwing. Eerste keus bij urogenitale en/of cervicale chlamydia-infectie is azitromycine. Tweede keus is doxycycline. Bij contra-indicaties komen amoxicilline, levofloxacine of ofloxacine in aanmerking. Bij rectale infectie is doxycycline eerste keus. Bij gonorroe is ceftriaxon eerste keus. Bij contra-indicaties komen amoxicilline, ciprofloxacine of, als derde keus, azitromycine in aanmerking.
Peptische ulcera veroorzaakt door H. pylori behandelen met de combinatie van een protonpompremmer (omeprazol) en twee antibiotica (amoxicilline en claritromycine). Bij een succesvolle eradicatie, eventueel na een tweede behandeling, is de kans op een recidief klein.
Probeer uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan met hygiënische maatregelen. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen.
Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline (zoals amoxicilline) de voorkeur.
Na een tekenbeet kan worden afgewacht of preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Erythema migrans of een Borrelia-lymfocytoom behandelen met doxycycline. Amoxicilline of azitromycine zijn een alternatief indien doxycycline gecontra-indiceerd is.
Endocarditisprofylaxe is geïndiceerd bij een hoogrisico-patiënt die een hoogrisico-ingreep ondergaat. Geef eenmalig flucloxacilline 30–60 min voorafgaand aan een ingreep bij geïnfecteerd (huid)weefsel, óf amoxicilline bij een tandheelkundige ingreep of bij een ingreep in de tractus digestivus of urogenitalis. Clindamycine of vancomycine is een alternatief bij een penicilline-allergie, afhankelijk van de soort ingreep. Dat geldt ook als de patiënt ≤ 7 dagen voor de ingreep met een penicilline is behandeld. De behandeling van een infectieuze endocarditis (IE) bestaat uit langdurige behandeling met i.v.-antibiotica. Amoxicilline kan bij IE worden ingezet als empirische therapie óf als behandeling van een IE die is veroorzaakt door Enterococcus spp., in beide gevallen in combinatie met ceftriaxon. Zie voor uitgebreide (keuze-)informatie de SWAB-richtlijn Infectieuze endocarditis.
Advies
In het algemeen: Er is geen reden voor brede blinde toepassing van de relatief kostbare breed-spectrum penicillinen. Indien behandeling met een breed-spectrum penicilline wél is gewenst, heeft voor orale toediening amoxicilline de voorkeur vanwege de betere absorptie en lagere frequentie van bijwerkingen zoals diarree en exantheem. De Commissie adviseert de toepassing van amoxicilline/clavulaanzuur te reserveren voor infecties door micro-organismen die resistent zijn tegen amoxicilline, door vorming van clavulaanzuur-gevoelige β-lactamasen.
Een acute rinosinusitis geneest vrijwel altijd vanzelf. Pijnstillers (paracetamol), stomen en de nasale toediening van een zoutoplossing of een decongestivum kunnen verlichting geven van de klachten. Antibiotica zijn doorgaans niet nodig. Geef antibiotica bij vermoeden van een bacteriële ontsteking en ernstig ziek zijn en overweeg antibiotica bij een verminderde weerstand en bij koorts die langer dan vijf dagen aanhoudt of opnieuw optreedt.
Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende drie dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur.
Bij de behandeling van otitis media acuta gaat de voorkeur uit naar een afwachtend beleid met adequate pijnbestrijding. Is na drie dagen het effect op pijn en/of koorts onvoldoende dan wordt begonnen met een antimicrobiële behandeling met amoxicilline. Bij risicogroepen (zie link) en bij forse algemene ziekteverschijnselen wordt direct begonnen met een antimicrobiële behandeling. Indien na 48 uur een effect uitblijft wordt amoxicilline vervangen door amoxicilline/clavulaanzuur.
Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score 0–1, PSI-klasse I–II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur; bij een aspiratiepneumonie wel de combinatie amoxicilline/clavulaanzuur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI-klasse: III–IV) is intraveneuze toediening van benzylpenicilline of amoxicilline (als monotherapie) aangewezen. Gebruik van breed-spectrum antibiotica als amoxicilline/clavulaanzuur is in dit geval niet rationeel op basis van de verwachte pathogenen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score > 2, PSI-klasse: V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. cefalosporine (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score > 2, PSI-klasse: V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (ciprofloxacine met ofwel cefotaxim of ceftriaxon of cefuroxim). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum vooral bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Bij acute urineweginfecties is de farmacotherapie gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus, ook bij zwangeren), oraal fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus). Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start, in afwachting van een antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus vanwege minder gunstige resistentiecijfers) of cotrimoxazol (3e keus) en intramuraal met aminoglycosiden en i.v. cefalosporinen.
Uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen met hygiënische maatregelen proberen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur (zoals amoxicilline/clavulaanzuur, het is hierbij 1e keus). Bij paronychia, bij uitbreiding van de infectie na niet-medicamenteuze maatregelen en indien er geen sprake is van abcesvorming, heeft amoxicilline/clavulaanzuur de voorkeur.
Na een tekenbeet kan worden afgewacht of preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Erythema migrans behandelen met doxycycline. Amoxicilline (monotherapie) of azitromycine zijn een alternatief indien doxycycline gecontra-indiceerd is.
Indicaties
Infecties veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor amoxicilline, zoals infecties van:
- bovenste luchtwegen en het KNO-gebied (bv. otitis media, acute sinusitis, acute tonsillitis en peritonsillaire infecties, acute faryngitis, mastoïditis, epiglottitis);
- onderste luchtwegen (bv. acute exacerbatie van chronische bronchitis, pneumonie (incl. 'community acquired' pneumonie, ofwel CAP);
- tractus urogenitalis (bv. acute cystitis, acute pyelonefritis, asymptomatische bacteriurie tijdens de zwangerschap en offlabel bij cervicale en/of urethrale infecties veroorzaakt door Chlamydia trachomatis of bij een gonokokkeninfectie (hierbij alleen op geleide van een kweek met gevoeligheidsbepaling));
- maag-darmstelsel (bv. bij de eradicatie van Helicobacter pylori, ook bij tyfus en paratyfus);
- galblaas en galwegen;
- bot (bv. osteomyelitis, prothetische gewrichtsinfecties);
- huid en weke delen;
- offlabel: bij conjunctivitis door Chlamydia trachomatis.
Specifiek:
- Meningitis (bv. door een onbekende verwekker of veroorzaakt door H. influenzae of Listeria monocytogenes);
- Bij de ziekte van Lyme, erythema migrans en Borrelia-lymfocytoom;
- Tandabces met een zich uitbreidende cellulitis;
- Bij bacteriëmie die (vermoedelijk) samenhangt met de hierboven genoemde infecties;
- Als endocarditisprofylaxe bij risicopatiënten, de injectie-/infusievloeistof is ook geschikt voor de behandeling van een endocarditis.
Gerelateerde informatie
- acute faryngotonsillitis
- acute rinosinusitis
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- endocarditis
- ongecompliceerde urineweginfectie
- otitis media acuta
- peptische ulcera met positieve Helicobacter pylori-test
- seksueel overdraagbare aandoeningen
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)
Indicaties
Infecties door micro-organismen die gevoelig zijn voor de combinatie van amoxicilline en clavulaanzuur, zoals:
- Acute bacteriële sinusitis;
- Faryngitis, tonsillitis, peritonsillair abces;
- Acute otitis media;
- Acute exacerbaties van chronische bronchitis;
- Community-acquired pneumonie;
- Cystitis, pyelonefritis, prostatitis;
- Infecties van huid (bv. cellulitis, paronychia) en weke-delen;
- Een zich uitbreidende (faciale) cellulitis bij een ernstig dentaal abces;
- Infectie door een dierenbeet;
- Infecties van botten en gewrichten (in het bijzonder osteomyelitis).
De intraveneuze toediening is vooral voor de hierboven genoemde infecties, in ernstige vormen, en tevens bij:
- Andere ernstige oor-, neus- en keelinfecties (bv. mastoïditis, epiglottitis);
- Intra-abdominale infecties;
- Infecties van de vrouwelijke geslachtsorganen;
- Profylactisch tegen infecties die samenhangen met ingrijpende operaties zoals van de galwegen, het maag-darmkanaal, bekken, hoofd en nek.
Gerelateerde informatie
- acute faryngotonsillitis
- acute rinosinusitis
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- ongecompliceerde urineweginfectie
- otitis media acuta
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)
Dosering
De dosering is afhankelijk van leeftijd, lichaamsgewicht en nierfunctie van de patiënt, de ernst en locatie van de infectie en van de verwachte of vastgestelde veroorzakende bacterie.
Parenterale therapie is geïndiceerd als de orale route niet geschikt is of bij urgente behandeling van ernstige infecties.
Tijdens toediening van hoge doseringen (parenterale) amoxicilline zorgen voor voldoende vloeistofinname en urineproductie om de kans op kristalurie te verminderen.
Behandelduur: In het algemeen geldt: de therapie van acute infecties tot 48–72 uur na verdwijnen van de klinische symptomen voortzetten. Een behandelduur van 5–7 dagen zal in het algemeen voldoende zijn, tenzij binnen de indicatie anders is omschreven, bij β-hemolytische streptokokkeninfecties van groep A (GAS) moet deze echter ten minste 10 dagen bedragen om bepaalde complicaties te voorkomen (bv. reumatische koorts of glomerulonefritis).
De behandeling van chronische of ernstige infecties in het algemeen 48 uur voortzetten na verdwijnen van de klinische symptomen.
Acute bacteriële sinusitis óf tandabces met een zich uitbreidende cellulitis:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg lichaamsgewicht:
Oraal: volgens de fabrikant: 250–500 mg elke 8 uur óf 750–1000 mg elke 12 uur. Bij ernstige infecties 750–1000 mg elke 8 uur.
Oraal: volgens de NHG-Standaard acute rhinosinusitis (2014), vanaf 18 jaar: 500 mg elke 8 uur; kinderen 40 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses, maximale dosering 500 mg elke 8 uur. Behandelduur: één week.
Oraal: volgens SWAB-advies sinusitis, vanaf 18 jaar: 750 mg elke 8 uur. Behandelduur: 7 dagen.
Intraveneus: volgens SWAB-advies sinusitis, vanaf 18 jaar: 1000 mg elke 6 uur, gedurende 7 dagen. Volgens de fabrikant: bij een ernstig tandabces of sinusitis mét ernstige systemische tekenen en symptomen: 750 mg tot 2 g elke 8 uur óf 2 g elke 12 uur, maximaal 12 g/dag.
Kinderen < 40 kg:
Oraal: volgens de fabrikant: 20–90 mg/kg lichaamsgewicht/dag in verdeelde doses.
Oraal: Volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline) bij kinderen vanaf 1 maand tot 18 jaar: 50 mg/kg/dag (range 40–60 mg/kg/dag; bij indicatie 'infecties') over 3 verdeelde doses (max. 1,5 g/dag). Bij de indicatie 'ernstige infecties' is de dosis volgens het NKFK bij kinderen < 40 kg: 80–90 mg/kg/dag (max. 3 g/dag) verdeeld over 3 doses.
Oraal: volgens de NHG-Standaard acute rhinosinusitis (2014), kinderen oraal 40 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses, maximale dosering 500 mg elke 8 uur. Behandelduur: één week.
Intraveneus: volgens de fabrikant: bij een ernstig tandabces of sinusitis mét ernstige systemische tekenen en symptomen: 20–200 mg/kg/dag verdeeld over 2–4 gelijke doses van max. 25 mg/kg of als i.v. infusies van max. 50 mg/kg.
Ernstige infecties van oor, neus en keel (bv. mastoïditis, peritonsillaire infectie, epiglottitis):
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg lichaamsgewicht:
Intraveneus: volgens de fabrikant: 750 mg tot 2 g elke 8 uur óf 2 g elke 12 uur, maximaal 12 g/dag. Volgens SWAB-advies mastoïditis acuta: 1000 mg elke 6 uur, gedurende 10–14 dagen.
Kinderen < 40 kg:
Intraveneus: volgens de fabrikant: 20–200 mg/kg/dag, verdeeld over 2–4 gelijke doses van max. 25 mg/kg/keer of als infusies van max. 50 mg/kg/keer.
Acute streptokokkentonsillitis of -faryngitis:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg lichaamsgewicht:
Oraal: 500 mg elke 8 uur óf 750–1000 mg elke 12 uur. Bij ernstige infecties 750–1000 mg elke 8 uur. Behandelduur: 10 dagen.
Oraal: volgens SWAB-advies tonsillitis > 18 jaar: 500 mg elke 8 uur, gedurende 10 dagen.
Kinderen < 40 kg:
Oraal: volgens de fabrikant: 40–90 mg/kg lichaamsgewicht in verdeelde doses. Behandelduur: 10 dagen.
Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline) bij kinderen vanaf 1 maand tot 18 jaar: 50 mg/kg/dag (range 40–60 mg/kg/dag; bij indicatie 'infecties') over 3 verdeelde doses (max. 1,5 g/dag). Bij de indicatie 'ernstige infecties' is de dosis volgens het NKFK bij kinderen < 40 kg: 80–90 mg/kg/dag (max. 3 g/dag) verdeeld over 3 doses.
Acute otitis media:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg lichaamsgewicht:
Oraal: volgens de fabrikant: 500 mg elke 8 uur óf 750–1000 mg elke 12 uur. Bij ernstige infecties 750–1000 mg elke 8 uur gedurende 10 dagen.
Oraal: volgens SWAB-advies otitis media, vanaf 18 jaar: 750 mg elke 8 uur, gedurende 5 tot 10 dagen.
Oraal: volgens de NHG-Standaard otitis media acuta bij kinderen (2014): 40 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 3 doses, gedurende 7 dagen.
Kinderen < 40 kg:
Oraal: volgens de fabrikant: 20–90 mg/kg lichaamsgewicht/dag in verdeelde doses.
Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline) bij kinderen vanaf 1 maand tot 18 jaar: 50 mg/kg/dag (range 40–60 mg/kg/dag; bij indicatie 'infecties') over 3 verdeelde doses (max. 1,5 g/dag). Bij de indicatie 'ernstige infecties' is de dosis volgens het NKFK bij kinderen < 40 kg: 80–90 mg/kg/dag (max. 3 g/dag) verdeeld over 3 doses.
Oraal: volgens de NHG-Standaard otitis media acuta bij kinderen (2014): 40 mg/kg lichaamsgewicht in 3 doses, gedurende 7 dagen.
Cystitis of pyelonefritis:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg lichaamsgewicht:
Oraal: 250–500 mg elke 8 uur óf 750–1000 mg elke 12 uur. Bij ernstige infecties 750–1000 mg elke 8 uur. Een acute cystitis kán behandeld worden met 3 g 2×/dag gedurende één dag.
Intraveneus: volgens de fabrikant bij een acuut ziektebeeld: 750 mg tot 2 g elke 8 uur óf 2 g elke 12 uur, maximaal 12 g/dag.
Intraveneus: volgens SWAB-advies pyelonefritis: een gecompliceerde UWI bij vrouwen 10–14 dagen behandelen; alle gecompliceerde UWI bij mannen gedurende 14 dagen. Dosering: 1000 mg amoxicilline elke 6 uur, gedurende 10–14 dagen, in combinatie met een i.v. aminoglycoside 1×/dag (bv. gentamicine; bij voorkeur kortdurend).
Kinderen < 40 kg:
Oraal: 20–90 mg/kg lichaamsgewicht/dag in verdeelde doses.
Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline) bij kinderen vanaf 1 maand tot 18 jaar: 50 mg/kg/dag (range 40–60 mg/kg/dag; bij indicatie 'infecties') over 3 verdeelde doses (max. 1,5 g/dag). Bij de indicatie 'ernstige infecties' is de dosis volgens het NKFK bij kinderen < 40 kg: 80–90 mg/kg/dag (max. 3 g/dag) verdeeld over 3 doses.
Intraveneus: volgens de fabrikant bij een acuut ziektebeeld: 20–200 mg/kg/dag, verdeeld over 2–4 gelijke doses van max. 25 mg/kg/keer of als infusies van max. 50 mg/kg/keer.
Asymptomatische bacteriurie tijdens de zwangerschap:
Vrouwen ≥ 40 kg lichaamsgewicht:
Oraal: 250–500 mg elke 8 uur óf 750–1000 mg elke 12 uur.
Offlabel: Cervicale en/of urethrale infecties en/of conjunctivitis veroorzaakt door Chlamydia trachomatis:
Volwassenen:
Oraal: volgens de multidisciplinaire richtlijn op p. 75 Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (pdf 2,4 MB, update 2019) op NHG.org: 500 mg 3×/dag gedurende 7 dagen. Voor conjunctivitis door C. trachomatis op p. 77 van de richtlijn.
Offlabel: Gonorroe:
Volwassenen:
Oraal: volgens de multidisciplinaire richtlijn op p. 95 Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (pdf 2,4 MB, update 2019) op NHG.org: alleen op geleide van een kweek mét gevoeligheidsbepaling; éénmalig 3000 mg.
Acute exacerbatie van chronische bronchitis:
Volwassenen:
Oraal: volgens de fabrikant: 500 mg elke 8 uur óf 750–1000 mg elke 12 uur. Bij een ernstige infectie 750–1000 mg elke 8 uur gedurende 10 dagen.
Oraal: volgens SWAB-advies bronchitis: bij een verminderde weerstand/comorbiditeit: 500 mg elke 8 uur, gedurende 5 dagen. Bij een bronchitis bij COPD worden andere middelen gebruikt, zie dan het SWAB-advies bronchitis- exacerbatie COPD.
Intraveneus: volgens de fabrikant 750 mg tot 2 g elke 8 uur óf 2 g elke 12 uur, maximaal 12 g/dag.
'Community acquired' pneumonie (CAP):
Volwassenen:
Bij een 'milde' pneumonie (oraal):
Oraal: volgens de fabrikant: 500–1000 mg elke 8 uur.
Oraal: volgens de SWAB-richtlijn CAP (2016): bij een 'milde' pneumonie (volgens PSI-klasse of C(U)RB-65 score, of pragmatisch; behandeling 'thuis'): amoxicilline 750 mg elke 8 uur, gedurende 5 dagen.
Oraal: volgens de NHG-Standaard Acuut hoesten (2011): 500 mg elke 8 uur, gedurende 5 dagen.
Intraveneus: Bij een 'matig ernstige' pneumonie (zoals volgens de PSI-klasse of CURB-65 score, of meer pragmatisch; bij behandeling in het ziekenhuis (geen intensivecare-opname)): zie tabel 7 op p. 49 in de SWAB-richtlijn CAP (2016): amoxicilline 1000 mg elke 6 uur; gedurende 5 dagen.
Kinderen:
Oraal: volgens de fabrikant: bij kinderen ≥ 40 kg lichaamsgewicht: 500–1000 mg elke 8 uur; bij kinderen < 40 kg: 20–90 mg/kg lichaamsgewicht/dag in verdeelde doses.
Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline) bij kinderen vanaf 1 maand tot 18 jaar: 50 mg/kg/dag (range 40–60 mg/kg/dag; bij de indicatie 'infecties') over 3 verdeelde doses (max. 1,5 g/dag). Bij de indicatie 'ernstige infecties' is de dosis volgens het NKFK bij kinderen < 40 kg: 80–90 mg/kg/dag (max. 3 g/dag) verdeeld over 3 doses.
Oraal: volgens de NHG-Standaard Acuut hoesten (2011) bij kinderen < 11 jaar: oraal: 40 mg/kg lichaamsgewicht verdeeld over 3 doses (elke 8 uur; max. 3× 500 mg), gedurende 5 dagen.
Tyfus en paratyfus:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg lichaamsgewicht:
Oraal: 500 mg – 2 g elke 8 uur.
Kinderen < 40 kg:
Oraal: 100/mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 3 doses.
Prothetische gewrichtsinfecties:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg lichaamsgewicht:
Oraal: 500 mg – 1 g elke 8 uur.
Intraveneus: volgens de fabrikant: 750 mg tot 2 g elke 8 uur óf 2 g elke 12 uur, maximaal 12 g/dag.
Vroege ziekte van Lyme:
Volwassenen en kinderen (≥ 40 kg lichaamsgewicht):
Oraal: volgens de fabrikant bij geïsoleerd erythema migrans (bij volwassenen en kinderen > 40 kg lichaamsgewicht): 500 mg tot 1 g 3×/dag (elke 8 uur), tot maximaal 4 g/dag in verdeelde doses, gedurende 14 (10 tot 21) dagen.
Oraal: volgens de CBO-richtlijn Lymeziekte (2013, p. 142) bij erythema migrans óf Borrelia-lymfocytoom (bij volwassenen en kinderen ≥ 9 jaar): 500 mg 3×/dag (elke 8 uur) gedurende 14 dagen.
Kinderen:
Volgens de fabrikant bij geïsoleerd erythema migrans (bij een lichaamsgewicht < 40 kg): 25–50 mg/kg lichaamsgewicht/dag, verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), gedurende 10–21 dagen.
Oraal: volgens de CBO-richtlijn Lymeziekte (2013, p. 142) bij kinderen < 9 jaar bij een erythema migrans óf Borrelia-lymfocytoom: 50 mg/kg/lichaamsgewicht/dag, verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), gedurende 14 dagen.
Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline) bij kinderen vanaf 1 maand tot 18 jaar: bij vroege gelokaliseerde en bij gedissemineerde Lymeziekte, met uitzondering van Lyme-carditis en -meningitis: 50 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), max. 1500 mg/dag. Behandelduur: 14 dagen; Lyme-artritis gedurende 30 dagen.
Laat stadium ziekte van Lyme (systemische aantasting):
Volwassenen en kinderen (≥ 40 kg lichaamsgewicht):
Oraal: volgens de fabrikant: 500 mg tot 2 g elke 8 uur, maximaal 6 g/dag in verdeelde doses gedurende 10–30 dagen.
Intraveneus: volgens de fabrikant: 2 g elke 8 uur.
Kinderen < 40 kg:
Oraal: volgens de fabrikant: 100 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), gedurende 10–30 dagen.
Intraveneus: volgens de fabrikant: 50 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 3 doses.
Kinderen ≥ 4 kg en tot 3 maanden oud:
Intraveneus: volgens de fabrikant: 50 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 3 doses.
Eradicatie van Helicobacter pylori:
Volwassenen en adolescenten (≥ 40 kg lichaamsgewicht):
Oraal: 750–1000 mg elke 12 uur, in combinatie met een protonpompremmer (bv. omeprazol) en een ander oraal antibioticum (bv. claritromycine of metronidazol). Behandelduur: 7 dagen. Voor meer informatie zie peptische ulcera.
Kinderen tot 18 jaar:
Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline)): 50 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 2 doses, max. 2 g amoxicilline/dag (tenzij sprake is van claritromycine en metronidazol resistentie, dan hoge dosering amoxicilline 80–90 mg/kg/dag). Behandelduur: 7 dagen. Als onderdeel van een tripeltherapie; amoxicilline geven in combinatie met een protonpompremmer (bv. omeprazol oraal 1–2,5 mg/kg/dag in 1–2 doses) en een ander antibioticum (bv. claritromycine oraal 20–30 mg/kg/dag in 2 doses) óf alternatief: metronidazol (oraal 20–30 mg/kg/dag in 2 doses).
Meningitis:
Volwassenen:
Intraveneus: volgens het SWAB-advies meningitis, onbekende verwekker: amoxicilline 2000 mg 6×/dag (elke 4 uur) in combinatie met ofwel i.v. ceftriaxon (2000 mg 2×/dag) óf met i.v. cefotaxim (2000 mg 6×/dag) gedurende 14 dagen. Start ook met dexamethason i.v. 10 mg 4×/dag, gedurende 4 dagen. Zie eventueel voor aanvullende informatie de tekst vanaf p. 11 in de SWAB-richtlijn CZS-infecties (pdf 0,6 MB, 2012).
Intraveneus: volgens het SWAB-advies meningitis H. influenzae indien een amoxicilline-gevoelige H. influenzae is gekweekt is de i.v.-dosering amoxicilline 2 g 6×/dag, gedurende 7 dagen.
Intraveneus: volgens het SWAB-advies meningitis Listeria monocytogenes indien een Listeria monocytogenes is gekweekt: i.v. 2 g 6×/dag gedurende minimaal 21 dagen.
Kinderen vanaf 1 maand tot 18 jaar:
Intraveneus: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): 200 mg/kg/dag verdeeld over 3–4 doses, max. 12 g/dag. Volgens SWAB-advies primaire meningitis, onbekende verwekker wordt initieel een andere middel gebruikt, bij een immuungecompromitteerde patiënt wordt wel amoxicilline toegevoegd.
Kinderen van 1 week tot 4 weken en geboortegewicht ≥ 2000 g:
Intraveneus: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): 200 mg/kg/dag verdeeld over 4 doses. Volgens SWAB-advies primaire meningitis, onbekende verwekker in combinatie met i.v. cefotaxim. Behandelduur: o.a. afhankelijk van de gevonden verwekker, zie onder de Opmerkingen op die webpagina.
Kinderen van 1 week tot 4 weken en geboortegewicht < 2000 g:
Intraveneus: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): 150 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses. Volgens SWAB-advies primaire meningitis, onbekende verwekker in combinatie met i.v. cefotaxim. Behandelduur: o.a. afhankelijk van de gevonden verwekker, zie onder de Opmerkingen op die webpagina.
Kinderen < 1 week en geboortegewicht ≥ 2000 g:
Intraveneus: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): 150 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses. Volgens SWAB-advies primaire meningitis, onbekende verwekker in combinatie met i.v. cefotaxim. Behandelduur: o.a. afhankelijk van de gevonden verwekker, zie onder de Opmerkingen op die webpagina.
Kinderen < 1 week en geboortegewicht < 2000 g:
Intraveneus: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): 100 mg/kg/dag verdeeld over 2 doses. Volgens SWAB-advies primaire meningitis, onbekende verwekker in combinatie met i.v. cefotaxim. Behandelduur: o.a. afhankelijk van de gevonden verwekker, zie onder de Opmerkingen op die webpagina.
Algemene richtlijn bij (overige) niet-ernstige en matig-ernstige infecties:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Oraal: volgens de fabrikant: 500–750 mg elke 12 uur of 375–500 mg elke 8 uur.
Kinderen:
Oraal: Volgens enkele fabrikanten: bij kinderen < 40 kg: 40–90 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses; alleen bij hogere doseringen eventueel in 2 doses per dag. Max. 3 g/dag.
Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): bij kinderen vanaf 1 maand tot 18 jaar: 50 mg/kg/dag (range 40–60 mg/kg/dag) verdeeld over 3 doses, max. 1,5 g/dag. Infecties bij neonaten (< 1 maand) worden per definitie gezien als ernstig, zie het voorschrift onder het kopje '(Andere) ernstige infecties'.
Pasgeborenen ≥ 4 kg, tot 3 maanden:
Intraveneus: gebruikelijke dagdosis 20–150 mg/kg/dag verdeeld over 3 gelijke doses van max. 25 mg/kg/keer of als infusies van max. 50 mg/kg/keer.
Premature pasgeborenen < 4 kg:
Intraveneus: gebruikelijke dagdosis 20–100 mg/kg/dag verdeeld over 2 gelijke doses van max. 25 mg/kg/keer of als infusies van max. 50 mg/kg/keer.
Bacteriëmie samenhangend met de in rubriek Indicaties genoemde infecties:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Intraveneus: volgens de fabrikant: 1–2 g elke 4, 6 óf 8 uur, max. 12 g/dag.
Kinderen ≥ 4 kg en tot 40 kg:
Intraveneus: volgens de fabrikant: 50–150 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 3 gelijke doses (elke 8 uur) van max. 25 mg/kg/keer óf als infusies van max. 50 mg/kg/keer.
(Andere) ernstige infecties:
Kinderen:
Oraal: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): bij kinderen van < 40 kg: 80–90 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses, max. 3 g/dag; bij kinderen ≥ 40 kg: 1,5–3 g/dag verdeeld over 3 doses. NB: Het omslagpunt van 40 kg komt voort uit de literatuur. Er is geen reden waarom kinderen < 40 kg een hogere dosis (kunnen) krijgen dan kinderen ≥ 40 kg; de doseringen hierboven beschreven geven per gewichtscategorie goede resultaten. Het omslagpunt van 40 kg wordt ook door veel fabrikanten gebruikt.
Intraveneus: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): vanaf 1 maand tot 18 jaar: 100 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 3–4 doses, max. 12 g/dag.
Zuigelingen:
Intraveneus: volgens de fabrikant bij zuigelingen ≥ 4 kg en tot de leeftijd van 3 maanden: 20–150 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur) van max. 25 mg/kg of als infusies van max. 50 mg/kg.
Intraveneus: volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): leeftijd 1–4 weken en geboortegewicht ≥ 2 kg: 100 mg/kg/dag verdeeld over 4 doses (elke 6 uur); leeftijd 1–4 weken en geboortegewicht < 2 kg: 75 mg/kg/dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur) en deze dosering ook toepassen bij een leeftijd < 1 week en geboortegewicht ≥ 2 kg. Bij een leeftijd < 1 week én geboortegewicht < 2 kg: 50 mg/kg dag verdeeld over 2 doses.
Prematuren en neonaten < 4 kg:
Intraveneus: volgens de fabrikant: gebruikelijke dagdosis 50–100 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over twee gelijke doses van max. 25 mg/kg/keer of als infusies van max. 50 mg/kg/keer.
Volgens het Kinderformularium van het NKFK ( amoxicilline): zie het voorschrift bij 'Zuigelingen' hierboven.
Endocarditisprofylaxe:
Volwassenen:
Intraveneus, oraal: 30–60 min vóór de ingreep, bij bepaalde ingrepen in de mondholte, bovenste luchtwegen, het maag-darmkanaal en urogenitale gebied: intraveneus: 2 g. Oraal: volgens de fabrikant (ook bij kinderen ≥ 40 kg) én de NHG-behandelrichtlijn Endocarditisprofylaxe (pdf 0,2 MB) (conform Europese richtlijn): 30–60 min voorafgaand aan een tandheelkundige ingreep: 2 g.
Kinderen:
Intraveneus, oraal: 30–60 min vóór de ingreep: intraveneus 50 mg/kg lichaamsgewicht, max. 2 g. Oraal: 50 mg/kg lichaamsgewicht (bij voorkeur in dispersvorm). Volgens de NHG-behandelrichtlijn Endocarditisprofylaxe (conform Europese richtlijn en Kinderformularium): voorafgaand aan een tandheelkundige ingreep: max. 2 g.
Behandeling van endocarditis:
Volwassenen en kinderen van ≥ 40 kg:
Intraveneus: volgens de fabrikant 1–2 g elke 4–6 uur, maximaal 12 g/dag.
Intraveneus: volgens de SWAB-richtlijn Infectieuze endocarditis bij volwassenen amoxicilline 12 g/dag in 4–6 doses óf via continue infusie gedurende 4 tot 6 weken, en veelal in combinatie met andere antibiotica bij de diverse mogelijke verwekkers van endocarditis. Raadpleeg de richtlijn voor de behandeling per verwekker (p. 3 t/m 8, 29 t/m 32).
Kinderen < 40 kg:
Intraveneus: volgens de fabrikant: 200 mg/kg/dag verdeeld over 3–4 gelijke doses van max. 25 mg/kg/keer of als infusies van max. 50 mg/kg/keer.
Pasgeborenen ≥ 4 kg en tot 3 maanden oud:
Intraveneus: volgens de fabrikant: 150 mg/kg verdeeld over 3 gelijke doses van max. 25 mg/kg/keer of als infusies van max. 50 mg/kg/keer.
Premature pasgeborene < 4 kg:
Intraveneus: volgens de fabrikant: 100 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over twee doses.
Ouderen: geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Nierfunctiestoornis: Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
- Verminderde nierfunctie: Volgens de werkgroep 'Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie' van de KNMP: oraal en i.v. bij een creatinineklaring 10–30 ml/min: alleen bij een dosering van 4 g of meer per dag is het advies ná 10 dagen een toedieningsinterval van 12 uur aan te houden. Bij een creatinineklaring < 10 ml/min: oraal max. 500 mg iedere 24 uur; i.v. de dosering verminderen met 15–50%.
- Hemodialyse: volgens de fabrikant:
- oraal: 500 mg om de 24 uur, vóór de hemodialyse één extra dosis van 500 mg geven, en om de circulerende spiegel te herstellen ook ná de hemodialyse een dosis van 500 mg geven.
- intraveneus: 1 g op het einde van de dialyse, daarna 500 mg om de 24 uur.
- intramusculair: 500 mg tijdens de dialyse, 500 mg op het einde van de dialyse en daarna 500 mg om de 24 uur.
- Peritoneale dialyse: volgens de fabrikant:
- oraal: max. 500 mg iedere 24 uur.
- intraveneus: 1 g startdosis, daarna 500 mg/dag.
- intramusculair: 500 mg/dag als één enkele dosis.
Nierfunctiestoornis: Kinderen < 40 kg:
- Verminderde nierfunctie: Volgens de werkgroep 'Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie' van de KNMP: oraal en i.v.: bij een creatinineklaring 10–30 ml/min: een toedieningsinterval van 12 uur aanhouden; bij een creatinineklaring < 10 ml/min: een toedieningsinterval van 24 uur aanhouden.
- Hemodialyse: de dosis geven na afloop van de dialyse. Volgens de fabrikant:
- oraal: 15 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 1 gift (max. 500 mg), vóór de hemodialyse één extra dosis van 15 mg/kg, en om de circulerende spiegel te herstellen ook ná de dialyse een dosis van 15 mg/kg geven.
- intraveneus: 25 mg/kg lichaamsgewicht als startdosis en 12,5 mg/kg op het eind van de dialyse, daarna 25 mg/kg lichaamsgewicht/dag.
- intramusculair: 15 mg/kg lichaamsgewicht tijdens en op het einde van de dialyse, daarna 15 mg/kg om de 24 uur.
- Peritoneale dialyse: volgens de fabrikant:
- intraveneus: 25 mg/kg lichaamsgewicht/dag als één enkele dosis.
- intramusculair: 15 mg/kg lichaamsgewicht/dag als één enkele dosis.
Leverinsufficiëntie: geen dosisaanpassing nodig, wel is regelmatige controle van de leverfunctie en voorzichtigheid geboden.
Algemene toedieningsinformatie:
- Oraal: de capsule zonder kauwen met wat water innemen. De Disper kan in zijn geheel worden ingenomen met ruim water of worden opgelost in een half kopje water. De suspensie schudden voor gebruik en met een glas water innemen; bij baby's de suspensie onverdund toedienen en daarna melk of thee geven. Bij optreden van maag-darmklachten, amoxicilline innemen tijdens de maaltijd.
- Intraveneus: Als injectie langzaam toedienen (ten minste gedurende 3–4 min); de inlooptijd van de toediening als i.v.-infusie is 20–30 min.
- Intramusculair: bij volwassenen: max. 4 g/dag en max. enkelvoudige dosis 1 g/keer. Bij kinderen 120 mg/kg/dag (verdeeld over 2 tot 6 gelijke doses) en max. enkelvoudige dosis 60 mg/kg.
Dosering
Let op: de preparaten verschillen onderling in de verhouding amoxicilline/clavulaanzuur en in de geschiktheid voor toediening bij kinderen of bij verminderde nierfunctie; houd hier rekening mee wanneer hoge doses amoxicilline nodig zijn, zodat onnodig hoge doses clavulaanzuur worden voorkomen.
Gedurende een hooggedoseerde therapie zorgen voor adequate urineproductie om kristalurie te voorkómen.
Als algemene richtlijn voor de behandeling van infecties:
Volwassenen:
Oraal (tabletten of evt. suspensie): 500/125 mg: 3×/dag; óf 875/125 mg: 2×/dag, óf bij de indicaties otitis media, sinusitis, lagere luchtweginfecties en urineweginfecties 875/125 mg 3×/dag; óf (met de suspensie) 1000/125 mg: 3×/dag, bij een niet-ernstige sinusitis of bij infecties van de huid en weke delen deze dosering (1000/125 mg) 2×/dag.
Intraveneus: 1000/200 mg: iedere 8 uur; óf 1000/100 mg: iedere 8–12 uur; óf 2000/200 mg: iedere 12 uur, bij zeer ernstige infecties iedere 8 uur.
Verminderde nierfunctie: De Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie van KNMP/WINAp adviseert in verband met de verlengde halfwaardetijd van zowel amoxicilline als clavulaanzuur én eventuele (ernstige) bijwerkingen van clavulaanzuur het volgende: bij een creatinineklaring < 30 ml/min: geef amoxicilline/clavulaanzuur elke 12 uur (geldt voor oraal en intraveneus) en vul aan met amoxicilline totdat de standaarddosering passend bij de indicatie bereikt is. Oraal kan hiertoe gebruik gemaakt worden van de dosering 875/125 mg 2×/dag; dit geeft iets overmaat aan amoxicilline ten opzichte van een standaarddosering (van 500/125 3×/dag) maar deze overmaat is gezien de therapeutische breedte van amoxicilline niet klinisch relevant. Bij een creatinineklaring < 10 ml/min intraveneus als volgt: normale begindosis voor de indicatie, gevolgd door amoxicilline 1000 mg 2×/dag en clavulaanzuur 100 mg per dag. Omdat clavulaanzuur in Nederland niet los beschikbaar is, wordt hiertoe in de praktijk 1×/dag i.v. amoxicilline/clavulaanzuur 1000/100 mg gegeven en separaat nog i.v. amoxicilline 1000 mg 1×/dag (bv. 12 uur later). NB: Feitelijk gezien is de orale dosering van 875/125 mg 2×/dag bij een creatinineklaring van < 30 ml/min offlabel; deze is niet door de fabrikanten opgenomen in de officiële productinformatie CBG/EMA.
Bij dialyse: De Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie en dialyse van KNMP/WINAp adviseert bij intermitterende hemodialyse: oraal 875/125 mg 2×/dag; bij intraveneuze toediening geef amoxicilline/clavulaanzuur elke 12 uur en vul aan met amoxicilline tot de standaarddosering passend bij de indicatie bereikt is. Bij continue veno-veneuze hemodialyse en -hemo(dia)filtratie: geen dosisaanpassing nodig. Bij peritoneale dialyse: oraal 875/125 mg 2×/dag; intraveneus 1000/200 mg 2×/dag. Ook de SWAB-pagina amoxicilline/clavulaanzuur hanteert deze doseringen.
Verminderde nierfunctie (incl. dialyse): volgens de fabrikanten: oraal: bij een creatinineklaring > 30 ml/min is geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min: 500/125 mg 2×/dag, < 10 ml/min: 500/125 mg 1×/dag, bij hemodialyse 500/125 mg elke 24 uur èn 500/125 mg tijdens de dialyse én dit (500/125 mg) herhalen aan het einde van de dialysesessie. I.v.: creatinineklaring 10–30 ml/min: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 12 uur, creatinineklaring < 10 ml/min: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 24 uur, bij hemodialyse begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 24 uur èn een dosering van 500/100 mg aan het einde van de dialysesessie.
Leverfunctiestoornis: voorzichtig doseren, regelmatig de leverfunctie controleren.
Kinderen ≥ 40 kg:
Oraal (tabletten of evt. suspensie): volgens de fabrikant: 500/125 mg: 3×/dag; óf 875/125 mg: 2×/dag, óf bij de indicaties otitis media, sinusitis, lagere luchtweginfecties en urineweginfecties 875/125 mg 3×/dag; óf (met de suspensie) 1000/125 mg: 3×/dag, bij een niet-ernstige sinusitis of bij infecties van de huid en weke delen deze dosering (1000/125 mg) 2×/dag. Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 1500/375 mg per dag in 3 doses; bij ernstige infecties (gebruik product in verhouding 8:1) 2000/250 mg per dag in 2 doses, max. 3000/375 mg per dag in 3 doses.
Intraveneus: volgens de fabrikant: 1000/200 mg: iedere 8 uur; óf 1000/100 mg: iedere 8–12 uur; óf 2000/200 mg: iedere 12 uur, bij zeer ernstige infecties iedere 8 uur. Voor de intraveneuze doseervoorschriften bij ernstige infecties van het Kinderformularium zie de pagina amoxicilline/clavulaanzuur op het NKFK.
Verminderde nierfunctie: De Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie van KNMP/WINAp adviseert in verband met de verlengde halfwaardetijd van zowel amoxicilline als clavulaanzuur én eventuele (ernstige) bijwerkingen van clavulaanzuur het volgende: bij een creatinineklaring < 30 ml/min: geef amoxicilline/clavulaanzuur elke 12 uur (oraal en intraveneus) en vul aan met amoxicilline totdat de standaarddosering passend bij de indicatie bereikt is. Gebruik oraal 500/125 mg 2×/dag; bij intraveneuze toediening is de max. begindosis 1000/200 mg, gevolgd door 500/100 mg 2× per dag. Bij een creatinineklaring van < 10 ml/min als volgt: bij i.v. toediening is de max. begindosis 1000/200 mg (gebruik echter de normale begindosis voor de indicatie), gevolgd door elke 24 uur 500/100 mg; bij orale toediening 500/125 mg 1×/dag.
Bij dialyse: De Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie en dialyse van KNMP/WINAp adviseert bij hemodialyse bij orale toediening 500/125 mg elke 24 uur én 500/125 mg tijdens de dialyse, herhalen aan het einde van de dialysesessie; bij intraveneuze toediening is de max. begindosis 1000/200 mg, gevolgd door elke 24 uur 500/100 mg, plus een dosering van 500/100 mg aan het einde van de dialyse.
Verminderde nierfunctie (incl. dialyse): volgens de fabrikanten: oraal: bij een creatinineklaring > 30 ml/min is geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min: 500/125 mg 2×/dag, < 10 ml/min: 500/125 mg 1×/dag, bij hemodialyse 500/125 mg elke 24 uur èn 500/125 mg tijdens de dialyse én dit (500/125 mg) herhalen aan het einde van de dialysesessie. I.v.: creatinineklaring 10–30 ml/min: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 12 uur, creatinineklaring < 10 ml/min: begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 24 uur, bij hemodialyse begindosering (1×) 1000/200 mg gevolgd door 500/100 mg iedere 24 uur èn een dosering van 500/100 mg aan het einde van de dialysesessie.
Leverfunctiestoornis: voorzichtig doseren, regelmatig de leverfunctie controleren.
Kinderen < 40 kg:
Oraal (suspensie of eventueel tabletten): volgens de fabrikant: 20/5–60/15 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 3 deeldoseringen (er zijn géén gegevens bij kinderen < 2 jaar met > 40/10 mg per kg lichaamsgewicht per dag); óf 25/3,6 tot 45/6,4 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 2 deeldoseringen, bij otitis media, sinusitis of lagere luchtweginfecties tot 70/10 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 2 deeldoseringen (er zijn géén gegevens bij kinderen < 2 jaar met > 45/6,4 mg per kg lichaamsgewicht per dag en géén gegevens met deze verhouding amoxicilline/clavulaanzuur bij kinderen < 2 maanden); óf 40/5–80/10 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 3 deeldoseringen, max. 3000/375 mg/dag (er zijn géén gegevens bij kinderen < 1 maand met de 8:1 verhouding).
Oraal: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 50/12,5 mg per kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses (range conform fabrikant; 20/5 tot 60/15 mg/kg/dag), max. 1500/375 mg/dag, bij ernstige infecties (gebruik product in verhouding 8:1) 60/7,5 tot 80/10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses, max. 3000/375 mg/dag.
Intraveneus: kinderen ≥ 3 maanden: 25/5 mg of 50/5 mg per kg lichaamsgewicht iedere 8 uur. Kinderen < 3 maanden of met een lichaamsgewicht < 4 kg: 25/5 mg of 50/5 mg per kg lichaamsgewicht iedere 12 uur. Voor de intraveneuze doseervoorschriften bij ernstige infecties van het Kinderformularium zie de pagina amoxicilline/clavulaanzuur op het NKFK.
Verminderde nierfunctie (incl. dialyse): bij kinderen < 40 kg volgens de fabrikanten: oraal: bij een creatinineklaring > 30 ml/min is geen dosisaanpassing nodig; creatinineklaring 10–30 ml/min: 15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht 2×/dag (max. 500/125 mg 2×/dag), < 10 ml/min: 15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht 1×/dag (max. 500/125 mg 1×/dag), bij hemodialyse 15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht elke 24 uur èn 15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht vlak voor de dialyse en dit (15/3,75 mg per kg lichaamsgewicht) herhalen aan het einde van de dialysesessie. I.v.: creatinineklaring 10–30 ml/min: 25/5 mg per kg lichaamsgewicht iedere 12 uur, < 10 ml/min: 25/5 mg per kg lichaamsgewicht iedere 24 uur, bij hemodialyse 25/5 mg per kg lichaamsgewicht elke 24 uur èn daarnaast 12,5/2,5 mg per kg lichaamsgewicht toedienen aan het einde van de dialysesessie. NB: De Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie en dialyse van KNMP/WINAp hanteert voor kinderen < 40 kg deze zelfde hiervoor genoemde doseringen.
Verminderde nierfunctie: volgens het Kinderformularium van het NKFK: (geen onderscheid tussen oraal en intraveneus) is bij kinderen > 3 maanden bij een creatinineklaring van > 30 ml/min/1,73m² geen aanpassing van de dosering nodig, bij creatinineklaring 10-30 ml/min/m²: 100% van de normale keerdosis, met een dosisinterval van 12 uur, creatinineklaring < 10 ml/min/1,73m²: 100% van de normale keerdosis, met een dosisinterval van 24 uur. Er is geen advies voor kinderen < 3 maanden.
Leverfunctiestoornis: voorzichtig doseren, regelmatig de leverfunctie controleren.
Acute bacteriële sinusitis:
Volwassenen:
Volgens de NHG-Standaard Acute rhinosinusitis (conform SWAB-advies sinusitis 2014; zie onder Opmerkingen): 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 7 dagen.
Kinderen:
Volgens de NHG-Standaard Acute rhinosinusitis (2014): 40/10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses; maximaal 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 7 dagen.
Acute (streptokokken)tonsillitis of -faryngitis:
Volwassenen:
Volgens de NHG-Standaard Acute keelpijn (2015): amoxicilline/clavulaanzuur 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 7 dagen.
Kinderen:
Volgens de NHG-Standaard Acute keelpijn (2015): amoxicilline/clavulaanzuur 40/10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses (elke 8 uur); maximaal 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 7 dagen.
Acute otitis media:
Volwassenen:
Zie de standaarddosering 'Als algemene richtlijn voor de behandeling van infecties'.
Kinderen:
Volgens de NHG-Standaard ' Acute otitis media bij kinderen' (2014): 40/10 mg/kg lichaamsgewicht verdeeld over 3 doses (elke 8 uur). Behandelduur: 7 dagen.
Community-acquired pneumonie (CAP):
Volwassenen:
Oraal: Volgens de SWAB-richtlijn CAP (2016): bij een milde pneumonie (zie C(U)RB-scores in de rubriek Advies) met een onbekende verwekker wordt oraal behandeld met andere antibiotica. Een aspiratiepneumonie behandelen met 500/125 mg 3×/dag (link naar adult.swabid.nl). De orale dosering is 500/125 mg 4×/dag indien bekend is dat de pneumonie veroorzaakt wordt door de volgende verwekkers: Klebsiella pneumoniae, S. aureus (non-MRSA), H. influenzae (β-lactamase positief) of door anaeroben (links naar adult.swabid.nl). De behandelduur (niet genoemd op de SWAB-adviespagina's) is doorgaans 5–14 dagen. Een pneumonie veroorzaakt door een S. Aureus ten minste 14 dagen behandelen (SWAB-richtlijn op p. 56).
Volgens de NHG-Standaard Acuut hoesten (2013) is de behandelduur bij een mogelijke aspiratiepneumonie 7 dagen.
Verminderde nierfunctie: pas de dosering aan conform het voorschrift onder de indicatie 'Als algemene richtlijn voor de behandeling van infecties' bij een Verminderde nierfunctie volgens de Werkgroep Geneesmiddelen bij verminderde nierfunctie van KNMP/WINAp.
I.v.: Volgens de SWAB-richtlijn CAP (2016): bij een matig-ernstige of ernstige pneumonie (zie CURB-scores in de rubriek Advies) met een onbekende verwekker: gebruik deze combinatie alléén in geval van een aspiratiepneumonie, de dosering hierbij is 1000/200 mg 4×/dag (link naar adult.swabid.nl). De intraveneuze dosering is eveneens 1000/200 mg 4×/dag indien bekend is dat de pneumonie veroorzaakt wordt de volgende verwekkers: Klebsiella pneumoniae, S. aureus (non-MRSA), H. influenzae (β-lactamase positief) of door anaeroben (links naar adult.swabid.nl). De behandelduur (niet genoemd op de SWAB-adviespagina's) is doorgaans 5–14 dagen. Een pneumonie veroorzaakt door een S. Aureus ten minste 14 dagen behandelen (SWAB-richtlijn op p. 56).
Cystitis bij zwangeren:
Zwangere vrouwen (vanaf 12 jaar):
Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): oraal 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: 5 dagen.
Cystitis bij kinderen < 12 jaar:
Kinderen < 12 jaar:
Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): oraal 50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 3 doses, maximaal 1500/375 mg per dag in 3 doses. Behandelduur: 3 dagen.
Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie (pyelonefritis, prostatitis):
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:
Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): oraal 500/125 mg 3×/dag. Behandelduur: niet-zwangere vrouwen gedurende 10 dagen, mannen gedurende 14 dagen. Bij een verblijfskatheter: zowel bij mannen als vrouwen, dosering idem; bij een goede respons op de therapie overwegen gedurende 7 dagen te behandelen. NB: Heroverweeg bij patiënten met een verblijfskatheter de indicatie hiervoor; vervang bij een persisterende indicatie voor een verblijfskatheter de katheter bij voorkeur voor de start, maar in elk geval vóór het einde van de kuur. Verwijs een zwangere met tekenen van weefselinvasie naar de tweedelijnszorg. Hetzelfde geldt voor patiënten met koorts of andere tekenen van weefselinvasie die niet verbeteren (of verslechteren, bv. ontwikkelen verwardheid) binnen 48 uur ondanks antibiotica of voor patiënten met een vermoedelijke (uro)sepsis (hypotensie, tachycardie, tachypneu, koude rillingen, verwardheid).
Kinderen < 12 jaar:
Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): bij kinderen < 40 kg: oraal 50/12,5 mg/kg lichaamsgewicht per dagin 3 doses (volgens het Kinderformularium van het NKFK, waar de doseringen vandaan komen, max. 1500/375 mg/dag); bij kinderen ≥ 40 kg: 1500/375 mg in drie doses (volgens het NKFK max. 3000/750 mg/dag in 3 doses, bij de indicatie 'bacteriële infecties'). Behandelduur: 10 dagen. Uitgezonderd zijn kinderen jonger dan 1 maand met koorts; zij dienen verwezen te worden naar de tweedelijnszorg. Hetzelfde geldt voor kinderen met een (vermoeden van) een urineweginfectie die ernstig ziek zijn en/of braken of voor kinderen van 1–3 maanden met koorts zonder focus. Verwijs eveneens indien er geen sprake is van verbetering binnen 48 uur ondanks antibiotica.
(Profylaxe van) infecties van huid en weke delen:
Algemeen:
Volgens de NHG-Standaard Bacteriële huidinfecties (2017) komt amoxicilline/clavulaanzuur in aanmerking bij acuut paronychia.
Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden (2017) komt amoxicilline/clavulaanzuur in aanmerking bij een bijtwond(infectie). De preventieve behandeling bij bijtwonden instellen in geval van een hoog infectierisico; dit is het geval bij mensenbeet of kattenbeet, bijtwond aan hand, pols, been of voet, alle diepe prikbeten die niet afdoende te reinigen zijn, alle kneusbijtwonden waarbij beschadigd weefsel moeilijk te verwijderen is (bv. paardenbeet). Daarnaast is de profylaxe bij bijtwonden geïndiceerd bij: patiënten zonder milt, een (pre-existent) toegenomen kans op endocarditis, een kunstgewricht, of in geval van een verminderde weerstand (bv. diabetes mellitus, bij gebruik van corticosteroïden). Denk bij bijtwonden ook om de tetanusprofylaxe.
Volwassenen:
Bij uitbreiding van de infectie bij een acuut paronychia (echter zonder abcesvorming) is de dosering 500/125 mg 3×/dag, gedurende 7 dagen.
Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden (2017) bij een bijtwond(infectie): 500/125 mg 3×/dag (conform de SWAB-adviezen post-expositie profylaxe bijtwonden en therapie bijtwondinfectie). Behandelduur: als behandeling van een infectie: 7 dagen; preventief na een beet: 5 dagen.
Kinderen:
Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden (2017) komt amoxicilline/clavulaanzuur in aanmerking bij een bijtwond(infectie). Hierbij is de dosering 40/10 mg/kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 3 giften (max. 1500/375 mg/dag). Behandelduur: als behandeling van een infectie: 7 dagen; preventief na een beet: 5 dagen.
Profylaxe van infecties bij operatieve ingrepen:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Ingrepen < 1 uur: i.v. 1000/100 mg, 1000/200 mg of 2000/200 mg bij de inductie van de anesthesie.
Ingrepen > 1 uur: i.v. 1000/100 mg, 1000/200 mg of 2000/200 mg bij de inductie van de anesthesie, gevolgd door maximaal 3 vervolgdoseringen van 1000/100 mg of 1000/200 mg in 24 uur.
Duidelijke klinische tekenen van een infectie tijdens een operatie vereisen postoperatief een gebruikelijke intraveneuze of orale behandeling.
Ouderen: geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd alleen.
Verminderde nier- of leverfunctie: zie de voorschriften binnen de indicatie 'Als algemene richtlijn voor de behandeling van infecties'.
De behandelduur: is in het algemeen afhankelijk van de respons van de patiënt. Zonder controle (zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen) mag de behandelduur nooit langer zijn dan 14 dagen. Sommige infecties (zoals osteomyelitis) vereisen echter wel een langere behandelduur.
Toedieningsinformatie:
- Oraal: De tabletten héél innemen. De suspensie en tabletten bij voorkeur innemen bij de maaltijd, dit vanwege een betere gastro-intestinale tolerantie. Voor kinderen van 2–12 jaar (13–37 kg) is de suspensie beschikbaar; deze schudden voor gebruik.
- Intraveneus: Alle sterkten (behalve 2000/200 mg) toedienen als langzame i.v.-injectie gedurende 3–4 minuten óf als een i.v.-infusie gedurende 30–40 minuten; de sterkte 2000/200 mg en bij i.v.-toediening bij kinderen < 3 maanden alleen via i.v. infusie toedienen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree.
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, flatulentie, smaakstoornis, verminderde eetlust. Exantheem (vooral rond de mond), candidiasis van huid en slijmvliezen. Huidreacties (5–11 dagen na start van de therapie) zoals exantheem, jeuk, urticaria.
Soms (0,1-1%): overige superinfecties en kolonisatie met resistente organismen of gisten (na langdurig en herhaald gebruik). Duizeligheid, hoofdpijn. Indigestie. Voorbijgaande matige stijging van ASAT- en/of ALAT-waarden.
Zelden (0,01-0,1%): larynxoedeem, angio-oedeem, anafylaxie (incl. shock), serumziekte. Hyperkinesie, convulsies (bij gestoorde nierfunctie, meningitis, epilepsie in de voorgeschiedenis en/of bij hoge doses). Erythema multiforme, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN; syndroom van Lyell), blaren en exfoliatieve dermatitis. Reversibele leukopenie (incl. neutropenie), trombocytopenie, eosinofilie, hemolytische anemie. Hepatitis, cholestatische icterus. Acute interstitiële nefritis, kristalurie. Geneesmiddelkoorts. Oppervlakkige verkleuring van de tanden (suspensie), die na tandenpoetsen verdwijnt. Tromboflebitis (intraveneuze toediening).
Zeer zelden (< 0,01%): granulocytopenie (incl. agranulocytose), hemolytische anemie, pancytopenie (alle reversibel na staken). Pseudomembraneuze colitis of met antibiotica-geassocieerde colitis (incl. hemorragische colitis). Vasculitis ten gevolge van overgevoeligheid. Geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom). Zwarte (haar)tong.
Verder zijn gemeld: aseptische meningitis. Allergisch acuut coronair syndroom (ofwel Kounis-syndroom). Serumziekte-achtig syndroom. Droge mond. Jarisch-Herxheimer reactie. Reversibele hyperactiviteit. Reversibele verlenging van bloedingstijd en protrombinetijd.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree.
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken. Candidiasis van huid en slijmvliezen.
Soms (0,1-1%): dyspepsie. Huiduitslag, jeuk, urticaria. Hoofdpijn, duizeligheid. Lichte stijging van leverenzymwaarden (ASAT/ALAT).
Zelden (0,01-0,1%): erythema multiforme. Reversibele leukopenie (incl. neutropenie), trombocytopenie. (Trombo)flebitis bij gebruik van de i.v.-toedieningsvorm.
Verder zijn gemeld: overgroei van niet-gevoelige micro-organismen (bij langdurig gebruik). Met antibiotica-geassocieerde colitis (incl. pseudomembraneuze colitis en hemorragische colitis). Vasculitis, angio-oedeem, anafylaxie, serumziekte-achtig syndroom. Kounissyndroom (acuut allergisch coronair syndroom). Reversibele hyperreactiviteit, convulsies (bij verminderde nierfunctie of bij hoge doses), aseptische meningitis. Hepatitis, cholestatische geelzucht (soms fataal verlopend). Acute gegeneraliseerde met exantheem gepaard gaande pustulosus (AGEP), toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), dermatitis exfoliativa bullosa, geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom). Interstitiële nefritis, kristalurie (vnl. bij parenterale toediening, hoge doses en verminderde urineproductie; kan overgaan in nierfalen). Hemolytische anemie, verlenging van de bloedingstijd en protrombinetijd, reversibele agranulocytose.
Bij orale toediening: zwarte haartong, tandverkleuring.
Interacties
Bij colitis die geassocieerd is met het gebruik van antibiotica is het gebruik van geneesmiddelen die de darmperistaltiek vertragen gecontra-indiceerd.
De bactericide werking van penicillinen wordt in vitro geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (bv. tetracyclinen, macroliden); het klinische belang daarvan is alleen aannemelijk gemaakt bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis en sepsis en daarnaast bij patiënten met een ernstige neutropenie; in deze situaties de combinatie vermijden.
De werking van vitamine K-antagonisten kan worden versterkt; een aanpassing van de dosering van de vitamine K-antagonist kan nodig zijn.
Gelijktijdige toediening van allopurinol kan de waarschijnlijkheid van het opwekken van allergische huidreacties verhogen.
Amoxicilline vermindert de renale klaring van methotrexaat; mogelijk kan dit leiden tot het eerder bereiken van toxische waarden van methotrexaat.
Fenylbutazon verlengt de plasmahalfwaardetijd door vermindering van de tubulaire secretie.
Sorbitol (in sommige dispers en suspensies) kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Interacties
Bij met antibiotica geassocieerde colitis is het gebruik van geneesmiddelen die de darmperistaltiek vertragen gecontra-indiceerd.
De bactericide werking van penicillinen wordt in vitro geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden); het klinisch belang hiervan is alleen aangetoond bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.
Amoxicilline vermindert de renale klaring van methotrexaat; dit kan leiden tot het eerder bereiken van toxische waarden van methotrexaat.
De werking van vitamine K-antagonisten kan worden versterkt; een aanpassing van de dosering van de vitamine K-antagonist kan nodig zijn.
Amoxicilline/clavulaanzuur verlaagt de dalspiegel van de actieve metaboliet van mycofenolaatmofetil (mycofenolzuur) met ca. 50%; de patiënt nauwkeurig vervolgen tijdens en vlak na de antibioticumkuur. Een dosisaanpassing is pas noodzakelijk bij het ontstaan van transplantaatdisfunctie; de veranderde dalspiegel hoeft geen accurate weergave van de totale blootstelling aan mycofenolzuur te zijn.
De kans op ernstige, fataal verlopende hepatische bijwerkingen is groter bij de combinatie met hepatotoxische geneesmiddelen.
Gelijktijdige toediening met allopurinol kan allergische huidreacties opwekken.
Fenylbutazon verlengt de plasmahalfwaardetijd door vermindering van de tubulaire secretie.
Zwangerschap
Amoxicilline passeert de placenta (de plasmaspiegels van de foetus zijn ca. 25–30% van de maternale plasmaspiegel).
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Het gebruik van aspartaambevattende amoxicilline preparaten is gecontra-indiceerd bij zwangere vrouwen met fenylketonurie. Benzylalcohol (in sommige suspensies) kan zich ophopen en leiden tot metabole acidose.
Zwangerschap
Amoxicilline en clavulaanzuur passeren de placenta.
Teratogenese: Er is ruime ervaring bij de mens, hierbij zijn er geen aanwijzingen voor een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen.
Farmacologisch effect: Profylactische behandeling met amoxicilline/clavulaanzuur bij vrouwen met voortijdige scheuring van het amnion laat in een enkele studie zien dat amoxicilline/clavulaanzuur samenhangt met meer kans op necrotische enterocolitis bij pasgeborenen.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Het gebruik van aspartaambevattende geneesmiddelen wordt ontraden bij zwangere vrouwen met fenylketonurie (PKU). Benzylalcohol (in sommige suspensies) kan zich ophopen en leiden tot metabole acidose.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate (ca. 10% van de maternale serumspiegel).
Farmacologisch effect: Het risico voor het kind is te verwaarlozen, met uitzondering van de mogelijkheid van sensibilisatie. Diarree en kolonisatie van de slijmvliezen door schimmels bij de zuigeling zijn mogelijk.
Advies: Kan worden gebruikt. De borstvoeding staken bij het optreden van diarree, candidiasis en/of huiduitslag bij de zuigeling. Benzylalcohol (in sommige suspensies) kan zich ophopen en leiden tot metabole acidose.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe hoeveelheden (zowel amoxicilline als clavulaanzuur).
Farmacologisch effect: De kans op een allergische reactie bij het kind is minimaal. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed; wees alert op het ontstaan van een schimmelinfectie van de slijmvliezen van en diarree bij de zuigeling.
Advies: Kan worden gebruikt.
Overig: Benzylalcohol (in sommige suspensies) kan zich ophopen en leiden tot metabole acidose.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor penicillinen of een voorgeschiedenis van een ernstige overgevoeligheidsreactie op andere β-lactamantibiotica zoals cefalosporinen en carbapenems (waaronder acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose; AGEP);
- mononucleosis infectiosa of lymfatische leukemie vanwege de sterk toegenomen kans op exantheem;
- producten die aspartaam bevatten: bij kinderen en zwangere vrouwen met fenylketonurie (PKU).
Zie ook de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- ernstige overgevoeligheid voor penicillinen en cefalosporinen (m.n. eerste en tweede generatie cefalosporinen);
- in de voorgeschiedenis door deze combinatie geïnduceerde:
- geelzucht;
- leverfunctiestoornis;
- acute gegeneraliseerde met exantheem gepaard gaande pustulosus (AGEP).
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie: kan voorkomen tussen penicillinen onderling en (in mindere mate) tussen de penicillinen en cefalosporinen of carbapenems; vóór toediening zorgvuldig nagaan of de patiënt overgevoelig is voor andere β-lactamantibiotica. De kruisovergevoeligheid met cefalosporinen heeft met name betrekking op de eerste en sommige van de tweede generatie cefalosporinen (maar bv. niet op cefuroxim). Anafylactische reacties komen vaker voor bij overgevoeligheid voor penicillinen in de voorgeschiedenis en bij atopische personen. Bij optreden van een koortsig gegeneraliseerd erytheem met pustels de diagnose acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP) overwegen en de behandeling direct staken; dit ook doen bij het – onmiddellijk – optreden van urticaria na de toediening. In zeldzame gevallen is het allergisch acuut coronair syndroom (Kounis-syndroom) gemeld; overweeg hierbij een geschikte behandeling.
Superinfecties: overgroei van niet-gevoelige micro-organismen komt voor; bij langdurige toepassing regelmatig controleren op superinfecties. Bij optreden van aanhoudende, ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.
Gebruik staken bij: het optreden van pseudomembraneuze colitis evenals bij optreden van hemorragische colitis of overgevoeligheidsreacties.
Het bloedbeeld, de nier- en leverfunctie regelmatig controleren wanneer de toepassing: langdurig is, bij prematuren, of tijdens de neonatale periode is.
Kristalurie: tijdens toediening van hoge doseringen (parenterale) amoxicilline zorgen voor voldoende vloeistofinname en urineproductie om het risico van kristalurie te verminderen. Bij kamertemperatuur kunnen hoge doses amoxicilline neerslaan in de urine; daarom de openingen van verblijfskatheters regelmatig controleren.
Hepatische bijwerkingen komen vooral voor bij mannen en ouderen bij langdurige behandeling; de symptomen ontstaan meestal gedurende of kort na de behandeling, maar soms pas na enkele weken.
Convulsies: hoge doseringen kunnen de kans op convulsies vergroten bij:
- een verminderde nierfunctie;
- een aandoening van de meninges (bv. meningitis);
- toevallen in de voorgeschiedenis;
- behandelde epilepsie.
Tijdens de behandeling van Lymeborreliose kunnen binnen enkele uren na toediening Jarisch-Herxheimer-achtige reacties optreden (hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, hoofd- en spierpijn, rigor). Dit is het gevolg van een inflammatiereactie na het vrijkomen van endotoxinen en lipoproteïnen na de cellysis van deze bacteriën (spirocheten). De reactie gaat gewoonlijk vanzelf over.
Voeding: voorzichtig bij patiënten met een natriumbeperkt dieet indien hoge parenterale doses worden gebruikt. Bij homozygote fenylketonurie rekening houden met de hoeveelheid fenylalanine die door aspartaam (in sommige producten) wordt geleverd.
Beïnvloeding van diagnostische testen: bij bepaling van glucose in de urine, de enzymatische glucose-oxidasemethoden gebruiken (chemische methoden geven regelmatig fout-positieve bevindingen). Amoxicilline kan de hoeveelheid estriol in de urine van zwangere vrouwen verlagen.
Hulpstoffen:
- Aspartaam (in sommige dispers en suspensies) kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU);
- Benzylalcohol (in sommige dispers en suspensies) bij voorkeur niet gebruiken bij pasgeborenen (< 4 wk) vanwege ernstige bijwerkingen (zoals het ‘gasping’-syndroom) én maximaal één week gebruiken bij jonge kinderen (< 3 jaar), vanwege stapeling. Gebruik van benzylalcohol bij nier- of leverfunctiestoornis kan door ophoping leiden tot metabole acidose;
- Benzylbenzoaat (in sommige dispers en suspensies) kan geelzucht bij pasgeborenen (< 4 wk) verergeren;
- Glucose (in sommige suspensies) kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen;
- Natriumbenzoaat (in sommige suspensies) kan geelzucht bij pasgeborenen (< 4 wk) verergeren;
- Zwaveldioxide (in sommige suspensies) kan in zeldzame gevallen bronchospasme geven.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruik vermijden indien mononucleosis (infectie met EBV) wordt vermoed in verband met het risico van een morbilliforme huiduitslag.
Vóór toediening zorgvuldig nagaan of de patiënt overgevoelig is voor penicillinen of cefalosporinen, omdat kruisovergevoeligheid kan bestaan met andere penicillinen en cefalosporinen (met name eerste en sommige van de tweede generatie).
Wees voorzichtig bij:
- de atopische patiënt;
- een verminderde leverfunctie;
- toediening aan een zuigeling wiens moeder allergisch is voor penicillinen;
- een patiënt met een natriumbeperkt dieet, indien hoge intraveneuze doses worden gebruikt.
Controles bij langdurige toepassing: In geval van langdurige toepassing de nier- en leverfunctie en het bloedbeeld regelmatig controleren. Hepatische bijwerkingen komen vooral voor bij mannen en ouderen bij langdurige behandeling; de symptomen ontstaan meestal gedurende of kort na de behandeling, maar soms pas na enkele weken.
Kristalurie: Tijdens toediening van hoge doses amoxicilline zorgen voor voldoende vloeistofinname en urineproductie om het risico van kristalurie te verminderen. Bij kamertemperatuur kunnen hoge doses amoxicilline neerslaan in de urine; daarom de openingen van verblijfskatheters regelmatig controleren.
Overgroei door niet-gevoelige micro-organismen komt voor; bij langdurige toepassing regelmatig controleren op superinfecties. Bij optreden van ernstige diarree, de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; in dit geval, evenals bij optreden van hemorragische colitis, het gebruik staken.
Ook bij overgevoeligheidsreacties het gebruik staken. Bij optreden van een koortsig gegeneraliseerd erythema met pustula, de diagnose acute gegeneraliseerde met exantheem gepaard gaande pustulosus (AGEP) overwegen en ook dan de behandeling direct staken; AGEP is een contra-indicatie voor toekomstige behandeling met amoxicilline/clavulaanzuur.
Hoge doseringen kunnen de kans op convulsies vergroten bij verminderde nierfunctie, bij een aandoening van de meninges, toevallen in de anamnese of behandelde epilepsie.
Bij homozygote fenylketonurie rekening houden met de hoeveelheid fenylalanine die door aspartaam (in sommige orale suspensies) wordt geleverd.
De oppervlakkige verkleuring van de tanden (m.n. bij de suspensies) kan gewoonlijk worden verwijderd door tandenpoetsen.
Beïnvloeding van diagnostische testen: voor het bepalen van glucose in de urine alleen enzymatische testmethoden toepassen. Clavulaanzuur kan een fout-positieve uitslag van de Coombs-test geven. Ook de 'Platelia® Aspergillus EIA'-test (van Bio-Rad Laboratories) kan fout-positief zijn.
Hulpstoffen:
- Aspartaam (in sommige suspensies) kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU). Er zijn geen klinische of non-klinische gegevens beschikbaar over gebruik van aspartaam bij zuigelingen < 12 weken.
- Benzylalcohol (in sommige suspensies) bij voorkeur niet gebruiken bij pasgeborenen (< 4 wk) vanwege ernstige bijwerkingen (zoals ‘gasping’-syndroom) én niet langer dan één week gebruiken bij kinderen < 3 jaar, vanwege stapeling. Gebruik van benzylalcohol bij een nier- of leverfunctiestoornis kan door ophoping leiden tot metabole acidose.
- Natriumbenzoaat (in sommige suspensies) kan geelzucht bij pasgeborenen (< 4 wk) verergeren. Dit kan overgaan in kernicterus (ophoping van ongeconjugeerd bilirubine in hersenweefsel).
Overdosering
Symptomen
Vooral bij een nierfunctiestoornis kunnen convulsies optreden. Verstoring van de water- en elektrolytenbalans. Kristalurie met nierfalen.
Therapie
Amoxicilline kan via hemodialyse uit de circulatie worden verwijderd. Verder symptomatisch behandelen.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling de stofmonografie amoxicilline op vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
vooral bij nierfunctiestoornissen kunnen convulsies optreden. Maag-darmklachten. Verstoring van de water- en elektrolytenbalans. Kristalurie met nierfalen.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met amoxicilline/clavulaanzuur contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bactericide β-lactamantibioticum uit de groep aminopenicillinen. Amoxicilline remt de crosslinking van peptidoglycanen in de celwand, wat uiteindelijk leidt tot lysis en celdood. Het werkingsspectrum is relatief breed en omvat Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën.
Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn: Bacillus anthracis, Corynebacterium diphtheriae, Enterococcus faecalis, β-hemolytische streptokokken (groep A, B, C, G), Listeria monocytogenes, Streptococcus agalactiae, Streptococcus bovis, Streptococcus pyogenes, Brucella spp., Neisseria meningitidis, Vibrio cholerae en Peptostreptococcus spp.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Corynebacterium spp., Enterococcus faecium, coagulase-negatieve stafylokokken, Staphylococcus aureus ('MSSA'), Streptococcus pneumoniae, Streptococcus viridans-groep, Clostridium spp., Fusobacterium spp., Borrelia burgdorferi, Escherichia coli, Haemophilus influenza, Haemophilus para-influenza, Helicobacter pylori, Moraxella catarrhalis, Neisseria gonorrhoeae, Pasteurella multocida, Proteus mirabilis, Prevotella spp., Salmonella typhi en Salmonella paratyphi.
Doorgaans ongevoelig (vaak resistent) zijn: onder andere penicillinasevormende stafylokokken (bv. 'MRSA'), indol-positieve Proteus-stammen (P. vulgaris), Citrobacter spp., Morganella morganii, Providencia spp., Raoultella spp., Serratia spp., Bacteroides fragilis en Rickettsia.
Inherent resistent zijn: Acinetobacter spp., Enterobacter spp., Klebsiella spp., Pseudomonas spp., Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp.
Amoxicilline is penicillinase-gevoelig. De (microbiologisch inactieve) metaboliet penicilloïnezuur heeft allergene eigenschappen.
Kinetische gegevens
Resorptie | oraal snel. |
F | 70–90%. |
T max | i.m. 1 uur, oraal 1–2 uur. |
V d | 0,3–0,4 l/kg. |
Overig | blijft extra-cellulair; de concentratie in weefsels is afhankelijk van de doorbloeding en de hoeveelheid extracellulair vocht. In serum, sputum, mucosa, longweefsel, botweefsel, middenoorvocht, oogkamerwater, gal en urine worden therapeutische spiegels bereikt. Penetratie in liquor: slecht; bij ontstoken meninges: dan ca. 20% van de concentratie in het bloed. |
Metabolisering | gedeeltelijk; de voornaamste (inactieve) metaboliet is penicilloïnezuur dat allergene eigenschappen heeft. |
Eliminatie | vnl. met de urine, ca. 80% via tubulaire secretie en 20% via glomerulaire filtratie; 60–70% in onveranderde vorm, slechts een klein gedeelte met de feces. Amoxicilline is hemodialyseerbaar. |
T 1/2el | 1–1½ uur; bij creatinineklaring < 15 ml/min: 5 tot 20 uur; bij prematuren, neonaten en zuigelingen < 6 maanden 3–4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
β-Lactam-antibioticum. Amoxicilline is een bactericide antibioticum uit de groep aminopenicillinen. Remming van één of meerdere enzymen (penicillinebindende eiwitten (PBE's)) in de biosynthese van bacterioglycanen door amoxicilline leidt tot verzwakking van de celwand van de bacterie, vaak gevolgd door cellysis en celdood. De tijd boven de minimaal remmende concentratie (MIC), op de plek van de infectie, wordt gezien als de grootste determinant voor de activiteit van amoxicilline. Het werkingsspectrum is breed en omvat Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen. Amoxicilline is gevoelig voor β-lactamasen (penicillinasen). De meeste stafylokokken produceren penicillinase, waardoor ze resistent worden voor amoxicilline; wanneer ze als gevoelig gerapporteerd worden voor benzylpenicilline, kunnen ze beschouwd worden als gevoelig voor amoxicilline.
Clavulaanzuur is een β-lactamaseremmer. Door de combinatie met clavulaanzuur wordt amoxicilline beschermd tegen afbraak door de meeste algemeen voorkomende β-lactamasen; het geeft géén bescherming tegen β-lactamasen uit de moleculaire klassen B (metallo-β-lactamasen), C en D.
Over het algemeen gevoelig zijn:
- Aeroob Gram-positief: Enterococcus faecalis, Gardnerella vaginalis, Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), coagulase negatieve-stafylokokken (meticilline-gevoelig) incl. Staphylococcus saprophyticus (ampicilline gevoelig), Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae (penicilline-gevoelig), Streptococcus pyogenes, andere β-hemolytische streptokokken en de Streptococcus viridans-groep.
- Aeroob Gram-negatief: Capnocytophaga spp., Eikenella corrodens, Moraxella catarrhalis en Pasteurella multocida en Raoultella spp.
- Anaeroob: Bacteroides fragilis, Fusobacterium nucleatum en Prevotella spp.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
- Aeroob Gram-positief: Enterococcus faecium.
- Aeroob Gram-negatief: Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis en Proteus vulgaris.
Inherent resistent zijn:
- Aeroob Gram-positief: alle meticilline-resistente stafylokokken.
- Aeroob Gram-negatief: Acinetobacter spp., Citrobacter freundii, Enterobacter spp., Legionella pneumophila, Morganella morganii, Providencia spp., Pseudomonas spp., Serratia spp. en Stenotrophomonas maltophilia.
- Anaeroob: Chlamydia trachomatis, Chlamydophila pneumonia, Chlamydophila psittaci, Coxiella burneti en Mycoplasma pneumoniae.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
F | ca. 70% (amoxicilline, clavulaanzuur). |
T max | oraal 1–2½ uur (amoxicilline, clavulaanzuur). |
V d | 0,3–0,4 l/kg (amoxicilline) en 0,2 l/kg (clavulaanzuur). |
Overig | Er is distributie naar abdominaal weefsel incl. galblaas, huid-, vet- en spierweefsel, synoviaal- en peritoneaal vocht, gal en pus. Relatief slechte penetratie in het CZS, ca. 20% bij ontstoken meninges. |
Metabolisering | Amoxicilline gedeeltelijk (ca. 10–25%), clavulaanzuur wordt uitgebreid gemetaboliseerd. De metaboliet van amoxicilline, penicilloïnezuur, heeft géén antibacteriële activiteit, maar heeft wel allergene eigenschappen. |
Eliminatie | Voor 60–70% (amoxicilline) en 40–65% (clavulaanzuur) onveranderd binnen 6 uur met de urine. Clavulaanzuur wordt ook als metaboliet uitgescheiden met de urine, feces en uitgeademde lucht. Hemodialyse kan amoxicilline/clavulaanzuur uit de circulatie verwijderen; peritoneale dialyse is daar niet toe in staat. |
T 1/2el | ca. 1,1 uur (amoxicilline) en ca. 0,9 uur (clavulaanzuur), bij ernstige nierfunctiestoornissen 6–15 uur (amoxicilline) en 2,6–4 uur (clavulaanzuur). Amoxicilline bij neonaat en zuigeling 3-4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
amoxicilline hoort bij de groep penicillinen.
Groepsinformatie
amoxicilline/clavulaanzuur hoort bij de groep penicillinen.
Kosten
Kosten
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acute faryngotonsillitis
- acute rinosinusitis
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- endocarditis
- ongecompliceerde urineweginfectie
- otitis media acuta
- peptische ulcera met positieve Helicobacter pylori-test
- seksueel overdraagbare aandoeningen
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acute faryngotonsillitis
- acute rinosinusitis
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- ongecompliceerde urineweginfectie
- otitis media acuta
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)